Fotolexicon, 28e jaargang, nr. 43 (februari 2011) (nl)

Martien Coppens

Annika Hendriksen

Extract

Martien Coppens was een van de meest productieve fotografen van zijn tijd en heeft met zijn omvangrijke oeuvre, bestaande uit portretten, landschapsfoto’s, documentair werk en fotoreportages, in belangrijke mate bijgedragen aan ons beeld van Nederland – en Brabant in het bijzonder – van de jaren dertig tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw. Zijn bekendheid dankt hij vooral aan de uitzonderlijk grote hoeveelheid fotoboeken die hij op zijn naam heeft staan. Als actief lid van verschillende verenigingen, als kritisch auteur en als tentoonstellingsmaker heeft hij bijgedragen aan zowel de erkenning van de fotografie als kunstvorm als aan de positie van de vakfotograaf in Nederland.

Biografie

 

1908

Martinus Franciscus Josephus (Martien) Coppens wordt geboren in Lieshout op 18 maart 1908 als oudste zoon van Petronella (Piet) van Eerd (1876-1946) en Gerardus (Grard) Coppens (1871-1957). Grard Coppens heeft een machinale klompenmakerij en is daarnaast koster en organist in de plaatselijke kerk. Martien krijgt nog drie zussen en een broer.

1920-’22

Martien Coppens volgt de Latijnse School in Gemert, ter voorbereiding op het seminarie.

1923-’25

In 1923 verruilt Martien de Latijnse School voor de Rooms-Katholieke hbs in Helmond. Het is in deze tijd dat hij begint met fotograferen. In 1923 koopt hij zijn eerste camera, een Ihagee Paff reflex 4½ x 6. Op advies van fotohandelaar Kat schaft hij ook het boekje Kunstfotografie voor den amateur (1922) van Ernst A. Loeb aan.

1925

Coppens behaalt zijn diploma driejarige hbs. Hij wordt geïntroduceerd in de Helmondsche Kunstkring, waar hij kennis maakt met onder anderen Frans Jacobs, dessin-ontwerper bij stoffenfabrikant Vlisco.

Coppens werkt in de klompenmakerij van zijn vader en helpt in de weekeinden mee in het café dat Grard Coppens in 1911 van zijn ouders had overgenomen. In zijn spaarzame vrije tijd fotografeert Coppens en maakt hij afdrukken in een provisorische doka aan huis. Hij abonneert zich op het tijdschrift Focus maar laat het niet thuis bezorgen vanwege de bezwaren van zijn ouders tegen zijn ambitie om fotograaf te worden. Met succes stuurt hij foto’s in op de door dit blad uitgeschreven prijsvragen. Met hoofdredacteur Adriaan Boer correspondeert hij over zijn foto’s.

1928

Martien Coppens neemt deel aan The London Salon of Photography.

1929

Met schilder en ontwerper Frans Jacobs reist hij naar Gent en Brugge.

Coppens heeft een ontmoeting met Adriaan Boer. Kort daarop ontvangt zijn vader een brief van Boer waarin deze hem de vakopleiding in München aanbeveelt voor zijn zoon.

1929-’30

Vanwege het grote aantal aanmeldingen kan Martien zich niet meer inschrijven aan de Bayerische Staatslehranstalt für Lichtbildwesen in München. Hij gaat in de leer bij fotograaf Dolf Kat, eigenaar van fotohandel Prinses in Helmond. Zo kan hij later tevens aan de door de opleiding in München gestelde eis van een jaar werkervaring voldoen. Ook volgt Coppens de schriftelijke cursus van de American School of Photography in Chicago. In Focus van 18 januari 1930 biedt hij lezers aan vergrotingen naar hun negatieven te maken. Na een half jaar verlaat hij Dolf Kat, vanwege een door Kat verlangd contract dat Coppens zou verbieden binnen dertig kilometer rond Helmond een eigen zaak te beginnen. Martien vindt een werkplek in de fotozaak van Johan Hegeman, eveneens in Helmond.

1930-’31

In augustus vertrekt Coppens naar München om de tweejarige opleiding aan de Bayerische Staatslehranstalt für Lichtbildwesen te volgen. Hij start meteen in het tweede jaar en rondt de opleiding in één jaar af. Tijdens zijn studie reist hij met medestudenten naar Venetië en Padua.

1931

In juli keert Coppens terug uit München. Vanaf die tijd voegt hij geregeld “V.M.A.” of “A.M.A.” toe aan zijn signatuur, wat staat voor Verein dan wel Arbeitsgemeinschaft Münchener Absolventen.

Via Adriaan Boer vindt hij een betrekking bij fotozaak Helder in Middelburg waar hij vooral toeristen in Zeeuwse klederdracht fotografeert. Dit is niet de baan die hij ambieert. Met hulp van zijn familie zoekt hij naar een ruimte om een eigen atelier en fotohandel te beginnen.

Hij wordt lid van Fotoclub De Amateur in Eindhoven.

Coppens maakt kennis met Nanna Cuppens, molenaarsdochter uit Reppel (België).

1932

Op 16 januari opent Coppens zijn fotohandel en atelier aan de Emmasingel 17 in Eindhoven. Zijn zus Mea helpt mee in de zaak. Voor het portretwerk schaft hij een Norka 9×12 camera aan.

Coppens wordt lid van de de Nederlandsche Fotografen Patroons Vereeniging (NFPV).

1933-‘34

In 1933 maakt Coppens de film De Klumper en in 1934 de korte film Reppel à la rivière Aa, waarin invloeden van de Nieuwe Zakelijkheid te zien zijn.

1933-’38

Coppens levert foto’s aan Christus Koning, een weekblad gericht op de ‘minder gegoeden’ (boeren en arbeiders), uitgegeven door de Kapucijner paters Henricus en Concordius [van Goirle].

1935-‘53

Op 29 april 1935 treden Martien Coppens en Nanna Cuppens in het huwelijk. Uit het huwelijk worden tien kinderen geboren. Nanna neemt de fotozaak onder haar hoede. Ze nemen hun intrek in het pand aan de Emmastraat, waar Coppens’ fotozaak en atelier is gevestigd.

1936

Coppens houdt een inleiding ter gelegenheid van de NAFV-tentoonstelling te Amsterdam.

Op de tentoonstelling in Eindhoven van zijn ‘eigen’ Fotoclub De Amateur hangen zo’n vijftig werken van Coppens, naast 150 van andere leden.

1937

Coppens publiceert in eigen beheer, met steun van de paters van Christus Koning, zijn eerste fotoboek, Rond de Peel, met veertig foto’s uit de serie Levensbeelden

1938

Hij wordt aangenomen als lid van The London Salon of Photography.

Eind jaren dertig neemt Coppens Peter Swenker als assistent in dienst en houdt zo meer tijd over voor zijn vrije werk buiten de studio.

1939

Coppens richt zich op de kerkelijke kunst en fotografeert met zijn technische camera, een Kühn-Stegemann, kerkinterieurs en details van koorbanken.

1941

De koorbanken van Oirschot verschijnt bij uitgeverij De Pelgrim met een tekst van Concordius van Goirle. Coppens begint aan zijn eerste leerboek over portretfotografie, dat zal worden uitgegeven door Focus.

1942

Het pand aan de Emmasingel 17 waar Martien Coppens zijn fotohandel en atelier heeft, wordt op 6 december verwoest door het bombardement op Eindhoven. Het gezin vindt tijdelijk onderdak in Lieshout.

1943

Op 26 mei verhuist Coppens met zijn gezin naar Hoogstraat 312 in Eindhoven. Hij opent geen fotozaak meer, maar gaat verder als freelance fotograaf, zoals hij al eerder voornemens was.

1945

Coppens fotografeert de oorlogsverwoestingen in Zuid-Nederland en maakt reportages voor HARK, Hulpactie Roode Kruis.

Bij Elsevier komt in de reeks Koorbanken in Nederland het deel Barok uit.

De Vereniging van Eindhovense Vakfotografen wordt opgericht, als regionale afdeling van de NFPV, met Coppens als drijvende kracht.

1946

Bij Focus wordt De mensch in de fotografie, leerboek voor portretfotografie uitgegeven.

Coppens wordt lid van een commissie die een samenwerkingsverband beoogt tussen NFPV, GKf en NFK.

1947

Het boek Impressies 1945. Geteisterd Nederland, opgedragen aan de in 1945 overleden journalist Uri Nooteboom, wordt uitgegeven door De Pelgrim in Eindhoven. Bij uitgeverij Focus verschijng Fotokunst?, opgedragen aan de Helmondsche Kunstkring.

1948

Coppens levert tot 1957 foto’s aan het tijdschrift [De] Katholieke boerin.

1949-’79

In 1949 beëindigt Elsevier het contract met Coppens.

Om aan de kost te komen maakt Coppens een bedrijfsportret van de Vlisco Textieldrukkerij in Helmond. Er volgen nog vele bedrijfsreportages, onder andere voor DAF, Philips, PNEM (tot 1979) en bouwonderneming Wilma.

Tot 1960 levert Coppens foto’s en fotoreportages aan [De] Katholieke Illustratie.

1950

De Vereniging van Eindhovense Vakfotografen organiseert in het Van Abbemuseum de internationale tentoonstelling Vakfotografie 1950 ter gelegenheid van het eerste lustrum. Coppens verricht het leeuwendeel van de voorbereidende werkzaamheden.

Naar aanleiding van een oproep van Norbertijner pater Werenfried van Straaten fotografeert Coppens tot 1956 vluchtelingen uit communistische landen in de opvangkampen langs het IJzeren Gordijn voor Oostpriesterhulp en Kerk in Nood.

Bij de eerste Photokina in Keulen maakt Coppens kennis met Fotoform, een groep fotografen rond Otto Steinert.

1950-’57

Coppens is redactielid van Fotografie. Vakblad voor het fotografisch ambacht, orgaan van de NFPV.

1951-’59

Coppens wordt in 1951 lid van de NFK, de Nederlandse Fotografen Kunstkring.

Hij exposeert werk op de door Steinert in 1951 georganiseerde tentoonstelling Subjektive Fotografie in Saarbrücken en wederom op de tentoonstellingen Subjektive Fotografie 2 en 3 in respectievelijk 1954/1955 en 1958/1959.

1952

In het Van Abbemuseum organiseert Coppens de internationale tentoonstelling Fotografie als uitdrukkingsmiddel.

1953

Coppens stelt de reizende tentoonstelling Nood samen. Hij combineert zijn foto’s van de watersnoodramp met opnamen die hij maakte in Duitse en Oostenrijkse opvangkampen en foto’s van woonwagenbewoners in Nederland.

Er verschijnt een bijbehorende catalogus met een inleiding door H. Craeybeckx.

In Eindhoven organiseert hij een overzichtstentoonstelling van het werk van Henri Berssenbrugge.

1957

Wederom in het Van Abbemuseum organiseert Coppens een internationale tentoonstelling onder de titel Fotografie als uitdrukkingsmiddel.

1963-’67

Onder de titel De kunstenaar en de wereld exposeert Coppens in 1963 zijn foto’s van Nederlandse kunstenaars en hun werk, gemaakt in opdracht van Edy de Wilde, in het Van Abbemuseum. Begeleid door muziek van Dick Raaijmakers worden de beelden gepresenteerd met diaprojectoren.

Coppens is van 1963 tot 1967 hoofdredacteur van Vakfotografie, orgaan van de NFPV.

1964

Als relatiegeschenk van Chemische Fabriek Van der Grinten wordt het boek Op de grens van land en zee gepubliceerd met foto’s van Coppens en gedichten van Paul Snoek. Onder de titel Où la mer rencontre la terre worden de foto’s in Parijs, in Galerie du studio 28, geëxposeerd.

1967

In Antwerpen vindt de expositie De Wereld der Sinjoren. Antwerpen fotografisch gezien plaats en in Eindhoven wordt een diaprojectie getoond, wederom in samenwerking met Dick Raaijmakers, onder de titel Dochters van Brabo.

1970

Coppens exposeert Openingen in het Van Abbemuseum in het Van Abbemuseum in Eindhoven.

1975

Het boek Negerplastiek fotografisch benaderd verschijnt, met foto’s van de collectie Afrikaanse beelden van Martien Coppens.

1977

Coppens beëindigt zijn carrière als actief fotograaf en legt zich toe op het archiveren van zijn werk en het samenstellen van boeken van zijn foto’s.

1979

Hij verhuist naar Laagstraat 250; het huis is ontworpen door zijn zoon Gert.

1982

Coppens publiceert Waarom fotograferen. Zestig jaren onderweg: 1923-1983. De gelijknamige expositie vindt plaats in het Van Abbemuseum.

1983

De provincie Noord-Brabant koopt honderd foto’s van Coppens en krijgt er nog zeventien cadeau. De collectie is samengesteld door Coppens zelf, die er de titel Zelfportret in 117 foto’s aan geeft. De collectie reist als tentoonstelling door de provincie Noord-Brabant.

Het Comité tot verwezenlijking van fotoverhalen van Martien Coppens wordt opgericht.

1984

De reportagefoto’s uit 1945 van oorlogsverwoestingen in Zuid-Nederland worden getoond in de Canon Photo Gallery in Amsterdam.

1986

Coppens overlijdt op 17 juni in het St. Anna ziekenhuis in Geldrop. Hij wordt begraven in Lieshout.

1996

De Martien Coppensprijs, een prijs voor documentaire fotografie georganiseerd door de Fotobond BNAFV en het tijdschrift Fotografie, in samenwerking met de Stichting Brabants Dialectenfestival, wordt in 1996 bij het dialectenfestival in Lieshout gevoegd. Amateurfotografen die in groepsverband werken, dienen een serie te maken van vijf foto’s, waarin het thema van de wedstrijd, vastgesteld door het Dialectenfestival, tot uitdrukking komt. De prijs zal om de twee jaar worden uitgereikt.

1998

De kerncollectie van Coppens, bestaande uit ruim 1600 originele vergrotingen, wordt door zijn erfgenamen als bruikleen in beheer gegeven aan de Brabant-Collectie van de Universiteit van Tilburg.

2005

De Stichting Archief Martien Coppens wordt opgericht. Het beheer van het negatievenarchief van Coppens wordt overgedragen aan het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam.

2008

Naar aanleiding van de honderdste geboortedag van Martien Coppens start de Brabant-Collectie van de Universiteit van Tilburg een restauratie-, conserverings- en digitaliseringsproject van de kerncollectie van Coppens.

Het Nederlandse Fotomuseum in Rotterdam organiseert een grote overzichtstentoonstelling.

2010

Op internet wordt de Fotobank Martien Coppens van de Brabant-Collectie gelanceerd.

Beschouwing

Over de eerste schreden van Martien Coppens op het gebied van de fotografie doen verschillende verhalen de ronde. Zo wordt er melding gemaakt van een ontbonden voetbalclubje dat met het overgebleven contributiegeld een camera kocht die om de week van gebruiker wisselde. Ook was er een leerling op de Latijnse school die daar een doka onder de trap had, waarmee de belangstelling voor fotografie bij de jonge Coppens zou zijn gewekt. In 1923 verruilde hij tot teleurstelling van zijn ouders de Latijnse school voor de hbs in Helmond. In de zomer van dat jaar begon hij te fotograferen, eerst met een geleende camera, kort daarop kocht hij een Ihagee Paff reflex 4½x6 en richtte hij bij zijn ouders een eigen doka in.

Zijn eerste foto’s maakte Coppens in de omgeving van zijn ouderlijk huis. Het Brabantse landschap, zijn familie, de inwoners van Lieshout en stillevens van spullen uit het ouderlijk huis waren zijn onderwerpen.

Coppens benadrukte later in zijn leven graag dat hij in de vroege jaren in dat kleine dorp Lieshout veel zelf had moeten uitvinden. Toch had hij wel degelijk een paar mentoren. De fotohandelaar Dolf Kat gaf in die beginperiode de nodige adviezen en wees hem op leerboekjes en op het tijdschrift Focus. Via dat tijdschrift kreeg Coppens ook regelmatig adviezen van hoofdredacteur Adriaan Boer, die zowel in het blad als in persoonlijke correspondentie reageerde op zijn foto’s en vragen.

Als Coppens geen priester wilde worden, moest hij, zo vond zijn vader, hem maar opvolgen in de klompenmakerij. Maar de jongeman had een andere toekomst in gedachten: hij wilde fotograaf worden. Dankzij de interventie van Adriaan Boer en een welwillende oom mocht hij zich uiteindelijk aanmelden voor de opleiding aan de Bayerische Staatslehranstalt für Lichtbildwesen in München. Dit gaf hem de kans een gedegen vakopleiding te volgen waar hij veel kon leren, en niet alleen op technisch vlak. De tweejarige opleiding rondde hij in één jaar af. In 1933 schreef Coppens twee artikelen over deze vakschool voor het tijdschrift Bedrijfsfotografie. Daaruit blijkt dat hij aan de opleiding waardeerde dat men heel individueel mocht werken maar ieders werk regelmatig groepsgewijs werd besproken. Invloedrijk was de docente Hanna Seewald, die zelf leerling was geweest van Erwin Quedenfeldt in Düsseldorf. Zij liet de leerlingen de Nieuwe Zakelijkheid, de heersende stijl van dat moment, op eigen wijze vertalen en die vrijheid sprak Martien aan. Zijn eigen afdrukken waren in het algemeen minder hard dan de nieuw-zakelijke foto’s van zijn medeleerlingen. Met de Nieuwe Zakelijkheid en dan vooral met de close-ups van objecten had hij niet veel op. Later in zijn leven noemde hij deze periode, waarin hij meer aandacht voor vorm dan inhoud zag, schertsend ‘boordenknoopjes- en waspinnentijd’. Terugblikkend betoogde Coppens in 1982 dat de opleiding in München geen ommekeer te weeg had gebracht, maar slechts een doorgang was geweest. Toch heeft de Nieuwe Zakelijkheid wel degelijk invloed op hem gehad. De stroming had hem liefde voor het weer te geven materiaal bijgebracht, zo schreef hij in een artikel over de opnamen van de koorbanken in de St. Jan en St. Pieter. Maar ook in zijn techniek is de invloed wel degelijk zichtbaar; zijn afdrukken namen toe in scherpte en contrast.

Op 16 januari 1932 opende Martien Coppens in Eindhoven zijn fotozaak en atelier. In de etalage toonde hij onder de titel Levensbeelden een selectie van expressieve portretten van veelal oudere mensen uit Lieshout en omgeving, die hij maakte tussen 1926 en 1933. De gegroefde koppen waarin hij de geportretteerde wilde ‘samenvatten’, als individu en type tegelijk, oogstten zowel lof als kritiek. De serie leek ook niet de beste reclame te zijn voor een portretstudio. Hoewel, men moest niet naar Coppens’ fotostudio komen voor een geretoucheerd portret, daar deed hij niet aan. Begin 1932 schafte Coppens een Norka 9×12 camera aan voor het maken van atelierportretten. De zaak liep goed en Coppens vroeg zijn zus Mea te komen werken in de winkel. Aanvankelijk bestond zijn werk voornamelijk uit het maken van trouwreportages, portretten en pasfoto’s, maar geleidelijk wist hij ook enkele bedrijven, waaronder Philips en sigarenfabrikant Van Abbe, aan zijn opdrachtgevers toe te voegen. Hij maakte bedrijfsreportages en portretten en fotografeerde objecten, zoals meubels.

In 1935 trouwde Coppens met Nanna Cuppens, die hij in 1931 had leren kennen. Ze namen hun intrek op de Emmasingel waar de fotozaak gevestigd was en Nanna verving Mea in de zaak. Met het bombardement op Eindhoven in 1942 werd ook het pand aan de Emmasingel getroffen. Het gezin bleef ongedeerd en Coppens wist nog enkele spullen te redden. De gebeurtenis was de aanleiding om voortaan als freelancer te gaan werken, zoals hij al langer voor ogen had.

In 1943 vond het gezin een huis aan de Hoogstraat. Van het uitgekeerde verzekeringsgeld moest het huis worden ingericht, maar Coppens kon minder terugkopen dan hij voor het bombardement bezat. Zonder studio moest hij zijn groeiende gezin zien te onderhouden van het geld dat hij met opdrachten voor bedrijven en met zijn contract met Elsevier verdiende. Ook het leerboek De mensch in de fotografie leverde hem tijdelijk het nodige geld op. Een tegenslag was dat Elsevier het contract met Coppens in 1949 beëindigde, omdat er onvoldoende markt zou zijn voor zijn boeken. Uiteindelijk wist Coppens opdrachten binnen te slepen voor bedrijfsreportages voor onder andere textieldrukkerij Vlisco, DAF, PNEM en bouwonderneming Wilma. Hij maakte daarnaast foto’s voor folders, kalenders, relatiegeschenken en jaarverslagen.

Ook de gemeenten Eindhoven en Den Bosch en het Van Abbemuseum zouden belangrijke opdrachtgevers worden. Daarnaast gaf Coppens steeds zijn vrije werk uit in fotoboeken, waarvoor hij de financiering zelf regelde. In 1977 besloot Coppens zijn loopbaan als fotograaf te beëindigen. Desondanks bleef hij druk bezig met zijn oeuvre. Het ordenen van zijn archief en het samenstellen van fotoboeken uit eerder gemaakt werk kostte zelfs zoveel tijd dat hij aan exposities maken nauwelijks meer toekwam. In 1979 verscheen het eerste thematische boek, Het land van Bosch, Bruegel en Van Gogh, in een reeks historische boeken met de Brabantse foto’s van Coppens als basis. In 1982 besloot Coppens de reeks met het boek Waarom fotograferen. Zestig jaren onderweg: 1923-1983, waarin hij verslag deed van zijn loopbaan als fotograaf vanaf het prille, moeizame begin. Tevens ventileerde hij daarin zijn ideeën over fotografie. In de teksten neigde Coppens naar een verdedigende houding ten opzichte van zijn gemaakte keuzes op fotografisch vlak en zijn theorieën, en ‘corrigeerde’ hij ontvangen kritiek. Het geheel werd gelardeerd met foto’s van uiteenlopende onderwerpen, gemaakt in de verschillende perioden van zijn loopbaan.

Dankzij de oprichting van het Comité tot verwezenlijking van fotoverhalen van Martien Coppens in 1983 hoefde hij niet langer zelf de financiering te regelen voor de fotoboeken; het zoeken van sponsors werd hem uit handen genomen.

Coppens heeft een uitzonderlijk groot aantal fotoboeken op zijn naam staan.

Zijn eerste boek, Rond de Peel, bracht hij in 1937 in eigen beheer uit, met hulp van de paters Kapucijnen Henricus en Concordius. Op verzoek van deze paters, redacteurs van het tijdschrift Christus Koning, had Martien de armoede in de omgeving van Helmond vastgelegd. De portretten van vooral boeren en arbeiders uit de Peel maakte hij met een Rolleiflex. Van 1933 tot 1938 zouden 166 foto’s van zijn hand in Christus Koning gepubliceerd worden. Coppens mocht alle portretten voor het boek Rond de Peel in de drukkerij van de paters clicheren en kon zo de kosten drukken. Ook schreef pater Concordius de begeleidende teksten en werd schrijver Antoon Coolen bereid gevonden het voorwoord op zich te nemen.

Vaak meent men in de portretten van boeren en arbeiders, bewoners van de Peel, Coppens’ bewondering te kunnen zien voor het werk van zijn Duitse tijdgenoot Helmar Lerski. Over diens boek, Köpfe des Alltags (1931), had hij in 1933 in Bedrijfsfotografie zeer lovend geschreven. Lerski maakte harde en confronterend gedetailleerde portretten met behulp van lampen en spiegels in zijn studio met een groot formaat camera. Coppens’ benadering was totaal verschillend van Lerksi’s werkwijze. Hij nam meer afstand tot zijn modellen, die hij met zijn Rolleiflex fotografeerde in hun eigen leef- of werkomgeving. Bovendien zijn Coppens’ foto’s minder contrastrijk doordat hij werkte op locatie, gebruikmakend van alleen het aanwezige licht.

Martien Coppens liet niet na de technische gegevens – de gebruikte camera, chemicaliën en papier en de toegepaste afdrukmethode – van alle opnamen achter in het boek te vermelden. Het illustreert de waarde die Coppens hechtte aan de technische kwaliteiten van een foto. Zijn technisch vakmanschap is goed af te lezen aan de foto’s die hij maakte van gotisch en barok houtsnijwerk aan koorbanken. De publicaties waarin deze foto’s verschenen, werden dan ook niet alleen in het Nederlands maar tevens in Engelse vertaling uitgegeven. Zijn derde boek, Gedachten in steen, met spectaculaire opnamen van de beelden aan de buitenzijde van de St. Jan in Den Bosch, waarvan eveneens een Engelstalige editie verscheen, bracht hem erkenning. Deze naamsbekendheid leidde in 1942 tot een contract met uitgeverij Elsevier.

In 1947 verscheen bij uitgeverij De Pelgrim het boek Impressies 1945. Geteisterd Nederland met foto’s van oorlogsverwoestingen in het zuiden van het land. Evenmin als de opnamen van koorbanken waren deze foto’s louter registraties van de aangetroffen verwoestingen. Coppens zocht naar de schoonheid in deze ellende en manipuleerde de opnamen in de doka door gedeelten tegen te houden of door te drukken. Sommige recensenten vonden deze poëtische verbeelding van ellende ongepast, anderen zagen er het oog voor schoonheid en het vakmanschap van Coppens in. Het boek verscheen met bijschriften in het Nederlands, Engels, Frans, Spaans en Deens en kreeg nog twee Engelstalige heruitgaven.

Ondanks de beëindiging van Coppens’ contract in 1949 met Elsevier zou hij nog vele boeken uitbrengen. Vanaf 1958 werd drukkerij en uitgeverij Lecturis zijn vaste uitgever. Behalve eigen uitgaven maakte hij verschillende fotoboeken in opdracht van bedrijven zoals de PNEM, Wilma Weert en Van Grinsven.

Coppens is vaak gekarakteriseerd als ‘Brabants’ fotograaf. Meer dan de helft van zijn fotoboeken heeft een Brabants thema of onderwerp en regelmatig werkte Coppens samen met Brabantse schrijvers en journalisten, zoals Uri Nooteboom, Lambert Tegenbosch en Anton Coolen. Alleen al in opdracht van de gemeente Eindhoven en daar gevestigde bedrijven maakte Coppens elf fotoboeken. Desondanks kan men Coppens beter beschouwen als een Brabants fotograaf, die weliswaar een groot deel van zijn onderwerpen in zijn directe omgeving zocht en vele opdrachtgevers uit die provincie diende, maar die toch ook zeker zijn blik naar buiten richtte. Hij had niet alleen diverse opdrachtgevers buiten Brabant maar fotografeerde ook over de grenzen, zoals in Oost-Europa voor Oostpriesterhulp. Ook zijn contacten met andere kunstenaars bleven niet beperkt tot zijn directe omgeving. Vanaf de jaren vijftig ontmoette Coppens tal van binnen- en buitenlandse kunstenaars en fotografen, die hem beïnvloedden en met wie hij samenwerkte. In opdracht van het Van Abbemuseum fotografeerde Coppens verschillende Nederlandse kunstenaars en hun werken. De resultaten waren in 1963 te zien op de tentoonstelling De kunstenaar en de wereld. Zo ontmoette hij onder anderen Ger Lataster, Willem Hussem en Jaap Wagemaker. Met de laatste deelde hij zijn interesse voor Afrikaanse kunst. Coppens, die al jong een kunstverzameling startte en bij wie kunstenaars mochten betalen met hun werk, werd een verwoed verzamelaar van Afrikaanse beelden. Het resulteerde in 1975 in het fotoboek Negerplastiek fotografisch benaderd.

De invloed van deze kunstenaars en de Duitse fotograaf Otto Steinert in het bijzonder mondde in 1958 uit in het boek Monsters van de Peel, fraai vormgegeven door Herman Rademaker. De combinatie van contrastrijk afgedrukte foto’s van grillig gevormde, dode boomstronken met de gelijkwaardige vormgeving van (monochrome) kleurvlakken en opvallende typografie van Rademaker maken de uitgave tot een bijzonder geheel, dat in het verdere oeuvre van Coppens niet op deze wijze herhaald zou worden. Wel kreeg de niet eerder getoonde vormgerichte, subjectieve zienswijze van Coppens een vervolg in Op de grens van land en zee, een fotoboek met gedichten van de Vlaming Paul Snoek. De aan de kust gemaakte foto’s zijn niet ‘verhalend’ maar op vorm en abstractie gericht. De ‘kunstenaar’ Coppens kwam in deze twee uitgaven het meest naar voren.

Behalve thematische fotoboeken schreef Coppens ook twee leerboeken voor (amateur-)fotografen in opdracht van uitgeverij Focus: De mensch in de fotografie (1946) over portretfotografie en Mens en camera (1950) over de mens in actie. De noodzaak van een goede beheersing van de techniek stond voorop. Maar behalve de praktische informatie voor de serieuze amateurfotograaf deelde Coppens in deze boeken ook zijn ideeën over fotografie met de lezer. Zo was volgens hem de Nieuwe Zakelijkheid – “op zichzelf koud en gevoelloos” – van waarde geweest om het aanzien van de fotografie als zelfstandig uitingsmiddel te verhogen. Hij bekritiseerde de fotografie die de teken- of schilderkunst imiteerde en moedigde aan om “het meest eigen middel der fotografie”, het doordrukken en tegenhouden, zinvol toe te passen en daarmee de inhoud van de foto vorm te geven. Bij dezelfde uitgeverij verscheen in 1947 het boekje Fotokunst?, een essay, waarin Coppens de fotografie vergeleek met andere kunsten. In deze uitgave verdedigde hij bovendien impliciet het gebruik van de fotosequentie als stijlmiddel en wijdde hij een hoofdstuk aan het fotoboek, de ultieme vorm van een fotosequentie.

Martien Coppens schreef al vanaf het begin van de jaren dertig tal van artikelen voor vakbladen als Cosmorama, Bedrijfsfotografie en Focus. Ook leverde hij bijdragen aan Fotografie en Vakfotografie, beide uitgaven van de Nederlandsche Patroons Fotografen Vereeniging (NFPV), waarvan hij tevens redactielid was. Geregeld schreef hij ook over de technische aspecten van zijn werk. In Focus en Bedrijfsfotografie verschenen gedetailleerde artikelen over de moeilijkheden die hij ondervond bij het fotograferen van kerkinterieurs en de technische kunstgrepen die hij ontdekte en toepaste.

Omdat hij geen kunstlicht gebruikte – hij wilde “de beeldjes weergeven in de stemming die er heerst” – fotografeerde hij in de kerken met een lange sluitertijd. Om de details van de koorbanken beter uit te laten komen belichtte hij eerst tien seconden mét achtergrond en belichtte hij de plaat een tweede keer gedurende enkele minuten, waarbij hij de achtergrond afschermde met een bewegend, zwart doek. Zo verzekerde Coppens zich van enige tekening in de achtergrond maar was deze wel donkerder dan de detaillering van de houtsnijwerken op de voorgrond.

In de artikelen kon hij tevens zijn mening over de stand van de Nederlandse fotografie kenbaar maken. Coppens speelde een belangrijke rol bij de erkenning van de fotografie als kunst in Nederland. Regelmatig uitte hij zijn ongenoegen over de ondergeschikte, dienstbare positie van de fotograaf ten opzichte van de journalist of auteur in kranten, tijdschriften en boeken. Ook de gangbare jurering bij fotosalons moest het ontgelden bij Coppens. Niet zonder trots vermeldde hij dat er voor de internationale tentoonstelling Vakfotografie 1950 voor de buitenlandse deelnemers geen jurering zou plaatsvinden.

De vakbladen droegen vooral in de beginperiode bij aan zijn naamsbekendheid, mede doordat hij vaak in de prijzen viel. Later vormden deze tijdschriften een goed platform om zijn fotoboeken onder de aandacht te brengen middels advertenties en recensies. Hij had een goed persoonlijk contact met zowel de redacteuren Adriaan als Dick Boer. Eind jaren dertig ontstond er echter onenigheid over bondszaken en voelde Coppens zich gepasseerd, omdat hij niet was gevraagd voor de jury van de jaarlijkse wedstrijd van de NAFV. Maar de relatie herstelde zich en Coppens had nog lange tijd contact met Dick Boer. Martien Coppens droeg zijn leerboek De mensch in de fotografie (1947) op aan zijn inmiddels overleden leermeester Adriaan Boer.

Met A.J. van Gelder, vanaf 1934 redacteur van het NFPV-bondsblad Cosmorama, had Coppens ook een persoonlijke band. Ze correspondeerden en trokken er samen op uit. Van Gelder legde vele artikelen voor publicatie in Cosmorama eerst aan Coppens voor. Andersom verzocht Coppens toen hij eind 1950 redacteur was geworden van het nieuwe bondsorgaan Fotografie Van Gelder om artikelen. Vanaf eind jaren veertig was het vooral Herman Craeybeckx, hoofdredacteur van het Vlaamse Photo-Service (later Fotorama), met wie Coppens een goede werkrelatie had en persoonlijke correspondentie voerde. Het boek Negerplastiek (1975) droeg Coppens op aan Craeybeckx, die in 1974 overleden was.

Coppens was vanaf het begin van zijn loopbaan lid van verschillende fotografenverenigingen. In 1931 werd hij lid van Fotoclub De Amateur in Eindhoven.

Vanaf zijn vestiging als zelfstandig fotograaf in 1932 was hij lid van de Nederlandse Fotografen Patroons Vereeniging (NFPV), waar hij in de loop der jaren verschillende functies bekleedde. In 1945 werd een regionale afdeling opgericht, de Vereniging van Eindhovense Vakfotografen, waarvan Coppens de drijvende kracht was. Coppens nam in 1946 zitting in een commissie die een samenwerkingsverband beoogde tussen NFPV, NFK en GKf, een doel dat nooit werd bereikt. In 1951 werd Coppens lid van de Nederlandse Fotografen Kunstkring (NFK), die door Meinard Woldringh in 1949 nieuw leven was ingeblazen. Als actief en betrokken lid van de verenigingen stak Coppens zijn mening over door hem geconstateerde misstanden niet onder stoelen of banken. Dat leverde regelmatig felle discussies en correspondentie op met vakgenoten.

Coppens nam met zijn foto’s deel aan tentoonstellingen in binnen- en buitenland, op (bond)salons, in musea en galerieën. Van alle musea had Coppens de sterkste band met het Van Abbemuseum, dat in 1936 in Eindhoven werd gesticht door de sigarenfabrikant Henri van Abbe, tevens een opdrachtgever van Coppens. Al voor het aantreden in 1946 van de tweede directeur, Edy de Wilde, exposeerde Coppens er drie maal. Onder De Wilde kreeg Coppens naast eigen exposities diverse foto-opdrachten en de mogelijkheid tentoonstellingen te organiseren. Zo profileerde hij zich in de jaren vijftig als maker van drie internationale fototentoonstellingen, die goed werden ontvangen door collega’s en critici. De eerste, Vakfotografie 1950 – het nieuwe gezicht in de fotografie – organiseerde hij ter gelegenheid van het eerste lustrum van de Eindhovense Vakfotografen. Er was werk te zien van onder anderen Bill Brandt, Brassaï, Henri Cartier-Bresson, Andreas Feiniger en Albert Renger-Patzsch. In 1952 volgde Fotografie als uitdrukkingsmiddel met, verdeeld over de categorieën ‘naturalistisch’, ‘candid’ en ‘abstract’, werk van onder anderen Ansel Adams, Otto Steinert, W. Eugene Smith en Edward Weston. Daarnaast toonde Coppens foto’s van leden van Magnum, van het Duitse Fotoform en van de Zweedse fotografengroep Unga. In 1957 volgde Fotografie als uitdrukkingsmiddel II die behalve in Eindhoven ook in Groningen, Arnhem en Den Haag te zien was. Ditmaal waren er ook Japanse fotografen vertegenwoordigd met hun werk. Na de derde, stopte Coppens. Hij was van mening dat de internationale fotografie voortaan beter vertegenwoordigd kon worden op de internationale biënnale voor fotografie (1a Mostra Internazionale Biennale della Fotografia). Deze werd in 1957 voor de eerste keer georganiseerd in Venetië. Ook na het directeurschap van De Wilde waren in het Van Abbemuseum nog drie tentoonstellingen met werk van Coppens te zien, waaronder de overzichtstentoonstelling Waarom fotograferen in 1982.

Voor zijn eerste foto’s bleef Coppens dicht bij huis. Hij fotografeerde het alledaagse, dat wat er voorhanden was. Dit vroege werk, stillevens, landschappen en portretten, neigde naar het pittoreske en herinnert qua thematiek aan het picturalisme. Zijn enige voorbeelden kwamen uit de spaarzame bronnen die hij had, zoals Loebs leerboekje en het tijdschrift Focus. Later werd het een weloverwogen keuze om het alledaagse te fotograferen en werd het vastleggen van Brabantse cultuurmonumenten een doel op zich. Zelf wees hij de toeschrijving ‘nostalgisch’ altijd resoluut van de hand.

Na zijn opleiding in München werden zijn afdrukken minder schilderachtig en ontwikkelde Coppens steeds meer een eigen zienswijze. Hij formuleerde zijn ideeën over zijn werk en de status van de fotografie scherper dan voorheen. Gaandeweg verruimde hij zijn blik, niet alleen letterlijk geografisch, maar ook theoretisch. Zijn onderwerpen waren niet langer beperkt tot Brabant alleen en hij werd beïnvloed door vele contacten met andere fotografen, beeldend kunstenaars en schrijvers.

Behalve portretten, zoals van zijn familie en de bekende ‘Peelkoppen’, en de Brabantse landschappen kreeg ook de katholieke beeldtaal aandacht in zijn vroege werk. De foto’s van de koorbanken, van de exterieure beelden van de St. Jan en later ook van de kruiswegstaties van Charles van Eijck waren niet slechts letterlijke, technische weergaven van deze christelijke kunst. Coppens beoogde een fotografische interpretatie die verder ging dan louter registratie, hetgeen hij benadrukte door de boeken ondertitels mee te geven als ‘fotografisch gezien’ of ‘fotografisch benaderd’. Het katholieke leven werd door Coppens ook in zijn latere carrière uitvoerig gedocumenteerd, in Brabant maar ook in Antwerpen.

In de jaren veertig begaf Coppens zich op het terrein van de reportagefotografie, beginnend met de verwoestingen in Zuid-Nederland, om vervolgens voor Hulpactie Roode Kruis (HARK) ook de humanitaire kant te belichten, wat hij voortzette in het buitenland voor Oostpriesterhulp. In de jaren vijftig vond een langzame verschuiving plaats van documentaire fotografie naar fotografie als artistiek uitdrukkingsmiddel. Op dat kruispunt van wegen bewoog zich ook de Duitse fotograaf Otto Steinert met zijn groep Fotoform. Coppens’ kennismaking met diens werk en de zogeheten Subjectieve Fotografie leidde tot een zekere abstrahering van het landschap en een meer grafische benaderingswijze, zichtbaar in de boeken Monsters van de Peel (1958) en Op de grens van land en zee (1964). De compositie van portretten onderging eveneens een dergelijke ontwikkeling. De nadruk kwam te liggen op een gecomponeerde vlakvulling, een bedachtzame compositie, waarbij de omgeving van de geportretteerde een belangrijker rol ging spelen dan in zijn vroege, close-up gefotografeerde portretten. Ook in zijn documentaire fotografie en fotoreportages kende Coppens een belangrijke rol toe aan de compositie, waardoor vlakverdeling en de verhouding tussen licht en donker als het ware concurreren met het onderwerp van de foto.

Doordat Coppens zelf zijn oeuvre opdeelde in thematische fotoboeken heeft hij bijgedragen aan een beeldvorming die niet altijd recht doet aan andere aspecten van zijn oeuvre. Zelf sprak hij bijvoorbeeld over zijn ‘candid’ foto’s. Deze definieerde hij als ”onopvallend genomen foto’s van mensen in hun gewone doen, waarbij de omgeving typerend is voor de afgebeelde personen. Het accent blijft echter liggen op de mens zelf – op het menselijke in de mens. Zodoende is de candid-foto vaak sociaal getint”.

Een terugkerend stijlmiddel in het oeuvre van Coppens is de fotosequentie.

In de serie Levensbeelden maakte Coppens al gebruik van series van vier tot meer dan tien opnamen van dezelfde persoon, zoals in de bekende reeks foto’s van de Vlaamse boerin die herinneringen ophaalt aan de Eerste Wereldoorlog. Het principe van de verhalende fotosequentie zou Coppens ook later regelmatig toepassen. In de jaren vijftig schreef hij in Mens en camera: “De grote kracht van de fotografie zie ik nog steeds in een tezamen brengen van meer foto’s over hetzelfde thema”. Hij was van mening dat in een goede fotoreeks de ene foto meer betekenis kreeg door de andere. Maar wanneer Coppens series inzond naar tentoonstellingen stuitte hij vaak op onbegrip en werden de foto’s als serie regelmatig geweigerd.

De narratieve structuur en het componeren daarvan, maakte dat Coppens zijn werkwijze eerder vergeleek met die van een schrijver dan met die van beeldende kunstenaars. Toen journalist Frits van Griensven naar aanleiding van de sequenties in 1931 opperde dat hij eens moest nadenken over het medium film, nam Coppens kortstondig de filmcamera ter hand. Maar het medium film leverde hem niet dezelfde voldoening op en na enkele korte films hield hij het voor gezien. Later, in de jaren zestig, liet Coppens in de tentoonstellingen Dochters van Brabo en De kunstenaar en de wereld zijn foto’s simultaan projecteren door drie diaprojectoren die werden aangestuurd door de impulsen van de geluidsbanden met stadsgeluiden en muziek van de componist Dick Raaijmakers.

In het werk van Coppens is het gefotografeerde subject zelden het feitelijke onderwerp van de foto. De fotografische benadering, het oog van Coppens, is de rode draad in het oeuvre. Coppens wilde met zijn camera niet registreren, maar hij wilde ‘uitdrukken’. Steeds streefde hij naar een esthetische weergave van het meest kernachtige, het meest wezenlijke van zijn onderwerp, uitgevoerd in de noodzakelijke technische perfectie.

Het grote aantal fotoboeken en de omvang van zijn oeuvre maken Coppens tot een chroniqueur van het leven in Nederland en Brabant in het bijzonder. Over een tijdspanne van zo’n vijftig jaar legde hij zowel het verdwijnende leven op het platteland vast – waardoor zijn werk soms als ‘nostalgisch’ wordt gekenschetst – als ook het nieuwe: de industrie, de wederopbouw en de contemporaine kunst. Coppens’ belangrijkste uitgangspunt was de mens en dat wat de mens bewoog, realiseerde, creëerde. Dit resulteerde in contemplatieve portretten en in uitbeelding van de ‘mens in actie’, maar ook in de vastlegging van voortbrengselen van de mens, van de middeleeuwen tot de twintigste eeuw. De kwaliteit van zijn foto’s wordt nog altijd herkend en maakt dat zijn werk nog steeds wordt gebruikt. De bijdrage die Coppens heeft geleverd aan de fotografie in Nederland reikt verder dan alleen zijn fotografisch oeuvre. Als eerste in Nederland gaf hij in eigen beheer een fotoboek uit én theoretiseerde hij over het fotoboek als zelfstandige uiting van artistieke expressie. Onder critici en vakgenoten heeft Coppens altijd bekend gestaan om zijn technisch vakmanschap en zijn uitgesproken ideeën over het medium fotografie en het fotografisch klimaat van zijn tijd. Als productief auteur en internationaal tentoonstellingsmaker heeft hij vooral bijgedragen aan de emancipatie van de fotograaf als kunstenaar.

Documentatie

Primaire bibliografie

(eigen publicaties: tekst, eventueel met foto’s, maar ook fotoboeken e.d.)

Marten Coppens (met medewerking van M. Jacobs en P.L. Snel), Titels, technische gegevens, kanttekeningen, in Cosmorama 2 (juli 1936) 7, p. 80-82.

Concordius van Goirle (tekst), Rond de Peel. 40 foto’s uit de serie levensbeelden van Martien Coppens, Den Bosch (Zuid-Nederlandsche drukkerij) z.j. [1937].

Martien Coppens, Heemfotografie!, in Cosmorama 6 (maart 1940) 3, p. 29-31.

Martien Coppens (foto’s) en Concordius van Goirle (tekst), De koorbanken van Oirschot, Eindhoven (De Pelgrim) 1941.

Martien Coppens, Fotografie als uitdrukkingsmiddel, in Nederlandsch Jaarboek voor Fotokunst 1941, p. 22-23.

Martien Coppens, “Het kindeke van de dood”, in Cosmorama 7 (maart 1941) 3, p. 42-43.

Martien Coppens (foto’s) en Concordius van Goirle (tekst), Gedachten in steen, de kathedrale basiliek van St. Jan te ’s-Hertogenbosch, Utrecht (Spaarkas voor belegging in R.K. kerkelijke leeningen) z.j. [1942].

Martien Coppens, Koorbanken in Nederland. Barok, Amsterdam/Brussel (Elsevier) 1943.

Martien Coppens, Picturesque Brabant. 44 photographic illustrations and an introduction, Eindhoven (Lecturis) z.j. [1945].

Martien Coppens, Gedachten in steen, de kathedrale basiliek van St. Jan te ’s-Hertogenbosch, Amsterdam etc. (Elsevier) 1946 [losbladige uitgave] (idem Engelse ed.: Thoughts in stone, St. Jan’s. Holland’s most glorious cathedral).

Martien Coppens, De koorbanken der ‘St. Jan’. Fotografisch gezien door Martien Coppens, Den Bosch (Zuid-Nederlandse Drukkerij) 1946.

Martien Coppens, De mensch in de fotografie. Leerboek voor portretfotografie, Bloemendaal (Focus) 1946.

Martien Coppens, Fotokunst?, Bloemendaal (Focus) 1947.

Martien Coppens, Impressies 1945. Geteisterd Nederland, Eindhoven (De Pelgrim) 1947.

Martien Coppens en Hein Mandos (red.), Land van Dommel en Aa, Eindhoven (Het Hooghuis) 1947.

Martien Coppens, Koorbanken in Nederland. Gothiek I en II, Amsterdam/Brussel (Elsevier) 1948 (idem Engelse ed.: Martien Coppens, Gothic choirs-stalls in the Netherlands, Brussel/Amsterdam (Elsevier) z.j. [ca. 1950]).

Martien Coppens (foto’s) en Jos. Ritzen (tekst), De Achelse kluis. Architectuur Jos. Ritzen, Achel (Abdij St. Benedictus) 1949.

Martien Coppens (foto’s) en Anton Coolen (tekst), Land en volk van Brabant. Bijdragen van Brabantse schrijvers, dichters en geleerden, Amsterdam (Kosmos) 1950.

Martien Coppens, Mens en Camera. De uitbeelding van de mens in actie, Bloemendaal (Focus) 1950.

[Martien Coppens (inl.)] Catalogus tent. Vakfotografie 1950, Eindhoven (Stedelijk Van Abbemuseum) z.j. [1950].

Martien Coppens (foto’s) en Antoon Coolen (tekst), Waalre’s oud Willibrorduskerkje. Herdenkingskapel van Brabant’s gesneuvelden, Waalre (Stichting Herdenking Brabantsche Gesneuvelden) z.j. [ca. 1950].

Martien Coppens (foto’s), Wandplaten der zeven H. sacramenten en der H.H. wijdingen, Rhenen (Paters van de H. Geest) 1950.

Martien Coppens ((hoofd-)redacteur), Fotografie. Vakblad voor het fotografisch ambacht, 1950-1959.

Martien Coppens (foto’s), Als het tegen mei loopt… dan komen de Urker palingvissers in actie, in De Katholieke Illustratie 85 (13 april 1951) 15, p. 562-563.

[Martien Coppens (inl.)] Catalogus tent. Fotografie als uitdrukkingsmiddel, Eindhoven (Stedelijk Van Abbemuseum) 1952.

[Martien Coppens (tekst)] Catalogus Tweede Benelux en overzichtstentoonstelling van het werk van H. Berssenbrugge bij gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag, Eindhoven (Oude Stadhuis) 1953, ongepag.

[Martien Coppens (foto’s) en H. Craeybeckx (inl.)] Catalogus tent. Nood, Eindhoven (Stedelijk Van Abbemuseum) z.j. [1953].

Thijs van de Griendt e.a. (samenstelling) en Martien Coppens (foto’s), Een stad verandert. ’s-Hertogenbosch in 1953, Den Bosch (Gemeentebestuur bij Malmberg) 1953.

Martien Coppens (tekst en foto’s), De Watersnood van 1953. Nasleep, in Roeping 29 (februari 1953) 2, omslag, ongepag.

Martien Coppens (foto’s) en Frans Kortie (tekst), Eindhoven, groeiende stad, Eindhoven (De Pelgrim) 1954.

Martien Coppens (foto’s), Eindhoven, stad van vandaag, z.p., z.j. [1954].

Martien Coppens, Ken uw klassieken! H. Berssenbrugge, in Fotorama 12 (januari/februari 1955) 19, p. 602-605.

Martien Coppens, Portret of karaktertrek, in Fotorama 12 (september/oktober 1955) 23, p. 741-745 (met foto’s).

Martien Coppens, Persoonlijk contact en juist ogenblik (II), in Fotorama 12 (november/december 1955) 24, p. 780-783 (met foto’s).

Martien Coppens (foto’s), Otto Donkers en H. Pirenne (tekst), Mensen en dieren op de Bossche veemarkt, Den Bosch (Zuid-Nederlandsche Drukkerij) 1956.

Martien Coppens, Sneeuwfoto’s zonder zon, in Fotorama 13 (januari/februari 1956) 1, p. 4-7 (met foto’s).

Martien Coppens, Kleur, een ogenstreling, in Fotorama 13 (mei/juni 1956) 3, p. 93-95.

[Martien Coppens (inl.)] Catalogus tent. Fotografie als uitdrukkingsmiddel, Eindhoven (Stedelijk Van Abbemuseum) 1957.

Martien Coppens (foto’s) en W.J. de Fraipont (tekst), N.V. Provinciale Noordbrabantsche Electriciteits-Maatschappij ’s-Hertogenbosch, z.p., z.j. [ca. 1957].

Martien Coppens, World Press Photo 1956, in Fotorama 14 ( september 1957) 9, p. 369-373.

Catalogus tent. Martien Coppens. [natuur mens techniek], Breda (De Beyerd) 1958.

Catalogus tent. Martien Coppens. [natuur mens techniek], Den Bosch (Centraal Noord-Brabants Museum) 1958.

Martien Coppens (foto’s) en Ad Bevers (tekst), Bouwondernemers bouwen, Den Haag (Nederlandse Bond van Bouwondernemers) z.j. [1958].

[Martien Coppens (voorw.)] Catalogus tent. John Craven, Eindhoven (Stedelijk Van Abbemuseum) 1958, ongepag.

Martien Coppens (foto’s) en J.J. Hirdes (inl.), Mensen van Berg en Bosch, Bilthoven, 1958.

Martien Coppens (foto’s) en Ad Bevers (tekst), Samen bouwen. Gedenkboek ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van Wilma Aannemingsmaatschappij N.V. te Weert, Weert z.j. [1958].

Martien Coppens (foto’s), Monsters van de Peel, Eindhoven (Lecturis) z.j. [ca. 1960].

Martien Coppens (foto’s) en Anton van Duinkerken (tekst), Noord-Brabant. Edel en schoon, Amersfoort (Roelofs van Goor) 1960.

Martien Coppens (foto’s) en Carel Swinkels (tekst), ’s-Hertogenbosch, Den Bosch (Gemeentebestuur) 1960.

Martien Coppens (foto’s), Drinkwatervoorziening, [z.p.] 1961.

J.B.I. Born en M. van Marwijk (tekst), Martien Coppens en A. Bouvet (foto’s), 50 jaar CHV. 1911-1961 CHV… vijftig jaar symbool van vertrouwen, Veghel (Coöperatieve Handelsvereniging van het CNB) 1961.

Martien Coppens (foto’s), Land van stilte. De Kempen, de Peel en de Kleine Meierij in de dertiger en veertiger jaren, Eindhoven (Lecturis) z.j. [1961].

Martien Coppens (foto’s) en Anton van Duinkerken (inl.), Rorate Coeli Desuper. Het kazuifel van Heeze, Eindhoven (Lecturis) 1961.

Martien Coppens (foto’s) en Lambert Tegenbosch (tekst), Eindhoven, Eindhoven (Lecturis) z.j. [1962].

Martien Coppens (foto’s) en J.J. Hirdes (inl.), Mensen van Berg en Bosch, Bilthoven (St. Sanatorium Berg en Bosch) z.j. [1962].

Catalogus tent. De kunstenaar en de wereld. Martien Coppens, Eindhoven (Stedelijk Van Abbemuseum) 1963.

Martien Coppens (foto’s) en Paul Snoek (tekst), Op de grens van land en zee, Venlo (Van Grinsven) z.j. [ca. 1963].

Martien Coppens (hoofdredacteur), Vakfotografie (1963) 1 t/m (1967) 1.

Catalogus tent. Natuur en kultuur. Groot-Kempische kultuurdagen 1964, Eindhoven (Lecturis) 1964.

Martien Coppens (foto’s) en Ad Bevers (tekst), Wilma Weert 1939-1964, [z.p.] (Wilma) z.j. [ca. 1964].

Martien Coppens (foto’s) en Th. Van Velzen (tekst), In paradisum – deducant te angeli. Het altaar van Sint Anthonis in de Kathedrale Basiliek van Sint Jan te ’s-Hertogenbosch, Eindhoven (Lecturis) z.j. [1965].

Martien Coppens, Medisch Kindertehuis Kinderdorp St. Godelieve, Goirle (Kinderdorp St. Godelieve) z.j. [ca. 1965].

Martien Coppens (foto’s), Eindhoven, Eindhoven (Gemeente Eindhoven) 1966.

Catalogus tent. ‘de wereld der sinjoren’. Antwerpen, fotografisch gezien door Martien Coppens, Antwerpen/Eindhoven (Koninklijke Academie voor Schone Kunsten/Stedelijk Van Abbemuseum) 1967.

Martien Coppens (foto’s) en Jan Naaijkens (tekst), Leer mij ze kennen… de Brabanders, Vught (J.W. Richt) 1967.

Martien Coppens (foto’s) en S.H.A.M. Zoetmulder e.a. (tekst), Tijdopname 1956-1966, Eindhoven (Technische Hogeschool Eindhoven) 1967.

Martien Coppens (foto’s) en Nic van Bruggen (tekst), Antwerpen. De wereld der sinjoren, Antwerpen (Esco) 1968.

Martien Coppens (foto’s) en Johanna Elsa de Bruin-Scheepens (tekst), Etos tussen toen en nu. 50 jaar coöperatie, 1919-1969, Eindhoven 1969.

Martien Coppens (foto’s) en Gerda Smits (tekst), Het stadhuis van Eindhoven, Eindhoven (Gemeente Eindhoven) 1970.

Martien Coppens (foto’s) en J.W. Overeem (tekst) Eindhoven een halve eeuw, Eindhoven (Lecturis) 1972.

Martien Coppens (foto’s en samenstelling) en Frans Wijnands (tekst), Van oud naar nieuw. St. Annaziekenhuis Geldrop, Geldrop (St. Annaziekenhuis) 1972.

Martien Coppens (foto’s en samenstelling), Sculpturen van Noord-Oost Nigeria. Bauchi, Waja, Wurkum, Eindhoven z.j. [1973].

Martien Coppens (foto’s) en Ruud Groen (tekst), Lips Drunen, Drunen (Lips United) 1974.

Martien Coppens, Negerplastiek fotografisch benaderd, Eindhoven (Lecturis) 1975 (idem Engelse ed.: Negro sculpture: a photographic approach).

Martien Coppens (foto’s en lay-out), P.W.E.A. van Bussel, Cor van Heugten en N.M. Speller (tekst), Het landschap van de Dommel, Eindhoven (Lecturis) 1977.

Martien Coppens (foto’s) en P.J. A. van der Zanden (tekst), Het hart van de Peel, Eindhoven (Lecturis) 1978.

Martien Coppens (foto’s) en Jan Elemans (tekst), Het land van Bosch, Breugel en Van Gogh, Eindhoven (Lecturis) 1979.

Martien Coppens (foto’s), Nol van Roessel en N.M. Speller (tekst), Rondom de Peel, Eindhoven (Lecturis) 1979.

Martien Coppens (foto’s) en C. Konings (tekst), Leven in geloof, Eindhoven (Lecturis) 1980.

Martien Coppens (foto’s) en Pater Concordius (tekst), De Sint-Petruskerk van Oirschot en haar koorgestoelte, Eindhoven (Lecturis) 1980.

Martien Coppens (foto’s) en Leo Joosten (tekst), Het oude gelaat van Brabant, Eindhoven (Lecturis) 1981.

Martien Coppens (foto’s) en Frits van Griensven (tekst), Het lonkende licht. Herinnering aan Eindhoven tussen de jaren 1932 en 1982, Eindhoven (Lecturis) 1982.

Martien Coppens, Waarom fotograferen? Zestig jaren onderweg: 1923-1983, Eindhoven (Lecturis) 1982.

Martien Coppens (voorw.), Foto’s van de Fotokring Eindhoven, Eindhoven (Fotokring Eindhoven) 1983.

Martien Coppens (foto’s) en Urias Nooteboom (tekst), Zelfportret van Martien Coppens in 117 foto’s, Eindhoven (Lecturis) 1983.

Martien Coppens (foto’s), Harrie Kapteijns en Jan van Sleeuwen (tekst), ‘s-Hertogenbosch onder de ogen en bogen van de Sint-Jan, Eindhoven (Lecturis) 1984.

Martien Coppens en Jan Coppens, (Z) Nederland (z) onder dak. Fotodocumentaire van Martien & Jan Coppens over verwoesting en wederopbouw in Zuid Nederland tussen 1945 en 1988, Overloon (Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum) 1988.

Martien Coppens, in Focus:

Recepten en Wenken. Vergrootingsportefeuilles, 12 (26 december 1925) 26, p. 629.

Eenige opmerkingen in verband met foto-critiek, 22 (16 februari 1935) 4, p. 100-101.

De Koorbanken van St. Jan en St. Pieter fotografisch gezien, 27 (13 april 1940) 8, p. 230-232, 235-242 (met foto’s).

Eenvoudige onderwerpen, 27 (20 juli 1940) 15, p. 425-426.

De St. “Jan” in beeld. Opnamen met de “Kühn-Stegemann” camera, 27 (23 november 1940) 24, p. 669-671.

Het kindeke van den dood, 28 (15 maart 1941) 6, p. 133, 137.

Goê Vrijdag, 28 (12 april 1941) 8, p. 184-185.

Het portret als kunstzinnige uiting van amateur en vakman, 29 (24 januari 1942) 2 , p. 30-38 (met foto’s).

Fotografie van tuinarchitectuur, 29 (4 april 1942) 6, p. 123-125 (met foto’s).

Fotokunst?, 32 (28 juni 1947) 12/13, p. 201.

Kan fotografie kunst zijn?, 32 (15 november 1947) 23, p. 370-371.

Wat ik met Mens en Camera beoogde. De uitbeelding van de mens in actie, 36 (20 januari 1951) 2, p. 25-28.

“Fritz Henle’s Rollei”. Over een merkwaardig boek, 36 (9 juni 1951) 12, p. 249-250.

Fotografie voor den amateur, 36 (29 september 1951) 20, p. 395-396.

Fotografie als uitdrukkingsmiddel. Internationale fototentoonstelling in het Stedelijk Van Abbe-museum te Eindhoven van 5 april tot 4 mei, 37 (12 april 1952) 8, p. 152-153.

Coppens antwoordt op vragen over “Mens en Camera”, 38 (7 maart 1953) 5, p. 88-90.

Mens en Camera. De techniek van momentfoto’s, 39 (2 januari 1954) 1, p. 16-18.

Lief en Leed. De volledige mens, 39 (17 april 1954) 8, p. 210-212.

J. Creuse en Martien Coppens, Om de nationale Fotosalon op kasteel Hoensbroek (met reactie van Martien Coppens), 41 (15 september 1956) 19, p. 440-441.

Coppens over zijn nieuwe boek: Mensen en Dieren, 42 ( 20 juli 1957) 15, p. 354-355.

Martien Coppens, in Bedrijfsfotografie:

Internationale tentoonstelling “Das Lichtbild”, München 1930, 12 (3 oktober 1930) 20, p. 380.

[ingezonden brief], 14 (7 oktober 1932) 20, voor p. 371.

Tentoonstelling, critiek en nog wat [ingezonden stukken], 15 (7 april 1933) 7, p. 127-128.

Bekende Landgenooten. Op bezoek bij Dr. Wiegersma, 15 (14 juli 1933) 14, p. 262-263.

Rondom de Münchener Vakschool, 15 (20 oktober 1933) 21, p. 400-401.

Köpfe des Alltags. Unbekannte Menschen. Gesehen von Helmar Lerski, 15 (20 oktober 1933) 21, p. 411-412.

Rondom de Münchener Vakschool (II), 15 (20 oktober 1933) 22, p. 420-422.

Broomolie – Köpfe des Alltags, 16 (29 juni 1934) 13, p. 232-233.

Edele procédé’s en bromide [ingezonden stukken], 16 (7 september 1934) 18, p. 327.

Gedachten over portretfotografie, 16 (19 oktober 1934) 21, p. 381-382.

Het kunstlichtvraagstuk, 17 (5 april 1935) 7, p. 135.

De Koorbanken van St. Jan en St. Pieter fotografisch gezien, 22 (8 maart 1940) 5, p. 89-96 (met foto’s).

Welke lichtbron voor portretwerk?, 22 (26 juli 1940) 15, p. 267-269 (met foto’s).

De St. Jan in beeld, 22 (18 oktober 1940) 21, p. 362-364 (met foto’s).

Het kindeke van den dood, 23 (21 maart 1941) 6, p. 83.

“De koorbanken van Oirschot fotografisch gezien”, 23 (30 mei 1941) 11, p. 180.

Goê Vrijdag, 23 (30 mei 1941) 11, p. 181.

Martien Coppens, in Fotografie. Vakblad voor het fotografisch ambacht (selectie):

Vakfotografie 1950, (januari 1950) 1, p. 3-4.

Het Fotografisch Congres te Eindhoven op 13 en 14 maart 1950, (februari 1950) 2, p. 31-32.

Internationale Tentoonstelling Vakfotografie 1950, (maart 1950) 3, p. 59-60.

Indrukken van het werk op de Internationale Tentoonstelling Vakfotografie, (april 1950) 4, p. 98-101.

Wat ik met “Mens en camera” bedoelde, (december 1950) 8, p. 207-209.

C. [= verm. Martien Coppens], Fotografie als uitdrukkingsmiddel, (maart 1952) 2, p. 30-38 (met foto’s).

Overzichtstentoonstelling van het werk van H. Berssenbrugge, (juli 1953) 4, p. 95-101.

Waar staan we, waar gaan we?, (november 1953) 6, p. 146-147.

De ambachtsman vecht voor zijn bestaan, (januari 1954) 1, p. 16-18.

Werner Bischof en Robert Capa ter nagedachtenis, (augustus 1954) 4, p. 88-89.

Het fotografische portret, (augustus 1954) 4, p. 89-99 (met foto’s).

Auteursrechten, (december 1954) 6, p. 129-132.

Flitslicht voor de vakfotograaf, (december 1954) 6, p. 133-134.

Subjectieve fotografie, 5 (1955) 2, p. 50-52.

Architectuur en fotografie, 8 (1958) 2, p. 49-54 (met foto’s).

M.C. [= verm. Martien Coppens], Werner Bischof in het stedelijk museum te Amsterdam, 9 (1959) 1, p. 11-13.

M.C. [= Martien Coppens], in Vakfotografie:

Fred Meijer fotograaf van licht en verlichtingen, (1963) 1, p. 1, 8-9.

Richting, (1963) 1, p. 30.

Huug Smit, (1963) 2, p. 1-3.

Kruispunten, (1963) 2, p. 32.

Jaap d’Oliveira, (1963) 3, p. 1, 9-10.

Claude Magelhaes, (1964) 1, p. 1, 5, 9.

Opleiding vakfotografie, 1964) 1, p. 10.

Sensatie of historisch dokument, (1964) 2 , p. 1-2.

Nieuwsfoto persfoto artistieke foto, (1964) 2, p. 2-3.

De school voor fotografie en fototechniek in Den Haag, (1964) 3, p. 1-2.

Rolwolk raasde over Nederland: vier doden, (1964) 4, p. 1-3.

Europhot-kongres, (1964) 5, p. 1-4.

Lezingen, (1964) 5, p. 5-7.

Wat is de mens, (1964) 5, p. 8.

Wat is de mens, (1964) 5, p. 36.

Vijf jonge fotografen, (1965) 1, p. 1.

Europhot kongres, (1965) 1, p. 33.

Rudolf Schmutz. Modefoto’s voor de industrie. ‘Elle’. Modefoto’s voor een tijdschrift, (1965) 1, p. 35.

Erich Salomon, Portret van een tijdperk, (1965) 1, p. 40.

Architectuurfotografie, (1965) 2, p. 32.

De ouden en de jongen, (1965) 2, p. 32.

De fotografische opleiding. Aan de academie voor beeldende kunsten St. Joost te Breda, (1965) 3, p. 1-3.

Boeken, (1965) 3, p. 38.

Victor Meeussen nfk, (1965) 4, p. 1-2.

Boekbespreking, (1965) 4, p. 20.

Gerrit Schilp Den Haag, (1965) 5, p. 1-2.

Vorm en inhoud, (1966) 1, p. 18, 25-28.

Foto’s ter versiering van het interieur, (1966) 1, p. 34.

Ralph Prins, (1966) 2, p. 1-2.

Steef Zoetmulder, (1966) 4, p. 1.

De opheffing van het bedrijfschap, (1966) 4, p. 38-40.

Het einde in zicht, (1967) 1, p. 29

(foto’s in boeken, tijdschriften en ander drukwerk)

American Annual of Photography 1931.

Christus Koning 1933-1938.

American Annual of Photography 1933.

Lux-De Camera 44 (15 april 1933) 8, p. 114.

American Annual of Photography 1934.

Photograms of the year 40 (1934-5), plate XI, p. 6.

Fotokunst. Geїllustreerd maandblad voor wetenschappelijke en kunstfotografie, 11 (juli 1934) 7, na p. 78.

American Annual of Photography 1935.

Buiten 29 (9 februari 1935) 6, p. 72.

Buiten 29 (16 februari 1935) 7, p. 84.

Buiten 29 (1 juni 1935) 22, p. 264.

Fotokunst. Geїllustreerd maandblad voor wetenschappelijke en kunstfotografie, 12 (september 1935) 9, na p. 102.

American Annual of Photography 1936.

Photograms of the year 41 (1936), plate XXIII, p. 7.

Cosmorama 2 (mei 1936) 5, afb. 8.

Fotokunst. Geїllustreerd maandblad voor wetenschappelijke en kunstfotografie, 13 (november 1936) 11, na p. 126.

Cosmorama 2 (december 1936) 12, afb. 227.

Jac. P. Thijsse, Hei en Bos, Amsterdam (Contact) 1937, p. 80 (serie: De schoonheid van ons land, deel III).

Cosmorama 3 (september 1937) 9, afb. 165.

Cosmorama 4 (februari 1938) 2, afb. 36.

Cosmorama 4 (december 1938) 12, afb. 228.

G.J. Heymeyer (samenstelling) en Martien Coppens (foto’s), Niervaart. Een beschrijving van de ontwikkeling der heerlijkheid Niervaart en van den huidigen toestand der staatsdomeinen, Nijmegen (Vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw in het rentambt Niervaart) 1939.

Photograms of the year 44 (1939), plate XX, p. 8.

Cosmorama 5 (februari 1939) 2, afb. 34.

Cosmorama 5 (oktober 1939) 10, afb. 192.

Adriaan Boer, Foto’s met inhoud, Bloemendaal (N.V. Focus) z.j. [1940], p. 10.

Walter Brandligt e.a., Het landschap, Amsterdam (Contact) 1941, geh. herz. en verm. uitg., p. 142 (serie: De schoonheid van ons land, deel I).

Catalogus tent. Nederland bouwt in baksteen 1800-1940, Rotterdam (Museum Boymans-van Beuningen) 1941.

G.J. Heymeijer (red.), Wij boeren. Een boek voor jonge boeren en tuinders, Heemstede (De Toorts) 1941, tegenover p. 16-17, 48, 65, 96, 112-113, 144-145, 161, 176, 192-193, 208-209, 224-225, 257.

Nederlandsch Jaarboek voor Fotokunst 1941, p. XX, p. 37.

J. A. van Liempt, Kunstlicht in de fotografie, Amsterdam (Meulenhoff) 1942, na p. 241 (serie: Philips’ Technische Bibliotheek).

Nederlandsch Jaarboek voor Fotokunst 1942/43, p. XXVI.

Cosmorama 8 (januari 1942) 1, afb. 1W.J.C. Binck, Omzwervingen in de Alphensche praehistorie, Den Bosch (Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen) 1945.

Uri Nooteboom (tekst) en Martien Coppens (foto’s), Journalistieke opstellen, Amsterdam (Elsevier) 1946.

W. Kuyper, De kunst van het wonen, Bussum (Van Dishoeck) 1947, p. 127, 132, 142.

Nederlandsch Jaarboek voor Fotokunst 1947, pl. X, p. 46.

Photograms of the year 1947.

Martien Coppens (foto’s), Jacques van Sambeeck (tekeningen) e.a., Vrijheid aan de Run, Eindhoven (Lecturis) 1948.

V.J. Roefs en I. Rosier (tekst), Martien Coppens en George Flipse (foto’s), Verborgen kunst in een oude heerlijkheid, Den Bosch (Zuid-Nederlandsche Drukkerij) 1948, p. 1-14, 28, 30-31, 33, 37-38, 43-45, 49-50, 53-54, 56-71.

[De] Katholieke boerin. Maandblad ter bevordering van de geestelijke en stoffelijke belangen der boerinnen van den Noordbrabantschen Christelijken Boerenbond 1948-1957.

Herman Craeybeckx, Gevaert fotohandboek. Een praktische leidraad voor al wie fotografeert, Antwerpen (Gevaert) 1949, p. 122, 8 ste geh. omgew. en verb. uitg. (idem:

A.H.S. Craeybeckx, Gevaert fotohandboek. Een praktische leidraad voor al wie fotografeert, 1957, 10de geh. bijgew. dr., p. 69; 1960, 11 de druk, p. 160, 275).

M.J. Granpré Molière, Woorden en werken van prof. Ir. Granpré Molière, Heemstede (De Toorts) 1949, na p. 128.

Jane de Iongh en M. Kohnstamm, (samenstelling), Aanschouw de jaren 1900-1950. Een halve eeuw in beeld, Amsterdam (De Bezige Bij) 1949, p. 129.

G. Knuttel, Charles Eyck, Amsterdam (Munster) 1949, afb. 20-27, 46-54, 64-69, 72-74, 76-79.

Katholieke Illustratie 1949-1959.

Johan Bechtold en George Goossens, Tegelse volkskunst, Maastricht (Veldeke) 1950, 3 de dr.

G.D. Rieck en L.H. Verbeek, Kunstlicht en fotografie. Een verhandeling over kunstmatige lichtbronnen en hun gebruiksmogelijkheden in de techniek van de fotografie, Eindhoven (Meulenhoff & Co.) 1950, p. 220 (serie Licht en Verlichting. Philips’ Technische Bibliotheek).

Antoon Coolen, Groei van een stad. Groot Eindhoven onder zijn eersten burgemeester, Zaltbommel/Antwerpen (Van Tuyl) z.j. [1951], afb. 7, 9-11, 13-16.

Catalogus tent. Fotoschouw ’52, Den Haag (Gemeentemuseum ’s-Gravenhage) z.j. [1952], ongepag.

Otto Steinert, Subjektive Fotografie. Ein Bildband moderner europaïscher Fotografie, Bonne ((Brüder Auer Verlag) 1952, p. 40.

A.C.J. Commissaris, A.F. Coolen, J.E. de Quay, Het nieuwe Brabant. I-III, Den Bosch, (Zuid-Ned. Drukkerij) 1952-1955.

Fotorama 9 (mei/juni 1952) 3, p. 84.

Catalogus tent. Fotografie. Kunst en ambacht, Den Haag (NFPV) z.j. [1953].

Fotografie. Vakblad voor het fotografisch ambacht (september 1952) 5, omslag, p. 106.

Photograms of the year 58 (1953), plate 10.

Roeping 29 (januari 1953) 1, omslag.

Jan Henselmans, De architectuur van het moderne landhuis, Amsterdam (Holkema & Warendorf) 1954, p. 53, 147.

J.P. Mieras, Na-oorlogse bouwkunst in Nederland, Amsterdam/Antwerpen (Kosmos) 1954, p. 8.

Garmt Stuiveling e.a., Willem M. Dudok, Amsterdam/Busseum (Van Saane/Kroonder) 1954, p. 104-105.

Photograms of the year 1954.

Ons Trekpaard. Officëel orgaan van het Stamboek van het Nederlandsche Trekpaard b.t. 1954-1974.

Foto 9 (maart 1954) 3, p. 80.

Fotografie. Vakblad voor het fotografisch ambacht (maart 1954) 2, p. 40.

Otto Steinert, Subjektive Fotografie 2. Ein Bildband moderner Fotografie, München (Brüder Auer Verlag) 1955, afb. 65, 81.

Photograms of the year 60 (1955), plate 45, p. 16.

J.H. van den Broek (tekst), Nederlandse architectuur. Uitgevoerde werken van bouwkundige ingenieurs, Amsterdam (Argus) 1956, p. 358-359, 361, 364.

Catalogus Fototentoonstelling 1957. 50 jaar Haagsche Amateur Fotografen Vereeniging, Den Haag (Haagsche Amateur Fotografen Vereeniging) z.j. [1957], p. 43.

Catalogus tent. Images Inventées, Brussel etc. (Galerie Aujourd’hui etc.) 1957, ongepag.

Catalogus tent. La mostra internazionale biennale di fotografia, Venetië (Sala Napoleonica e ca’Giustinian), 1957, ongepag.

F.J. van Gool, Architectuur. Algemene beschouwingen, Amsterdam/Rotterdam (Scheltema & Holkema/W.L. & J. Brusse) 1957, afb. 66 (serie: Wonen in de lage landen 1).

Jan Henselmans, Landhuizen en bungalows, Amsterdam (Van Holkema & Warendorf) 1957, p. 125.

J.J.M. Timmers, Atlas van de Nederlandse beschaving, Amsterdam etc. (Elsevier) 1957, afb. 113-115, 124, 132, 136, 196-197, 204, 206, 220-223, 250, 256, 311, 313, 443, 452, 476.

Charles Wentinck, De moderne beeldhouwkunst in Europa, Zeist etc. (De Haan etc.) 1958, na p. 64 (afb. 42a) (serie: Phoenix pockets no. 12).

Peter Selz, New Images of Man, New York ( The Museum of Modern Art) 1959, p. 19.

J.J. Vriend, Architectuur van deze eeuw, Amsterdam (Contact) 1959, afb. 159, 171-172, 210 (serie: De schoonheid van ons land, deel 16).

J.J. Vriend, Reflexen. Nederlands bouwen na 1945 = Building in the Netherlands = Bauen in Holland = L’architecture Néerlandaise, Amsterdam (Moussault) 1959, p. 159.

Horst Gerson, Voor en na Van Gogh, Amsterdam (Contact) z.j. [1961], afb. 148 (serie: De schoonheid van ons land, deel 17; De Nederlandsche schilderkunst 3).

Otto Steinert (samenstelling), Selbstportraits, Gütersloh (Mohn) 1961, p. 54.

New Photograms 1961, afb. 82.

Godfried Bomans e.a. (tekst), Wij bouwen, Utrecht (Bruna & Zoon) z.j. [1962], p. 34, 152 (serie: Zwarte Beertjes 600).

W. Eichholtz (samenstelling), Aan de rand van de Randstad. De Noord-Westhoek van Brabant, een agrarisch grensgebied op weg naar een andere toekomst. Rapport in opdracht van de Commissie voor de Deltazaken vanwege de Ned. Herv. Kerk, Den Haag (Boekencentrum) 1962, p. 188 (Serie: Delta-onderzoekingen van het Sociologisch Instituut van de Ned. Hervormde Kerk 4).

Catalogus tent. Albert Termote. Overzichtstentoonstelling ter gelegenheid van zijn vijfenzeventigste verjaardag, Den Haag (Haags Gemeentemuseum) 1963, afb. cat. M 14.

Martien Coppens e.a. (foto’s) en J.J.M. Bakker (tekst), 19 september 1963. Technische Hogeschool te Eindhoven, Eindhoven, (Technische Hogeschool Eindhoven) 1963 (idem Engelse ed.: Birth of a university).

P. Dom. de Jong, Grenskapellen voor de katholieke inwoners der generaliteitslanden, Tilburg (Henri Bergmans N.V.) 1963, p. 46.

De Spiegel (13 april l963) 28, p. 2-5.

Catalogus Weltausstellung der Photographie [thema: Was ist der Mensch], Hamburg (Gruner + Jahr) z.j. [1964], afb. 216 (Nederlandse ed.: Catalogus Wereldtentoonstelling van de Fotografie, Hamburg (Henri Nannen); Franse ed.: Catalogus Exposition Mondiale de la Photographie, Hamburg (Henri Nannen)).

Max Dendermonde (tekst) en Martien Coppens e.a. (foto’s), Land onder stroom. N.V. PNEM, 1914-1964, Wormerveer ( (Meijer Industriële uitgeverij) 1964.

Willem Elders, Symbolic scores. Studies in the music of the Renaissance, Leiden etc. (Brill) 1964, p. 120 (serie: Symbola et Emblemata vol. 5).

George Lampe, Jaap Nanninga, Amsterdam (Meulenhoff) 1964, na p. 14 (afb. 8) (serie: Beeldende kunst in Nederland 5).

P.C.J. Reyne, Herman Kruyder, Amsterdam (Meulenhoff) z.j. [1964], na p. 20 (afb. 16) (serie: Beeldende kunst in Nederland).

Drukkersweekblad en Autolijn (december 1964) kerstnummer, p. 88.

Jan Henselmans, Villa’s en buitenhuizen, Amsterdam (Van Holkema & Warendorf) 1965, p. 58-59.

M. Ouwehand, Naar en in de mooiste natuurgebieden. een gids naar die landgoederen, streken, reservaten, bossen en duinen die hoogtepunten zijn van landschapsschoon, ruimte en rust in Nederland en België, Amersfoort (Roelofs van Goor) z.p. [ca. 1965], afb. 11.

A.J.J.H. Tops en J.M.Th. Verschueren, Eindhoven, Eindhoven (Van Haaren) 1965, afb. 82 (tegenover p. 82), 85 (tegenover p. 204), p. 86-87 (tegenover p. 206), 88-89 (tegenover p. 208).

M.M. van Praag, Nederland bouwt, Alphen a/d Rijn (Samsom) 1966, p. 98.

J.N. van Wessem, Jan Sluijters, Amsterdam (Meulenhoff) 1966, na p. 19 (afb. 6) (serie: Beeldende kunst en bouwkunst in Nederland [17]).

Dolf Welling, De expressionisten. Schilderkunst van het vooroorlogse expressionisme in Nederland, Amsterdam (Meulenhoff) 1968, afb. 31 (serie: Beeldende kunst en bouwkunst in Nederland).

Drukkersweekblad en Autolijn (december 1968) kerstnummer, p. 44-45.

J.P. Blok, Dertig jaar Wilma. Uigave ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan van Wilma aannemingsmaatschappij, z.p., z.j. [ca. 1969].

G.J.P. Cammelbeeck, Edgar Fernhout, Amsterdam (Meulenhoff) 1969, afb. 16 (serie: Beeldende kunst en bouwkunst in Nederland).

J. Jongbloed e.a., Klimaat – gevel – toekomst. Over de ontwikkeling van de buitenwand en het binnenklimaat, Delft (Braat) 1969, p. 114-115.

Claude Magelhaes, Nederlandse fotografie. De eerste honderd jaar, Utrecht/Antwerpen (Bruna & Zoon) 1969, afb. 95 (serie: Zwarte Beertjes 1257).

H.L.C. Jaffé (tekst), Piet Mondriaan, Amsterdams (Meulenhoff/Landshoff) 1980, afb. 64 (oorspr. uitg. Mondrian, New York (Harry N. Abrams) 1970).

F.T. Gribling, Corneille, Amsterdam (Meulenhoff) 1972, afb. 15, 17-18 (serie: Beeldende kunst en bouwkunst in Nederland)

Michel van der Plas en Jan Roes, De kerk gaat uit. Familiealbum van een halve eeuw katholiek leven in Nederland, Bilthoven (Ambo) 1973, p. 6, 11, 22, 26, 36, 61, 66-67, 73, 75, 82, 86, 117, 119, 123, 133, 142-143.

A. Querido, De wit-gele vlam, z.p. [Utrecht] [Nationale Federatie het Wit-Gele kruis] z.j [1973], p. 50.

Jan Eleman, De melkwinning uit het achter ons liggende tijdperk, Eindhoven (Campina) 1976.

Charles Genders, Langs de oude Limburgse kerken. Midden- en Noord-Limburg, Baarn (Bosch en Keuning) 1977, p. 98.

Christiane Buysse-Dhondt, Hans Redeker en Walther Vanbeselaere, De generatie van 1900 in Nederland en België, Venlo (Van Spijk) 1979.

J.C.T.M. van Laarhoven (tekst) en Martien Coppens e.a. (foto’s), Peter Martinus Dillen, Helmond/Rosenheim (Gemeentemuseum Helmond/Städtische Galerie Rosenheim) 1980.

Carel Blotkamp, Ad Dekkers, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1981, p. 61, 68.

Christine Gerwen (inl.), Museum van Gerwen-Lemmens. Schatkamer van de Kempen, Valkenswaard (Stichting van Gerwen-Lemmens) 1981, afb. I-II.

P. Heyse (hoofdred.), Foto en film encyclopedie, Amsterdam/Brussel (Focus) 1981, 4 de geh. herz. en uitgebr. dr., p. 267.

Catalogus tent. ’60 ’80 attitudes/concepts/images. Een keuze uit twintig jaar beeldende kunst, Amsterdam (Van Gennep/Stedelijk Museum) 1982 (serie: Catalogus Stedelijk Museum Amsterdam 694).

Hilde de Haan en Ids Haagsma, Een onderwerp van voortdurende zorg. Het naoorlogse bouwen in Nederland, Utrecht (Kluwer Algemene Informatieve Boeken) 1983, p. 89, 143.

Hans Redeker en Marius van Beek (tekst), 1945-1965. Een overzicht, Venlo (Van Spijk) 1982.

Helen Boterenbrood, Weverij ‘De Ploeg’ van 1923 tot 1957, Tilburg (Nederlands Textielmuseum) 1984, afb. 27-30.

Catalogus Twee Miljoen Foto’s. Het Spaarnestad Fotoarchief, Haarlem (NFGC) 1986, p. 49.

Peter Vöge en Bab Westerveld, Stoelen, Amsterdam (Meulenhoff/Landshoff) 1986, p. 66.

Uri Nooteboom, Jeugd in een fabrieksstad, Tilburg (De Schaduw) 1987, p. 4.

Marion de Boo en Robbert Coops, Voeten in de aarde. Vanwaar Nederland waarheen, Zutphen (Terra) 1988, p. 75.

Barbara Groenhart (tekst) en Martien Coppens e.a. (foto’s), Vertrekpunt: nul. Nul, zero en nieuwe realisten uit bezit van de Nederlandse musea, Utrecht (Centraal Museum) 1988.

A. Koch, W.H. Gispen 1890-1981, Rotterdam (De Hef) 1988, p. 186.

André Stufkens e.a. (samenstelling), Rondom Joris Ivens, wereldcineast. Het begin, 1898-1934, Houten/Nijmegen (Het Wereldvenster/Nijmeegs Museum ‘Commanderie van Sint Jan’) 1988, p. 54.

Rudy Kousbroek (tekst), 66 Zelfportretten van Nederlandse fotografen, Amsterdam (Nicolaas Henneman Stichting) 1989, afb. 61.

Jos Schatorjé (red.) en Martien Coppens (foto’s), Impressies ’45, Beelden uit het Bevrijdingsjaar, Venlo (Goltziusmuseum) 1990.

Tom Koopman (tekst) en Martien Coppens e.a. (foto‘s), Werken… bij een energiebedrijf. Beroepenboek, Gorinchem (De Ruiter) 1991.

Marcel van Helmond e.a. (tekst), Eindhoven Muziekstad, Hapert etc. (Kempen Pers) 1992, p. 35.

Jack Meijers (tekst en samenstelling), O rijkdom van het onvoltooide. Van Académie Royale tot Hogeschool ’s-Hertogenbosch. 1812-1992, Den Bosch (Hogeschool ’s-Hertogenbosch) 1993.

Joost Michels e.a., Brabant bouwt in baksteen. Na-oorlogse architectuur in Noord-Brabant 1945-1970, Den Bosch (Het Noordbrabants Genootschap) 1993, omslag, p. 30-31, 68-69.

Jos van der Lans e.a. (tekst), Piet den Blanken en Martien Coppens (foto’s), Ruimte maken in Brabant, Tilburg (PON Instituut voor Advies, Onderzoek en Ontwikkeling in Noord-Brabant) 1994.

Herman van Bergeijk, Willem Marinus Dudok. Architect-stedebouwkundige, 1884-1974, Naarden (V+K Publishing) 1995, p. 110, 242-243.

Koos Bosma en Cor Wagenaar (red.), Een geruisloze doorbraak. De geschiedenis van architectuur en stedebouw tijdens de bezetting en de wederopbouw van Nederland, Rotterdam (NAI) 1995, p. 419.

Hans Ibelings, De moderne jaren vijftig en zestig. De verspreiding van een eigentijdse architectuur over Nederland = The modern fifties and sixties. The spreading of contemporary architecture over the Netherlands, Rotterdam (Nai Uitgevers) 1996, p. 91.

Herman Pijfers en Jan Roes (samenstelling), Memoriale. Katholiek leven in Nederland in de twintigste eeuw, Zwolle (Waanders) 1996, p. 178, 181, 183, 204, 207, 213, 216, 221-223, 226-227, 241-243, 247, 274.

NRC Handelsblad 19 april 1996.

de Volkskrant 24 februari 1998.

Hans Horsten (tekst), Martien Coppens en Wim Roefs (foto’s), Levenslijnen langs water. (N.V. Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant) Den Bosch z.j. [2001].

Catalogus Photographs from the Bert Hartkamp collection. Amsterdam Monday 11 November 2002, Amsterdam (Sotheby’s) 2002, lot 143.

Jojanneke Clarijs, ’t Spectrum. Moderne meubelvormgeving en naoorlogs idealisme, Rotterdam (Uitgeverij 010) 2002, p. 9.

Foam Magazine (januari 2002) 1, ongepag.

Ute Eskildsen (samenstelling), Ein Bilderbuch. Die Fotografische Sammlung im Museum Folkwang, Gőttingen (Steidl Verlag) 2003, p. 77.

Leo Ewals, Gerard Mathot. Redemptorist en kunstenaar, Voorburg (Kemper Conseil Publishing) 2003, afb. 22-26, 28-29, 45.

Hans Ibelings (samenstelling), Architecten in Nederland. Van Cuypers tot Koolhaas, Amsterdam/Gent (Ludion) 2005, p. 115.

Hubertine van Biggelaar en Ria Overwater (tekst) en Martien Coppens e.a. (foto’s), 50 jaar duurzaamheid TU/e. 1956-2006, Eindhoven (Centrum Technologie voor Duurzame Ontwikkeling) 2006.

Paul Brood, René Kok en Erik Somers (samenstelling), Het jaren 60 boek, Zwolle/Den Haag (Waanders/Nationaal Archief) 2006, p. 292.

Annie van Gemert, De Kloosterlingen, Nijmegen (in eigen beheer) 2006, p. 15-23, 91.

Aat van Yperen, Frank Eerhart en Truus Gubbels (red), Onmetelijk optimisme. Kunstenaars en hun bemiddelaars in de jaren 1945-1970, Amsterdam/Zwolle (Stichting Visioen en Visie/Waanders) 2006, p. 146.

NRC Handelsblad 11 september 2010.

in Focus:

12 (22 augustus 1925) 17, p. 409.

12 (3 oktober 1925) 20, p. 492.

13 (24 juli 1926) 15, p. 393.

14 (19 februari 1927) 4, p. 101.

14 (16 april 1927) 8, p. 220.

14 (3 september 1927) 18, p. 502.

14 (17 september 1927) 19, p. 525.

14 (15 oktober 1927) 21, p. 591.

15 (14 april 1928) 8, p. 217.

15 (23 juni 1928) 13, p. 352.

15 (15 september 1928) 19, p. 510.

16 (19 januari 1929) 2, p. 46

16 (2 februari 1929) 3, p. 73.

16 (30 maart 1929) 7, p. 181.

16 (13 april 1929) 8, p. 206.

16 (11 mei 1929) 10, p. 263.

16 (6 juli 1929) 14, p. 381.

16 (31 augustus 1929) 18, p. 482-483.

16 (9 november 1929) 23, p. 622-623.

17 (4 januari 1930) 1, p. 51.

18 (18 juli 1931) 15, p. 421-424.

18 (15 augustus 1931) 17, p. 484.

19 (5 maart 1932) 5, p. 144.

19 (19 maart 1932) 6, p. 174.

19 (28 mei 1932) 11, p. 334.

20 (16 september 1933) 19, p. 555, 562.

21 (3 februari 1934) 3, p. 72.

21 (23 juni 1934) 13, p. 361.

22 (5 januari 1935) 1, p. 16.

22 (19 januari 1935) 2, p. 43.

23 (9 mei 1936) 10, p. 298.

23 (23 mei 1936) 11, p. 325-332.

23 (1 augustus 1936) 16, p. 473.

23 (24 oktober 1936) 22, p. 653.

23 (21 november 1936) 24, p. 717.

24 (17 juli 1937) 15, p. 415.

25 (12 februari 1938) 4, p. 116.

25 (26 februari 1938) 5, p. 149.

27 (23 november 1940) 24, p. 663-666.

29 (4 april 1942) 6, p. 127-130.

29 (30 mei 1942) 11, p. 211.

29 (december 1942) 19, p. 360.

30 (20 december 1945) B, p. 66.

35 (9 december 1950) 25, p. 542.

36 (20 januari 1951) 2, p. 33-36.

39 (1 mei 1954) 9, p. 236.

42 (20 juli 1957) 15, p. 360-362.

43 (19 juli 1958) 15, p. 401

49 (19 juni 1964) 13, p. 22.

in Bedrijfsfotografie:

11 (10 oktober 1929) 41, na p. 486.

11 (28 november 1929) 48, na p. 568.

14 (6 mei 1932) 9, na p. 162.

14 (29 juli 1932) 15, p. 279-282.

15 (28 juli 1933) 15, p. 287.

15 (17 november 1933) 23, p. 443.

16 (5 oktober 1934) 20, p. 361-362.

17 (22 maart 1935) 6, p. 105-108.

17 (3 mei 1935) 9, p. 165.

17 (29 november 1935) 24, p. 455.

17 (28 december 1935) 26, p. 491.

18 ( 29 mei 1936) 11, p. 212.

18 (30 oktober 1936) 22, p. 419-422.

18 (11 december 1936) 25, p. 479-482.

20 (15 april 1938) 8, p. 151.

21 (5 mei 1939) 9, p. 169.

21 (19 mei 1939) 10, p. 185.

22 (26 juli 1940) 15, p. 263-266.

22 (9 augustus 1940) 16, p. 281-284.

23 (30 mei 1941) 11, p. 176-177.

23 (27 juni 1941) 13, p. 209.

Secundaire bibliografie

(publicaties over de fotograaf en/of zijn werk)

Anoniem, Onze platen, in Lux-De Camera 44 (15 april 1933) 8, p. 112.

J.J. Hens, Titels, technische gegevens, kanttekeningen, in Cosmorama 2 (mei 1936) 5, p. 54-56.

Joh. C. Heijne, Titels, technische gegevens, kanttekeningen, in Cosmorama 2 (december 1936) 12, p. 160-162.

Anoniem, Tilburgsche Amateur Foto- en Smalfilmclub “Fotosucces”. Martien Coppens over eigen werk, in Nieuwe Tilburgsche Courant 24 maart 1937.

A.J. van Gelder, Titels, technische gegevens, kanttekeningen, in Cosmorama 3 (september 1937) 9, p. 136-139.

A.J. van Gelder, Titels, technische gegevens, kanttekeningen, in Cosmorama 4 (februari 1938) 2, p. 224-225.

A.J. van Gelder, Titels, technische gegevens, kanttekeningen, in Cosmorama 4 (december 1938) 12, p. 184-187.

A.J. van Gelder, Titels, technische gegevens, kanttekeningen, in Cosmorama 5 (februari 1939) 2, p. 32-35.

A.J. van Gelder, Titels, technische gegevens, kanttekeningen, in Cosmorama 5 (oktober 1939) 10, p. 144-146.

A.J. van Gelder, Technische gegevens. kanttekeningen, in Cosmorama 8 (januari 1942) 1, p. 4.

Red. [= A.J. van Gelder], Gedachten in steen. De Katholieke basiliek van St. Jan te ’s-Hertogenbosch, [etc.], in Cosmorama 8 (oktober 1942) 10, p. 79.

Dick Boer, De grote dagen te Eindhoven. Herleving der Vak-Fotografie, in Fotografie. Vakblad voor het fotografisch ambacht (april 1950) 4, p. 95-97.

Catalogus tent. Subjective Fotografie, Saarbrücken (Staatlichen Schule für Kunst und Handwerk) 1951, p. 35, 58.

Jan Schiet, Fotografie als uitdrukkingsmiddel, in Fotografie. Vakblad voor het fotografisch ambacht (mei 1952) 3, p. 52-53.

Catalogus tent. Subjective Fotografie 2, Saarbrücken (Staatlichen Schule für Kunst und Handwerk) 1954, p. 25.

Cx [=H. Craeybeckx], Martien Coppens : Mensen en dieren, in Fotorama 14 ( september 1957) 9, p. 374.

Lambert Tegenbosch, Fotografie als uitdrukkingsmiddel, in de Volkskrant 26 oktober 1957.

Lambert Tegenbosch, Natuur-mens-techniek. De ontwikkeling van een artiest, in de Volkskrant 20 september 1958.

Frank Onnen, Kunstenaar-fotograaf. Coppens exposeert in Parijs, in Elseviers weekblad 30 januari 1960.

L.N., Martien Coppens, in Eindhovens Dagblad 21 mei 1960.

J.H., Fotoboek ‘Eindhoven’ van Coppens gereed, in Nieuwe Eindhovense krant 20 oktober 1962.

Anoniem, Martien Coppens opende eigen tentoonstelling. Foto’s en dia’s over kunstenaars, in Eindhovens Dagblad 16 februari 1963.

C. de Gt., Martien Coppens in Montmartre, in de Volkskrant 6 november 1964.

Anoniem, “Op de grens van land en zee”. Bijzondere foto-expositie in de galerij te Brunssum, in Limburgs Dagblad 13 november 1965.

Anoniem, Fototentoonstelling van Martien Coppens: “Op de grens van land en zee”, in Nieuwe Limburger 16 november 1965.

C. v. h., Licht op oude kunst, in de Volkskrant 17 november 1965.

Anoniem, Altaar van Sint Antonius in foto’s van M. Coppens, in De Gelderlander 24 november 1965.

Willem K. Coumans, Foto’s en verzen in beeldende twee-eenheid. Tentoonstelling in Brunssum, in Dagblad van Noord Limburg 3 december 1965.

Anoniem, Bouwvakkers eerste acteurs. Martien Coppens beleefde volop artistieke voldoening aan fotoboek over schouwburg, in Eindhovens Dagblad 31 oktober 1966.

Anoniem, Culturele ontmoetingen Zuid-Nederland-België, in de Volkskrant 13 september 1967.

Anoniem, M. Coppens in museum, in Eindhovens Dagblad 25 september 1967.

L.N., Foto’s van Martien Coppens in Van Abbemuseum, in Eindhovens Dagblad 30 september 1967.

L.N., ‘De Wereld der Sinjoren’. Foto-tentoonstelling van Martien Coppens in Van Abbe-Museum te Eindhoven, in Brabants Dagblad 4 oktober 1967.

L.N., Martien Coppens zestig jaar, in Nieuwsblad van het Zuiden 16 maart 1968.

Anoniem, Martien Coppens, in Eindhovens Dagblad 4 september 1970.

Ton Frenken, Openingen van tentoonstellingen gezien door Martien Coppens, in Eindhovens Dagblad 17 september 1970.

Anoniem, Fotoboek Eindhoven in V&D ten doop gehouden, in Eindhovens Dagblad 12 augustus 1972.

Karel van Deuren, Martien Coppens: Negerplastiek fotografisch benaderd, in Foto 32 (januari 1977) 1, p. 55.

Jean M. Borgatti, Review of Negro Sculpture. A Photographic Approach, in African Arts 10 (april 1977) 3, p. 79-81.

Els Barents (red.), Fotografie in Nederland 1940-1975, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1978, p. 96, losse biografie.

Flip Bool en Kees Broos (red.), Fotografie in Nederland 1920-1940, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1979, p. 14-16, 20-21, 24, 120, 123-126, 147 (met foto’s).

H.J. Verwiel, Martien Coppens belicht. Een halve eeuw fotokunst voor Brabant, in Brabantia 28 (1979) 2, p. 47-57 (met foto’s).

Anoniem, ‘Het land van Bosch, Bruegel en Van Gogh’. Een prachtig nieuw fotoboek van Martien Coppens over biddende, werkende en feestvierende Brabantse mens, in Brabants Centrum 26 april 1979.

Toon Kloet, Het rijke archief van Martien Coppens, in De Stem 14 mei 1979.

Anoniem, ‘Rondom de Peel’ weer uniek foto-document, in Weekblad voor Deurne 22 november 1979, p. 27.

Anoniem, Fotoboek over Peel van M. Coppens, in Dagblad van Noord-Limburg 24 januari 1980.

Anoniem, Fotografische impressie van gebied rond de Peel, in Weekblad voor Deurne 31 januari 1980.

Anoniem, De St. Petruskerk van Oirschot en haar koorgestoelte, in Weekjournaal Oirschot (15 april 1980) 416, p. 3.

Matt Dings, Fotograaf Martien Coppens, in De Tijd 6 (1 augustus 1980), p. 24-27.

Pim Gaanderse, De fotografische echtheid van Martien Coppens, in Brabants Nieuwsblad 11 november 1981.

Jan Coppens, De bewogen camera. Protest en propaganda door middel van foto’s, z.p. (Amsterdam) (Meulenhoff/Landshoff) 1982, p. 326-337 (met foto’s).

Catalogus tent. Zien en gezien worden. Fotografische zelfbespiegeling in Nederland van ca. 1840 tot heden, Nijmegen (Nijmeegs Museum ‘Commanderie van Sint-Jan’) 1983, p. 45, 83.

P.P., Martien Coppens, Ik ben ik. Doe geen anderen na, in Foto & Doka 5 (januari 1983) 1, p. 14-19 (met foto’s).

Willem K. Coumans, Martien Coppens 60 jaar onderweg, in De Limburger 13 januari 1983.

Matt Dings, De lankmoedigheid van Martien Coppens, in De Tijd 14 januari 1983, p. 30-32 (met foto’s).

Karel van Deuren, Betekenis geven aan het leven zoals het in de natuur aan de mens verschijnt, in Brabantia 32 (maart 1983) 2, omslag, p. 18-21 (met foto’s).

Bas Roodnat, Een sociale en een egocentrische visie, in NRC Handelsblad 23 december 1983.

Ute Eskildsen, “Subjektive Fotografie”. Images of the 50’s, Essen (Fotografische Sammlung im Museum Folkwang) 1984, p. 11, 87, 136-139, 159.

Dick van de Pol (red.), Foto in vorm, Grafisch Nederland 1984, p. 80, 82.

A.F. Manning, Martien Coppens: een historisch fotograaf. Toespraak bij de opening van de foto-expositie “Leven in geloof”, gehouden in het Sint-Radboudziekenhuis bij gelegenheid van het vijftienjarig bestaan van het Katholiek Documentatie Centrum, in Jaarboek van het Katholiek Documentatie Centrum 14 (1984), p. 13-17.

Anoniem, Dordrechts Museum: 60 jaar fotografie van Martien Coppens, in De Telegraaf 13 januari 1984.

A.F. Manning, Martien Coppens, een historisch fotograaf, in Archief voor de geschiedenis van de Katholieke Kerk in Nederland 27 (1985) 1, p. 13.

Willem K. Coumans, Otto Steinert en de subjektieve fotografie, in Foto 40 (april 1985) 4, p. 70-71 (met foto’s).

Anoniem, Een zelfportret in 117 foto’s, in De Telegraaf 16 augustus 1985.

Ellen Kok, Martien Coppens tussen Bosch en Surrealisme, in Utrechts Nieuwsblad 19 augustus 1985.

Jan Coppens, Niederländische Fotografie um 1950, in Fotogeschichte 6 (1986) 19, 41-59 (met foto’s).

Anoniem, Coppens wilde vastleggen en bewaren, in Eindhovens Dagblad 18 juni 1986.

Anoniem, Fotograaf Coppens overleden, in NRC Handelsblad 18 juni 1986.

Ellen Kok, Martien Coppens zocht het wezen van de mens, in Utrechts Nieuwsblad 19 juni 1986.

J.C., Martien Coppens overleden, in Katholiek Nieuwsblad 20 juni 1986.

Anna van der Burgt, Kijken naar museumbezoekers met Martien Coppens, in Eindhovens Dagblad 21 juni 1986.

Harry Verwiel, Martien Coppens: de schatbewaarder van Brabant, in Brabantia 35 (september 1986) 5, omslag, p. 10-11.

Bas Roodnat, Coppens: hommage aan houtsnijkunst. Fotograaf maakt zorgvuldig portret renaissancekunst Grote Kerk Dordrecht, in NRC Handelsblad 24 augustus 1987, p. 6.

Willem K. Coumans, Martien Coppens, in Ingeborg Leijerzapf e.a., Roots + Turns. 20th Century photography in The Netherlands, Den Haag (SDU Publishers) 1988, p. 54-59, 169 (met foto’s).

Mattie Boom, Foto in omslag. Het Nederlandse documentaire fotoboek na 1945 = Photography between covers. The Dutch documentary photobook after 1945, Amsterdam (Fragment) 1989, p. 17-18. 24, 34-35.

Catalogus tent. 89 Fotografie, Venlo (Museum van Bommel van Dam) 1989, p. 28, 30.

Jan Coppens, Joep Coppens en Theo Swinkels (samenstelling), Brabantse mensen, een dorp in Brabant. Foto’s van Tinus Swinkels en Martien Coppens, genomen in en nabij Lieshout in de eerste helft van de twintigste eeuw, Eindhoven (Brabants Fotoarchief) 1990.

Jan Coppens, Martien Coppens (1908-1986). De diversiteit van een levenswerk, in Photohistorisch Tijdschrift (1990) 1, p. 21-24 (met foto’s).

Wim de Jong, De miserie van de aardappeleters verheven tot iets hogers, in de Volkskrant 7 december 1990.

Ingeborg Leijerzapf e.a. (tekst), Het beslissende beeld. Hoogtepunten uit de Nederlandse fotografie van de 20e eeuw, Amsterdam (BIS) 1991, p. 169, 187.

Luc Verkoren, Boeken en exposities. Brabantse mensen, in Photohistorisch Tijdschrift 14 (1991) 1, p. 14-15.

Johan M. Swinnen, De paradox van de fotografie. Een kritische geschiedenis, z.p. (Hadewijch/Cantecleer) 1992, p. 31-32.

Georges Vercheval e.a., Pour une histoire de la photographie en Belgique. Essais critiques, répertoire des photographes depuis 1839, Charleroi (Musée de la Photographie, 1993.

Catalogus Foto Manifestatie Eindhoven, Eindhoven (Stichting Foto Manifestatie Eindhoven) 1994.

Joep Eijkens, Fotocollectie Martien Coppens naar KUB, in Brabants Dagblad 1 oktober 1998.

Anoniem, Originele foto’s Martien Coppens naar universiteit, in NRC Handelsblad 1 december 1998.

P. Timmermans e.a. (red.), Brabantse biografieën. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noordbrabanders. Deel 5, Den Bosch (Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening) 1999, p. 18-21

Jan Coppens, Martien Coppens, een weerzien. Overdracht van vintage prints en tentoontelling, in Foto 54 (januari/februari 1999) 1/2, p. 60-63 (met foto’s).

Catalogus tent. Eeuwige jeugd. 100 Jaar kinderportretten in de Nederlandse fotografie, Haarlem/Gorinchem/Huizen (Spaarnestad Fotoarchief/Gorcums Museum/Huizer Museum Het Schoutenhuis) 2000, p. 12, 26, 53.

Frits Gierstberg (red.), Positions, attitudes, actions. Engagement in de fotografie = Social and political commitment in photography, Rotterdam (Nederlands Foto Instituut) 2000, p. 294, 299.

Mirelle Thijsen, Humanistische fotografie en het geluk van de alledaagsheid. Het Nederlandse bedrijfsfotoboek 1945-1965, Utrecht (Universiteit Utrecht) 2000, p. 136, 149, 166, 220-221, 230-231, 240, 242, 244, 252 (Proefschrift Universiteit Utrecht).

Ingeborg Leijerzapf en Harm Botman, Henri Berssenbrugge. Passie – energie – fotografie, Zutphen (Walburg Pers) 2001, p. 33, 123, 130 (idem Engelse ed.: Henri Berssenbrugge. Passion – energy – photography).

Ellen Tops, Foto’s met gezag. Een semiotisch perspectief op priesterbeelden 1930-1990, Nijmegen (Vantilt) 2001, p. 112-204 (met foto’s) (serie: KDC bronnen & studies 39).

Arno Haijtema, Geleend van Vermeer, in de Volkskrant 13 december 2001.

Wim van Sinderen, Fotografen in Nederland. Een anthologie 1852-2002, Amsterdam/Gent/Den Haag/(Ludion/Fotomuseum Den Haag) 2002, p. 74-75 (met foto’s).

Mirelle Thijsen, Het bedrijfsfotoboek 1945-1965. Professionalisering van fotografen in Nederland, Rotterdam (Uitgeverij 010) 2002, p. 37-38, 57-58, 115, 120-121, 123, 127, 135, 139, 176, 194, 281.

Ingeborg Th. Leijerzapf en Doris Wintgens Hötte, Foto’s van Vijftig. De jaren vijftig volgens de foto’s van het Prentenkabinet van de Universiteit Leiden, Amsterdam/Antwerpen (Uitgeverij Voetnoot) 2003, p. 10, 16-18, 45, 83, 140 (met foto’s).

Hans Oldewarris en Peter de Winter (red.), 20 jaar/years 010. 1983-2003, Rotterdam (010 Publishers) 2003, p. 266-267.

Ernst van Raaij e.a. (red.), Lessen voor het oog. De fotograaf Martien Coppens, Tilburg (Universiteit van Tilburg) 2003.

Pieter Siebers e.a. (samenstelling), Lessen voor het oog. De fotografie van Martien Coppens, Amsterdam (SUN) 2003.

Joep Eijkens, Eerbetoon aan een Brabantse meester. Overzichtstentoonstelling Martien Coppens in Nederlands Textielmuseum, in Brabants Dagblad 6 februari 2003.

Cor van der Heijden, Lieshout als fotografisch universum, in NRC Handelsblad 21 februari 2003.

Wim Boevink, Een Van Gogh met een camera, in Trouw 26 februari 2003.

Ed Schilders, Prachtige puinhopen, in de Volkskrant 2 mei 2003.

Martin Parr en Gerry Badger, The Photobook: A History volume I, Londen (Phaidon Press) 2004, p. 195.

Marina de Vries, Een in esthetiek gesmoord tijdsbeeld, in de Volkskrant 2 januari 2004.

Catalogus tent. Roadmovie.nl [Made in Holland. Epson Fotofestival Naarden], Naarden 2005, p. 52-54, 102 (met foto’s).

Rob Schoonen, Een levenswerk overgedragen. 30.000 negatieven van fotograaf Martien Coppens van erven naar Nederlands Fotomuseum, in Eindhovens Dagblad ed. Eindhoven-Zuid 29 april 2005.

Sandra Smallenburg, Troosteloos Nederland in foto’s Naarden, in NRC Handelsblad 20 mei 2005.

Martin Parr en Gerry Badger, The Photobook: A History volume II, Londen (Phaidon Press) 2006, p. 178, 190.

Rob Schoonen, De verregaande invloed van pa. Overzicht beeldhouwer Joep Coppens (1940) en foto’s Martien Coppens (1908-1986) in Deurne, in Eindhovens Dagblad ed. Eindhoven-Oost 14 januari 2006.

M.J., Tweemaal Coppens, in De Telegraaf 23 februari 2006.

Joep Eijkens, De kloosterlingen van Annie van Gemert, in Brabants Dagblad 19 augustus 2006.

Michèle en Michel Auer, Photo books. 802 books from the M. + M. Auer collection, Hermance (Edition M+M) 2007, p. 320.

Flip Bool e.a. (red.), Nieuwe geschiedenis van de fotografie in Nederland. Dutch Eyes, Zwolle (Waanders) 2007, p. 167, 169, 176, 215, 426-427, 432, 434, 436, 438, 449, 456, 486 (met foto’s) ) (idem Engelse editie: A critical history of photography in the Netherlands. Dutch Eyes).

Rik Suermondt, Martien Coppens. Mensen en dieren, in Joke Pronk en Tineke de Ruiter (samenstelling), Fotovoorkeuren. 50 auteurs kiezen een foto uit de collectie van het Leids Prentenkabinet, Amsterdam (Voetnoot) 2007, p. 165-168.

Mark van de Voort, Modernistische architectuur is in een strijd verwikkeld met neo-traditionalisme, in Brabants Dagblad 16 juni 2007.

Flip Bool, Duitsland sinds 1945 door het oog van Nederlandse fotografen, Breda (Avans Hogeschool) 2008, p. 28-29, 34-35.

Els Coppens-Van de Rijt, Joep Coppens en Ton Thelen, Martien Coppens. Van dorpsjongen tot stadsmens, Vlierden (DAW) 2008.

Kitty de Leeuw, Rik Surmondt en Ellen Tops, Martien Coppens. Bezielde beelden. Het oeuvre van Martien Coppens (1908-1986) in een biografische context, Zwolle (Waanders) 2008.

Arjen Mulder en Joke Brouwer (red.), Dick Raaymakers. A monograph, Rotterdam (V2_Institute for the Unstable Media) 2008, p. 410.

Ernst Raaij, Een kruisweg van Charles Eyck. Gefotografeerd door Martien Coppens, in Brabants heem. Tweemaandelijks tijdschrift voor Brabantse heem- en oudheidkunde 60 (2008) 2, p. 37-43.

Rik Suermondt, De ‘loeiende koe’. Logo van een fotograaf, in P/f. Professionele fotografie (2008) 8, p. 36-39 (met foto’s).

Joep Eijkens, Brabants bekendste fotograaf gevierd, in Brabants Dagblad 4 maart 2008.

Eddie Marsman, Al Coppens foto’s stralen rust uit, in NRC Handelsblad 22 oktober 2008.

Gerrit van den Hoven, Werk aan ‘eigen afdrukken’ fotograaf Martien Coppens in Brabants Dagblad 22 november 2008.

Hripsimé Visser en Rik Suermondt, Fotografie in het Stedelijk. De geschiedenis van een collectie, Amsterdam/Rotterdam (Stedelijk Museum Amsterdam/NAi) 2009, p. 55, 103, 106, 136, 138, 171.

L. Mostert, Martien Coppens. Licht op Limburg, in De Maasgouw. Weekblad voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde 128 (2009) 1, p. 15-22.

Joop van der Pol, Een eigentijdse kijk op Martien Coppens. Brabant gefotografeerd door Brabanders, z.p. (Wegener Nieuwsmedia) 2010.

Merel Bem, Doordrukken en tegenhouden, in de Volkskrant 23 oktober 2010.

in Focus:

Anoniem, Bij de platen, 12 (22 augustus 1925) 17, p. 399.

Anoniem, Bij de platen, 12 (3 oktober 1925) 20, p. 475.

Anoniem, Bij de platen van den Photax-wedstrijd, 13 (24 juli 1926) 15, p. 377.

Anoniem, Bij de eerste E.P.W. platen, 14 (19 februari 1927) 4, p. 87-88.

A.B. [= Adriaan Boer], Opmerkingen bij de “Focus” prijsvraag “winter”, 14 (16 april 1927) 8, p. 213.

Anoniem, Bij de platen, 14 (3 september 1927) 18, p. 485.

Anoniem, Onze platen, 14 (17 september 1927) 19, p. 514-515.

A.B., “Artistieke vacantie opnamen”. Enkele opmerkingen over de bekroonde collecties, 14 (15 oktober 1927) 21, p. 595-597.

A.B. [= Adriaan Boer], “Focus” prijsvraag “Stillevens met keukengereedschappen en levensmiddelen”, 15 (14 april 1928) 8, p. 212-213.

Anoniem, Bij de lenteplaten, 15 (23 juni 1928) 13, p. 341.

A.B. [= Adriaan Boer], Boektitels uitgebeeld door fotografie, 15 (15 september 1928) 19, p. 503-504.

Anoniem, Bij de platen, 16 (19 januari 1929) 2, p. 31.

Anoniem, Bij de platen, 16 (2 februari 1929) 3, p. 59-60.

Anoniem, Bij de platen, 16 (30 maart 1929) 7, p. 169-170.

Anoniem, Bij de platen, 16 (13 april 1929) 8, p. 197-199.

Anoniem, Bij de platen, 16 (11 mei 1929) 10, p. 251.

Anoniem, Bij de platen, 16 (6 juli 1929) 14, p. 368-369.

Anoniem, Bij de platen “vormenschoon”, 16 (31 augustus 1929) 18, p. 471.

Anoniem, Bij de platen, 16 (9 november 1929) 23, p. 609.

Anoniem, Nationale Fotosalon te Hilversum, 17 (4 januari 1930) 1, p. 36-37.

Anoniem, Bij de platen, 18 (18 juli 1931) 15, p. 407-408.

Anoniem, Bij de platen, 19 (5 maart 1932) 5, p. 180-181.

Anoniem, Bij de platen, 19 (19 maart 1932) 6, p. 161-162.

Adr. B. [= Adriaan Boer], De Fotokunstsalon van ‘Klank en Beeld’, 19 (30 april 1932) 9, p. 259-262.

Anoniem, Bij de platen, 19 (28 mei 1932) 11, p. 317-318.

Anoniem, Bij de platen, 20 (16 september 1933) 19, p. 545-546.

Anoniem, Bij de platen “Vrije Onderwerpen November”, 21 (3 februari 1934) 3, p. 61.

Anoniem, Bij de portretten in dit nummer, 21 (23 juni 1934) 13, p. 349-350.

Anoniem, Verborgen schoonheid in onze winterplaten, 22 (5 januari 1935) 1, p. 10.

Anoniem, Beknopte analyse der platen in dit nummer, 22 (19 januari 1935) 2, p. 43.

Anoniem, Beknopte analyse der platen in dit nummer, 23 (9 mei 1936) 10, p. 294.

Anoniem, Martien Coppens voor de N.A.F.V., 23 (23 mei 1936) 11, p. 313.

Anoniem, Beknopte analyse der platen in dit nummer, 23 (23 mei 1936) 11, p. 324

Anoniem, Beknopte analyse der platen in dit nummer, 23 (1 augustus 1936) 16, p. 468.

Anoniem, Beknopte analyse der platen in dit nummer, 23 (24 oktober 1936) 22, p. 652.

Anoniem, Beknopte analyse der platen in dit nummer, 23 (21 november 1936) 24, p. 712.

Anoniem, Beknopte analyse der platen in dit nummer, 24 (17 juli 1937) 15, p. 410, 425.

Anoniem, De plaquette Nederlandsche Club voor Fotokunst. Winnaar voor 1938 M.F.J. Coppens, 25 (12 februari 1938) 4, p. 107-108.

Anoniem, Beknopte analyse der platen in dit nummer, 25 (12 februari 1938) 4, p. 112.

Anoniem, Beknopte analyse der platen in dit nummer, 25 (26 februari 1938) 5, p. 144.

Anoniem, Coppens wint voor de tweede maal de plaquette ‘Nederlandsche Club voor Fotokunst’, 26 (4 februari 1939) 3, p. 78.

Anoniem, Beknopte analyse der platen, 27 (23 november 1940) 24, p. 658.

Anoniem, Beknopte analyse der platen, 29 (4 april 1942) 6, p. 127-130.

Anoniem, Beknopte analyse der platen, 29 (30 mei 1942) 11, p. 207-214.

Anoniem, Beknopte analyse der platen, 29 (december 1942) 19, p. 359-366.

D.B. [= Dick Boer], “Koorbanken in Nederland”, deel “Barok”, 30 (20 december 1945) B, p. 66-67.

Anoniem, “Picturesque Brabant”, 30 (20 december 1945) B, p. 67.

A.P.W. van Dalsum, De laatste pijl van Coppens, 31 (26 oktober 1946) 21/22, p. 331.

Dick Boer, Fotokunst? Een appél aan de kunstenaars: een nieuw fotoboek van Coppens, 32 (23 augustus 1947) 16/17, p. 246-247.

D.B. [= Dick Boer], Doorbelichten, 32 (20 december 1947) 25/26, p. 400-401.

Anoniem, Martien Coppens’ kalender, 34 (8 januari 1949) 1, p. 17.

D.B. [= Dick Boer], “Gothiek I. Koorbanken in Nederland”, door Martien Coppens, 34 (8 januari 1949) 1, p. 17.

Anoniem, ‘Koorbanken’ Gothiek II door Martien Coppens, 35 (4 februari 1950) 3, p. 56.

Dick Boer, Internationale tentoonstelling Vakfotografie 1950, 35 (18 maart 1950) 6, p. 113-115,

D.B. [= Dick Boer], Herinneringsplaquette Nederlandse Club voor Fotokunst aan Martien Coppens, 35 (18 maart 1950) 6, p. 115.

D.B. [= Dick Boer], “Land en Volk van Brabant”, 35 (24 juni 1950) 13, p. 287.

D.B. [= Dick Boer], Een nieuw boek van Coppens: “Mens en Camera”, 35 (25 november 1950) 24, p. 527.

Anoniem, Martien Coppens als wegwijzer, 36 (20 januari 1951) 2, p. 23.

G. de Maertelaere-van de Velde, [ingezonden brief over “Mens en Camera”], 36 (28 april 1951) 9, p. 205.

Dick Boer, Nood. Tentoonstelling van Martien Coppens in Eindhoven, 38 (12 december 1953) 25, p. 527, 535-538 (met foto’s).

Anoniem, Analyse der platen, 39 (1 mei 1954) 9, p. 234.

Anoniem, Groeiende stad, fotografisch gezien door Martien Coppens, 40 (11 juni 1955) 12, p. 256.

Anoniem, Analyse der platen, 42 (20 juli 1957) 15, p. 358.

Anoniem, Fotografie als uitdrukkingsmiddel – Gemeentemuseum Den Haag, 43 (19 juli 1958) 15, p. 393-394.

Anoniem, Analyse der platen, 43 (19 juli 1958) 15, p. 400.

J. Simon Grelsam, Martien Coppens stelt foto’s ten toon in de Parijse Rue des Beaux Arts, 45 (20 februari 1960) 4, p. 96-97.

D.B. [= Dick Boer], Mensen van Berg en Bosch, 46 (7 januari 1961) 1, p. 27.

D.B. [= Dick Boer], Martien Coppens’’s-Hertogenbosch, 46 (21 januari 1961) 2, p. 57.

D.B. [= Dick Boer], Een bijzonder boek van Coppens: ’Rorate Coeli Desuper’, 46 (24 juni 1961) 13, p. 407.

D.B. [= Dick Boer], Onze boekenkast. Land van stilte door Martien Coppens, in Focus 47 (2 maart 1962) 5, p. 33.

D.B. [= Dick Boer], Een nieuwe boek van Coppens, Eindhoven, 48 (4 januari 1963) 1, p. 16-20 (met foto’s).

D.B. [= Dick Boer], Analyse der platen, 49 (19 juni 1964) 13, p. 18.

S.H., Dochters van Brabo in de wereld der Sinjoren. Sterke fototentoonstelling van Martien Coppens, 52 (10 november1967) 23, p. 2-7 (met foto’s).

J.C., Martien Coppens overleden, 71 (augustus 1986) 8, p. 10.

Frits Baarda, Een grenzeloze liefde voor Brabant. Martien Coppens begint door boeken en expositie aan tweede leven, 90 (februari 2003) 2, p. 19-24 (met foto’s).

Robert Theunissen, Van dorpsjongen tot stadsmens, 95 (maart 2008) 3, p. 29-34 (met foto’s).

Robert Theunissen, Kerncollectie Coppens gerestaureerd en gedigitaliseerd, 97 (oktober 2010) 10, p. 28-29.

in Bedrijfsfotografie:

Anoniem, Bayerische Staatslehranstalt für Lichtbildwesen, 13 (18 september 1931) 19, p. 345-346.

Anoniem, Hollandsche fotografen bekroond, 13 (30 oktober 1931) 22, p. 419.

A.B. [= Adriaan Boer], De N.F.P.V. tentoonstelling te Rotterdam, 14 (20 mei 1932) 10, p.185.

Anoniem, Fototentoonstelling Haarlem, 15 (7 april 1933) 7, p.123.

Anoniem, De tentoonstelling Fotografendag 1933 te Amsterdam, 15 (19 mei 1933) 10, p. 181-184.

A.B. [= Adriaan Boer], De tentoonstelling Fotografendag 1933 te Amsterdam (II), 15 (2 juni 1933) 11, p. 203-205.

Anoniem, Bij de platen, 15 (28 juli 1933) 15, p. 277-278.

C.G.L. [= C.G. Leenheer] De vakschool en …. Het boek van Lerski, 15 (3 november 1933) 22, p. 432-433.

Anoniem, Bij de platen, 15 (17 november 1933) 23, p. 435-436.

C. Verschuur, Bij de platen in dit nummer, 16 (5 oktober 1934) 20, p. 354-355.

T.B. [= T. Blom], Een critiekje op de foto’s van M.F.J. Coppens A.M.A, 17 (5 april 1935) 7, p. 135.

A.B. [= Adriaan Boer], De plaquette Nederlandsche Club voor Fotokunst. Winnaar voor 1938 M.F.J. Coppens, 20 (18 februari 1938) 4, p. 67-68.

D.B. [= Dick Boer], M.F.J. Coppens, Eindhoven, wint voor de tweede maal de plaquette ter herinnering aan den Nederlandsche Club voor Fotokunst, 21 (10 februari 1939) 3, p. 46-47.

Anoniem, Bij de platen van M.F.J. Coppens, 22 (8 maart 1940) 5, p. 81-82.

Anoniem, Martien Coppens Eindhoven, Winnaar plaquette van de Ned. Club voor Fotokunst, 23 (21 februari 1941) 4, p. 50.

D. B. [= Dick Boer], Het nieuwe boek van Coppens: “de koorbanken van Oirschot”, 23 (30 mei 1941) 11, p. 179-180.

Lidmaatschappen

Cercle Royal d’Etudes Photographiques et Scientifiques d’Anvers (CREPSA).

Club Photographique de Paris les 30×40 (erelid).

Helmondsche Kunstkring, vanaf 1925.

Fotoclub De Amateur, Eindhoven, vanaf 1931.

NFPV 1932-1939.

London Salon of Photography, vanaf 1938.

Vereniging Eindhovense Vakfotografen (regionale afdeling binnen NFPV), vanaf 1945.

Redactie tijdschrift Fotografie. Vakblad voor het fotografisch ambacht (orgaan van de NFPV), 1950-1959.

Tentoonstellingscomité Vakfotografie 1950.

NFK, 1951-1961 (kernlid van 1955-1961).

Tentoonstellingscomité Fotografie als uitdrukkingsmiddel, Eindhoven 1952.

Jury tweede nationale fototentoonstelling, Hoensbroek 1956.

Tentoonstellingscomité Fotografie als uitdrukkingsmiddel (II), Eindhoven 1957.

Redactie tijdschrift Vakfotografie 1963-1967.

Onderscheidingen

1925 Eervolle vermelding klasse juniores, Focus-prijsvraag ‘Avondschemering’.

1926 Eerste prijs klasse juniores, N.V. Photax-fotowedstrijd.

1926 Winnaar van N.V. Drogeplatenfabriek Photax-prijs in de EPW (Een per Week) wedstrijd van Focus.

1927 Zesde prijs in de EPW (Een per Week) wedstrijd van Focus.

1927 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Winter’.

1927 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Fotografie in het Dagelijksch Leven’

1927 Tweede prijs Focus-prijsvraag ‘Artistieke Vacantie Opnamen’.

1928 Eerste prijs Focus-prijsvraag ‘Stillevens met keukengereedschappen en levensmiddelen’.

1928 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Lente’.

1929 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Boektitels in beeld’.

1929 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Vrije Onderwerpen’.

1929 Bekroning Focus-prijsvraag ‘De menschelijke figuur’.

1929 Bekroning Focus-prijsvraag ‘’s Zondags thuis’.

1929 Eerste prijs Focus-prijsvraag ‘Sneeuw en ijs’.

1929 Eerste prijs Focus-prijsvraag ‘Het Winterhalfjaar’.

1929 Tweede prijs Focus-prijsvraag ‘Vormenschoon’.

1931 Meesterplaquette Focus-prijsvraag ‘Vrije Onderwerpen’.

1931 Erediploma Meesterklasse (buiten mededinging) Focus-prijsvraag ‘Genrebeelden’.

1931 Zilveren beker in de afdeling Portretfotografie, Fotografisch congres van de Photographic Association of the Pacific North West, Vancouver.

1932 Erediploma klasse Buiten Mededinging Focus-prijsvraag ‘Vrije Onderwerpen’.

1933 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Vrije Onderwerpen Juli’.

1933 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Vrije Onderwerpen September’.

1933 Plaquette, Beste Focus-foto 1933.

1933 Tweede prijs, I Internationale fachfotografische Ausstellung Karlsbad.

1934 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Vrije Onderwerpen November’.

1934 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Winter 1934’.

1936 Erediploma klasse Buiten Mededinging Focus-prijsvraag ‘Menschen’.

1936 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Vrije Onderwerpen Augustus 1936’.

1937 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Vrije Onderwerpen Juni 1937’.

1937 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Vrije Onderwerpen October 1937’.

1938 Bekroning Focus-prijsvraag ‘Vrije Onderwerpen Januari 1938’.

1938 Winnaar plaquette Nederlandsche Club voor Fotokunst, wedstrijd uitgeschreven door de NAFV.

1939 Winnaar plaquette Nederlandsche Club voor Fotokunst, wedstrijd uitgeschreven door de NAFV.

1950 Winnaar plaquette Nederlandsche Club voor Fotokunst, wedstrijd uitgeschreven door de NAFV.

Tentoonstellingen

1927 (e) Drachten, Algemene Fotografie.

1928 (e) Helmond, Algemene Fotografie.

1928 (g) Londen, The London Salon of Photography.

1930 (g) Hilversum, Kunstzaal Brok, Nationale Fotosalon.

1931 (e) Eindhoven, Zaal Corso, Algemene Fotografie.

1931 (e) Eindhoven, Zaal Corso, Levensbeelden.

1931 (e) Helmond, Zaal Geenen, Levensbeelden.

1932 (g) Amsterdam, RAI, Klank en Beeld.

1932 (g) Rotterdam, De Kunstkring, [tentoonstelling verbonden aan de Fotografendag der NPFV].

1933 (g) Amsterdam, Gebouw Heystee, [tentoonstelling verbonden aan de Fotografendag der NFPV].

1933 (g) Haarlem, Frans Hals Museum, (Kennemer Fotokring).

1933 (g) Karlsbad, I Internationale fachfotografische Ausstellung Karlsbad.

1933 (g) Londen, The London Salon of Photography.

1934 (e) Amsterdam, Gebouw Heystee, Levensbeelden.

1934 (g) Amsterdam, Leesmuseum, Bekende Landgenoten [tentoonstelling verbonden aan de Fotografendag der NFPV, daarna reizend door Nederland].

1934 (g) Charleroi, Salle de Bonbonnière, 1er Salon International d’Art Photographiqe (Cercle Photographique Charleroi).

1934 (g) Londen, The London Salon of Photography.

1934 (g) Sopron, III. Nemzetközi Müvészi Fényképkiállitás (A Magyar Amatörfényképezök Országos Szovetségének Soproni Csoportja = Association of the Hungarian Amateur Photographers The Group of Sopron).

1934 (g) Wenen, III Internationale Ausstellung.

1934/1935 (g) Antwerpen, Stadsfeestzaal, 8e Internationaal Kerstsalon (Fotografische Kring “Iris”).

1935 (g) Den Haag, Pulchri Studio, [tentoonstelling verbonden aan de Fotografendag der NFPV ].

1935 (g) Ottawa, Camera Club of Ottawa. Trafalgar House, Canadian International Salon.

1935 (g) Sopron, Nemzetközi Müvészi Fényképkiállitás (A Magyar Amatörfényképezök Országos Szovetségének Soproni Csoportja = Association of the Hungarian Amateur Photographers The Group of Sopron).

1936 (g) Düsseldorf, Tentoonstellingszalen aan de Rijnkade, Film und Foto.

1936 (g) Eindhoven, [voormalige Stadhuis], (A.F.V. ‘De Amateur’).

1936 (g) Helmond, Kunstzaal Van Gilsteren, Paaschtentoonstelling.

1936 (g) Wenen, 4e Internationale Ausstellung.

1937 (g) Charleroi, IV Internationale Koning Albert Salon (Cercle Photographique de Charleroi).

1938 (g) Amsterdam, Gebouw Heystee, [tentoonstelling verbonden aan de Fotografendag der NFPV ].

1938 (g) Oosterhout , 3de Noord-Brabantsche Foto-tentoonstelling.

1939 (g) Londen, The London Salon of Photography.

1940 (g) Amsterdam, Gebouw Heystee, N.A.F.V. salon “Het Baken”.

1940 (g) Den Bosch, 5de Groote Noord-Brabantsche Foto-tentoonstelling.

1942 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, 11 e Lustrum-Fotoschouw der Nederlandsche A.F.V.

1942 (e) Den Bosch, Leeszaal, Koorbanken van de St. Jan.

1942 (g) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Zesde Brabantsche Fototentoonstelling.

1942 (e) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Gedachten in Steen [tegelijk met Zesde Brabantsche Fototentoonstelling].

1945 (e) Helmond, ’t Binnenhuis, Oorlog over Braban t.

1945/1946 (e) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, [foto’s van St. Anthonis en het kazuivel van Heeze].

1948 (g) Nijmegen, Raadzaal, [internationale jubileumtentoonstelling “Nf meer licht anno 1883”].

1948/1949 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, Tiende Amsterdamse Kerstsalon van Fotografische Kunst (AAFV).

1949 (g) Hilversum, Hotel “Hof van Holland, [jubileumtentoonstelling Hilversumse amateur fotografen vereniging ’t Gooi].

1949/1950 (g) Arti et Amicitiae, Amsterdam, Elfde Nationale Kerstsalon van Fotografische Kunst (Bondsalon) (AAFV).

1950 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, 10e Internationale Focus Salon 1950.

1950/1951 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, Twaalfde Amsterdamse Kerstsalon van Fotografische Kunst (Bondssalon) (AAFV).

1950 (g) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Vakfotografie 1950.

1951 (g) Charleroi, IX Internationale Koning Albert Salon (Cercle Photographique de Charleroi).

1951 (g) Londen, Royal Society of Painters in Water Colours, The London Salon of Photography.

1951 (g) Saarbrücken, Staatlichen Schule für Kunst und Handwerk, Subjektive Fotografie.

1951/1952 (g) Rotterdam, Museum voor Land- en Volkenkunde, Nationale Fotosalon A.F.V. Rotterdam.

1952 (g) Den Haag, Gemeentemuseum, Fotoschouw ’52.

1952 (g) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Fotografie als uitdrukkingsmiddel.

1953 (g) Den Haag, Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Fotografie. Kunst en ambacht.

1953 (e) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Nood.

1954 (e) Leiden, Stedelijk Museum De Lakenhal, Nood.

1954 (g) Utrecht, Jaarbeurs, Vaktentoonstelling der Ned. Fotogr. Patroonsvereniging.

1954 (g) Venetië, Mostra Internazionale di Fotografia.

1954/1955 (g) Saarbrücken, Staatlichen Schule für Kunst und Handwerk, Subjektive Fotografie 2.

1955 (e) Castelfranco Veneto.

1955 (g) Parijs, Club Photographique de Paris les 30×40, IV Salon 30/40.

1955 (g) Venetië, Mostra Internazionale di Fotografia.

1956 (g) Hoensbroek, Kasteel Hoensbroek, [tweede nationale fototentonstelling].

1956 (g) Leiden, Prentenkabinet der Rijksuniversiteit Leiden, (NFK).

1957 (e) Amsterdam, La Cave.

1957 (g) Brussel, Galerie Aujourd’hui du Palais des Beaux-arts, Images Inventées [reizende tentoonstelling: Den Haag, Vrije Academie, Verzonnen beelden; Keulen]

1957 (g) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Fotografie als uitdrukkingsmiddel II (reizende tentoonstelling: Groningen, Arnhem, Den Haag).

1957 (g) Venetië, Sala Nappoleonica e ca’Giustinian, 1a Mostra Internazionale Biennale di Fotografia.

1957/1958 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, 19de Nationale Kerstsalon (Bondssalon) (AAFV).

1958 (e) Den Bosch, Centraal Noord-Brabants Museum, natuur-mens-techniek [reizende tentoonstelling door Nederland: o.a. 1958 Breda, De Beyerd; 1959 Den Bosch; 1959 Tilburg; 1962 Lieshout, Gemeentehuis Lieshout]

1958 (g) Keulen, Subjektive Fotografie 3 (Photokina 1958) [reizende tentoonstelling, o.a. 1959 Brussel, Palais des Beaux-Arts].

1958 (e) Milaan, Biblioteca Comunale.

1959 (e) Milaan, Biblioteca Comunale, Forme e Strutture di Martin Coppens

1959 (g) Pescara, Foto Club Pescara, [Erich Angenendt: Carbone e Acciaio, Martien Coppens: Forme e Strutture, Heinz Hajek Halke: Fotografie Astratte].

1960 (g) Brussel, Paleis voor Schone Kunsten, [reizende tentoonstelling].

1960 (e) Kaatsheuvel, Monsters van de Peel.

1960 (e) Parijs, La Galerie Craven, Vormen en Structuren.

1960 (e) Waalwijk, Kruisweg Charles Eijk.

1963 (e) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, De kunstenaar en de wereld.

1963 (e) Hilversum, Goois Museum, De kunstenaar en de wereld.

1963 (e) Lieshout, Gemeentehuis, Lieshout …. Toen [foto’s van Martien Coppens met historische curiosa].

1964 (g) Hamburg, Kunstverein, Weltausstellung der Photography. 550 Photos von 264 Photographen aus 30 Ländern zu dem Thema Was ist der Mensch? (reizende tentoonstelling: o.a. Amsterdam, Stedelijk Museum; Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Wereldtentoonstelling van de Fotografie. Mensen op weg).

1964 (e) Helmond, Kunstzaal “’t Meyhuis”, Zo maar mensen.

1964 (g) Hilvarenbeek, Raadhuis, Natuur en Kultuur (Groot-Kempische cultuurdagen).

1964 (e) Parijs, Galerie du studio 28 (Cinéma d’art et d’essai), Où la mer rencontre la terre.

1965 (g) Brunssum, De Galerij, Op de grens van land en zee [Martien Coppens i.s.m. de Vlaamse dichter Paul Snoek].

1967 (e) Antwerpen, Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, Antwerpen, De wereld der sinjoren. Antwerpen, fotografisch gezien door Martien Coppens.

1967 (e) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, De wereld der sinjoren. Antwerpen, fotografisch gezien door Martien Coppens.

1967 (e) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Dochters van Brabo [diaprojectie begeleid door electronische muziek van Dick Raaijmakers].

1969 (g) Den Bosch, Noordbrabants Museum, Nederlandse Fotografie, de eerste 100 jaar (reizende tentoonstelling).

1970 (e) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Openingen in het Van Abbemuseum.

1972 (e) Eindhoven, Vroom en Dreesmann, Eindhoven een halve eeuw.

1979/1980 (g) Den Haag, Haags Gemeentemuseum, Foto 20-40 [reizende tentoonstelling].

1982 (e) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Waarom fotograferen, zestig jaren onderweg 1923-1983.

1983 (e) Den Bosch, Provinciehuis, Zelfportret in 117 foto’s [reizende tentoonstelling: o.a. Helmond en Bergen op Zoom].

1983/1984 (e) Dordrecht, Dordrechts Museum, Martien Coppens – Fotografie 1923-1983.

1983/1984 (g) Nijmegen, Nijmeegs Museum ‘Commanderie van Sint Jan’, ‘Fotografische zelfbespiegeling’. Het zelfportret in de fotografie in Nederland vanaf ca. 1840.

1984 (e) Amsterdam, Canon Photo Gallery, Reflections.

1984 (e) Nijmegen, Sint-Radboudziekenhuis, Leven in geloof.

1984 (g) San Francisco, Museum of Modern Art, Subjektive Fotografie. Images of the 50’s [reizende tentoonstelling: 1984 Houston, Sarah Campbell Blaffer Gallery; 1984/1985 Essen, Museum Folkwang; 1985 Umeå, Västerbottens Museum; 1985 Stockholm, Kulturhuset; 1985 Saarbrücken, Saarland Museum; 1986 Brussel, Palais des Beaux Arts].

1985 (e) Bocholt, Galerie im Rathaus Bocholt, Selbstportrait in Fotos 1929-1962.

1986 (e) Eindhoven, Galerie Pennings, Bezoekers in het Stedelijk Van Abbe-Museum.

1986 (g) Haarlem, Vishal, Het Spaarnestad Fotoarchief, twee miljoen foto’s.

1987 (e) Dordrecht, Dordrechts Museum, Triomf der Verbeelding, fotografische studies van Martien Coppens.

1988 (g) Houston, Sarah Campbell Blaffer Gallery, Roots + Turns. 20th Century photography in The Netherlands.

1988 (g) Overloon, Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum, (Z)Nederland (z) onder dak.

1989 (g) Venlo, Museum Bommel van Dam, 89 Fotografie [verkooptentoonstelling, gelijktijdig in Eindhoven, De Krabbedans; Zwolle, Librije Hedendaagse Kunst; Rotterdam, Centrum Beeldende Kunst].

1990 (e) Venlo, Goltziusmuseum, Impressies ’45.

1990/1991 (g) Eindhoven, Museum Kempenland, Brabantse mensen, een dorp in Brabant [Tinus Swinkels en Martien Coppens].

1991 (g) Amsterdam, Nieuwe Kerk, Het beslissende beeld. Hoogtepunten uit de Nederlandse fotografie van de 20e eeuw (Collectie Stichting Dutch Photography).

1994 (g) Eindhoven, Stadhuis, Martien Coppens. De werkende mens (Foto Manifestatie Eindhoven).

1996 (g) Rotterdam, Nederlands Architectuurinstituut, De moderne jaren vijftig en zestig.

2000 (g) Haarlem, Spaarnestad Fotoarchief, Eeuwige jeugd. 100 Jaar kinderportretten in de Nederlandse fotografie [reizende tentoonstelling: Gorinchem, Gorcums Museum; Huizen, Huizer Museum Het Schoutenhuis].

2001/2002 (g) Amsterdam, Foam, Dutch Delight.

2002/2003 (g) Den Haag, Fotomuseum Den Haag, Fotografen in Nederland 1852-2002.

2003 (e) Tilburg, Nederlands Textielmuseum, Lessen voor het oog. De fotografie van Martien Coppens.

2004 (g) Leiden, Stedelijk Museum De Lakenhal, Foto’s van Vijftig.

2005 (e) Eindhoven, Van Abbemuseum, Living Archive: Openingen in het Van Abbemuseum door Martien Coppens. Reconstructie van de tentoonstelling uit 1970.

2005 (g) Naarden, Grote Kerk, Roadmovie.nl (Made in Holland. Epson Fotofestival Naarden).

2005/2006 (g) Deurne, Museum de Wieger, [beelden van Joep Coppens en foto’s van Martien Coppens]

2007 (g) Den Bosch, Noordbrabants Museum, [architectuurfotografie van Martien Coppens en Korrie Besems].

2008 (e) Rotterdam, Nederlands Fotomuseum, Martien Coppens

2009 (e) Venlo, Limburgs Museum, Licht op Venlo.

2011 (g) Schijndel, Museum Jan Heestershuis, Een eigentijdse kijk op Martien Coppens.

Bronnen

Den Haag, RKD (persdocumentatie).

Leiden, Prentenkabinet Universiteitsbibliotheek Leiden, bibliotheek en documentatiebestand.

Leusden, Jan Wingender (collectie nederlands fotoboek)

Rotterdam, Nederlands Fotomuseum.

Tilburg, Bibliotheek Universiteit van Tilburg, Brabant-Collectie.

Collecties

Amsterdam, Stichting Dunhill Dutch Photography.

Antwerpen, FotoMuseum.

Capelle aan den IJssel, Stichting Archief Martien Coppens.

Den Bosch, Noordbrabants Museum.

Den Haag, Nederlands Letterkundig Museum (correspondentie).

Eindhoven, Noordbrabants Museum.

Essen, Museum Folkwang.

Groningen, Universiteitsbibliotheek Groningen.

Haarlem, Spaarnestad Photo.

Leiden, Prentenkabinet Universiteitsbibliotheek Leiden.

Nijmegen, Katholiek Documentatie Centrum (foto’s en correspondentie).

Rotterdam, Nederlands Fotomuseum (negatievenarchief, bruikleen van Stichting Archief Martien Coppens.

Tilburg, Bibliotheek Universiteit van Tilburg, Brabant-Collectie (kerncollectie en privéarchief, bruikleen van Stichting Archief Martien Coppens).

Auteursrechten

De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Martien Coppens worden beheerd door het Nederlands Fotomuseum Rotterdam.

Met dank aan Stichting Archief Martien Coppens.