Fotolexicon, 28e jaargang, nr. 43 (februari 2011) (nl)

Hans Aarsman

Hripsimé Visser

Extract

Hans Aarsman is fotograaf, schrijver, docent, redacteur en tentoonstellingsmaker. De afgelopen dertig jaar maakte hij naam met eigenzinnige projecten waarin vooral zijn eigen positie als fotograaf en de fotografie zelf centraal stonden. Ook in zijn functie als begeleider aan de Rijksakademie, redacteur van boeken en tijdschriften en maker van tentoonstellingen wist en weet hij steevast prikkelende en soms subversieve vragen over het medium op te werpen.

Biografie

 

1951

Hendrikus Gerardus Johannes (Hans) Aarsman wordt op 27 december geboren op de Hoofdweg 51 in Amsterdam als derde van vier kinderen. Zijn moeder is Margaretha (Gré) ter Braak; zijn vader Henk Aarsman is van beroep slager. Tot 1970 woont hij bij zijn ouders en sindsdien op verschillende adressen in de hoofdstad.

1970

Na het behalen van het diploma gymnasium β aan het Ignatius College in Amsterdam begint hij aan een studie Wis- en Natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam.

1973-‘76

Omdat deze studie hem niet bevalt, slaat Aarsman na zijn kandidaats een andere richting in en gaat Nederlands studeren. Ook in deze studie behaalt hij na drie jaar zijn kandidaats en begint aan het doctoraalprogramma.

1976-‘79

Hij werkt als invalkracht op het Don Bosco College, een LBO in Amsterdam, en geeft onder meer Nederlands en Biologie. Contacten met een fotograaf in het café waar hij ’s avonds werkt, brengen hem ertoe in 1978 een camera (een Nikkormat) te kopen.

Zijn eerste geslaagde, journalistieke foto maakt Aarsman een jaar later tijdens het bezoek van CDA-lijsttrekker Dries van Agt op verkiezingstournee in de Bijlmer, waar hij tussen 1976 en 1979 woont in de flat Develstein. Als bijvak in de studie Nederlands volgt hij de cursus Visuele Communicatie aan de Rijksakademie. Hij begint serieus met fotograferen, mede gestimuleerd door zijn medestudent en vriend Harry Meijer.

1980

Aarsman vindt de Rijksakademie te competitief en te artistiek. Hij wil reportages maken en slaagt erin zijn inmiddels met een Leica M gemaakte werk geplaatst te krijgen in het weekblad Nieuwe Revu, destijds een voor journalistieke fotografen interessant medium. Het eerste nummer van het tijdschrift Plaatwerk wordt uitgebracht als onderdeel van het eindexamenproject aan de Rijksakademie van Aarsman en van medestudenten Harry Meijer en Peter Schaap.

1981-‘82

Onvrede over journalistieke manipulatie en beeldselectie door Nieuwe Revu naar aanleiding van een reportage over de gevolgen van een aardbeving in Italië doen Aarsman besluiten zijn werk aan te bieden aan het weekblad De Groene Amsterdammer. Een tijd lang werkt hij voor beide bladen. In 1982 verlaat hij definitief de Nieuwe Revu.

Aarsman wordt in 1982 lid van de GKf en raakt bevriend met fotografen als Wout Berger en Theo Baart.

1982

Samen met Harry Meijer en Oscar van Alphen krijgt Aarsman in 1982 de documentaire opdracht van de afdeling Nederlandse Geschiedenis van het Rijksmuseum Kerk in verandering. Vanaf 1982 verschijnen van hem regelmatig foto’s in de Volkskrant.

1982-‘89

Aarsman is vanaf 1982 (nummer 119/120) tot en met het winternummer 1984/1985 (nummer 139) verbonden als medewerker aan het filmtijdschrift Skrien en schrijft over fotografie. Als freelancer levert hij foto’s aan het dagblad Trouw.

1983-‘84

Aarsman is als docent (begeleider) verbonden aan de afdeling fotografie van de Rietveldacademie in Amsterdam.

1984

Aarsman raakt gefascineerd door het boek Public Relations van de Amerikaanse fotograaf Gary Winogrand. Diens visie leidt tot een doorbraak in Aarsmans manier van werken. Dat is voor het eerst zichtbaar in de documentaire opdracht Openbare rituelen voor het Amsterdams Fonds voor de Kunst.

1986

Aarsman stopt met Plaatwerk dat naar zijn smaak te zeer blijft vasthouden aan een traditionele opvatting over reportagefotografie. Ook trekt hij zich terug als lid van de GKf. Hij werkt nog steeds voor De Groene Amsterdammer en daarnaast voor de dagbladen Trouw en de Volkskrant.

1986-‘87

In de serie Holland Festival, een opdracht die hij samen met de fotografen Jannes Linders en Marrie Bot uitvoert, perfectioneert hij de methode die hij ontwikkelde voor Openbare rituelen, maar neemt vervolgens afstand van wat hij ervaart als een ‘maniertje’. Verlangen naar transparantie en distantie brengt hem ertoe te experimenteren met een technische camera. Hij stopt met zijn freelance werk voor de Volkskrant.

1988-‘89

Voor dagblad Trouw treedt hij in de voetsporen van de Amerikaanse fotograaf Stephen Shore en reist met een camper een jaar door Nederland. Wekelijks verschijnt in de krant onder de titel Hier op aarde een vanaf het dak van de bus met grootbeeld en statief genomen panoramische foto, vergezeld van een dagboeknotitie over zijn worsteling met het fotografeerproces. Dit betekent het begin van zijn carrière als schrijver en het einde van zijn werk als freelance-fotograaf voor Trouw.

1989-‘90

De serie wordt gebundeld in het boek Hollandse taferelen (1989) en geëxposeerd in het Stedelijk Museum Amsterdam. De breuk met de reportagefotografie is definitief en Aarsman vindt een nieuw podium in de wereld van galeries en musea, maar voelt zich al snel ongemakkelijk bij wat hij ervaart als de ‘verkunsting’ van de fotografie.

1990-’93

Andere series in de geest van Hollandse taferelen volgen, zoals Stadslandschappen in Oost-Duitsland, een opdracht van de Technische Universiteit Eindhoven in 1990 en De Alexanderpolder, waar de stad verder gaat in opdracht van de Rotterdamse Kunststichting in 1993.

In 1991 stelt Aarsman samen met fotograaf Hans van der Meer het boek Stadsgezichten 1860- 1975. Amsterdam in de verbeelding samen waarvoor zij putten uit foto’s gemaakt in opdracht van verschillende overheden.

1993-’94

Samen met fotograaf Johan Vigeveno verzorgt hij twee jaar lang de fotoquiz, onderdeel van het maandelijkse fotocafé in het Amsterdams Centrum voor Fotografie De Moor.

Hij publiceert Aarsman’s Amsterdam (1993) dat de invloed van zakelijke, no nonsense opdrachtfotografie laat zien en ontvangt hiervoor de Maria Austria Prijs. De complete serie wordt onder meer geëxposeerd in het Stedelijk Museum Amsterdam. Hierna stopt hij met zijn werk als professioneel fotograaf en maakt alleen nog pretentieloze kiekjes van onderwerpen uit zijn directe omgeving, met steeds eenvoudiger te bedienen kleinbeeldcamera’s.

1995

Hans Aarsman legt zich steeds meer toe op het schrijven. Het denken over fotografie speelt daarin een belangrijke rol. Hij publiceert de roman Twee hoofden, een kussen, daarnaast schrijft hij Het engeltje dat op mijn tong pieste, in opdracht van smaakstoffenfabriek Buteressence BV te Zaandam.

1996-heden

Aarsman wordt aangenomen als begeleider op de Rijksakademie in Amsterdam, een functie die hij tot op heden vervult. Hij realiseert zijn eerste toneelmonoloog voor acteur Dirk Roofthooft, De wijze van zaal 7 (1996). Voor NRCHandelsblad schrijft hij columns in het maandagse sportkatern die in 1997 worden gebundeld in het boekje Zapman.

2000

Samen met Claudy de Cleen, Erik Kessels, Hans van der Meer en Julian Germain start hij het tijdschrift Useful Photography, een onregelmatig verschijnend blad voor fotografie ‘zonder pretenties’, waarin steeds een thema uit de gebruiksfotografie centraal staat. Zijn eigen ‘kiekjes’ worden onder meer tentoongesteld in For Real, het voorstel voor de gemeentelijke kunstaankopen in het Stedelijk Museum Amsterdam.

2001

Zijn tweede toneeltekst, Ruis, wordt opgevoerd door Josse de Pauw.

2003-heden

In Fotogram (Amsterdam) verzorgt Aarsman de masterclass Stoppen met fotograferen.

Hij publiceert Vrrroom! Vrrroom! (2003), een autobiografie in de dubbele betekenis van het woord, en in beeldselectie en tekst de neerslag van zijn liefde voor het verschijnsel automobiel.

Photoq, de informatieve Nederlandse website voor fotografie, nodigt hem in september 2003 uit columns te schrijven, eerst onder de titel Kut of Kloten tot december 2004, daarna onder de titel Bakens en vervolgens vanaf september 2005 onder de titel Koekerd. Vanaf 19 december 2010 verschijnen zij in het Engels op de website www.fieldeye.org.

In Gent fotografeert hij in opdracht van het toekomstige stadsmuseum (STAM) en publiceert Onzichtbaar Gent (2004), waarin banale plekken in de stad en feitelijke gegevens worden gepresenteerd aan de hand van foto’s en diagrammen.

2004-heden

Naar aanleiding van de column op Photoq vraagt de Volkskrant Aarsman over nieuwsfotografie te schrijven. De sinds 6 mei 2004 verschijnende rubriek ‘De Aarsman collectie’ is een wekelijkse feitelijke analyse van journalistieke fotografie. Tot nu toe zijn twee bundelingen van de beste columns eveneens in boekvorm verschenen, De Aarsman collectie in 2005 en Ik zie ik zie in 2009.

2006

De aankoop van de complete serie Hollandse taferelen door het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam wordt gratis downloadbaar in hoge resolutie op het internet gezet. Dit leidt tot het nodige tumult in het beroepsveld.

2007

Van april tot september is Aarsman werkzaam als beeldredacteur van het gratis dagblad Dag. Samen met de fotografen Hans van der Meer, Hans Eijkelboom en Hans Samsom en beeldredacteur Hans Wolf neemt hij het initiatief tot de ‘Kleine Hans’, een jaarlijkse prijs voor niet-pretentieuze fotografie. Zijn monoloog over fotografie, Niemand kan het, wordt – onder andere in het Nederlands Fotomuseum Rotterdam – opgevoerd door Carly Wijs.

2008

Onder de titel ‘Photography as Antidote to Consumerism’ laat hij in Foam magazine en in de Photographers’Gallery te Londen kiekjes zien van spullen die hij weggooide nadat hij er een foto van had gemaakt: fotografie als middel om bezit te beperken.

Het tijdschrift Esta start met een nieuwe rubriek – vanaf nummer 18 – waarin Hans Aarsman foto’s uit het Spaarnestad-fotoarchief analyseert.

2009

Aarsman is curator van Off the Record, de tentoonstelling met voorstellen tot gemeentelijke kunstaankopen van het Stedelijk Museum, die plaats vindt tijdens de Art Amsterdam Fair in de RAI. De expositie en aankoop van “foto’s die in eerste instantie niet gemaakt zijn vanuit artistieke overwegingen” zijn aanleiding tot felle discussies en kritiek.

2010

Samen met Joris Luyendijk, journalist en auteur van het boek Het zijn net mensen begint hij een programma over schrijvende journalistiek en fotografie waarvan de eerste editie plaats vindt op 20 juni in het Amsterdamse Paradiso.

De complexe relatie die hij onderhoudt met het medium fotografie is onderwerp van een binnenkort van hem te verschijnen boek.

Beschouwing

Hans Aarsmans carrière als fotograaf wordt gemarkeerd door een aantal op zijn zachtst gezegd nogal radicale koerswijzigingen. Begonnen als fotojournalist brak hij midden jaren tachtig met de in zijn ogen simplistische, op tegenstellingen gebaseerde, zwart-wit retoriek van de sociaal geëngageerde fotografie en liet zijn dynamisch bewegende camera de hoofdrol spelen in projecten als Openbare rituelen en Holland Festival. Met Hollandse taferelen formuleerde hij een paar jaar later een totaal nieuwe fotografische positie, een eerste stap in zijn streven naar objectieve, transparante waarneming. De met de technische camera gemaakte kleurenfoto’s van het eigentijdse Nederlandse cultuurlandschap, die panoramische afstand paren aan milde ironie, sloegen in als een bom en maakten school. Wars van alles wat zweemt naar voorspelbaarheid en individuele herkenbaarheid (auteurschap) ontwikkelde Aarsman zich in volgende projecten, zoals Aarsman’s Amsterdam, tot een zo neutraal mogelijke registrator van grootstedelijke complexiteit. In zijn werk van de afgelopen tien jaar tenslotte vereenzelvigde hij zich bij voorkeur met de snapshooter die zonder enige esthetische motivatie of artistieke intentie vastlegt wat hem raakt of wat hij zich wil herinneren. Uiteindelijk is Aarsmans werk misschien het best te omschrijven als een tot mislukken gedoemde poging zich als maker terug te trekken uit de fotografie en de camera ‘het werk te laten doen’, zoals hij het zelf formuleerde. De paradox is immers dat door de extraverte en expliciete manier waarop hij steeds opnieuw stelling neemt, juist alle aandacht naar hem als creatieve persoonlijkheid is blijven gaan. Hij profileert zich bovendien allang niet meer als fotograaf alleen, maar veel meer als (toneel) schrijver, redacteur en tentoonstellingsmaker. Zijn afkeer van voorspelbare retoriek en van fotografische ‘maniertjes’ maakte dat hij in de jaren negentig een tijd lang ophield met fotograferen. Zijn analytisch vermogen is, mede dankzij een onmiskenbaar literair talent, uitgangspunt van romans, toneelmonologen en artikelen over fotografie; zijn voorliefde voor transparantie, voor ‘echtheid’, tenslotte, vindt zijn vorm in publicaties en exposities waarin gebruiksfotografie en amateurbeelden een grote rol spelen. Inmiddels is hij een veelgevraagd schrijver, redacteur en spreker die met zijn activiteiten en uitspraken steevast voor de nodige beroering in de kunst- en fotografiewereld zorgt.

Een formele opleiding tot fotograaf heeft Aarsman, zoals zovele andere fotografen van zijn generatie, niet gevolgd. In 1978 kocht de student Nederlands zijn eerste camera, een Nikkormat spiegelreflex, op aanraden van een professionele fotograaf, een klant in het café waar hij een baantje had. Het verlangen doelgericht foto’s te maken had hij toen eigenlijk nog niet. Typerend genoeg maakte hij pas een eerste geslaagde foto toen zich een jaar later een interessante situatie voordeed: CDA-lijsttrekker Van Agt, op verkiezingstournee in de Bijlmer, stapte in een auto en likte aan zijn vinger om een dossier door te bladeren. De foto is van dichtbij genomen en heeft alle formele en inhoudelijke kwaliteiten van een typisch journalistiek moment. Fotograferen leerde Aarsman al doende, daarin gestimuleerd door Harry Meijer met wie hij bevriend raakte op de Rijksakademie. Samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam en de Rijksakademie bood hem namelijk de mogelijkheid de cursus Visuele Communicatie op deze academie te volgen als bijvak voor het doctoraal Nederlands. Aarsman en Meijer ervaarden de Rijksakademie al spoedig als te competitief en te artistiek. Zij wilden reportages maken en fotografeerden onder meer een nachtportier in Amsterdam en maakten opnamen tijdens een reis door Portugal. Ter afsluiting van de cursus zetten zij samen met een derde medestudent, Peter Schaap, een het tijdschrift Plaatwerk op. Naar hun mening kwamen foto’s namelijk noch op exposities of in boeken (te beperkt en geïsoleerd), noch in de media (lokkertje voor andermans verhaal) goed tot hun recht. Plaatwerk wilde uitgaan van de fotografie zelf en op die manier “inzicht krijgen en verschaffen in de wijze waarop de wereld om ons heen functioneert”.

Aarsman, Meijer en Schaap waren niet de enige jonge fotografen die behoefte hadden aan een eigen platform voor hun werk. Het eerste nummer van het vrijwel tekstloze Plaatwerk verscheen eind 1980, in hetzelfde jaar waarin eveneens twee andere Nederlandse fotografietijdschriften werden opgericht: Zien, gericht op fotografie als artistiek medium en Perspektief dat zich concentreerde op de emancipatie van de fotograaf en van de fotografie, beiden media waarin overigens tekst wél een belangrijke rol speelde. Net als Plaatwerk kwamen zij voort uit het initiatief van fotografen zelf en anders dan de bestaande, op professionele fotografie gerichte tijdschriften stonden er geen cameratests, dokatips en bijbehorende advertenties in. Hoewel alle betrokken fotografen van elkaars initiatieven op de hoogte waren, functioneerden de drie tijdschriften vooral in de vroege jaren tachtig als podia voor onderling zeer verschillende doelgroepen.

Ondanks dat de ondertitel van Plaatwerk aanvankelijk ‘tijdschrift voor sociale fotografie’ luidde, was er geen sprake van een expliciet politieke oriëntatie of van links engagement. Dat was niet zo vanzelfsprekend in een tijd waarin de sociale fotografie in Nederland een hot item was, niet alleen als ‘stijl’ in journalistiek en reportage maar ook dankzij de eerste historisch gerichte publicaties over bij voorbeeld arbeidersfotografie en over de geschiedenis van fotografie als middel om maatschappelijke misstanden aan te kaarten. Wel strijdbaar en links georiënteerd was de groep fotografen rond de Groningse Universitaire Stichting Vormings Activiteiten (USVA). Al in 1981 zette Aarsman de aanval in op wat hij de voorspelbaarheid van de daar beleden sociale fotografie noemde. Tijdens een forumdiscussie in het kader van een cyclus over dit onderwerp in Groningen, georganiseerd door het Studium Generale van de Universiteit in samenwerking met de USVA/Gronings Fotokollektief (GFK) stelde hij dat de vigerende sociale fotografie nog steeds een in de jaren dertig ontwikkeld model volgde en uitging van een al te herkenbare vorm om daar de inhoud bij te zoeken, kortom zich volledig ondergeschikt maakte aan heel specifieke conventies in het vastleggen van onrecht en ellende. Ook in de artikelen die Aarsman begin jaren tachtig voor filmschrift Skrien schreef, kritiseerde hij de op een retoriek van tegenstellingen – arm versus rijk, macht versus rechteloosheid, goed versus kwaad – gebaseerde stereotypen van ‘socialistische fotografie’. Opvallend was bovendien dat hij in zijn bespreking van een studie over de Twents-Achterhoekse textielindustrie in Skrien de autobiografische teksten in het boek een veel grotere zeggingskracht toedichtte dan de foto’s. Het bewustzijn van de betekenis van tekst en beeld en combinaties daarvan kleurde ook, zoals zal blijken, zijn eigen documentaire werk in deze periode.

Aarsmans belangstelling lag eigenlijk meer op sociologisch vlak. In het eerste nummer van Plaatwerk publiceerde hij acht pagina’s met portretten die geacht werden te laten zien “hoe gewone mensen functioneren in de werkelijkheid van alledag”: de serie De leraren/De hospitanten, een onderwerp waarover hij dankzij zijn functie als invalkracht op het LBO Don Bosco midden jaren zeventig een zekere kennis van zaken bezat. De concentratie op de alledaagse werkelijkheid leidde tot weinig opzienbarende, overwegend frontale opnamen van buitengewoon ernstig kijkende mannen en vrouwen met enigszins afwerende lichaamstaal in de klas en op het sportveld. Al na twee nummers stopte Plaatwerk, maar het tijdschrift zou in 1983 opnieuw en tot 1989 onregelmatig verschijnen. Een aantal functies van het blad als podium voor (documentaire) fotografie werden vervolgens overgenomen door het nieuwe fotoagentschap Hollandse Hoogte.

In het eerste nummer na de herstart in 1983 publiceerde Aarsman de reportage Ouders op bezoek. De eerder dat jaar in het Parool en later in Vrij Nederland verschenen serie leverde hem het, overigens onterechte, verwijt op situaties voor de camera te hebben geënsceneerd, een fotojournalistieke doodzonde. De heftigheid waarmee hij werd beschuldigd van enscenering heeft mogelijk ook een andere oorzaak. Begin jaren tachtig werd enscenering geassocieerd met Rotterdam. De vooral in Rotterdamse kringen dominante – en in Zien en Perspektief gepubliceerde – geënsceneerde kunstfotografie werd in Amsterdam vaak verketterd als al te artistieke antipode van de mede dankzij de GKf in de hoofdstad historisch verankerde sociaal-documentaire fotografie.

Onderwerp van Ouders op bezoek was de vaak ongemakkelijke relatie tussen ouders en hun studerende kinderen, hetgeen Aarsman een context gaf in de vorm van citaten opgetekend uit de mond van de studenten. De foto’s zelf lijken inderdaad op kleine toneelscènes waarin details als gebaren en gezichtsuitdrukkingen complexe emoties suggereren. Het idee om de studenten voor zichzelf te laten spreken ontleende Aarsman aan Bill Owens’ manier van werken in Suburbia, de in 1972 in boekvorm verschenen documentaire over het leven van gewone Amerikanen in de nieuwe naoorlogse buitenwijken. De worsteling met het klassieke model waarbij de – liefst sociaal betrokken fotograaf of journalist – vooral zijn mening vorm gaf óver de gefotografeerde personen, speelde ook een rol in Aarsmans werk voor Kerk in verandering, de documentaire opdracht van de afdeling Nederlandse Geschiedenis van het Rijksmuseum, die hij, eveneens in 1983, samen met Oscar van Alphen en Harry Meijer had gekregen. Terwijl Van Alphen zich concentreerde op aloude, constante, religieuze thema’s als schuld, boete, deugd en trouw, richtten Meijer en Aarsman zich op een breed scala aan eigentijdse manifestaties van de kerk als maatschappelijk en religieus instituut en op de persoonlijke beleving. Een mooi voorbeeld van het laatste is Aarsmans foto van de voor een stoel geknielde, biddende man – Aarsmans vader – in het subthema De scheiding der geesten. Blijkens de begeleidende tekst nam de katholieke man, die blijkbaar nog wél aan het religieuze ritueel hechtte, geheel conform de tijdgeest afscheid van de typisch Nederlandse verzuiling. Net als bij Owens bracht de combinatie beeld en citaat soms ook een ongemakkelijk gevoel bij de kijker – uit het pre Big Brother tijdperk – te weeg; zeker is dat dit voor Aarsman een eerste stap was in het relativeren van zijn rol als fotograaf.Zijn belangstelling voor fotografie was altijd al breder. Zo publiceerde hij in 1985 in Plaatwerk de uit 1950 daterende verlovingsreportage van de ouders van zijn toenmalige vriendin Mieke van der Weij, de eerste manifestatie van zijn grote liefde voor amateurfotografie. Kort hierop, na zijn voor Plaatwerk ongewone introductie van de geconstrueerde foto’ s van Winfred Evers, zou Aarsman de redactie verlaten, evenals de fotografenvereniging GKf . In beide gevallen wilde hij zich losmaken van wat hij ervoer als een al te beperkte, naar binnen gerichte fotografische mentaliteit.

De beslissing te stoppen met redactiewerk voor Plaatwerk en het opzeggen van zijn GKf-lidmaatschap vielen in dezelfde periode dat Aarsman ook als professioneel fotograaf de handdoek in de ring gooide en zijn carrière als fotoreporter stop zette. Toch was Aarsman na de Rijksakademie in eerste instantie enthousiast “in het reportageconcept gestapt” en had hij zijn eerste Leica gekocht. Naar aanleiding van een serie over de taalstrijd in de Belgische Voerstreek vond hij een afnemer van zijn werk in het tijdschrift Nieuwe Revu, begin jaren tachtig het blad van seks, sensatie en socialisme, een uitdagende formule die nogal plat entertainment en geweld combineerde met goede fotoreportages over maatschappelijke onderwerpen. Aarsmans collega’s waren onder meer Hannes Wallrafen, Taco Anema en Berry Stokvis, fotografen waarmee hij zich destijds verwant voelde.

Het werken aan een reportage over de gevolgen van de aardbeving in Italië in 1981 confronteerde hem al snel met de manipulatieve kanten van de fotojournalistiek. Nieuwe Revu journalist Jan-Willem Clinge Doorenbos stelde Aarsman voor in Napels kippen te kopen om de ontheemden een kerstmaaltijd te bezorgen die dan door hem kon worden gefotografeerd. Aarsman weigerde dit spel mee te spelen. Vervolgens kreeg hij te horen dat een aantal van de door hem gemaakte foto’s niet pasten binnen het concept van het artikel. Het ging om foto’s die lieten zien dat sommige beter gebouwde huizen van rijke mensen de aardbeving wél hadden doorstaan. Aarsman publiceerde deze foto’s vervolgens in De Groene Amsterdammer waarvoor hij eerst naast Nieuwe Revu en na zijn vertrek bij dat blad in 1982 tot eind jaren tachtig zou fotograferen. De ervaring zou beklijven: manipulatie is sinds 2004 een terugkerend motief in zijn Volkskrant-rubriek ‘De Aarsman collectie’.

Begin jaren tachtig rekende Aarsman fotografen als Bert Nienhuis en Willem Diepraam tot zijn voorbeelden. Ondanks zijn kritiek op ‘socialistische’ fotojournalistieke conventies onderscheidde hij zich in deze periode niet wezenlijk van zijn generatiegenoten; het gebruik van de groothoeklens, een voorliefde voor diep, zelfs morsig zwart en klassieke journalistieke onderwerpen domineerden. Dat veranderde midden jaren tachtig toen Aarsman er steeds meer van overtuigd raakte dat de op min of meer humanistische leest gestoelde reportagefotografie voor hem weinig met het ervaren van de werkelijkheid te maken had. Net als de eerder door hem verketterde sociale fotografie bestond de journalistieke foto naar zijn mening al te zeer bij de gratie van wel zeer expliciete visuele tegenstellingen; zijn werk ontaardde kortom in voorspelbaarheid. Waar hij in Ouders op bezoek en Kerk in verandering een goede foto nog steeds vereenzelvigde met het juiste moment, gezien en gekozen door de fotograaf, probeerde hij in zijn volgende grote serie de aandacht te verleggen naar de fotografische handeling, naar de camera én naar minder traditioneel journalistieke onderwerpen. Gesubsidieerde documentaire opdrachten boden hem bij uitstek de mogelijkheid andere benaderingen uit te proberen. In 1984 kreeg hij van het Amsterdams Fonds voor de Kunst de opdracht Openbare rituelen te fotograferen, bijeenkomsten zoals openingen, persconferenties, borrels, feestjes en prijsuitreikingen. Kort daarvoor had hij het boek Public Relations (1977) van de Amerikaanse fotograaf Gary Winogrand ontdekt met opnamen van allerlei vergelijkbare openbare bijeenkomsten. Aanvankelijk stootte Winogrands rommelige, weinig esthetische benadering van de werkelijkheid Aarsman af, maar langzamerhand raakte hij gefascineerd door diens vervreemdende blik op de wereld: foto’s vol ongestructureerde chaos, met groothoeklens opgenomen, geflitst en niet bepaald zorgvuldig uitgekaderd, opnamen die voor zijn gevoel veel directer de werkelijkheid weerspiegelen dan de zo sterk gecodeerde reportagefotografie. Van Winogrand leerde hij bovendien dat in de fotografie het onderwerp zoveel mogelijk in zijn waarde moet worden gelaten. Om expliciete uitspraken over en interpretaties van de werkelijkheid te vermijden, probeerde Aarsman vervolgens, zoals hij het zelf formuleerde, “het fotografische karakter van zijn foto’s te benadrukken”: hij hield de camera scheef, dacht niet na over mooie composities en liet de foto het resultaat zijn van een toevallige druk op de knop. Bij zijn volgende opdracht – voor het Holland Festival –zou Aarsman deze nieuwe vrijheid tot in het extreme uitbuiten door met zijn camera te gooien en flitslicht te combineren met bestaand licht, een tactiek die in combinatie met een korte sluitertijd en een groot diafragma vervreemdende beelden vol beweging opleverde.

Toch mislukte deze poging van Aarsman om aan fotografisch auteurschap te ontsnappen; zijn opnamen van het Holland Festival bleken bij uitstek beelden met een zeer herkenbare fotografische ‘stijl’ die hij zelf bovendien al snel lelijk vond. Dit betekende het einde van zijn carrière als reportagefotograaf en fotojournalist.

Interessant is dat Aarsmans verlangen zich als maker juist niet te manifesteren haaks stond op de tijdgeest die fotografie steeds nadrukkelijker ontdekte als kunstvorm en zelfs de reportage- en documentair fotograaf auteurschap toekende. In zekere zin zit zijn queeste naar ‘echte’ fotografie vol met dergelijke paradoxen; het toppunt is natuurlijk dat iedere stap die Aarsman tot op heden heeft gezet – hoezeer ook gericht tegen persoonlijke stijl – met buitengewoon veel belangstelling voor zijn hoogstpersoonlijke creatieve motieven en ideeën is gevolgd. Dat gold zeker voor Hollandse taferelen, het project dat hem – terecht – moeiteloos een podium in de internationale kunstwereld verschafte, mede dankzij het boek en de expositie van de serie in het Stedelijk Museum in Amsterdam.

Nadat hij zijn wild ronddansende Leica had weggelegd, werd de technische camera het nieuwe middel om te ontdekken hoe de gefotografeerde werkelijkheid eruit kan zien. Afstand, traagheid en scherpte moesten een tegenwicht bieden aan nabijheid en expressiviteit. De eerste foto’s die hij op deze omslachtige manier maakte van een demonstratie bij de kerncentrale van Borssele en het bezoek van de koningin aan Breukelen, sterkten hem in de overtuiging dat het fotograferen van de wereld als een schouwtoneel, als een ‘Märklin-landschap’, de toeschouwer meer mogelijkheden bood op eigen kracht ontdekkingen te doen dan de sympathieke maar al te sturende blik van de geëngageerde fotograaf. Mede uitgedaagd door de foto’s van het gewone Amerika in Uncommon Places van Stephen Shore en de subtiele anekdotiek van Joel Sternfelds American Prospects besloot hij het alledaagse Nederland te fotograferen. In navolging van Shore die voor zijn reis door de Verenigde Staten een beurs, de zogeheten Guggenheim fellowship, had gekregen, verwierf hij een zekere mate van vrijheid door een wekelijkse publicatie in het dagblad Trouw en een subsidie van het Fonds voor Beeldende Kunsten Vormgeving en Bouwkunt (BKVB). Aarsman kocht een camper en fotografeerde vanaf april 1988 tot februari 1989, voor het eerst in kleur, de weinig spectaculaire eigentijdse Nederlandse werkelijkheid van het door mensen gemaakt landschap, van dorp, rivier en snelweg. Mensen waren, anders dan in zijn eerdere werk, niet langer beeldbepalend maar hoogstens de logische, want nu eenmaal aanwezige, stoffering van een tafereel. Aarsmans foto’s, gemaakt met de Linhoff, een technische camera, vanaf het dak van zijn auto en uiteraard met statief, verschenen als wekelijks item in dagblad Trouw, voorzien van een column geschreven door de fotograaf zelf. In 1989 publiceerde uitgeverij Fragment de foto’s en de teksten in boekvorm. Rond dezelfde tijd werden de foto’s geëxposeerd in het Stedelijk Museum Amsterdam. Zowel Aarsmans verhaal, het monumentale formaat van de prints – 104×124 cm – als het feit dat het kleurendrukken zonder glas of lijst betrof, kreeg veel aandacht van publiek en pers. Niet alleen de breuk met zijn fotojournalistieke verleden was definitief, Hollandse taferelen betekende – naast het in 1992 verschenen fotoboek Giflandschap van zijn collega en vriend Wout Berger – voor Nederland een heroriëntatie op de documentaire fotografie met de middelen van de studiofotograaf.

De belangrijkste kwaliteit van Hollandse taferelen was in feite een (her)waardering van fotografie op grond van traditionele registrerende merites en niet op grond van verbeelding of nadrukkelijke esthetische ingrepen. Grootformaat en kleur werden vervolgens in de loop van de jaren negentig voor documentaire fotografie in Nederland vanzelfsprekend. Aarsmans analytische, afstandelijke benadering sloot aan bij een internationale trend die vooral onder de leerlingen van het Duitse echtpaar Bernd en Hilla Becher opgeld deed. Met Andreas Gursky deelde Aarsman in Hollandse taferelen de voorkeur voor koel licht zonder schaduwen, een zo neutraal mogelijk standpunt, liefst hoog of ver weg, om door zo transparant mogelijke beelden iedere vorm van commentaar, iedere suggestie van een mening of oordeel te vermijden. Zijn volgende projecten, foto’s van Stadslandschappen in Oost-Duitsland in 1990, De Alexanderpolder, waar de stad verder gaat in 1991 en zijn werk voor Antwerpen Culturele Hoofdstad van Europa in 1993 waren het product van een zelfde contemplatieve manier van kijken.

Vooral Hollandse taferelen werd opgepikt door de kunst- en galeriewereld en reisde, zorgvuldig ingelijst, naar verschillende exposities in Nederland, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten. Het succes en de artistieke erkenning waren volstrekt begrijpelijk: ondanks hun schijnbare neutraliteit lieten de foto’s wel degelijk een typerend en persoonlijk gekleurd beeld van Nederland zien. Het Nederlandse culturele landschap bestaat nu eenmaal in belangrijke mate bij de gratie van het wonderlijke samengaan van extreem doorgevoerde ruimtelijke ordening en visuele chaos zoals bijvoorbeeld de opname van snelweg en verkeersborden bij Den Oever laat zien. En ondanks alle verlangen naar neutraliteit kan de scherp selecterende fotograaf het toch niet laten de absurde werkelijkheid zijn respect te betuigen door in Netersel een kruiwagen vast te leggen met een daaroverheen gedrapeerde dode koe – in feite net zo surrealistisch als de odalisque van de Hongaarse fotograaf André Kertész.

Het fenomeen van foto’s als kostbare objecten was (en is) niets voor Aarsman, die weigerde zijn werk in een gelimiteerde oplage te vervaardigen, zoals het toenemende aantal ‘auteurs’ onder de fotografen begon te doen. Hier houdt dan ook radicaal de mogelijke vergelijking op met de Becher-leerlingen, die nadrukkelijk wel in de kunstwereld opereren. Bij de aanschaf van de complete serie Hollandse taferelen door het Nederlands Fotomuseum in 2006 zag Aarsman zijn kans schoon een levensgroot statement tegen de kunsthandel in fotografie af te geven. De negenennegentig foto’s werden, als speciaal project, gratis ter beschikking gesteld via internet. Ook kon degene die twee prints van de foto Waterhuizen 1988 op maximaal A3 formaat terugstuurde naar het Fotomuseum, een exemplaar terug verwachten met handtekening van de fotograaf. Het andere exemplaar behield het Fotomuseum om zo een bijzondere verzameling afdrukken aan te leggen, momentopnamen van de kwaliteit van de huisprinter. In de fotografische achterban en in de kunsthandel volgden op deze actie uiteraard heftige discussies over artistieke kwaliteit, reproduceerbaarheid en de eigen, dan wel financiële waarde van fotografie.

Aarsmans steeds grotere voorliefde voor de registrerende kwaliteiten van de camera kreeg begin jaren negentig een flinke impuls door het werken aan een boek met historische opnamen van Amsterdam, samen met collega fotograaf Hans van der Meer: Stadsgezichten 1860-1975. Amsterdam in de verbeelding dat in 1991 verscheen. In het Amsterdamse stadsarchief ontdekten zij de volstrekt pretentieloze foto’s van Arsath Ro’is, die in de jaren zestig fotografeerde in opdracht van de Dienst der Publieke Werken. Omdat bij het fotograferen een keer zijn brommer was gestolen, zorgde hij ervoor zijn voertuig altijd in het vizier en dus op de foto te hebben. Ro’is’ feitelijke manier van fotograferen in combinatie met het persoonlijke verhaal inspireerde Aarsman bij het maken van zijn volgende serie Aarsman’s Amsterdam dat in 1993 in boekvorm verscheen, de Maria Austria prijs kreeg en onder meer geëxposeerd werd in het Stedelijk Museum. De foto’s met het standaardformaat 30×40 cm zijn in zekere zin radicaler dan de vaak zo weidse Hollandse taferelen: schijnbaar lukraak vastgelegde fragmenten van de complexe stedelijke werkelijkheid. Zijn technische camera had Aarsman overigens alweer ingeruild voor een Fuji 6×9“.

Naast zijn werk als fotograaf heeft Aarsman altijd over fotografie gepubliceerd maar pas met Hollandse taferelen werd hij schrijver. In de wekelijkse columns in Trouw ging het vooral over zijn worsteling met het medium, over het streven naar “een manier van weergeven die zich niet zo opdringerig bedient van de beeldende middelen”, met andere woorden naar foto’s die hun vanzelfsprekende relatie met de werkelijkheid behouden zonder een al te dominante tussenkomst van de fotograaf. Ook in zijn eerste roman Twee hoofden, een kussen, verwoordde hij het verlangen de werkelijkheid – ook in een tekst – te kunnen oproepen op basis van simpele registratie. Hoewel bedoeld als fictie is de autobiografische insteek van deze roman zonneklaar en een tweede motief dat in deze periode steeds belangrijker werd in zijn werk, zoals eveneens blijkt uit de puntige, schijnbaar terloops geformuleerde dagboekaantekeningen in Aarsman’s Amsterdam. De introspectieve toon was aanleiding voor acteurs/regisseurs Josse de Pauw en Tom Jansen hem een toneelmonoloog te laten schrijven voor Dirk Roofthooft: De wijze van zaal 7, waarin een museumsuppoost aan het woord is. De uitdaging beviel Aarsman die een groot liefhebber van vooral de taal van het toneel (Shakespeare) is en het zou niet bij deze ene keer blijven.

Toen hij in 2003 de romans van Sir Arthur Conan Doyle ontdekte, kreeg zijn benadering van de (gefotografeerde) werkelijkheid een nieuwe impuls. In de columns De Aarsman collectie die vanaf 2006 wekelijks in de Volkskrant verschijnt en Aarsman’s blik in Esta en de rubriek Koekerd op Photoq, gaat hij foto’s te lijf met de analytische methodiek van detective Sherlock Holmes. De columns waarvan tot nu toe tweemaal een selectie in boekvorm verscheen, zijn een inspirerende cursus kijken, waarin (journalistieke) foto’s scherpzinnig, zij het soms niet vrij van persoonlijke obsessies, worden gefileerd.

In 1990 fotografeerde Hans Aarsman in een impuls het sterfbed van zijn vader. De opnamen betekenden een soort nulpunt: meer simpele registratie, meer autobiografische observatie was voor hem als fotograaf niet mogelijk. Het contactvel van de film, inclusief een paar zelfportretten, hing hij op in een tentoonstelling, omdat, zoals hij zelf in Aarsman’s Amsterdam schreef, deze beelden echt van hemzelf zijn en iedere vorm van buitenstaanderschap overstijgen. Los van de vraag of dat uiteindelijk waar is, betekende dit voor hem de definitieve stap naar een persoonlijke, autobiografische manier van fotograferen met simpele analoge en later digitale kleinbeeldcamera’s. Een enkele maal werden zijn kiekjes tentoongesteld of gepubliceerd, even vaak werkte Aarsman met foto’s van anderen. Een vijftal kiekjes, in de vorm van forse, ingelijste inkjetprints was onderdeel van de expositie For Real in het Stedelijk Museum in het zelfde jaar – 2001 – dat hij samen met een viertal vrienden het tijdschrift Useful Photography oprichtte. De tot op heden verschenen negen nummers zijn vrijwel alleen gewijd aan gebruiksfotografie: per definitie niet artistiek, strikt functioneel en zo direct mogelijke registrerend.

In het boek Onzichtbaar Gent (2004), opdracht van het stadsmuseum in oprichting, koos hij voor in snapshot stijl vastgelegde, niet pittoreske aspecten van de stad. Om de werkelijkheid nog directer op de huid te zitten, nam hij daarnaast statistieken op over zaken als de meest voorkomende voorgerechten op menukaarten, de maatschappelijke functies van de mensen naar wie in de stad de straten zijn vernoemd en de hoeveelheid kauwgomvlekken per vierkante meter. Ook in Vrrooom! Vrrooom!, zijn autobiografie en verslag van een levenslange liefde voor de automobiel die een jaar eerder verscheen, verwerkte Aarsman naast eigen en verzamelde foto’s statistieken over niet altijd even voor de hand liggende aspecten van het fenomeen auto in onze maatschappij.

De groeiende overtuiging dat foto’s vaker ondanks dan dankzij de artistieke intentie betekenisvol zijn, inspireerde hem tot het concept voor Off The Record. Deze tentoonstelling met de voorstellen voor gemeentelijke kunstaankopen onder supervisie van het Stedelijk Museum vond plaats in 2009 tijdens Art Amsterdam in de RAI. Professionals en amateurs exposeerden series die veelal gemaakt waren als dagboekaantekening, als eerste stap in een proces of als document van een steeds terugkerende handeling, in elk geval niet met de vooropgezette bedoeling een voltooid kunstwerk te maken. Deze meer conceptuele benadering van fotografie is onmiskenbaar beïnvloed door Aarsmans jarenlange activiteit als begeleider op de Rijksakademie waar fotografie simpelweg als een van de vele ter beschikking staande beeldende middelen wordt beschouwd en niet, zoals meestal in de fotografiewereld, als uitgebalanceerd eindproduct. De expositie – en vooral de aankoop van amateurfotografie door het Stedelijk Museum – leidde tot een heftige discussie op fotografie-website Photoq.

Hans Aarsmans bijdrage aan de Nederlandse fotografie van de afgelopen decennia is groot, zowel door zijn eigen ontwikkeling als door de welsprekendheid waarmee hij zijn positie en mening vanaf het begin van zijn activiteiten als fotograaf heeft verwoord. Niet onbelangrijk daarbij is de manier waarop hij zich liet inspireren en beïnvloeden door het werk van een aantal Amerikaanse fotografen – Owens, Winogrand, Shore, Eggleston – uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw.

Met zijn eigen werk doorbrak hij allereerst de ideologisch beladen conventies van de in de jaren zeventig ontwikkelde sociale fotografie, introduceerde vervolgens kleur en panoramische afstand in de documentaire fotografie en vestigde tenslotte hernieuwde aandacht op aloude registrerende, dan wel persoonlijke fotografische kwaliteiten van opdrachtfoto, gebruiksfotografie en familiekiek.

Hoewel de grootformaat opnamen, die hij rond 1990 maakte, doen denken aan die van zijn tijdgenoot Andreas Gursky toonde Aarsman zich – en dat heeft ook iets onmiskenbaar Nederlands – afkerig van artistieke pretenties en van de exclusiviteit die de groeiende kunstmarkt voor fotografie eiste. Wel voelt hij zich verwant met fotografen en kunstenaars die gefascineerd zijn door het gebruik, het functioneren en de betekenis van fotografie, door de verzamelingen van Hans Peter Feldmann en Hans Eijkelboom, de obsessieve portretreeksen van Seiichi Furuya en de combinaties van archiefbeelden en eigen foto’s in het werk van Julian Germain.

In Nederland inspireerde hij direct of indirect een groot aantal fotografen, ook wanneer hij collega’s zoals Bertien van Manen of Ad van Denderen hielp bij het selecteren en redigeren van hun projecten. Het gebruik van simpele kleinbeeldcamera’s, de inzet van snapshots, de selectie van niet per definitie schilderachtige onderwerpen, de aandacht voor archiefmateriaal – al deze strategieën zijn inmiddels, mede dankzij Aarsman, gemeengoed in de hedendaagse fotografie. Deze methodes suggereren een eigentijdse hang naar authenticiteit en karakteriseren een romantische persoonlijkheid die zijn charme niet in de laatste plaats ontleent aan het hierboven gesignaleerde naast elkaar bestaan van de scherpzinnige, graag aanwezige auteur en de zich terugtrekkende introspectieve waarnemer.

Documentatie

Primaire bibliografie

(eigen publicaties: tekst, eventueel met foto’s, maar ook fotoboeken e.d.)

Hans Aarsman e.a. (red.), [tijdschrift] Plaatwerk (1980) 1, 1 (april/mei 1983) 2 t/m 2 (november 1985) 12.

Hans Aarsman (foto’s), De leraren / De hospitanten, in Plaatwerk (1980) 1, p. 8-15.

Taco Anema e.a. (samenstelling) en Hans Aarsman e.a. (medewerking), Mijn moeder vindt het ook. De bewapening, het antimilitarisme en de vredesbeweging in beeld, Amsterdam (SUA) 1982.

Hans Aarsman, Krantenfotografie. Clichés over de derde wereld, in Skrien (zomer 1982) 119/120, p. 54-55.

Hans Aarsman, Arbeidersfotografie, in Skrien (zomer 1982) 119/120, p. 63.

Hans Aarsman, Militarisering van het Noorden. Tentoonstelling Gronings Fotografen Kollektief, in Skrien (zomer 1982) 119/120, p. 69.

Hans Aarsman, Leugen en waarheid, in Skrien (september 1982) 121, p. 26-27.

Hans Aarsman, Een eeuw in de fabriek, in Skrien (februari 1983) 124, p. 20-21.

Hans Aarsman (foto’s), Ouders op bezoek, in Plaatwerk 1 (april/mei 1983) 1, omslag, p. 3-7.

Hans Aarsman (foto’s) en R. Ferdinandusse e.a. (tekst), Ouders over hun kinderen, in Bijvoegsel Vrij Nederland (30 juli 1983) 30, p. 2-7, 9-15, 17-23.

Hans Aarsman, Oscar van Alphen en Harry Meijer, Kerk in verandering, Plaatwerk 1 (januari/februari 1984) 5.

Hans Aarsman, Mij krijgen ze niet weg, in Plaatwerk 2 (oktober 1984) 8, p. 20-27 (met foto’s).

Hans Aarsman, Jong geluk langs de Ourthe. Een verlovingsreisje in de jaren vijftig, in Plaatwerk 2 (januari 1985) 9, p. 12-20.

Hans Aarsman, Openbare rituelen, in Plaatwerk 3 (april 1986) 14, omslag, p. 4-15.

Hans Aarsman, Palermo, Sicilië, mei 1981, in Plaatwerk 3 (maart 1987) 18, p. 6.

Hans Aarsman, Denken is moeilijk, niet denken is moeilijker. Elf serieuze fotografen en de aanloopstrook, z.p. [Amsterdam] (Riba-pers) 1988.

Hans Aarsman (tekst en foto’s), Hollandse taferelen, in Foto 43 (april 1988) 4 t/m 44 (maart 1989) 3.

Hans Aarsman (tekst en foto’s), Hier op aarde [wekelijkse column], in Trouw 9 april 1988 t/m 28 januari 1989

Hans Aarsman (tekst en foto’s), Hollandse taferelen, Amsterdam (Fragment) 1989.

Hans Aarsman, Een rij werkelijkheid, in Catalogus tent. Foto’s voor de stad. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1986-1988, Amsterdam (Museum Fodor/Gemeentearchief Amsterdam) 1989, ongepag.

Hans Aarsman, De keus van Hans Aarsman. 15 jaar fotografie, in Trouw 29 juli 1989, p. 17.

Hans Aarsman, Taco Anema en Hannes Wallrafen, Origineel in kleur. (N)iets nieuws van Hans Aarsman, Taco Anema en Hannes Wallrafen?, in Foto 44 (oktober 1989) 10, p. 77-83 (met foto’s).

Hans Aarsman, De gewoonte om…, in Madame de Vue (1990) 1, p. 26-33.

Hans Aarsman, Pleidooi voor een ralistische fotografie, in Foto’s in schrift, Raster. Tijdschrift in boekvorm (1990) 49, p. 13-15.

Hans Aarsman en Hans van der Meer (samenstelling) en Melchior de Wolff (tekst), Stadsgezichten 1860-1975. Amsterdam in de verbeelding, Amsterdam (De Verbeelding) 1991.

Hans Aarsman, [Zonder titel], in Anne-Mie Devolder (hoofdred.), De Alexanderpolder. Waar de stad verder gaat = Alexanderpolder. New Urban Frontiers, Bussum (THOTH) 1993, p. 130-135 (met foto’s).

Hans Aarsman, Aarsman’s Amsterdam. Foto’s & notities, Amsterdam (De Verbeelding) 1993.

Hans Aarsman, De terloopse stad, in René Boomkens (samenstelling), Ontwerpen voor de onmogelijke stad, Amsterdam (De Balie) 1993, p. 85-95 (met foto’s).

Hans Aarsman, Hollands dagboek, in NRC Handelsblad 24 april 1993.

Adriaan Morriën en Hans Aarsman, Bij de vloedlijn. De strandportetten van Rineke Dijkstra, in Vrij Nederland 54 (15 mei 1993) 19, p. 56-61.

Hans Aarsman (foto’s), The act of seeing [urban space], Brussel (Fondation pour l’architecture) 1994.

Hans Aarsman e.a. (tekst), The lazy man’s guide to Winfred Evers. A compact collection with written contributions, Amsterdam (Torch Gallery) 1994.

Hans Aarsman, [Zonder titel], in Catalogus tent. Ik + de ander. Contemporary art exhibition on the human condition, Amsterdam (Beurs van Berlage) 1994, p. 100-101.

Hans Aarsman (foto’s en tekst), Wereldreiziger, in Noorderbreedte 18 (januari/februari 1994) 1 t/m 19 (november/december 1995) 6.

Hans Aarsman (tekst en ontwerp), Het engeltje dat op mijn tong pieste, z.p. [Amsterdam] (De Verbeelding) z.j. [1995].

Hans Aarsman, Twee hoofden, één kussen, Amsterdam (Van Gennep) 1995.

Hans Aarsman, De wijze van zaal 7, Antwerpen/Amsterdam (Bebuquin/International Theatre & Film Books) 1996.

Hans Aarsman, Zapman, in NRC Handelsblad januari 1996 t/m januari 1997.

Hans Aarsman, Rijksweg A2 ter hoogte van Zaltbommel, in Kunstschrift 40 (januari/februari 1996) 1, p. 44-45.

Hans Aarsman, De last van de kunst, in Frans de Ruiter en Marianne Versteegh (red.), Kunsten ’92 over verkiezingen ’98. Hoofdlijnen voor een kabinetsbreed cultuurbeleid. De noodzaak van een infrastructuur voor de geest, Den Haag (Vereniging Kunsten ’92) 1997, p. 19-20.

Hans Aarsman, Zapman. De sportcolumns van Hans Aarsman, Amsterdam (De Verbeelding) 1997.

Hans Aarsman, 6 x 365 x 200. Gary Winogrand, in Metropolis M 18 (augustus/september 1997) 4, p. 26-29.

Hans Aarsman, Alle herinnering wijst dezelfde kant op, in Hollands Licht (1998) 4, p. 4-5.

Hans Aarsman (tekst en foto), Laat zitten, blijf toch af, in Kastalia (1999) 1, p. 27-34.

Hans Aarsman (tekst), Stripverhaal, in The Dummy Speaks (1999) 1, ongepag.

Hans Aarsman (tekst en foto’s), Dit is het. Meer niet, in The Dummy Speaks (1999) 2, ongepag.

Hans Aarsman (foto’s en tekst), Entschuldigung, wie heisst denn diese Strasse?, in Bzzletin 28 (februari 1999) 263, p. 3-8.

Hans Aarsman, Familiealbum, in Metropolis M 20 (juni/juli 1999) 3, p. 22-23.

Bart Sorgedrager e.a. (selectie fotografen) en Hans Aarsman e.a. (tekst en foto’s), België-Holland in foto’s. Voetbal in de Lage Landen, Antwerpen/Amsterdam (DB-S

Fotografie/Stichting Holland-België) 2000, ongepag.

Hans Aarsman (tekst en foto’s) Haastige spoed, in The Dummy Speaks (2000) 4, ongepag.

Hans Aarsman (tekst en foto’s), Vrouwen zonder fiets, in Kastalia (2000) 3, omslag, p. 29-37.

Hans Aarsman, Talkin’ around, part 3: Room sever, the attendant reflects, in Re-Magazine (zomer 2000) 4, p. 12-14.

Hans Aarsman (tekst en foto’s), Chinagirl, in Marie Claire (december 2000) 12, p. 14-20.

Hans Aarsman, Gerard Doustraat, in Kester Freriks, Esther Jansma en Xandra Schutte (red.), 100 uitzichten op Amsterdam, Amsterdam (Meulenhoff) 2001, p. 129-130.

Hans Aarsman, Vluchtig en toch diepgaand = Fleeting and yet Profound, in

Els Barents e.a. (red.), KPN collectie fotografie, Amsterdam (Huis Marseille, stichting voor fotografie) 2001, p. 90-103, 106 (met foto’s).

Marnix Goossens (foto’s) en Hans Aarsman (tekst), Regarding nature. Natuur in Almere, Amsterdam (De Verbeelding) 2001.

Hans Aarsman e.a. (red.), [tijdschrift] Useful photography (2001-2009) 001 t/m 009.

Hans Aarsman, De onwillige slager, in De Rijksmuseum Foto Gids, De gids. Nieuwe vaderlandsche letteroefeningen 164 (januari/februari 2001) 1/2, p. 58-61.

Hans Aarsman en Emo Verkerk, Kaartje voor twee (Frisia Museum), in Kastalia (2001) 4, p. 17-18.

Hans Aarsman, Kaartje voor twee, in Kastalia (2001) 5, p. 38-39.

Hans Aarsman, Horen & zien. Vluchten uit Jamaar-jamaarland, in Vrij Nederland 1 september 2001, p. 52-55.

Hans Aarsman, Niet van de Aap, in Rein Jelle Terpstra, Album van niet gemaakte foto’s, Amsterdam (De Balie) 2002, p. 8-11

Hans Aarsman (foto’s, samenstelling, ontwerp), Ze hadden er al moeten zijn, Brugge 2002.

Hans Aarsman e.a. (red.), Useful photography. War special, z.p. [Amsterdam] (Artimo) z.j. [2002].

Hans Aarsman, God’s eigen studio = God’s own studio, in Foam Magazine (januari 2002) 1, ongepag.

Hans Aarsman, Kaartje voor twee, in Kastalia (2002) 6, p. 18-19.

Hans Aarsman en Emo Verkerk, Kaartje voor twee, in Kastalia (2002) 7, p. 68-69.

Hans Aarsman, Bertien van Manen, in Alex Farquharson (red.) Citybank Photograpy Prize 2003, Londen 2003, p. 29-30.

Hans Aarsman, Do we just keep complaning about injustice or do we set an example?, in René Boomkens e.a., New commitment. In architecture, art and design, Rotterdam (NAi Publishers) z.j. [2003], p. 27-31 (serie: Reflect 01).

Hans Aarsman, Krakersdemonstratie, in Jildou van der Bijl (red.), De Revu Gepasseerd. 50 jaar Nieuwe Revu. 50 Nieuwe Revu-fotografen, z.j. [Hoofddorp] (Nieuwe Revu etc.) 2003.

Hans Aarsman, Tekenen met Auto’s, in Marieken Verheyen (red.), De sleutel ligt onder de mat, Den Haag (Stroom HCBK) 2003, p. 66-67.

Hans Aarsman (samenstelling en tekst), Vrrooom! Vrrooom!, Rotterdam (NAi Uitgevers/Nederlands fotomuseum) 2003 (met foto’s).

Ad van Denderen (foto’s) en Hans Aarsman e.a. (red.), Go No Go. The frontiers of Europe, Edam (Paradox) 2003.

Anneke Hilhorst (tekst en foto’s) en Hans Aarsman (red.), Nesten. Het leven van jonge gezinnen in beeld, Utrecht etc. (Lifetime) 2003.

Bertien van Manen (foto’s) en Hans Aarsman (tekst), Verdwijnende vergezichten langs de HSL = Vanishing horizons along the HSL, Amsterdam (Atelier HSL) 2003.

Hans Aarsman, Garry Winogrand: Ruis. Monoloog, in Raster (2003) 102, p. 37-52.

Hans Aarsman, Exposure 13A, in Joyce Goggin e.a. (red.) Scene Shifters. Saskia Janssen, Amsterdam (Artimo/Idea Books) 2004, p. 177-184.

Hans Aarsman (beeld- en tekstred.), De Nederlander realistisch bekeken, Zoetermeer (Reaal Verzekeringen) 2004.

Hans Aarsman, Onzichtbaar Gent. Foto’s en diagrammen van de stad = Invisible Ghent. Photo’s and diagrams of the city = Gand invisible. Photo’s et diagrammes de la ville, Gent (Gent Cultuurstad) 2004.

Hans Aarsman, Op de Augustinusschool, Amsterdam, 1957-1963, in Wilma Kempinga e.a. (red.), SchoolParasites. Nieuwe noodlokalen voor naoorlogs Nederland = Provisional classrooms for primary schools, Rotterdam (WIMBY! Welcome Into My Backyard!) 2004, p. 012-013.

Hans Aarsman e.a. (tekst), Scene shifters. Saskia Janssen, Amsterdam (Artimo) 2004.

Hans Aarsman, Het mysterie rukt op. Over de foto’s van Dirk Braeckman, in Ons Erfdeel 47 (april 2004) 2, p. 182-191.

Hans Aarsman, De Aarsman collectie, in de Volkskrant vanaf 6 mei 2004.

Hans Aarsman, Kindsoldaat, in Jet Manrho (hoofdred.), Zwarte confetti, Rotterdam (Autoped) 2005, p. 15 (serie: Boekie boekie 59).

Corine van den Broek (tekstred.) en Hans Aarsman (beeldred.), De Aarsman collectie [Bundeling fotobesprekingen verschenen van mei 2004 tot mei 2005, in de Kunstbijlage van de Volkskrant], Rotterdam (NAi uitgevers) 2005.

Coralie Vogelaar, en Hans Aarsman (tekst), The Photoshop, Rotterdam (Veenman) 2005.

Hans Aarsman, De fotojournalist verdwijnt, in Boekman. Tijdschrift voor kunst, cultuur en beleid 17 (zomer 2005) 63, p. 37-38.

Hans Aarsman, Groter dan schilderkunst, in Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst. Jaarverslag 2005, ongepag.

Hans Aarsman, [Zonder titel], in Jan Andriesse (samenstelling), Kitsch Unedited. Brieven en teksten van vrienden, Tilburg (De Pont, museum van hedendaagse kunst) 2006, p. 5-6.

Hans Aarsman, Mengelmoes, in Martijn Engelbregt (samenstelling), Dit is Nederland. De dienstcatalogus, Amsterdam (Valiz) 2006, p. 135-136.

Hans Aarsman (tekst en foto’s), Van schrijven word je een minder grote zeikerd, in Jet Manrho (hoofdred.), De film in. Filmfestival voor thuis op de bank, Rotterdam (Autoped) 2006, p. 40-41 (serie: Boekie boekie 61).

Hans Aarsman, Weggooien of weggeven, in Jet Manrho (hoofdred.), Goet-faud: literatuur en kunst voor kinderen, Rotterdam (Autoped) 2006, p. 38-41 (serie: Boekie boekie 63).

Rob van Hoesel (foto’s) en Hans Aarsman (tekst), Transit land. Belgian motorways = Transitoland. Belgische autosnelwegen = Pays-Transit. Autoroutes de Belgique, Rotterdam (Veenman) 2006.

Hans Aarsman, Kaartje voor twee: Museum Smallingerland, in Kastalia (2002) 6, p. 18.

Hans Aarsman en Emo Verkerk, Kaartje voor twee, in Kastalia (2002) 7, p. 68-69.

Hans Aarsman, Te grabbel, in FotoMuseum Magazine 11 (oktober 2006), p. 74.

Hans Aarsman, Kiek Hans Aarsman. ‘De wereld op een podium’, in NRC Handelsblad 6 oktober 2006.

Hans Aarsman, [Zonder titel], in Philippe Terrier-Hermann, 93 Hollandse pracht = Beautés Hollandaises, Rotterdam (Veenman) 2007, p. 44-45.

Hans Aarsman, Dood moet je toch, in Paul Andriesse en Zsa-Zsa Eyck (samenstelling), Fast forward. Monoprints en grafiek van Erik Andriesse, Nijmegen (BnM) 2007, p. 52.

Hans Aarsman, Getut in de doka, in Nienke Denekamp, Edie Peters en Hans Schoonhoven (red.), Dag doka!, Amsterdam (Stichting Photoq) z.j. [2007], p. 24-25 (serie: Photoq jaarboek 2006/2007).

Hans Aarsman, Een groter kapje / Little Red Riding Hoods and Batmen, in Navid Nur en Lisa Aena Vieten (red.), Afterouge, Frankfurt am Main (Revolver. Archiv für Aktuelle Kunst) z.j. [ca. 2007], p. 50-58.

Hans Aarsman, Niemand kan het, in Marian Boyer e.a. (red.), Boekwerk no 2. Platform Theaterauteurs, Amsterdam (International Theatre & Film Books) 2007, p. 212-227.

Hans Aarsman, Nieuws is geen vermaak, in Hans Wammes (eindred.), In tekst. De keuze van: Hans Aarsman … Marga Rotteveel, z.j. [Rotterdam] (nrc.next) 2007, p. 6-7.

Hans Aarsman, Photography as Antidote to Consumerism [portfolio], in FOAM magazine (winter 2007) 13, p. 015, 135-153 (met foto’s).

Hans Aarsman, [Zonder titel], in Erica van de Kerkhof en Joep Lennarts (red.), ’n Bossche Ziel. Bijzondere plekken door de ogen van kinderen, Den Bosch (Theater Artemis) 2008, p. 87.

Hans Aarsman, [Zonder titel], in Jan van der Veer (concept en samenstelling), Art & Leadership, Amsterdam (Nieuw Amsterdam) 2008, p. 110.

Hans Aarsman, Foto’s zonder auto’s, in Jet Manrho (hoofdred.), De auto en wij zijn mooi. Hét autoboek voor kinderen, Rotterdam (Autoped) 2008, p. 14-15 (serie: Boekie boekie 71).

Hans Aarsman, Gevonden woorden, in Maarten Dings e.a., Een foto zegt meer dan 1000 woorden, Gent (Tornado Editions) 2008, p. 12-13.

Hans Aarsman, Grote stappen, in Katja Kreukels e.a (red.), Weg uit Babylon, Amsterdam etc. (Augustus) 2008, p.143-145.

Hans Aarsman, Overzicht = View, in Karel Tomeï, NLXL, Schiedam (Scriptum) 2008, p. 18-19.

Hans Aarsman, Het tweede bordje, in Eric van Straaten, Helden, Vlaardingen (Museum Oostwijk) 2008, ongepag.

Hans Aarsman en Erik Kessels, Het goud van Lopik, z.p. [Lopik] (De Copen) 2008.

Olv Klijn en Joks Janssen (tekst) en Hans Aarsman (foto’s), 10× Den Bosch. Tien perspectieven op een middelgrote stad, Rotterdam (NAI Uitgevers) 2008.

Hans Aarsman, Kijken op z’n Aarsmans, in Esta (2008) 10, p. 86-91.

Hans Aarsman, Aarsman’s blik, in Esta (2008) 18-26; (2009) 1-10, 12-13, 15-19, 21-26; (2010) 1-15.

Hans Aarsman, Autofocus, in Volkskrant Magazine 17 mei 2008, p. 38-45.

Hans Aarsman, Boeman, in Marian Boyer (red.), Platform Theaterauteurs 2009, Amsterdam (International Theatre & Film Books) 2009, p. 22-35.

Hans Aarsman, From pretty to ugly and back again. Mysterious ways of beauty in photography, in Elise De Bres en Jim Stolze, TEDx: Breakthrough, z.p. (Van Lindonk & De Bres Special Projects) 2009, p 29-32.

Hans Aarsman, Ik zie ik zie. De Aarsman collectie [Selectie van fotobeschrijvingen eerder verschenen in de kunstbijlage van de Volkskrant van mei 2005 tot november 2008], Amsterdam (Podium) 2009.

Hans Aarsman, Off the record. Voorstel gemeentelijke kunstaankopen 2009 = Proposal municipal art acquisitions 2009, Amsterdam (Stedelijk Museum) z.j. [2009].

Theo Audenaerd (samenstelling) en Hans Aarsman (voorw.), Andere ogen. 10 jaar eigenzinnige Nederlandse fotografie, Amsterdam (Meulenhoff) 2009.

H. Aarsman, Enige notities uit de tijd dat ik Antwerpen fotografeerde, in De Witte Raaf (januari/februari 2009) 137, p. 12-13.

Hans Aarsman, [Zonder titel: korte tekst over foto van Guus Dubbelman], in de Volkskrant 30 maart 2009, p. 20.

Hans Aarsman, Eigen vlees en bloed. In beeld slager en zoon, in Volkskrant Magazine 11 april 2009, p. 26.

Hans Aarsman en Martin Bogren, Eindelijk: de zee!, in de Volkskrant 19 december 2009.

Hans Aarsman, De springende rots, in Hans Aarsman (tekst) en Ad van Denderen (foto’s), [zonder titel: uitgave t.g.v. Art Amsterdam 2010], Den Haag (Galerie West) 2010.

Hans Aarsman (tekst en fotoselectie), Het sterke geslacht, in Oog (2010) 1, p. 62-69.

Hans Aarsman en Anna Woltz, Nieuwe Groeten Uit…ansichten voor Nederland, Amsterdam (Nw A’dam) 2010.

Hans Aarsman, Ik word zo vrolijk van dit boek, in Observatorium. Jaarlijkse fotobijlage van de Volkskant 31 december 2010, p. 23.

(foto’s in boeken, tijdschriften en ander drukwerk)

[Verjaardagskalender] Mensen, jarige mensen, Utrecht (mensen van nu i.s.m. Harry Meijer) z.j.

Paul Babeliowsky e.a., Het feest dat Wiegel wilde, Wageningen (De Uytbuyt) 1980, p. 26, 34, 48.

Nieuwe Revu (18 april 1980) 16, p. 20-26, 28, 30.

Nieuwe Revu (16 mei 1980) 20, p. 16.

Nieuwe Revu (24 oktober 1980) 43, p. 64-65.

B. van Dijk en P. van Soomeren (tekst), Vandalisme. Ideeen, onderzoek, preventie, Amsterdam (Kobra) 1981, omslag, p. 4, 6, 23, 66, 86, 95.

Anoniem, Stadsvernieuwing in Amsterdam. Programma 1983/86, Amsterdam (Gemeente Amsterdam. Afdeling Coördinatie Stadsvernieuwing) 1983, p. 70.

Flip ten Cate e.a. (red.), Kruisraketten Ongewenst. Vóór en na 29 oktober 1983, Amersfoort/Amsterdam (Horstink/Mets) 1983.

Bram van Dijk e.a., Vandalisme. Gorinchem (De Ruiter) 1983 (serie: Informatie 519).

Trouw 21 december 1983.

Trouw 7 maart 1984.

Trouw 12 juli 1984.

Trouw 13 juli 1984.

Trouw 14 juli 1984.

Trouw 20 juli 1984.

Trouw 11 augustus 1984

Gerard Klaasen (samenstelling), Aanzien kerk en godsdienst in Nederland en België, 1945-1985, Utrecht/Antwerpen (Het Spectrum) z.j. [1985], p. 120-121, 168-169.

Trouw 1 mei 1985.

Trouw 12 juni 1985.

Trouw 29 juni 1985.

de Volkskrant 28 september 1985.

de Volkskrant 12 oktober 1985.

de Volkskrant 9 november 1985

de Volkskrant 16 november 1985.

Catalogus tent. Foto ’86, Amsterdam (Stichting Amsterdam Foto) 1986, p. 134.

de Volkskrant 15 maart 1986.

de Volkskrant 5 april 1986.

De Groene Amsterdammer 9 april 1986.

Student september 1986, p. 7.

Catalogus tent. Kunst over de vloer. Foto . Video . Installaties. Entrepôtdok Amsterdam 15/27 september 1987, Amsterdam (Stichting Kunst over de Vloer) 1987, p. 29-31, 201.

de Volkskrant 21 februari 1987.

Catalogus tent. Geliefde personen, Plaatwerk 4 (maart 1988) 22/23, p. 12.

Rudy Kousbroek (tekst), 66 Zelfportretten van Nederlandse fotografen, Amsterdam (Nicolaas Henneman Stichting) 1989, afb. 41.

Thea Menema (red.), The youth of the Netherlands. A sketch, Leiden (Stichting voor het Kind. Stichting Kinderpostzegels Nederland) 1989, p. 58, 86-87.

H. d’Ancona en J.G.M. Aalders (voorw.), Ruimte voor architectuur. Nota architectuurbeleid, Den Haag (SDU) 1991, p. 140-141.

Catalogus tent. Dieren, dood en levend, Oss/Deurne (Gemeentelijk Museum Jan Cunen/Museum de Wieger) 1993, p. 14.

Catalogus tent. Morgen gemaakt. Kunstenaars en fotografie in het huidige ‘fin de siecle’, zomer 1993, Amsterdam (Arti et Amicitiae) 1993, z.p.

Eddie Marsman e.a, Ergens, thuis, Groningen (Stichting Fotografie Noorderlicht) 1993, p. 12-13.

Forum. Maandblad voor architectuur en gebonden kunsten 37 (1993) 1, p. 40-41.

Frans Bosman, Aarsmans persoonlijke prenten van Amsterdam, in Het Parool 5 mei 1993.

Bert Ockers (samenstelling), Leven in Nederland. Twintig jaar fotografie in opdracht, Arnhem (Nederlands Openluchtmuseum) 1994, p. 31, 35-35.

Taco Anema e.a. (red.), 50 Jaren fotografie. GKf 1945-1995, Amsterdam (De Verbeelding) 1995, p. 150-151, 196, 198.

Catalogus tent. Foto’s voor de stad. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1992-1994, Amsterdam (Gemeentearchief) 1995, p. 7.

Hans Stoovelaar (samenstelling), Doorvaart gestremd. Honderd jaar Amsterdamse bruggen in het nieuws, Amsterdam (Amsterdam Publishers) 1995, p. 55.

Leo Adriaenssen, Een dwarse buurt. Het herscheppingsverhaal van de Staatsliedenbuurt en Frederik Hendrikbuurt in 1971-1996, Amsterdam (Wijkcentrum Staatslieden-Hugo de Grootbuurt) 1996, p. 23.

Catalogus tent. Fotodiffusione ’96 – Olanda. Mostra e incontri dedicati alla fotografia in Olanda, z.p. [Turijn] (Fondazione Italiana per la Fotografia) 1996, p. 26.

Siebe Swart, Panorama van Amsterdam, Amsterdam (De Verbeelding) 1996, omslag (achterzijde).

Jaarverslag 1996 Prins Bernhard Fonds en Anjerfondsen, omslag, na p. 8, na p. 16, na p. 24, na p. 28, na p. 40, na p. 44, na p. 60.

Catalogus tent. Another & Another & Another Act of Seeing (Urban Space), Antwerpen (Desingel International Arts Centre) 1997, p. 38-43.

Catalogus tent. Bilder. Nr. 136, Austauschausstellung. Fotogalerie Wien – Galerie Fotomania/Rotterdam, [etc.], Wien (Verein zur Förderung Künstlerischer Fotografie) 1997, ongepag.

Ian Jeffrey, The photography book, Londen (Phaidon) 1997, p. 4 (idem Nederlandse ed.: Het fotoboek, Bussum (THOTH) 2000).

Bas Vroege, Deanna Herst en Hanrik Barends (samenstelling), Groningen A-Z in foto’s, Edam (Paradox) 1997, ongepag.

De Revisor (1999) 6, omslag, p. 4, 22, 73.

Carel Kuitenbrouwer (hoofdred.), The Dublin Statement on the Process of Strengthening of the United Nations Human Rights Treaty Body System, Eindhoven (Lecturis) 2000, p. 3, 10-11, 16, 19, 40, 42 (serie: Lecturis 26)

Loek van der Molen, Plaatwerk 1983-1989, in Frits Gierstberg (red.), Positions, attitudes, actions. Engagement in de fotografie = Social and political commitment in photography, Rotterdam (Nederlands Foto Instituut) 2000, p. 277-289.

Veilingcatalogus Dutch photography 1900-2000, maandag 27 november 2000, Amsterdam (Glerum Auctioneers) 2000, lot 188-189.

Catalogus tent. Fra de hollandske lavlande. Virkelighed og kunst, 1960-2001 = From the low countries. Reality and art, 1960-2001, Kopenhagen (Udstillingsbygningen ved Charlottenborg) 2001, p. 68-73.

Patricia van der Lugt en Kim Thehu (eindred.), Waarschijnlijk. Moments which I intend to remember, z.p. [Heerlen] (Stadsgalerij Heerlen) 2001, ongepag.

NRC Handelsblad 22 maart 2002.

Jurriaan van Kranendonk (red.), First focus. De collectie fotografie van de Haagse Hogeshool, z.p. (Dienst Communicatie & Marketing van de Haagse Hogeschool) 2005, p. 25, 30-31.

Oase. Tijdschrift voor architectuur (2005) 67, p. 65-79.

Eisse Kalk, Bouwmeesters met draagvlak. Architectenbureau Van Stigt, Amsterdam (Stichting Agora Europa) z.j. [2006], p. 101.

Daniel Koning en Bernd Wouthuysen (samenstelling), Teder, z.p. [Amsterdam] (Lubberhuizen), 2006, ongepag.

Catalogus tent. Local, el fin de la globalización, Madrid (Comunidad de Madrid, Consejería de Cultura y Deportes) 2007, p. 49-53.

AD/Groene Hart 6 april 2009.

Opdrachten

(na het jaar staat vermeld de opdrachtgever en tussen haakjes het onderwerp en/of het doel waarvoor de foto’s zijn gemaakt)

1982 Rijksmuseum Amsterdam, afdeling Nederlandse Geschiedenis (opdracht samen met Oscar van Alphen en Harry Meijer: Kerk in verandering).

1984 Amsterdams Fonds voor de Kunst (Openbare rituelen).

1986 Ministerie van WVC (opdracht samen met Marrie Bot en Jannes Linders: toneel- en operagezelschappen tijdens Holland Festival 1986).

1987 Stichting Kunst over de Vloer, Amsterdam (opdracht samen met 36 andere kunstenaars: Kunsttoepassingen in woon- en werkruimtes van het Entrepôtdok).

1989 Prins Bernhard Fonds (opdracht samen met Teun Hocks, Jannes Linders, Paul de Nooijer, Erwin Olaf, Laura Samsom-Rous, Henk Tas en Hannes Wallrafen: De subsidiesectoren van het fonds).

1990 Technische Universiteit Eindhoven (Stadslandschappen in Oost-Duitsland).

1991 Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, Dirksland (opdracht samen met Marrie Bot: Kunsttoepassingen voor het interieur van het ziekenhuis).

1993 Antwerpen Culturele Hoofdstad van Europa (opdracht n.a.v. Antwerpen 93. Culturele Hoofdstad van Europa).

1993 Rotterdamse Kunstsstichting i.k.v. AIR-Alexander (opdracht samen met andere fotografen, architecten, filmers en schrijvers: De Alexanderpolder, waar de stad verder gaat).

2002 SKOR (opdracht om voor het Christelijk sanatorium Den Eik te Zeist een kunstwerk te ontwerpen).

2002 Stichting Stedelijke Fotografie Utrecht (SFU) (opdracht samen met Andrea Stultiens: thema 365 jaar Universiteit Utrecht in beeld).

2003 STAM (toekomstige stadsmuseum) (Onzichtbaar Gent).

Secundaire bibliografie

(publicaties over de fotograaf en/of zijn werk)

Bas Roodnat, Gelovig Nederland in honderd foto’s. Rijksmuseum laat vaderlandse geschiedenis met de camera bijhouden, in NRC Handelsblad 6 januari 1984.

LK, Kerk in verandering, in Perspektief (juli/september 1984) 17, p. 46-47.

M.S., Hans Aarsman, in de Volkskrant 5 april 1986.

Anoniem, Openbare rituelen, in De Groene Amsterdammer 9 april 1986.

Anneke van Veen e.a. (tekst), Foto’s voor de stad. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1983-1985, in Fodor. Tweemaandelijks tijdschrift voor beeldende kunst in Amsterdam 5 (mei/juni 1986) 3, p. 3-4.

Mariëtte Haveman, Reportagefotografie: het belang van de stad (1985), in Fodor. Tweemaandelijks tijdschrift voor beeldende kunst in Amsterdam 5 (mei/juni 1986) 3, p. 5-10, 12-13 (met foto’s).

Anoniem, Biografieën, in Fodor. Tweemaandelijks tijdschrift voor beeldende kunst in Amsterdam 5 (mei/juni 1986) 3, p. 42.

Willem Ellenbroek, Amsterdam in vijftien beeldverhalen. Gemeentearchief laat foto-opdrachten zien, in de Volkskrant 1 mei 1986.

Ton Hendriks en Josephine van Bennekom, The Limits of Freedom. Photographers’ experiences with documentary commissions = De beperkingen van de vrijheid. Ervaringen van fotografen met documentaire opdrachten, in Perspektief (1987) 28/29, p. 18-23.

Catalogus Fototentoonstelling Holland Festival, in Foto (juni 1987) 6, bijlage, ongepag. (met foto’s).

Hripsimé Visser, Documentaire en monumentale foto-opdrachten in Nederland na 1945, in Perspektief (juni 1987) 28/29, p. 115-121.

Josephine van Bennekom, Fotografie, in De Groene Amsterdammer 17 juni 1987.

Arend Evenhuis, Ik wil geen mensen meer. Fotograaf Hans Aarsman en de sprong naar grootbeeld, in Trouw 3 augustus 1987.

Eddie Marsman, Hollandse taferelen. Hans Aarsman. “Nostalgie is haat tegen je eigen tijd”, in Foto 43 (maart 1988) 3, p. 24-33 (met foto’s).

Ellen Kok, Een fotografische Odyssee, in NRC Handelsblad 12 september 1988.

Willem Ellenbroek, Een zigeuner-fotograaf met een panoramische blik op het land, in de Volkskrant 20 december 1988.

Catalogus Foto Biennale Enschede 1989. Engelse en Nederlandse fotografie, Enschede (Stichting Foto Biennale Enschede) 1989, p. 38-39, 60.

Wim Jansen en Arjen Ribbens, Wat overblijft is het gefotografeerde, in Trouw 28 januari 1989.

Anoniem, Reisfoto’s, vrouwen en kunst, sensogrammen, in Dagblad Tubantia 16 maart 1989.

Ton Hendriks, Hollandse taferelen. De zwerftocht van Hans Aarsman = Dutch scenes. Hans Aarsman’s trip across Holland, in Perspektief (juli/augustus/september 1989) 36, p. 24-33 (met foto’s).

Hans Steketee, Het raadsel van de bollenvelden. Hans Aarsman fotografeert Nederland, in NRC Handelsblad 1 september 1989, Supplement, p. 9.

Frits Baarda, Hans Aarsman ziet wat andere fotografen niet willen zien, in Het Vrije Volk 14 september 1989.

Catalogus tent. Oppositions. Commitment and cultural identity in contemporary photography from Japan, Canada, Brazil, The Soviet Union and The Netherlands, Rotterdam (Uitgeverij 010) 1990, p. 45, 52-54, 140 (met foto’s).

Lisette Pelsers, Hans Aarsman ongeslepen diamant onder fotografen, in Twentse Courant 18 april 1990.

Margot Engelen, Literatuur tegen fotografie. Raster 49/1990, in NRC Handelsblad 5 juni 1990.

Vera Illés, Hans Aarsman. Fotografie Biënnale Rotterdam, in Elsevier 46 (25 augustus 1990) 34, p. 95-97 (met foto’s).

Catalogus Fotofestival Naarden 18 mei t/m 9 juni 1991, Bilthoven (Stichting Fotofestival Naarden) 1991, p. 28-29, 64.

Nederlandse Kunst Rijksaankopen 1990, Den Haag (Rijksdienst Beeldende Kunst) 1991, p. 46-47.

Linda Roodenburg, Hans Aarsman, in Andreas Müller-Pohle (red.), European Photography Award 1991, Gottingen (European Photography) 1991, p. 8-11.

Hans Steketee, Verzet tegen het instinctief mooie foto’s maken, in NRC Handelsblad 12 januari 1991.

Anoniem, Colpaert, Aarsman, De Forest, in Arnhemse Courant 1 maart 1991.

Marianne Vermeijden, Het uitstel van de herkenning. Hans Aarsman fotografeerde het alledaagse in straten van Oost-Duitsland, in NRC Handelsblad 4 april 1991.

Anoniem, Fotofestival Naarden 18 mei-9 juni, in Focus (mei 1991) 5, p. 3, 28-29.

Linda Roodenburg, East Germany. Hans Aarsman, in Perspektief (mei 1991) 41, p. 52-57, 86 (met foto’s).

Maartje van den Heuvel en Anneke van Veen (samenstelling), Foto’s voor de stad. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1972-1991 / Leontine Coelewij, Haro Plantenga en Anneke van Veen (samenstelling), Foto’s voor de stad. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1989-1991, Amsterdam (Gemeentearchief Amsterdam) 1992, ongepag.

Linda Roodenburg, Fotowerk. Fotografie in opdracht 1986-1992, Rotterdam (Uitgeverij 010) 1992, p. 19, 26, 28, 33, 43, 56, 106-109, 135, 144, 149, 155, 158, 162.

Rianne van Dijck, Hripsimé Visser. Interview, in Foto 47 (maart 1992) 3, p. 30-33.

Daniel Koning en Willem Kuipers, Foto’s zonder standpunt, zonder keuze, in de Volkskrant 14 maart 1992.

Jan Van Broeckhoven (coördinatie), Antwerpen 93. Een stad gefotografeerd = A city in photographs, Wommelgem (Blondé) 1993, p. 99-127, 163 (met foto’s).

Iris Dik (red.), Ver = Hier. Uit de collectie van het Nederlands Fotomuseum, Sittard, Sittard (Nederlands Fotomuseum) 1993, p. 10-11, 29.

Paul Groot, Het fin de siecle, van een negentiende eeuwse pathologie maar een twintigste eeuws archetypisch deja-vu, in Margriet Kruyver e.a., Morgen gemaakt. Kunstenaars en fotografie in het huidige ‘fin de siecle’, zomer 1993, Amsterdam (Arti et Amicitiae) 1993, ongepag.

Nederlandse Kunst Rijksaankopen 1992, Den Haag (Rijksdienst Beeldende Kunst) 1993, p. 44-45.

Betty van Garrel, Ik heb een plastic zak gezien. Amsterdamse foto’s van Aarsman, in NRC Handelsblad 16 april 1993.

Willem Ellenbroek, In Aarsman’s Amsterdam is geen vuiltje aan de lucht, in de Volkskrant 23 april 1993, Kunst & Cultuur, p. 3.

Johan de Vos, Nogal onfatsoenlijk maar zeker verleidelijk. Over de onvergetelijke foto’s, Amsterdam/Leuven (Mets/Kritak) 1994, p. 156-157.

Anoniem, Hans Aarsman hangt camera aan de wilgen, in de Volkskrant 18 februari 1994.

Peter Sierksma, ‘Het is heel simpel: ik ben uitgegoocheld met symbolen’, in Trouw 1 april 1994.

Ton Hendriks, Beeldspraak. Fotografie als visuele communicatie, Amsterdam (Focus) 1995, p. 94.

Hans Goedkoop, Als een afgeschreven satelliet. Oesterachtig debuut van Hans Aarsman, in NRC Handelsblad 31 maart 1995.

Eddie Marsman, Honderd kiekjes uit het dagelijks leven, in NRC Handelsblad 10 juni 1995.

Anoniem, Noorderlicht, in Nieuwsblad van het Noorden 20 oktober 1995.

Gerard Berends, Door reiskoorts bevangen. Tocht door Groningen, Overijssel en Azië levert inspiratie op, in Drentse Courant 1 december 1995.

Jan Koekebakker (eindred.), Werk. De Randstad fotocollectie 1988-1995 = Work. The Randstad Collection of Photographs 1988-1995, Amsterdam (Randstad Holding) 1996, p. 14-15, 86, 114.

Hripsimé Visser (red.), 100 x Foto. 100 Foto’s uit de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam, Amsterdam (Stedelijk Museum Amsterdam) 1996, p. 202, 204-205.

Eddie Marsman, Boeken, in NRC Handelsblad 24 februari 1996.

Noor Hellmann, Een suppoost beziet de wereld als een fotograaf, in NRC Handelsblad 6 maart 1996.

Jop van Bennekom, To close to comfort, in Paul Hefting en Karel Martens (red.), View to the future, Maastricht (Jan van Eyck Academie) 1997, p. 87-104.

Hripsimé Visser, The magic of realism, in Annette W. Balkema en Henk Slager (red.), The photographic paradigm, Amsterdam etc. (Rodopi) 1997, p. 166, 168 (serie: Lier en Boog. Series of philosophy of art and art theory 12).

Anoniem, Bestel nu: Unieke postkaarten, in Prins Bernhard Fonds en Anjerfondsen herst 1997, ongepag.

Linda Roodenburg (samenstelling), PhotoWork(s) in progress II/Constructing identity, Gent/Rotterdam (Snoeck-Ducaju/Nederlands Foto Instituut) 1999, p. 10, 13-45, 111 (met foto’s).

Martijn van Niewenhuizen en Hripsime Visser (red.), For Real, Voorstel Gemeentelijke Kunstaankopen 1999-2000, Amsterdam/Rotterdam (Stedelijk Museum/NAi Uitgevers) 2000, p. 8-9, 64, 72-75, 120 (met foto’s).

Mirelle Thijsen, Humanistische fotografie en het geluk van de alledaagsheid. Het Nederlandse bedrijfsfotoboek 1945-1965, Utrecht (Universiteit Utrecht) 2000 (Proefschrift Universiteit Utrecht).

Veilingcatalogus Modern and Contemporary Art Including Photographs, woensdag 6 december 2000, Amsterdam (Sotheby’s) 2000, lot 502.

Paul Arnoldussen, Olie & Aarsman, in Het Parool 29 januari 2000, PS van de Week, p. 48-55.

Martin Schouten, Eigenwijs in het kwadraat, in de Volkskrant 14 juni 2000.

Inge Henneman e.a., Het archief van de verbeelding, Antwerpen (FotoMuseum Provincie Antwerpen/Mercatorfonds) 2002, p. 105, 123.

Wim van Sinderen, Fotografen in Nederland. Een anthologie 1852-2002, Amsterdam/Gent/Den Haag (Ludion/Fotomuseum Den Haag) 2002, p. 18-19.

Mirelle Thijsen, Het bedrijfsfotoboek 1945-1965. Professionalisering van fotografen in Nederland, Rotterdam (Uitgeverij 010) 2002, p. 196, 208-209 (met foto’s).

Frederike Huygen, Foto’s zonder stijl of handschrift, in Het Financieele Dagblad 2 augustus 2003.

Arnoud Holleman, Making Ghent visible, in Open. Cahier on art and the public domain (2004) 7, p. 188.

Bert Danckaert, Gent gezien door een Nederlandse fotograaf. Hans Aarsman ontdekt bizarre charmes van een Vlaamse stad, in De Tijd 2 april 2004.

Merel Bem, Liefdevolle objectiviteit, in de Volkskrant 22 september 2004.

Jet Baruch e.a., Document Nederland. Nederland gefotografeerd 1975-2005, Zwolle (Uitgeverij Waanders bv.) 2005, p. 147-153, 450 (met foto’s).

Catalogus tent. In sight. Contemporary Dutch photography from the collection of the Stedelijk Museum, Amsterdam, Amsterdam (Stedelijk Museum) 2005, p. 13-14, 22-29 (met foto’s).

Sandra Smallenburg, Hans Aarsman: ‘Alsof je gewoon door een raam kijkt’, in NRC Handelsblad Magazine juli 2005, p. 66-67.

Gijsbert van der Wal, Aarsman ziet ten minste zeven waarheden, in NRC Handelsblad 4 november 2005.

Frits Gierstberg (red.), Dutch dare. Comtemperary photography from the Netherlands, Rotterdam (NAi Publishers) 2006, p. 24.

Govert Grosfeld, Koekje erbij, Kop en schotels van Hans Aarsman in het Christelijke Sanatorium Den Eik in Zeist, in Liesbeth Melis (red.), Kunst als Medicijn / Volksgezondheid, Amsterdam (SKOR) 2006, p. 49-50 (serie: SKOR kunstprojecten deel 2).

Martin Parr en Gerry Badger, The Photobook. A History volume II, Londen/ New York (Phaidon Press) 2006, p. 58, 68, 72, 209, 232-233.

Harmen Bockma, Aarsman geeft foto’s weg via internet, in de Volkskrant 2 mei 2006.

Nora Sinnema, Gratis foto’s van Hans Aarsman op internet, in Brabants Dagblad 3 mei 2006.

Machteld van Hulten, Moeten fotografen hun foto’s gratis aanbieden via internet?, in de Volkskrant 3 mei 2006.

Herien Wensink, Is een printje van een foto kunst?, in NRC Handelsblad 5 mei 2006, p. 14.

Erik Eelbode, Verwante disciplines, in FotoMuseum Magazine 11 (oktober 2006), p. 102-103.

Anoniem, Kasteel voor Vrije Woord wint wedstrijd, in NRC Handelsblad 20 oktober 2006.

Flip Bool e.a. (red.), Nieuwe geschiedenis van de fotografie in Nederland. Dutch Eyes, Zwolle (Waanders i.s.m. Stichting Fotografie in Nederland) 2007, p. 27, 223-224, 226, 234, 236, 248-250, 256, 285, 378, 405, 420, 446-447, 449, 503, 506, 520 (met foto’s) (idem Engelse editie: A critical history of photography in the Netherlands. Dutch Eyes).

Anoniem, Hans Aarsman: Vrrooom! Vrrooom!, in NRC Handelsblad 2 februari 2007.

Hanne Reus, Een 8 voor fotografie, in Het Parool 27 november 2007, p. 14.

Anoniem, Hans Aarsman’s images free of charge, in FOAM magazine (winter 2007) 13, p.154.

Flip Bool, Duitsland sinds 1945 door het oog van Nederlandse fotografen, Breda (Avans Hogeschool) 2008, p. 55-57.

Maartje van den Heuvel en Tracy Metz, Nature as artifice. New Dutch landscape in photography and video art, Rotterdam (NAi Publishers) 2008, p. 15-18, 20-33, 284 (met foto’s).

Maarten Dings, Joachim Naudts en Egon Herreweghe, Interview: Hans Arasman. No photo is larger than life, in Extra [tijdschrift van FotoMuseum Antwerpen] (2008) 2, p. 72-77.

Anoniem, Liever een foto van een expressoapparaat dan een kopje koffie, in NCR Handelsblad 19 juli 2008.

Vincent Kouters, Carly Wijs is ideale vertolkster van monoloog Hans Aarsman, in de Volkskrant 18 september 2008.

Anoniem, Hans Aarsman. Niemand kan het, in Kunstkalender oktober 2008, p. 15.

Hripsimé Visser en Rik Suermondt, Fotografie in het Stedelijk. De geschiedenis van een collectie, Amsterdam/Rotterdam (Stedelijk Museum Amsterdam/NAi Uitgevers) 2009, p. 215, 265-266, 270, 284, 287, 291.

Mart Moorman, Interview Hans Aarsman. ‘Er komen per week 20.000 foto’s langs bij de redacties’, in Het Parool 18 maart 2009, PS, p. 99.

Jan Tromp, Schijnheilige fotografie. Interview Hans Aarsman, schrijver over foto’s, in de Volkskrant 21 maart 2009, Het Vervolg, p. 34-35.

Jeroen Vullings, ‘Dit is een foto’. De Aarsman collectie, in Vrij Nederland 18 april 2009, p. 61.

Stefan Kuiper, “Ik wil de fotografie opengooien”. Interview met Hans Aarsman, in De Groene Amsterdammer 133 (29 april 2009) 18.

Ronald Ockhuysen, Profiel kunstfotografie. ‘Vijf beelden maken, dat is schilderij spelen’, in Het Parool 6 mei 2009, PS, p. 7.

Mischa Cohen, De verbazing wint. Fotodocument Aarsman kiest foto’s, in Vrij Nederland 9 mei 2009, p. 46.

Merel Bem, Foto’s voor de lol, in de Volkskrant 14 mei 2009, Kunst, p. 24-25.

Sandra Smallenburg, Stedelijk Museum koopt foto’s van amateurs, in NRC Handelsblad 15 mei 2009, p. 1.

Sarah Saarberg, Hans Aarsman ziet wat jij niet ziet, in Topics juni 2009, p. 26-27.

Jan Hertoghs, Pleidooi voor rode oogjes. Hans Aarsman haat mooie foto’s, in Humo (16 juni 2009) 25, p. 140-145.

Rosan Hollak, Groeten uit Tilburg. Hans Aarsman en Ria van Dijk over amateurfotografie en kunst, in NRC Handelsblad 19 juni 2009, Cultureel Supplement, p. 4-5.

Rosan Hollak, 73 jaar in de roos. Amateurschietfoto’s in serie over onbevangenheid, in NRC Handelsblad 23 juni 2009.

Rosan Holla, Groeten uit Tilburg. Hans Aarsman en Ria van Dijk over amateurfotografie en kunst, in NRC Handelsblad 23 juni 2009, Cultureel Supplement, p. 4-5.Anoniem, Tien gezichten van Den Bosch op Dag van de Architectuur, in Brabants Dagblad 24 juni 2009.

Geert Sels, De camera richten en pats erop, in De Standaard 25 september 2009.

Arno Haijtema, Klikklak-verlangen. Tijdschrift Useful photography, in de Volkskrant 25 september 2009.

Anoniem, Er valt veel te lachen om heel veel herkenbaars, in Provinciale Zeeuwse Courant 26 oktober 2009.

Anoniem, Hoofdprijs voor gerecyclede Spaanse vis, in De Gooi- en Eemlander 27 oktober 2009.

Hans den Hartog Jager, Alles behalve gelikt. Jonge fotografen geven fotografie een nieuw gezicht, in NRC Handelsblad 9 april 2010, Cultureel Supplement.

Rosan Hollak, Willem van Hanegem, oprechte amateur? Over fotografie, in NRC Handelsblad 30 april 2010.

Lidmaatschappen

GKf 1982-1986.

Jury The Photo Academy Award 2009, een internationale fotocompetitie voor laatstejaars studenten en net afgestudeerde fotografen van alle Nederlandse en Vlaamse academies.

Jury fotowedstrijd met als thema ‘Een betere wereld begint heel dichtbij’, uitgeschreven door de Triodos Bank, 2009.

Jury Kleine Hans, ‘de fotoprijs voor niet-pretentieuze fotografie’, samen met Hans van der Meer, Hans Eijkelboom, Hans Samsom en Hans Wolf, 2007-2009.

Onderscheidingen

1968 Eerste prijs, zomerfotowedstrijd Na Vijfen.

1993 Maria Austria Prijs.

2009 Best verzorgde boeken 2008, uitgaven Special Interest (voor Useful Photography #008).

Tentoonstellingen

1977 (e) Amsterdam, Galerie de Fotovriend, Liftend door Europa.

1982 (e) Amsterdam, Galerie Interactie, Ouders op bezoek.

1983/1984 (g) Amsterdam, Rijksmuseum, Kerk in verandering.

1985 (e) Amsterdam, De Moor, Public Relations.

1986 (e) Amsterdam, Hollandse Hoogte, Openbare rituelen.

1986 (g) Amsterdam, Museum Fodor, Foto’s voor de stad. Documentaire foto-opdrachten 1983-1985 (Foto ’86).

1986 (e) Berlijn, Galerie im Wedding.

1987 (g) Aalsmeer, Oude Raadhuis, Hans Aarsman Stadsbomen, Theo Baart Pays de Bray, André-P Lamoth Ecce.

1987 (g) Amsterdam, Entrepôtdok, Kunst over de vloer.

1987 (g) Amsterdam, Hollandse Hoogte, Zwart/wit [foto-tentoonstelling i.k.v. van de manifestatie Culture in Another South Africa (CASA)].

1987 (g) Amsterdam, Stopera, Ons publiek (Holland Festival).

1987/1988 (g) Aalsmeer, Oude Raadhuis, [Hans Aarsman – Stadsbomen, Theo Baart – Pays de Bray, André-P. Lamoth – Ecce].

1988 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Geliefde Personen. Foto’s van de GKf. Beroepsvereniging van fotografen.

1988/1989 (e) Amsterdam, Stedelijke Museum, Hollandse taferelen.

1989 (g) Amsterdam, De Moor, Mijn belangrijkste foto van 1989.

1989 (g) Enschede, Rijksmuseum Twenthe, Derde Fotobiennale Enschede.

1989 (g) Groningen, USVA Galerie, Origineel in kleur [Hans Aarsman, Taco Anema en Hannes Wallrafen].

1989 (e) Nordhorn, Städtische Galerie Nordhorn, Der Landstreicher hat eine Kamera [De landloper heeft een camera].

1990 (e) Amsterdam, Lascaux Galerie, Hans Aarsman.

1990 (e) Enschede, Fotogalerie Objektief, Hans Aarsman.

1990 (g) Rotterdam, Voormalig hoofdkantoor Holland Amerika Lijn, Oppositions. Commitment and cultural identity in contemporary photography from Japan, Canada, Brazil, The Soviet Union and the Netherlands (Fotografie Biënnale Rotterdam II).

1991 (g) Amsterdam, RAI, Repositioning documentary (KunstRAI 91).

1991 (g) Arnhem, Galerie Steven Lingbeek, Erik Colpaert, Hans Aarsman, Kevin de Forest.

1991 (e) Eindhoven, Technische Universiteit, [daarna reizend door Duitsland en Oostenrijk].

1991 (e) Naarden, [half op de oever, half in het water van de vestinggrachten], Monument voor de onmogelijke liefde (Fotofestival Naarden).

1991 (e) Naarden, Stadhuiszolder, Hans Aarsman (Fotofestival Naarden).

1992 (g) Amsterdam, Beurs van Berlage, Fotowerk, fotografie in opdracht 1986-1992.

1992 (g) Amsterdam, De Moor, Mijn belangrijkste foto van 1991.

1992 (g) Amsterdam, Museum Fodor, Foto’s voor de stad. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1972-1991.

1993 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, Morgen gemaakt.

1993 (g) Antwerpen, Museum voor Fotografie, Antwerpen 93: Een stad gefotografeerd / a city in photographs.

1993 (g) Groningen, Der Aa-kerk, Home/Thuis (fotomanifestatie Noorderlicht).

1993 (g) Rotterdam, Galerie Fotomania, 15x recent werk.

1993 (g) Rotterdam, Kunsthal, [tentoonstelling van resultaten van de opdrachten verleend door de Rotterdamse Kunststichting i.k.v. AIR-Alexander].

1993/1994 (e) Amsterdam, Stedelijk Museum, Hans Aarsman: Maria Austriaprijs 1993.

1993/1994 (g) Sittard, Nederlands Fotomuseum, Ver = Hier.

1994 (g) Amsterdam, Beurs van Berlage, Ik en de ander.

1994 (g) Arnhem, Nederlands Openluchtmuseum, Leven in Nederland. Twintig jaar fotografie in opdracht.

1995 (g) Amsterdam, Gemeentearchief Amsterdam, Foto’s voor de stad. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1992-1994.

1995 (g) Antwerpen, Provinciaal Museum voor Fotografie, Nogal onfatsoenlijk, maar zeker verleidelijk.

1995 (e) Groningen, Centrum voor Architectuur en Stedebouw, Wereldreiziger 1 t/m 12. Observaties van Hans Aarsman.

1995 (g) Rotterdam, Galerie Fotomania, De Concurrenten [Henze Boekhout, Hans Aarsman en Wout Berger].

1995 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, Lichtjaren. 50 Jaar GKf-fotografie.

1995 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, Nogal onfatsoenlijk, maar zeker verleidelijk.

1996 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, 100 Foto’s uit de collectie / 100 Photographs from the collection.

1996/1997 (g) Amsterdam, De Balie, Circumstantial Evidence [Henze Boekhout, Hans Aarsman en Wout Berger].

1997 (g) Antwerpen, Desingel International Arts Centre, Another & Another & Another Act of Seeing (Urban Space).

1997 (g) Wenen, Fotogalerie Wien, [Bilder. Nr. 136, Austauschausstellung. Fotogalerie Wien – Galerie Fotomania/Rotterdam]

1998 (g) Den Dolder, Het Vijfde Seizoen, [expositie n.a.v. opening van kunstenaarsverblijf Het Vijfde Seizoen].

1999 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Shifting views: foto’s uit de collectie.

2000 (g) Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum, Stadsfietsen.

2000 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, For Real.

2000 (g) Parijs, Paris Photo [presentatie Galerie Van Kranendonk].

2000 (g) Rotterdam, MKgalerie, Van/voor.

2000 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, België-Holland, Holland-België. Voetbal in de Lage Landen].

2000 (g) Slootdorp, Galerie Art & Project, ‘De verloren zoon en zijn meereizende vriend’ [Hans Aarsman en Emo Verkerk].

2001 (g) Amsterdam, Huis Marseille, Fotografie uit de KPN collectie.

2001 (g) Den Haag, Galerie Van Kranendonk, Intimate spaces. Foto’s van: Hans Aarsman, Wout Berger, Nick Bick, Wijnanda Deroo, Bertien van Manen, Uli Martens, Maarten Wetsema.

2001/2002 (g) Heerlen, Stadsgalerij Heerlen, Waar/schijn/lijk. Moments which I intend to remember.

2002 (g) Parijs, Paris Photo 2002 [presentatie Galerie Van Kranendonk].

2002 (g) Rotterdam, Nederlands Fotomuseum, Nabeelden, een tentoonstelling over fotografie zonder foto’s.

2002 (g) Schiedam, Stedelijk Museum Schiedam, De Grote Hoop: Nederlandse kunst 1960-2001.

2002 (g) Utrecht, Universiteitsmuseum Utrecht, “Op zoek naar de werkelijkheid”[Andrea Stultiens en Hans Aarsman].

2002/2003 (g) Den Haag, Fotomuseum Den Haag, Fotografen in Nederland 1852-2002.

2003 (g) Amsterdam, Galerie Ferdinand van Dieten, Verhoogde aandacht.

2003 (g) Den Haag, Fotomuseum Den Haag, Mortalis. Het beeld van de dood in de fotografie.

2003 (e) Den Haag, Galerie Van Kranendonk, “Vooral Vrouwen”.

2003 (g) Heerlen, Stadsgalerij Heerlen, Nabeelden, een tentoonstelling over fotografie zonder foto’s.

2003 (g) Oss, Museum Jan Cunen, Van Andriesse tot De Zwart. Werk op papier uit de collectie.

2003 (g) Rotterdam, Nederlands Fotomuseum, Vrrooom! Vrrooom! [expositie samengesteld uit collectie Hans Aarsman, incl. foto’s van hemzelf].

2003 (g) Rotterdam, Rotterdam Cruise Terminal, Art Rotterdam 2003 [presentatie Galerie Van Kranendonk: Hans Aarsman, Wout Berger en Noor Damen].

2004 (g) Amsterdam, Amsterdams Centrum voor Fotografie, Roots. Wij blijven hier.

2004 (e) Gent, Bijlokemuseum, Onzichtbaar Gent.

2005 (g) Chicago, The Art Institute of Chicago, In Sight. Contemporary Dutch Photography from the Collection of the Stedelijk Museum, Amsterdam.

2005 (g) Rotterdam, Nederlands Fotomuseum, Foto’s uit de polder.

2006 (e) Birmingham, International Project Space. Bournville Centre for the Visual Arts, Useful Birmingham.

2007 (e) Groningen, NP3-tentoonstellingsruimte [Hofstraat 21], FOT_OS.

2007 (g) Madrid, Canal de Isabel II. Sala de Exposiciones, Local. El fin de la globalización.

2008 (g) Gent, De Zaal, Een foto zegt meer dan 1000 woorden.

2008 (e) Londen, The Photographers’ Gallery, Photography against consumerism.

2008 (g) Otterlo, Kröller-Müller Museum, Nature as Artifice. Nieuw Nederlands landschap in fotografie en videokunst [reizende tentoonstelling 2008/2009 (g) München, Neue Pinakothek, Nature as Artifice – Natur als Kunstgriff; 2009 Rochester, George Eastman House, Nature as Artifice. New Dutch Landscape in Photography and Video Art; New York, Aperture Gallery]

2009 (g) Den Bosch, Stadskantoor aan de Wolvenhoek, 10x Den Bosch (Dag van de Architectuur).

2010 (g) Sjanghai, World Expo 2010.

Tentoonstellingen samengesteld door Hans Aarsman

2005 (e) Rotterdam, Nederlands Fotomuseum, De Aarsman Collectie.

2008 (g) Amsterdam, Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond, Niemand kan het.

2008 (g) Haarlem, Galerie 37 Spaarnestad, Er is er één jarig: Anneke Hilhorst/Spaarnestad selectie door Hans Aarsman.

2009 (g) Amsterdam, RAI, Off the Record. Voorstel Gemeentelijke Kunstaankopen 2009 (Art Amsterdam).

2009 (e) Rotterdam, Nederlands Fotomuseum, De Collectie Aarsman #2. Ik zie ik zie.

2010 (g) Amsterdam, Fonds BKVB [Brouwersgracht 276], Hans Aarsman: Het democratische foto-album.

Radio- en televisieprogramma’s

1984 (23 april) Kunst- en vliegwerk, met een verslag van Hans Blankensteijn van de tentoonstelling Kerk in verandering (NCRV radio).

1990 De gulden snede, waarin Hans Aarsman vertelt over zijn fotografie van de afgelopen tien jaar (RVU televisie).

1991 (25 augustus) De gulden snede. Hans Aarsman fotograaf (RVU televisie).

1993 Kunstmest, waain een interview met Hans Aarsman naar aanleiding van de verschijning van het boek en de expositie van Pieter Oosterhuis in het Gemeentearchief Amsterdam (VPRO televisie).

1993 Programma over Antwerpen culturele hoofdstad: Antwerpen, een stad gefotografeerd, a city in photographs, specifiek over Hans Aarsmans bijdrage aan dit boek (BRT televisie).

1993 (27 december) I.S.C.H.A. Ischa Meijer interviewt Hans Aarsman n.a.v. de verschijning van Aarsman’s Amsterdam (VPRO televisie).

1994 Zaal over de vloer. Rik Zaal en cameraman Frans Bromet brengen een bezoek aan Hans Aarsman in zijn huis in Amsterdam (AT5).

1995 (februari) Schuim en as, met een portret van fotograaf/schrijver Hans Aarsman (NCRV radio).

1995 (26 februari) De Plantage, Hanneke Groenteman ontvangt diverse gasten onder wie Hans Aarsman die zijn camera aan de wilgen heeft gehangen en zijn eerste roman Twee hoofden, een kussen heeft gepubliceerd (VPRO televisie).

1995 (2 maart) Teun, vuur, Gijs, waarin een gesprek met Hans Aarsman over zijn debuutroman Twee hoofden, één kussen (VPRO radio).

1995 (30 mei) Passages [De liefde en de lusten]. Een literair discussieprogramma over het thema: de liefde en de lusten, m.m.v. de auteurs Kees van Beijnum en Hans Aarsman (NPS televisie).

1997 (26 maart) Een stuk papier dat de verbeelding op gang houdt. Documentaire over fotografie als kunst waarin interviews met Hans Aarsman, Craigie Horsfield, Wolfgang Tillmans en Johan van der Keuken (VPRO televisie).

1999 (15 december) De Avonden, waarin een gesprek met Hans Aarsman over Jacob Olie (VPRO radio).

1999 (16 december) De Avonden, met Hans Aarsman die de kwaliteit van de fotografie in de stad analyseert (VPRO radio).

2002 (18 mei) De Avonden, met o.a. aandacht voor de werkplek van fotograaf en schrijver Hans Aarsman (VPRO radio).

2004 (7 maart) Ram, met o.a. Hans Aarsman over Onzichtbaar Gent (VPRO televisie).

2005 (10 april) Opium, waarin Hans Aarsman de expositie Breitners Amsterdam in het Amsterdams Historisch Museum bespreekt (AVRO radio).

2005 (26 april) De Avonden, met teksten van Hans Aarsman (VPRO radio).

2005 (8 oktober) Opium, waarin een gesprek met Hans Aarsman (AVRO radio)

2005 (14 oktober) De Avonden, waarin een gesprek met Hans Aarsman (VPRO radio).

2005 (25 oktober) De Avonden, waarin een optreden van Hans Aarsman (VPRO radio)

2006 (15 april) Museumgasten. Actrice Monique van de Ven en fotograaf Hans Aarsman bezoeken het Rembrandthuis n.a.v. de tentoonstelling Zoektocht van een genie (AVRO televisie).

2006 (21 mei) NPS Arena, met o.a. Hans Aarsman (NPS televisie).

2006 (13 september) Desmet Live, waarin Hans Aarsman en Erik Kessels hun ontwerp komen toelichten van een huis voor de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn in (Radio 5).

2006 (9 oktober) De Avonden, met Hans Aarsman over het vrijgeven van copyrights op al zijn foto’s (Concertzender).

2008 (22 juli) Mosselman/Balian/Aarsman, met o.a. Hans Aarsman over zijn expositie Photography against consumerism (VPRO radio).

2008 (3 september) Opium, met ex-fotograaf Hans Aarsman over de expositie die hij samenstelde voor het Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond (AVRO radio).

2009 (4 maart) Opium, waarin een gesprek met Hans Aarsman n.a.v. het verschijnen van het boek Ik zie ik zie (AVRO televisie).

2009 (7 maart) De Avonden. Wim Brands praat met fotojournalist Hans Aarsman n.a.v. het verschijnen van het boek Ik zie ik zie (VPRO radio).

2009 (11 maart) Kunststof. Jelle Brouwer praat met Hans Aarsman n.a.v. het verschijnen van het boek Ik zie ik zie (NPS televisie).

2009 (14 mei) De Avonden. Floortje Smit praat met Hans Aarsman, gastcurator van Off the record (Art Amsterdam) (VPRO radio).

2010 (27 februari) Opium, met o.a. een bespreking van Hans Aarsman van de nieuwste tentoonstellingen- en boeken over fotografie.

Theaterprogramma’s

2001 Ruis, monoloog over Garry Winogrand door Josse De Pauw.

2007 Niemand kan het, monoloog over fotografie vertolkt door Carly Wijs.

Bronnen

Amsterdam, Hans Aarsman.

Den Haag, RKD (Persdocumentatie).

Leiden, Prentenkabinet Universiteitsbibliotheek Leiden, bibliotheek en documentatiebestand.

Leusden, Jan Wingender (collectie nederlands fotoboek).

Collecties

Amsterdam, Randstad Collectie.

Amsterdam, Rijksmuseum.

Amsterdam, Stadsarchief.

Amsterdam, Stedelijk Museum.

Den Haag, Collectie Koninklijke KPN.

Leiden, Prentenkabinet Universiteitsbibliotheek Leiden.

Rotterdam, Nederlands Fotomuseum.

Auteursrechten

De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Hans Aarsman berusten bij Hans Aarsman te Amsterdam.