Frank Scholten
Teresa Lidia Kwiecień
Extract
Frank Scholten gaat de geschiedenis in als de fotograaf die een poging ondernam de gehele Bijbel te visualiseren door middel van de fotografie. Hij begon als amateurfotograaf in Nederland en andere Europese landen en daarna fotografeerde hij tot 1923 in Palestina. De diversiteit aan onderwerpen en vooral de aandacht voor mensen uit alle sociale en religieuze lagen van de bevolking geven een unieke indruk van Palestina.
Zijn fotografie is natuurgetrouw met veel gevoel voor een artistiek resultaat. De waarde van zijn oeuvre ligt in de opmerkelijk moderne manier van fotografisch documenteren. Zijn nalatenschap bestaat uit losse foto’s, twee fotoboeken, fotoalbums, negatieven, correspondentie en documentatie.
Biografie
1881 |
Francois (Frank) Scholten wordt op 30 augustus in Amsterdam geboren als zoon van Petrus Wilhelmus Scholten (1835), commissionair in effecten, chef der firma in effecten Wed. Tjeenk & Co. te Amsterdam en jonkvrouwe Elisabeth Maria Anna Henrietta van Bevervoorden tot Oldemeule. Frank heeft een oudere zuster, Helena Gerardina (geboren op 26 augustus 1876). |
1889 |
Zijn moeder overlijdt. |
1890 |
Scholtens vader trouwt op 16 mei in Baarn met jonkvrouwe Maria Anna Ploos van Amstel (1854). Het gezin woont in Amsterdam. |
1891 |
Het echtpaar krijgt op 9 juli 1891 een dochter, Maria Anna. |
1897 |
Op 2 november wordt een zoon, Petrus Wilhelmus, geboren. |
Op 3 november wordt Frank Scholten uitgeschreven uit het bevolkingsregister van Amsterdam en vertrekt naar Noordwijk-Binnen, waar hij in huis wordt genomen door een zekere P. (?) van Slooten. |
|
1908 |
Scholten vertrekt op 22 december naar Berlijn, waar hij geruime tijd kunst, muziek en filosofie studeert aan het conservatorium. Het is niet duidelijk of hij die studies voltooit. |
1913 |
Frank Scholtens vader overlijdt op 29 augustus in Zeist. |
1914 |
Vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog keert hij vanuit Berlijn terug naar Nederland. |
1920 |
Scholten onderneemt een lange reis door Europa op bedevaart naar Palestina, het uiteindelijke doel van zijn reis. Hij reist via Keulen en Rome. Tijdens zijn verblijf van een paar maanden in Rome fotografeert hij, bezoekt kerken en legt contacten in katholieke kringen. |
1921 |
Aan het begin van het jaar gaat hij via Brindisi en Athene naar Palestina. Hij komt het land binnen via Jaffa, dat wordt gezien als de toegangspoort tot Het Heilige Land. Zo noemt hij ook het eerste deel van zijn later uitgegeven fotoboeken. |
1921-’23 |
Hij verblijft drie jaar in Palestina en reist met zijn camera naar plaatsen van bijbelse betekenis, zoals Jeruzalem, Bethlehem, Haifa, Jericho, Lifta, Magdala, Lydda en Gezer. |
Begin 1923 keert hij terug naar Europa. |
|
1924 |
Op 25 februari opent de tentoonstelling Palestine in Transition in Londen met 2200 foto’s die Scholten in Palestina maakte. De expositie krijgt een overweldigende publiciteit in diverse Engelse en buitenlandse kranten, zoals The Palestine weekly, The Times, The Jewish Guardian, The Universe, Adevërul en in het Nederlandse maandblad Het beloofde land. Ook de Britse fotografische wereld komt de tentoonstelling bekijken. Naar aanleiding daarvan verschijnt een korte reactie in The British journal of photography van 29 februari 1924. Het is de enige keer dat de fotografiewereld aandacht schenkt aan het werk van Scholten. |
1929 |
In november verliest Scholten veel geld door de beurskrach. |
1929-‘31 |
Onder de titel La Palestine Illustrée verschijnen in 1929 de eerste twee delen van een reeks fotoboeken die Scholten wil realiseren. Na de Franse editie volgt in 1930 een Duitse en in 1931 een Engelse uitgave. |
1935 |
Het eerste deel van het fotoboek over Palestina verschijnt in het Nederlands bij Sijthoff in Leiden. De uitgave van het tweede deel zal er niet van komen. |
1939 |
Testamentair legateert Frank Scholten geld aan de gemeente Leiden voor een nog op te richten Frank Scholten Instituut. Het instituut moet zorg dragen voor het voortzetten van zijn werk en voor het beheer van zijn nalatenschap. Alle bezittingen van Scholten worden, samen met zijn fotoarchief, aan het in 1939 opgerichte Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO) nagelaten. Scholten heeft contact met de Nederlandse oriëntalist F.M.Th. Böhl, die zich bezighoudt met onderzoek naar kleitabletten met betrekking tot de Bijbel. Böhl wordt na de oprichting van het NINO in Leiden actief betrokken bij dit instituut. Het is niet uitgesloten dat deze connectie een rol heeft gespeeld in de financiering door Scholten van de oprichting van het NINO. |
1942 |
Frank Scholten overlijdt op 29 augustus in Leiden. |
Beschouwing
“Het betaamt den schrijver, het onderzochte in verband te brengen, de gegevens nauwkeurig te rangschikken en de bijzonderheden van elk gebeurtenis met zorg na te gaan. 2 Mak. 2,31 (Arn).” – citaat uit de apocriefe boeken der Makkabeën uit de Bijbel, gekozen door Scholten als introductie in de Nederlandse boekeditie over Palestina.
Frank Scholten is een totaal onbekende figuur in de fotografiewereld. Dat staat in schril contrast met het belangwekkende fotografische oeuvre dat hij heeft nagelaten. De meeste foto’s maakte Scholten in de jaren twintig van de twintigste eeuw. Zij vormen de basis van zijn later tot stand gebrachte fotoboekenproject om de Bijbel fotografisch te illustreren. Het project was waarschijnlijk een zelfbedacht idee van een man met voldoende financiële middelen die blijkbaar niet behoefde te werken en een betekenis aan zijn leven wilde geven. Scholten beschikte over een reeks van kwaliteiten om een dergelijk overmoedig voornemen te kunnen realiseren, zoals ijver, geduld, doorzettingsvermogen, talenkennis, grote belezenheid in de drie heilige geschriften en kennis van fotografie. Zijn foto’s verraden de hand van een bevlogen amateurfotograaf, de rangschikking van zijn foto’s en documenten daarentegen de werkwijze van een professionele documentalist. Hij voerde een systematische en minutieuze fotoregistratie uit en beheerde en gebruikte zijn beeldmateriaal met grote kennis van zaken.
Tot zijn dood bleef Scholten in de greep van deze onderneming en in zijn testament uitte hij de wens tot voortzetting van het door hem begonnen werk. Hij was vrijgezel en had geen permanent woonadres. Hij bleef zijn gehele leven een rusteloze man, voortdurend op reis en in beweging. Leiden en Katwijk waren de laatste plaatsen waar Scholten woonde voor hij in 1942 ziek werd en in eenzaamheid stierf. Het laatste half jaar voor zijn dood staat gedocumenteerd in een kleine agenda. Elke dag noteerde hij daarin, zoals altijd met potlood en zoals altijd systematisch, op welke dagen hij ziek was en op welke dagen hij beeldmateriaal sorteerde.
Frank Scholten groeide met zijn oudere zus op in een welgesteld katholiek gezin. Volgens eigen zeggen bracht hij een deel van zijn kinderjaren door in Portsmouth, Engeland. Op jonge leeftijd verloor hij zijn moeder. De gezinssituatie veranderde door het hertrouwen van zijn vader en de komst van een halfzus en halfbroer. Direct na de geboorte van de laatste verliet de zestienjarige Frank het ouderlijk huis. Meer gegevens over zijn jeugd en opleiding zijn wellicht te vinden in de nog niet ontsloten privé-correspondentie. Deze maakt deel uit van het fotoarchief van Frank Scholten en bevindt zich in het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO).
In een artikel in het Israelitisches Familienblatt van 9 juli 1931 wordt een tip van de sluier van zijn achtergrond opgelicht: “Frank Scholten wird in Amsterdam geboren, kommt nach Berlin in ein Konservatorium, studiert Musik, Kunst und Literaturgeschichte, wird vom Krieg nach Holland zurückgetrieben, verfällt dem Studium der Bibel und der Suche nach den Motiven, die Sie der Malerei, der Musik und der Soefie gegeben hat, merkt dass so ausgeschöpft dieses Stoffgebiet auch scheint, doch noch keine ungekünstelte und doch künstlerischen Illustration der Bibel existiert, geht nach Palästina…photographiert fünfhunderttausend Bilder.”
Hoe en waar hij leerde fotograferen is onbekend. Hij was waarschijnlijk autodidact.
Scholten leefde in een periode waarin fotograferen technisch binnen ieders handbereik lag, maar nog steeds een dure liefhebberij bleef. Hij behoorde tot de vermogende groep fotoamateurs die een dergelijke dure hobby, inclusief zelfstudie, reizen en fotomaterialen, kon bekostigen uit het familiekapitaal waarvan hij leefde. In zijn correspondentie noemde hij zijn foto’s altijd ‘kieken’. Hieruit kan men concluderen dat hij zichzelf als een amateurfotograaf beschouwde. Amateurfotografen vormden in die tijd een actieve groep in de Nederlandse fotografie. Scholten zocht blijkbaar geen aansluiting bij hen, want zijn naam komt nergens voor in de amateurtijdschriften of in verenigingsverslagen. Hij maakte portretten, landschappen en stadsgezichten, destijds geliefde onderwerpen binnen de amateurfotografie. In zijn oeuvre bevinden zich foto’s uit Nederland en andere Europese landen, waarschijnlijk uit de periode tussen 1914 en 1921. Daarna verlegde hij zijn belangstelling naar Palestina waar hij tussen 1921 en 1923 fotografeerde.
Omstreeks 1900 ontwikkelde het Nabije Oosten zich als toeristische bestemming. De reisorganisaties en de bevolking deden veel om toeristen te trekken. Er werden zelfs ten behoeve van fotografen donkere kamers in hotels en pensions ingericht. Na de Eerste Wereldoorlog kwam die toeristenstroom opnieuw op gang.
Ook Scholten hield van reizen en had belangstelling voor vreemde culturen. In zijn archief bevinden zich naast tijdschriften als L’Illustration, The Illustrated London News en Orbis Terrarum ook vele kaarten van het Midden-Oosten die deze interesse bevestigen. Zijn belangstelling was specifiek gericht op Het Heilige Land.
De nieuwe politieke situatie waarin Palestina sinds 1917 verkeerde, stimuleerde behalve toerisme ook de immigratie van vooral arme joden – de derde alia – uit alle werelddelen naar Het Heilig Land. Vóór die tijd maakte het gebied deel uit van het Ottomaanse Rijk. Onder de Turkse heerschappij was het een arm en vergeten deel van de wereld. De bevolking werd door ziektes geplaagd vanwege gebrekkige sanitaire voorzieningen en de slechte kwaliteit van het drinkwater. De stroom joodse immigranten zorgde voor een toename van de gewelddadige conflicten met de Arabieren. Een ander spanningenveld lag in de botsende belangen van de diverse etnische en religieuze groeperingen en van de wereldmachten. Het gebied was van strategisch belang, zowel voor de Fransen als voor de Britten in hun expansieve geopolitiek. De reële problemen die Palestina kende stonden ver af van de romantische, geïdealiseerde voorstelling die het Westen had van deze oudste beschaving van de wereld, waar de religies van christenen, joden en moslims hun oorsprong hadden. Deze beeldvorming berustte op de wijd verspreide representatie van het land in literatuur, schilderkunst en grafiek, en dat beeld was moeilijk te rijmen met de werkelijke situatie van verwaarlozing en terreur. Niettemin oefende de historische en Bijbelse betekenis van dit gebied een enorme aantrekkingskracht uit op reizigers uit het Westen, een aantrekkingskracht die sterker was dan de bestaande bedreigingen.
Het opkomende toerisme wakkerde de vraag aan naar beeldmateriaal en de toenmalige politieke veranderingen in het land stimuleerden de behoefte aan propagandafoto’s. Palestina werd massaal bezocht door buitenlandse fotografen, voornamelijk Britten, Duitsers, Fransen en Amerikanen (de American Colony photographers). Scholten was, voor zover bekend, de enige Nederlander die in het Midden-Oosten fotografeerde. Hij was echter niet geïnteresseerd in het vastleggen van reisindrukken of in het fotograferen van bezienswaardigheden. Zijn sterke katholieke geloofsovertuiging en zijn ongenoegen over het ontbreken van een objectief beeld van Het Heilige Land vormden voor hem de drijfveren om de reis naar Palestina te ondernemen en foto’s van het land te maken. Deze beelden gebruikte hij voor religieuze doeleinden. Dit is een belangwekkend aspect van Scholtens werk. Religie was nog niet eerder op een dusdanig grote schaal onderwerp van de fotografie.
Een fotograaf die kort voor Scholten het land fotografeerde was de Oostenrijker Leo Kann (1885-?). Een aantal grote lichtdrukken naar zijn foto’s bevindt zich in het fotoarchief van Scholten. Kann was een Oostenrijkse journalist, die door de Jü̈dische Zeitung in 1912 werd uitgezonden naar Palestina. Zijn opdracht was de krant van foto’s van het land te voorzien. De aanwezigheid van deze fotoreproducties in het archief van Scholten wijst erop dat Scholten zijn werk kende en waarschijnlijk gebruikte als een inspiratiebron voor zijn eigen fotografie. Maar dat geldt ook voor het werk van andere fotografen in Scholtens archief, zoals van Auguste Salzmann, voor de fotogravures van Charles Nègre naar foto’s van L. Vignes en Jardin en voor de fotolithografieën van Eug. Ciceri naar foto’s van L. Vignes, Henri Sauvaire en Charles Groeben.
Het idee van Scholten om de Bijbel door middel van fotografie te willen visualiseren was bijzonder vanwege de omvang van het project en het moment van zijn reis naar Palestina. Palestina bevond zich destijds in een overgangsfase. Het land, dat eeuwenlang onder Ottomaanse heerschappij had gestaan, was kort daarvoor onder Brits protectoraat gekomen en het opkomende zionisme zorgde voor veel dynamiek in de politieke arena. Het nog in vele opzichten intact gebleven land onderging daardoor een snelle modernisering. Voor de katholieke Scholten vormde de fascinatie voor deze religieuze plek die sterk aan veranderingen onderhevig was, het uitgangspunt van zijn fotografie. In religieuze kringen bestond in die periode grote belangstelling voor een nieuwe vertaling van de Bijbel. Scholten zag in de fotografie een uitstekend medium om een nog nooit eerder gedane interpretatie van Het Heilige Boek door middel van fotografie tot stand te brengen.
In de periode 1921 tot 1923 die hij in Palestina doorbracht, maakte hij circa 27000 foto’s van alle denkbare onderwerpen en aspecten van het land. Toen al moet het idee bij hem hebben postgevat om met de gemaakte foto’s niet alleen de Bijbelverhalen fotografisch te visualiseren, maar ook teksten uit de Koran en de Talmoed daarbij te betrekken. In een interview met de Evening Standard van 21 februari 1924 vertelde Scholten: “My photographs deal with practically every place of scriptural interest. What I am particularly proud of is that I managed to get inside churches of all denominations, so that I have photographs showing the interiors of mosques, with the Moslems at prayer, synagogues with the priests officiating, and so on. This I believe is unique.” Dat was uniek niet alleen vanwege zijn vrije toegang tot de heiligdommen van diverse religies, maar vooral door het idee om de foto’s in verband te brengen met teksten uit de Koran en de Talmoed; twee heilige schriften waarin het gebruik van afbeeldingen niet toegestaan wordt.
De grote hoeveelheid foto’s had hij nodig om de beelden in verband te brengen met passende, door hem gekozen teksten uit de heilige boeken. De bedoeling hiervan was om aan te tonen dat de bijbelse verhalen niet verzonnen waren en dat het verleden nog steeds in het heden voortduurde. De boeken waren bedoeld als onderwijsmateriaal voor aankomende studenten van seminaries, predikanten, godsdienstonderwijzers en anderen geïnteresseerden in dit onderwerp.
In Palestina richtte Scholten de camera op werkelijk alles: mensen, landschappen, de natuur, monumenten, historische plaatsen van Bijbelse betekenis, de gemêleerde samenstelling van de bevolking van Palestina, het leven van de kolonisten en de moderne ontwikkelingen in Palestina. Hij maakt zowel losse opnamen als fotoseries van hetzelfde onderwerp en fotoreportages.
Het portretteren van mensen lijkt een geliefde bezigheid van Scholten te zijn geweest, alsof hij de fotografie gebruikte om contact met hen te leggen. Hij portretteerde individuele mensen, kleine en grote groepen – meestal in de open lucht – uit alle etnische en religieuze groeperingen en uit alle lagen van de bevolking. Uit deze enkelvoudige en groepsportretten – opvallend daarin is de hoeveelheid kinder- en jongerenportretten – ontstaat een typologie van mensen die de diversiteit van de bevolking en de religies van Palestina weergeeft. De gefotografeerde personen kijken meestal recht in de lens, zijn zich bewust van het plechtige moment van de opname. Voor enkele sociale groepen was de confrontatie met de camera het eerste contact met deze moderne technologie.
Behalve portretten maakte Scholten veel landschapfoto’s met of zonder mensen. Waar geen menselijke figuren zijn afgebeeld, speelde hij met de horizonlijn als een middel om de ruimtelijkheid van het landschap op diverse manier weer te geven. Op de landschapfoto’s waarop mensen voorkomen, ziet men dat Scholten twee verschillende benaderingen binnen de Europese traditie in het fotograferen van landschappen toepaste: de Britse en de Franse. In de Britse benadering diende de aanwezigheid van de menselijke figuur in het landschap als een subtiel detail om de uitgestrektheid van het gebied te benadrukken en de schoonheid van de scène te accentueren. Daarentegen fotografeerden Franse fotografen mensen juist op de voorgrond als een integraal onderdeel van het landschap.
Scholten streefde ernaar archeologische overblijfselen en vrijwel elke plaats die in de Bijbel voorkomt of van historisch of mythologische belang was te fotograferen. Daarmee legde hij een verband tussen de Bijbelse verhalen en de bestaande realiteit. Sommige van de locaties hebben de tand des tijds niet doorstaan en leven alleen voort op de foto’s van Scholten.
Een opmerkelijk onderdeel van Scholtens fotografie zijn bedrijfsreportages, onder meer van een leerlooierij en van het verzamelen van meloenen. De reportage van het oogsten van sinaasappels is een treffend voorbeeld van zijn fotojournalistiek. Hij legde het hele proces vast van de groei van sinaasappels aan de boom, het plukken, verpakken en transporteren tot aan het laden ervan op midden op zee voor anker liggende schepen.
Direct na zijn terugkeer uit Palestina begon Scholten met de voorbereidingen van de publicatie van de daar gemaakte foto’s en de daarbij passende teksten uit de heilige schriften. Hij wilde een reeks boekdelen maken die – vers na vers – de gehele Bijbel fotografisch illustreerden. Vervolgens zouden deze boeken in diverse talen worden uitgeven. De uitvoering van zijn plan is slechts gedeeltelijk gerealiseerd omdat het project even ambitieus als tijdrovend was. Het kostte hem vijf jaar om de eerste twee delen te voltooien. Het was een heel karwei: enerzijds het bestuderen van de Bijbel, de Koran en de Talmoed, het uitzoeken van geschikte passages en het bijbehorende fotomateriaal en anderzijds de onderhandelingen met de drukker en alle praktische problemen en tegenspoed die zich daarbij voordeden. Op zijn zevenenveertigste incasseerde hij een dramatische persoonlijke tegenslag: op een briefkaart van 9 februari 1928 verzonden uit Parijs aan zijn penvriendin Geertje Pooyer, een invalide vrouw uit Volendam met wie hij jarenlang correspondeerde, schreef Scholten: “Beste Geert, Een ontzettend bericht gehad uit Palestina, dat door een misverstand van de douane mijn gehele inboedel, al de kisten met 6000 boeken ! verkocht zijn. Ik ben er helemaal van in de war, een ware ramp, die niet te overzien is. Dag dan. Je Frank.” Op 11 februari 1928 verstuurde Scholten het volgende bericht: “Beste Geert, Zoo ontzettend is het verlies van al die boeken (6000 stuk) dat ik er geheel ziek van ben. Gedurende 20 jaar had ik die verzameld, alle werken van kunst en letteren. Dag dan. Je Frank.”
Anderhalf jaar later trof Scholten een ander onheil. Voor het eerst in zijn leven raakte hij in financiële problemen. Het jaar 1929 was een rampzalig jaar voor effectenbezitters waartoe ook Scholten behoorde. Op 3 november 1929 schreef hij al weer uit Parijs: “Beste Geert, Slecht nieuws van het kantoor van mijn oom, daar is iets gebeurd. Ik zit zelf zonder geld, kan pas over enige dagen ontvangen, maar van kennissen geld lenen. Maar maak je niet ongerust. Je Frank.” Toch werd zijn ambitieuze voornemen om de Bijbel te visualiseren met de in Palestina gemaakte foto’s en in diverse talen uit te geven daardoor niet beïnvloed. De eerste editie in de Franse taal, La Palestine Illustrée, was toen al klaar. Twee boekdelen met 820 foto’s verschenen nog datzelfde jaar in Parijs. De gepubliceerde foto’s zijn door Scholten uit alle opnamen (circa 27000) geselecteerd. De bijhorende negatieven vormden de basis voor de reproductie in koperdiepdruk. Deze druktechniek leverde een prachtig fluweelachtig resultaat op. Op de emulsielaag zijn zichtbare sporen van de retouche die belangrijke details accentueerden.
Elke deel van het boek werd in een oplage van ten minste 1000 exemplaren op zuiver Alfa papier gedrukt. Deze oplage was niet toevallig, maar een weloverwogen besluit: de kosten van het voorbereiden van de koperplaat voor de druk waren lonend bij een oplage van 1000 exemplaren. Beide boeken hebben een formaat van 27,2×23,3 cm. In de boeken zijn de foto’s en de tekst van elkaar gescheiden en op aparte pagina’s afgedrukt. De Duitse editie werd in Stuttgart gedrukt bij Julius Hoffman in 1930. Eenjaar later in 1931 verscheen de Engelse uitgave die door de uitgever G. Robinson Lees M.A. werd gerealiseerd en door Longmans, Green & Co. is gedrukt.
Kennelijk brachten de zo snel na elkaar verschenen boekenuitgaven Scholten in geldproblemen. Hij probeerde steun te vinden bij zijn vermogende stiefmoeder, maar deze poging liep uit op een fiasco. Zijn verzoek om financiële hulp werd door haar resoluut afgewezen. Op een briefkaart van 9 september 1931 verzonden uit Berlijn schreef Scholten: “Beste Geert, Er zijn zulke moeilijkheden over geldzaken, dat ik er ziek van ben. Mijn moeder bezit over één millioen gulden en wil geen cent helpen voor mijn werk. Wat ook haat krijgen kan…? Je Frank.” De relatie tussen beiden was blijkbaar niet goed. Verbitterd maar niet gebroken zocht Scholten naar een andere oplossing. Hij legde contacten met tweeënzeventig prominente wetenschappers, onder wie de rector van de universiteit in Leuven prof. J. Coppens, de rector van het Institut Catholique in Parijs mgr. A. Baudrillart, de auteur van het boek Op Bijbelschen Bodem prof.dr. H.Th. Obbink en de Nederlandse oriëntalist F.M.Th. Böhl. Zij ondertekenden een aanbevelingsbrief die Scholten gebruikte om het geld voor de financiering van zijn project te vinden. In 1935 verscheen het eerste deel in het Nederlands bij Sijthoff in Leiden met 449 foto’s. De Nederlandse uitgave van het tweede boekdeel is er nooit van gekomen. Ook zijn frequente reizen naar Berlijn hielden op. Het is waarschijnlijk dat Scholten door de opkomst van het bewind van Hitler en het nationaal-socialisme moeilijkheden ondervond in Duitsland vanwege zijn werk over Palestina.
Uit bewaard gebleven brieven en krantenknipsels blijkt dat de fotoboeken van Scholten lovende besprekingen in de wereldpers kregen. Ze oogstten ook bewondering bij de politieke en wetenschappelijke elite van die tijd en bij de aristocratie onder wie koning George van England, koningin Wilhelmina der Nederlanden, keizer Wilhelm II, paus Pius XI, de aartsbisschop van Canterbury, rijkspresident Von Hindenburg, Mussolini, de Zweedse schrijfster Selma Lagerlöf, de rector van het voornoemde Institut Catholique in Parijs Alfred Baudrillart, de Groot Rabbijn van Frankrijk Israël Lévi en de president of The Executive World Zionist Organization Nahum Sokolow. Hij werd overal geïmiteerd, kreeg een koninklijke onderscheiding en werd door keizer Wilhelm uitgenodigd om met hem in Doorn te ontbijten. Waarschijnlijk ten gevolge van de politieke situatie zijn deze belangstelling voor zijn fotoboeken en de erkenning van zijn werk van korte duur geweest.
Behalve fotoboeken heeft Scholten fotoalbums gemaakt. Waarschijnlijk gebruikte hij deze om de grote hoeveelheid foto’s te kunnen ordenen, beheren en voorzien van aantekeningen. De Nederlandse albums noemde hij naar de plaats waar hij fotografeerde: Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Vlissingen, Middelburg, Scheveningen, Drenthe, Leeuwarden, Noord-Holland, Friesland en Limburg. Daartussen bevindt zich ook een afwijkend album over Letterkunde in Nederland, een verzameling foto’s van gebouwen op diverse locaties die met de literatuur te maken hebben. Deze uitwerking is een voorbode van de manier waarop hij de fotoalbums met Palestina foto’s systematisch naar eigen inzicht rangschikte. Onderweg naar Het Heilige Land fotografeerde Scholten in Rome en Griekenland en ook deze foto’s rangschikte hij in twee fotoalbums.
Uit de foto’s van Palestina koos Scholten circa 3200 beelden en hij stelde hiervan achtenveertig albums samen. De foto’s zijn naar geografisch gebied geordend en in thematische series samengevoegd. In enkele albums zijn de foto’s van zeer zorgvuldige bijschriften voorzien. De albums met de aantekeningen vertellen een eigen verhaal en communiceren door hun context iets anders dan de losse foto’s of de foto’s die hij voor zijn boeken koos. De volgorde is deels door de persoonlijke voorkeur van Scholten en deels door zijn systematiek bepaald. De albums vormen interessant studiemateriaal over Palestina en over Scholten zelf als persoon. Het zijn geen familiealbums, maar eerder een voorbereidend stadium voor de productie van fotoboeken en als een presentatiemethode om beelden aan derden te tonen.
Scholten stelde de volgende series samen:
-
Jerusalem: 9 albums -Jerusalem I t/m Jerusalem IX (één album ontbreekt)
-
Judaea: 18 albums -Judaea I t/m Judaea XVIII (één album ontbreekt)
-
Transjordanië: 3 albums – Transjordanië I t/m Transjordanië III
-
Galilaea: 1 album – Galilaea I
-
Samaria: 5 albums – Samaria I t/m Samaria V and Haifa Acca (twee albums ontbreken)
-
Sanctuairs: 6 albums – Sanctuairs I t/m Sanctuairs VI (één album ontbreekt)
-
Choses interessantes: 3 albums – Choses interessantes I t/m Choses interessantes III
-
History: 2 albums – History I en History II
-
Vie des Saintes I: een album
-
Maisons religieuses: een album
-
Een album: zonder titel
Drie albums hebben geen schutbladen, waardoor het moeilijk is vast te stellen tot welke serie ze behoren.
Frank Scholten heeft geen schriftelijke informatie nagelaten over zijn werkwijze en de keuzes die hij maakte uit de hem ter beschikking staande fotografische middelen. Maar de nagelaten foto’s spreken voor zich en leveren informatie over de door hem toegepaste technologie. Hij fotografeerde op nitraatnegatieven en maakte daarvan contactafdrukken op gaslichtpapier zoals Velox fotopapier. Deze werkwijze was kenmerkend voor de amateurfotografen in het begin van de twintigste eeuw. Op de achterkant van de niet opgeplakte foto’s ziet men behalve Velox ook andere gaslichtpapiermerken gedrukt zoals Radix, Agfa LUPEX of SELO. Scholten fotografeerde met een oude 9×12 cm camera voor vlakfilm (nitraatnegatief op gelatinebasis). Dit eenvoudige en effectieve fotoprocédé paste bij de reislustige Scholten. De benodigde donkere kameronderdelen zoals fotomateriaal, contactraam, chemicaliën en ontwikkelbakjes kon hij gemakkelijk overal mee naar toe nemen om de gemaakte opnamen direct te ontwikkelen en af te drukken. Dit verklaart ook hoe het Scholten is gelukt een dergelijke grote productie foto’s in de betrekkelijk korte periode van drie jaar te realiseren.
Hij gebruikte een reiscamera of een reflexcamera, van een onbekend merk. Het was waarschijnlijk dezelfde ‘oude kiekkast’ die hij ook in Nederland al had. Het enige wat over zijn camera gezegd kan worden, is dat het apparaat uitsluitend voor het maken van horizontale opnamen geschikt was; alle foto’s van Scholten hebben een liggend formaat. De contactafdrukken daarvan hebben het formaat van 7,7 (7,9)x10,6 cm. Om een andere beelduitsnede te krijgen, plakte hij delen van het negatief af met zwart band dat oorspronkelijk bedoeld was voor het afplakken van lantaarnplaten. Ook gebruikte hij ronde maskers voor dat doel. Contactafdrukken van op deze manier bewerkte negatiefdelen leverden kleinere foto’s van verschillende afmetingen en van diverse vormen: langwerpig, staand of rond.
Zijn camera had waarschijnlijk geen verwisselbare objectieven. Het effect van de telelens bereikte Scholten door hetzelfde object van steeds dichterbij te fotograferen. Deze methode werd ook door de fotografenpioniers toegepast. Vooral in de fotografie van Salzmann, van wie Scholten veel foto’s in zijn bezit had, zijn voorbeelden van deze werkwijze te vinden. In 1923, tegen het einde van Scholtens verblijf in het Midden-Oosten, kreeg hij drie nieuwe ‘kiekkasten’ (waarschijnlijk spiegelreflexcamera’s) uit Duitsland. Het formaat van de vlakfilm voor deze camera’s was iets groter dan dat van het oude toestel en had wellicht een beter objectief. Deze grotere foto’s zijn namelijk scherper en beter belicht.
De camera bleek voor Scholten niet alleen een verlengstuk van zijn oog te zijn, maar ook de weerspiegeling van zijn kennis, zijn emoties en zijn ziel. De fotografie was voor hem niet alleen een medium om te registreren, maar vooral om te communiceren en te attenderen op de diversiteit van de omringende werkelijkheid.
Vele foto’s van Scholten bewijzen dat hij belang hechtte aan een esthetische weergave van de gefotografeerde scènes. De plaats van de beeldende elementen, de compositie van de foto en het toepassen van de gulden snede kregen alle aandacht van de fotograaf. Evenveel zorg besteedde hij aan karakteristieke fotografische elementen zoals kader, lichtval, diagonale beeldopbouw en bewegingsonscherpte.
Tekenend voor Scholten is dat hij in de meeste situaties frontaal fotografeerde, wat confronterend kon zijn. De Palestina-foto’s van Scholten dragen een sociaal-documentair karakter en vertonen een opmerkelijk moderne fotografische werkwijze, zoals focussen op de moderne aspecten van het leven, gebruik maken van diagonale beeldcomposities, close-ups en fotograferen vanuit diverse kijkrichtingen en standpunten om verschillende visuele effecten te bereiken. Hij paste kikvors- en vogelvluchtperspectief toe. Vanuit het kikvorsperspectief gaf hij een blik van onder op het gefotografeerde object. Daarmee werd het object vertekend weergegeven waardoor een zekere dynamiek in de beeldopbouw ontstond. Door het toepassen van het vogelvluchtperspectief kon Scholten een overzicht van de gefotografeerde situatie te geven. Naast losse opnamen maakte Scholten reportages als afgerond beeldverhalen. Deze journalistieke werkwijze is bijzonder, want reportagefotografie was toen tamelijk nieuw. Pas aan het eind van de jaren twintig, na de introductie van de Leica en vervolgens vele andere kleinbeeldcamera’s, kwam de journalistieke fotografie tot bloei.
Het fotografische oeuvre van Frank Scholten is uniek vanwege het doel waarvoor hij de fotografie gebruikte. Dankzij zijn visie op de mogelijkheden van het medium realiseerde hij een buitengewoon indrukwekkend en ambitieus project: het visualiseren van de Bijbel. De keuze van Palestina als werkterrein is bijzonder, omdat het Midden-Oosten niet binnen de Nederlandse invloedssfeer lag. De economisch-politieke belangstelling van Nederland voor dit gebied was destijds miniem. Strevend naar de realisatie van zijn primaire doel bracht hij een complete visuele kaart van Het Heilige Land aan het begin van de twintigste eeuw tot stand. Hij legde Palestina vast als het land van de Bijbelse traditie, de bakermat van de religies van christenen joden en moslims, als een land waar alle godsdiensten en etnische groeperingen vreedzaam naast elkaar leefden terwijl de politieke realiteit vaak anders was. Hij koos bewust voor een neutrale houding in het vastleggen van wat hij zag. Die houding werd nog eens versterkt doordat hij geen enkel schriftelijk commentaar leverde over zichzelf en zijn werk. De foto was voor hem de intermediair die recht van spreken kreeg. De rol van de fotograaf werd teruggebracht tot die van uitvoerder en naar de achtergrond geschoven. Hierdoor ontstond een subtiele balans tussen subjectieve waarneming en objectieve waarheid. De foto’s van Scholten en zijn visie in het toepassen van de fotografie voegen nieuwe inzichten toe aan de geschiedenis van de fotografie. Zijn conceptuele opvatting over het visueel in kaart brengen van Het Heilige Land en de manier waarop hij vervolgens de beelden verbond met de teksten uit de Bijbel, de Talmoed en de Koran kan men vergelijken met twee belangwekkende projecten uit de geschiedenis van de fotografie: een typologie van Duitse bevolkingsgroepen, samengesteld door de Duitse fotograaf August Sander (1876-1964), en een systematische fotoregistratie van de indiaanse cultuur in Noord Amerika, vervaardigd door de Amerikaanse fotograaf Edward S. Curtis (1868-1952).
Documentatie
Primaire bibliografie
(eigen publicaties: tekst, eventueel met foto’s, maar ook fotoboeken e.d.)
François Scholten, La Palestine Illustrée. Tableau complet de la terre Sainte par la photographie, Évoquant les souvenirs de la bible, du talmud et du coran, et se rapportant au passé comme au présent (…). I. La Porte d’entrée Jaffa, Parijs (Budry) 1929 (idem Duitse ed.: Palästina. Bible, Talmud, Kora. Eine vollständige Darstellung aller Textstellen in eigenen künstlerischen Aufnahmen aus der Gegenwart und Vergangenheid des Heiligen Landes. I. Die Eingangspforte Jaffa, Stuttgart (Julius Hoffmann) 1930 ; Engelse ed.: Palestine Illustrated. Including references to passages illustrated in the Bible, the Talmud and the Koran. Volume I. The Gate of Entrance, Londen etc. (Longmans etc.) 1931; Ned. ed.: Palestina. Bijbel Talmud Koran. Een volledige illustratie van alle teksten door middel van eigen artistieke foto’s uit het heden en verleden van het Heilig Land. I. Jaffa de toegangspoort. De toegangspoort Jaffa I, Leiden (Sijthoff) 1935).
François Scholten, La Palestine Illustrée. Tableau complet de la terre Sainte par la photographie, Évoquant les souvenirs de la bible, du talmud et du coran, et se rapportant au passé comme au présent (…). II. Jaffa la Belle, Parijs (Budry) 1929 (idem Duitse ed.: Palästina. Bible, Talmud, Koran. Eine vollständige Darstellung aller Textstellen in eigenen künstlerischen Aufnahmen aus der Gegenwart und Vergangenheid des Heiligen Landes. II. Jaffa, die Schone, Stuttgart (Julius Hoffmann) 1930 ; Engelse ed.: Palestine Illustrated. Including references to passages illustrated in the Bible, the Talmud and the Koran. Volume II. Jaffa the Beauty, Londen etc. (Longmans etc.) 1931)
Secundaire bibliografie
(publicaties over de fotograaf en zijn werk)
Anoniem, [tekst in Hebreeuws], in Ha’aretz (The Palestine news) datum onbekend.
Arif al-Azzuni, [verslag van Scholtens verblijf in Palestina, tekst in Arabisch], in La Palestine datum onbekend [ca. 1923].
Anoniem, [verslag van Scholtens verblijf in Palestina, tekst in Arabisch], in Al Lataif al Musawara [geïllustreerd Egyptisch tijdschrift] datum onbekend [tussen 1923 en 1929].
Anoniem, Jaffa si imprejurímile ei [Jaffa en zijn omgeving; tekst in het Roemeens], in Adevërul 27 april 1923.
Anoniem, Bible pictures. Eight hundred photographs in first volume of big work, in The Universe. The catholic newspaper 13 februari 1924.
Anoniem, [bespreking tentoonstelling], in Evening Standard 21 februari 1924.
Charles H.L. Emanuel, Palestine in transition, in The Jewish Guardian 22 februari 1924.
Anoniem, “Palestine in transition” exhibition, in Daily Graphic 26 februari 1924.
Anoniem, Life in Palestine. Photographs of modern Jaffa, in The Times 26 februari 1924.
Anoniem, “Palestine in transition.” Over two thousend photographs of Jaffa, in The Christian Endeavour Times 27 februari 1924.
Anoniem, Exhibitions. Palestine in transition, in The British journal of photography 29 februari 1924.
Anoniem, “Palestine in transition”, in The Jewish Chronical 29 februari 1924.
Anoniem, 22000 Photo’s van Palestina, in Het beloofde land maart 1924.
Anoniem, Illustrating the Bible. Photographer’s 22,000 pictures of Palestine, in The Universe. The catholic newspaper 7 maart 1924.
Anoniem, Palestine photographs, in The Palestine weekly 21 maart 1924.
Anoniem, La Palestine illustrée, in Het Centrum datum onbekend [ca. 1929].
Anoniem, Les Beaux Livres du Pays d’Israel. La Palestine illustrée (J. Budry, Editeur), in La Terre Retrouvée 25 november 1929.
Paul Gounelle, La Palestine illustrée, in Le Christianisme au XXe siècle 58 (12 december 1929) 50.
Anoniem, Palestina in platen. Een prachtwerk van foto’s en teksten, in Nieuwe Amsterdamsche Courant. Algemeen Handelsblad 31 december 1929.
Anoniem, “La Palestine illustrée”, in Falastin (Palestine newspaper). Arab national organ. English edition 18 januari 1930.
Anoniem, [boekaankondiging, tekst in Arabisch], in La Palestine 21 januari 1930.
R.P., La Palestine illustrée, in Journal de Genève 9 februari 1930.
A.T., La Palestine illustrée, in De Nederlander. Dagblad tot verbreiding van de christelijk-historische beginselen 15 februari 1930.
Anoniem, La Palestine illustrée, in Evangile et Liberté 19 februari 1930.
Anoniem, La Palestine illustrée. Une riche encyclopédie, in La Croix 51 (28 februari 1930) 14416.
J.L., La Palestine illustrée, in Journal des Ecoles du Dimanche 43 (maart 1930) 3.
Anoniem, Het Heilige Land, in De Maasbode [Avondblad] 6 maart 1930.
R.N., La Palestine illustrée, in Journal des Débats politiques et littéraires 30 april 1930.
Jeanne-E. Durand, Images Palestiniennes, in La Vie Catholique 31 mei 1930.
Louis Jalabert, Francois Scholten. La Palestine illustrée, in Etudes. Revue catholique d’intérêt général 5 juni 1930.
Anoniem, Palestina, in Nieuwe Rotterdamsche Courant 6 juni 1930.
V.Z., La Palestine, illustrée par Francois Scholten, in Het Vaderland 18 juli 1930.
André Courtet, François Scholten. La Palestine illustrée, in Gazette des Beaux-Arts augustus 1930.
Anoniem, La Palestine illustrée, in La Libre Belgique 2 augustus 1930.
Anoniem, La Palestine illustrée, in La Nation Belge 7 augustus 1930.
Anoniem, La Palestine illustrée, in Le Bien Public 12 augustus 1930.
Anoniem, La Palestine illustrée de Francois Scholten, in L’indépendance Belge 22 augustus 1930.
Otto Cohausz, Ein neues Palästinawerk, in Germania. Zeitung fü̈r das Deutsche Volk 3 september [jaar onbekend; ca. 1930].
Paul Lesourd, La Palestine illustrée, in Figaro 30 december 1930.
M.S., La Palestine illustrée, in Le Correspondant 10 januari 1931.
Anoniem, Frank Scholten, “Palästina”. Bibel, Talmud, Koran, in Berliner Börsen-Courier 63 (31 mei 1931) 247.
K. Lewin, Palästina, in Der Abend. Spätausgabe des “Vorwärts” 10 juni 1931.
Otto Dibelius, Sonntagsspiegel, in Der Tag (14 juni 1931) 142.
Marg. Roschke, Palästina. Bibel, Talmud, Koran, in Der Reichsbote 17 juni 1931.
Georg Landauer, Das illustrierte Palästina, in Judische Rundschau 26 juni 1931.
Gotthold Weil, [boekbespreking], in Jüdische Presszentrale Zü̈rich juli 1931.
F.C.E., Frank Scholten, Palästina, in Die Leuchte. Unabhangige Monatschrift fü̈r und über Freimaurerei juli 1931.
Anoniem, Die Kulissen der Bibel photographiert, in Israelitische! Familienblatt 9 juli 1931.
Anoniem, [boekbespreking, tekst in Hebreeuws], in Ha’aretz (The Palestine News) 10 juli 1931.
Gotthold Weil, “Palästina”, in Berliner Tageblatt und Handelszeitung 12 juli 1931.
Margarethe Roschke, Bücher, von denen man spricht. Ein Meisterwerk, in Der Reichsbote 25 juli 1931.
O., Frank Scholten, Palästina, in Algemeen weekblad voor christendom en cultuur 31 juli 1931.
Franz Carl Endres, Palästina, in National-Zeitung 2 augustus 1931.
Anoniem, Palästina [tekst in Hongaars], in Pesti Hirlap 11 augustus 1931.
Fd., Ein Monumentalwerk über Palästina, in Deutsche Allgemeine Zeitung 70 (12 augustus 1931) 365.
HR., Glaubensbücher in Bildern, in Hannoverscher Kurier 22 augustus 1931.
R. von Mach, [boekbespreking], in Kölnische Zeitung 23 augustus 1931.
Alfred Maderno, Wie Sie die Welt sehen, in Berliner Lokal-Anzeiger 30 augustus 1931.
Anoniem, Palästina. Bibel – Talmud – Koran, in Deutscher Hausschatz 57 (september 1931) 12.
Anoniem, [boekbespreking], in Neueste Nachrichten aus dem Morgenlande september 1931.
gl., Tausend Jahre wie ein Tag…, in Velhagen & Klasings Monatshefte september 1931.
Kirschner, Bibel und Talmud im Photo, in Das Jü̈dische Echo 4 september 1931.
Henri Asselberghs, Een monumentaal werk over Palestina, in Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad 12 september 1931.
Anoniem, [boekbespreking], in Westermanns Monatshefte oktober 1931.
b., Palästina, Bibel, Talmud und Koran, in Palästina. Zeitschrift fü̈r den Aufbau Palästinas oktober-november 1931.
Anoniem, Monumentaal werk vol sfeer en sterke contrasten – François Scholten’s fotografische schepping, in De Telegraaf 3 oktober 1931.
Anoniem, [boekbespreking], in Longmans’ Literary News (15 oktober 1931) 35.
Anoniem, Palestine illustrated, in Scots Observer 22 oktober 1931.
Ditlef Nielsen, Ny Palestina Billedbog, in Politiken 24 oktober 1931.
Görnandt, Bibel in Photographien, in Potsdamer Tageszeitung 24 oktober 1931.
Anoniem, Palästina-Probleme, in Königsberger Hartungsche Zeitung 29 oktober 1931.
Anoniem, [boekbespreking], in De Standaard 29 oktober 1931.
O., [boekbespreking], in Kerkbeurtenblad 31 oktober [ca. 1931].
Fl., Ein neues Palästinaprachtwerk, in Der Orient november-december 1931.
Anoniem, [boekbespreking], in Sunday Times 1 november 1931.
Anoniem, [boekbespreking], in Chronicle News 2 november 1931.
Longmans, [boekbespreking], in The Star 5 november 1931.
Anoniem, Palestine from all angels. Remarkable volumes of photographs, in Aberdeen Press and Journal 6 november 1931.
Anoniem, Remarkable work on Palestine, in The Hampshire Telegraph & Post. The Naval Chronide 6 november 1931.
Anoniem, Palestina i billeder [tekst in Noors], in Aftenposten 11 november 1931.
Anoniem, [boekbespreking], in Schwäbischer Merkur 11 november 1931.
Anoniem, Jaffa, in Sheffield Daily Telegraph 12 november 1931.
E.M.G.-J., [boekbespreking], in The Cambridge Review 13 november 1931.
Walter Gutkelch, Religiöse Photographie, in Die Literarische Welt 13 november 1931.
Anoniem, A sumptuous book about Palestine, in The Universe. The catholic newspaper 13 november 1931.
Anoniem, Pictures of Palestine, Entrancing views of Jaffa and its environs, in The Nottingham Guardian 16 november 1931.
Anoniem, Palestinian pictures, in The Church Times 20 november 1931.
Anoniem, [boekbespreking], in The Scotsman 23 november 1931.
Anoniem, [boekbespreking], in The Yorkshire Post 2 december 1931.
Anoniem, A treasury, in Christian world 3 december 1931.
Anoniem, Incomparable volumes on Palestine, in The Church of England Newspaper 4 december 1931.
Anoniem, Palestine illustrated, in The Jewish Chronical. The organ of British Jewry 4 december 1931.
Anoniem, Palestine illustrated, in The Spectator 5 december 1931.
E.D.R., [boekbespreking], in The Tablet 5 december 1931.
Anoniem, [boekbespreking], in The Irish Churchman 1 o december 1931.
Anoniem, Biblical Palestine, in The Age 12 december 1931.
A.P., Bildbücher über das Gelobte Land, in Frankfurter Zeitung 13 december 1931.
Anoniem, Jaffa in pictures, in The Glasgow Herald 16 december 1931.
Anoniem, [boekbespreking], in The Guardian 18 december 1931.
Fr. Andres, Scholten, Frank, Palästina, in Kölnische Volkszeitung 24 december 1931.
T. Crouther Gordon, [boekbespreking], in Scots Observer 24 december 1931.
Anoniem, [boekbespreking], in Bookman (1931) kerstnummer.
D. Cohen, Boekbespreking. Jaffa, in Het beloofde land 31 december 1931.
Anoniem, [boekbespreking], in British weekly 31 december 1931.
A.F.D., [boekbespreking], in The Month januari 1932.
Anoniem, [boekbespreking], in Catholic Times 1 januari 1932.
Anoniem, “Palestine illustrated”, in Dominion museum bulletin 2 januari 1932.
Anoniem, A wonderful work on Palestine, in The Hongkong Telegraph 11 januari 1932.
Anoniem, [boekbespreking], in Sussex Daily News 25 januari 1932.
Anoniem, Photographie, in The Palestine bulletin 28 januari 1932.
Anoniem, Palestine illustrated, in The Clergy Review februari 1932.
Anoniem, [boekbespreking], in Recherches de science religieuse 22 (februari 1932) 1.
J.W.C.W., [boekbespreking], in The Oxford magazine 25 februari 1932.
Anoniem, [boekbespreking], in Aberdeen University review maart 1932.
Anoniem, [boekbespreking], in The Granta 41 (4 maart 1932) 931.
Anoniem, The Holy Land in pictures, in Irish Independent 7 maart 1932.
A. Vincent, [boekbespreking], in Le Correspondant 10 maart 1932.
Anoniem, Kent gij Het Heilig Land? Een prachtig plaatwerk over Palestina, in De Amstelbode 12 maart 1932.
D. , Frank Scholten, in Het beloofde land 15 april 1932.
A.W., [boekbespreking], in Central-Verein-Zeitung 22 april 1932.
G. Faber, Meine diesjahrige Palästinareise, in Evangelisches Kirchenblatt fü̈r Württemberg mei 1932.
C.M.V., Een levend boek, in Het volk. Dagblad voor de arbeiderspartij 10 mei 1932.
Anoniem, “Palestine illustrated”, in De Nieuwe Courant 13 mei 1932.
F.W.G., [boekbespreking], in De heraut voor de gereformeerde kerken in Nederland 29 mei 1932.
I. Maarsen, Een vertraagde Palestina-film, in De vrijdagavond. Joodsch weekblad 9 (17 juni 1932) 12.
Noach Braun, [boekbespreking, tekst in Hebreeuws], in Kirjath Sepher. A quarterly biliographical review juli 1932.
M.A. van den Oudenrijn, Ein Bilderbuch vom Hl. Land, in Freiburger Nachrichten 3 december 1932.
H., Palestine pictures, in New Judea februari/maart 1933.
v. Z., Een Nederlander in Nieuw-Palestina, in Van Houten’s eigen tijdschrift april 1934.
Anoniem, De boekenkast, in Het boek van Vlaanderen 1935.
Anoniem, Paas-boekenhalfuur, in Avro Radio Bode 8 (19 april 1935) 16.
Anoniem, Palestina in beeld, in Algemeen Handelsblad 27 april 1935.
D.S.v.Z., Een werelduitgave van Heden en Verleden van Het Heilige Land, in Het Vaderland 1 mei 1935.
Anoniem, La Palestine illustrée. Een Nederlandsche uitgave, in De Maasbode 4 mei 1935.
O., [boekbespreking], in Algemeen weekblad voor christendom en cultuur (10 mei 1935) 28.
Henri Asselberghs, Monumentaal Ned. werk over Palestina, in Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad 15 mei 1935.
Anoniem, Palestina. Het land, waar Jesus predikte, in Limburger koerier 8 juni 1935.
Anoniem, Palestina. Een Bijbel in beeld, in Provinciale Noordbrabantsche en ‘s-Hertogenbossche courant 29 juni 1935.
Anoniem, Heden en verleden van het Heilige Land, in De Standaard 29 juni 1935.
Anoniem, [boekbespreking], in Het ochtendblad van De Avondpost 14 juli 1935.
Karel Lautenschütz, [boekbespreking], in St. Willibrordusklok 20 juli 1935.
Anoniem, Een schitterend werk, in Het Laatste nieuws 1 augustus 1935.
Anoniem, Een Bijbel-illustratie. Hollandse editie van Frank Scholten’s levenswerk, in Vooruit. Dagblad voor de arbeiderspartij 21 augustus 1935.
Anoniem, [boekbespreking], in De Telegraaf 8 september 1935.
Anoniem, Palestina, in Gazet van Antwerpen 14 september 1935.
Anoniem, [boekbespreking], in Nieuwsblad van het Noorden 14 september 1935.
Anoniem, Het Bijbelsche land in beeld, in De Telegraaf 22 september 1935.
N. Greitemann, [boekbespreking], in Het Schild. Apologetisch maandschrift 17 (4 oktober 1935) 4.
Anoniem, [boekbespreking], in De Residentiebode 7 oktober 1935.
J J.L. van Zuylen, Het levenswerk van een Nederlander, in Nederlandsch fabrikaat 20 oktober 1935.
Anoniem, [boekbespreking], in Middelburgsche courant 7 november 1935.
b.b., Palästina im Bilde, in Prager Presse 10 november 1935.
Anoniem, [boekbespreking], in De katholieke illustratie 26 maart 1936.
O.T., [boekbespreking], in La Centrale 16 (oktober 1938) 10.
Mattie Boom, Vrede in het Midden-Oosten. Frank Scholten fotografeert Palestina, in Nieuwsbrief NFg (augustus 2003) 39, p. 4-7.
Tentoonstellingen
1924 (e) Londen, Art Gallery (Brook Street 4), Palestine in Transition.
Bronnen
Amsterdam, Stadsarchief.
Leiden, Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO).
Utrecht, Universiteitsbibliotheek Utrecht.
Collecties
Leiden, Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO).
Utrecht, Universiteitsbibliotheek Utrecht.
Auteursrechten
De auteursrechten op het fotografische oeuvre van Frank Scholten berusten bij het NINO te Leiden.