Fotolexicon, 25e jaargang, nr. 40 (december 2008) (nl)

Sem Presser

Simon B. Kool

Extract

De Amsterdamse fotograaf Sem Presser heeft een avontuurlijk leven weten te combineren met de opbouw van een omvangrijk fotografisch oeuvre. Gedurende meer dan een halve eeuw diende hij het vak. Zijn fotografie beslaat voornamelijk het veld van de vooroorlogse persfotografie tot aan de latere reportage- en reisfotografie. Artistieke pretenties waren hem vreemd: “Ik ben een ambachtsman.” Steeds stond de mens centraal in zijn werk.

Hij heeft als geen ander de belangen van de beroepsgroep na de Tweede Wereldoorlog veiliggesteld. Presser was betrokken bij een groot aantal fotografenorganisaties. Als bestuurslid van of initiatiefnemer tot de oprichting van de Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten, het Bijstandsfonds, Foto Anoniem, Burafo en de Fotografenfederatie heeft hij zijn gehele carrière gestreden voor de rechten van de fotograaf.

Biografie

.

1917

Samuel (Sem) Presser wordt op 21 november in de Commelinstraat te Amsterdam-Oost geboren als zoon van Salomon Alexander Presser, geboren in Amsterdam op 8 oktober 1891 en Heintje Peper, geboren in Amsterdam op 18 mei 1892. Zijn vader is een Joodse diamantbewerker en lid van de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond (ANDB).

Het gezin verhuist achtereenvolgens naar de Lepelstraat 97, achter Theater Carré en naar de Pieter Aertszstraat 103, in De Pijp.

1923-‘34

Sem Presser volgt de lagere school met goed gevolg. Na een doublure op de hbs haalt hij het diploma van de driejarige ulo-opleiding aan de Josef Israëlsschool in de Manegestraat.

1931-‘40

Sem is actief lid van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), de jongerenbeweging van de Sociaal-democratische Arbeiderspartij (SDAP) en het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV).

1932

Hij wint een Agfa-boxje bij een door het socialistische dagblad Het Volk uitgeschreven prijsvraag.

1934

Hij wordt jongste bediende bij de firma Pfeffer, een magazijn in werkmanskleren in de Jodenbreestraat.

1935

Sem begint op 6 mei aan zijn carrière als persfotograaf bij Persdienst Foto Varia, het fotopersbureau van Sieg Vaz Dias. Als hulpje begonnen weet hij al snel zijn eerste foto te publiceren. Hij schrijft en fotografeert ook voor de zondagskrant van Vaz Dias, De Zondagavond.

1937

Hij verlaat op 2 juni Foto Varia en begint als zelfstandig fotograaf op de zolder van zijn ouderlijk huis aan de Pieter Aertszstraat zijn eigen bedrijf: het Algemeen Nederlandsch Foto Persbureau (ANFP).

1937-‘40

Presser zet zich actief in voor de opvang van Duits-Joodse vluchtelingen.

1938

Op 1 mei verhuist hij met zijn persbureau naar Paleisstraat 17, waar hij samen met voormalig Foto Varia-collega Ben van Meerendonk het werk voortzet.

1939

Na een jaar vestigt hij zich alleen op Singel 137. Hij maakt kennis met Ton Weehuizen, de hoofdredacteur van Stad en Land, die hem van reportage-opdrachten voorziet. Voor het eerst maakt hij een buitenlandse reportage, over de mobilisatie in België.

1940

De foto die hij in april maakt in het militaire hoofdkwartier in Den Haag van het gesprek tussen opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Winkelman en prins Bernhard wordt gepubliceerd in Het Leven en in het Amerikaanse Life.

1941

Na de Februaristaking weet Presser dat hij maatregelen voor de toekomst moet nemen. Met Weehuizen brengt hij zijn archief in veiligheid. Hij werkt nog door op Singel 137, waar hij inmiddels ook woont, maar organiseert met behulp van vrienden van de AJC een onderduiknetwerk.

1942

Hij trouwt op 25 maart in Amstelveen met Ruth Paula Schachno, een Duits-Joodse vluchtelinge, geboren op 19 maart 1921 in Berlijn. Zij verblijven vanaf mei samen op verschillende onderduikadressen in Nederland.

Vanaf juni is hij met zijn vrouw ondergedoken in Arnhem. Onder de schuilnaam Willem Jan Knol is hij in de illegaliteit actief, onder andere met het vervalsen van persoonsbewijzen. In deze periode illustreert hij twee jeugdboeken en publiceert hij een chronologisch overzicht van de oorlogshandelingen. Hij blijft ook fotograferen voor de Geïllustreerde Pers.

Hij wordt drie maal gearresteerd en komt telkens vrij.

1944

Zijn ouders, Salomon en Heintje Presser, worden met een van de laatste transporten uit Westerbork naar Auschwitz vervoerd, waar zij worden omgebracht op 6 september.

Op 17 september fotografeert Presser na de luchtlandingen van de Engelse troepen de gevechtshandelingen rond Arnhem, bekend onder de naam Operatie Market Garden. Hij verliest tijdens een evacuatie onderweg de negatieven.

1945

Wanneer Arnhem in april is bevrijd, vertrekt hij met behulp van cineast John Fernhout naar Brussel. Daar wordt hij door het Militair Gezag als oorlogsfotograaf ingedeeld bij de staf van het Algemeen Nederlands Fotobureau (Anefo), dat na de capitulatie in mei naar Amsterdam verhuist.

Na terugkomst in Nederland fotografeert Sem de intocht van de geallieerden en bezoekt hij de kampen Vught en Amersfoort, waar Nederlandse collaborateurs gevangen zijn gezet.

Begin september stapt hij op bij Anefo en wordt weer zelfstandig fotograaf.

Hij gaat in de Kerkstraat 195 in Amsterdam wonen. Het huurpand wordt tijdelijk met inboedel overgedragen aan Presser door het Gemeentelijk Bureau van Roerende Goederen van vijanden en landverraders.

Presser wordt lid van de pas opgerichte GKf (Vakgroep Fotografie binnen de Vereniging van Beoefenaars der Gebonden Kunsten in de Federatie).

1946

Presser wordt bestuurslid van de eveneens pas opgerichte Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten (NVF). Andere leden van het eerste uur zijn Aart Klein, Henk Lamme, Harry Sagers en Erik Hof.

In opdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) reist hij in maart samen met Aart Klein en de journalist Hans Nesna naar het verwoeste Duitsland als geaccrediteerd Engels oorlogscorrespondent. Het resultaat wordt gepubliceerd in het boek Zoo leeft Duitsland. Op de puinhopen van het Derde Rijk.

In september is Presser aanwezig op het eerste Filmfestival in Cannes. Daar zal hij regelmatig terugkeren tot aan het begin van de jaren zestig.

Als enige fotograaf mag Presser mee met Koningin Juliana en Prins Bernhard op hun ‘dankbaarheidsreis’ naar Scandinavië. Bij thuiskomst stelt hij uit het materiaal met Alexander Huguenot van der Linden een fotoboekje samen dat binnen een week is uitverkocht: Tolken onzer dankbaarheid. Dankbezoek van het prinselijk paar aan Denemarken, Zweden en Noorwegen voor de tijdens de hongerwinter geboden voedselhulp.

1947

Voor de Kroniek van de Week maakt Presser in het voorjaar een twee maanden durende treinreis door Zwitserland en Italië.

Hij maakt een tweede Duitslandreis, nu alleen met Nesna.

1948

Foto’s van de tweede Duitslandreis worden gepubliceerd in Dans op de Vulkaan.

Aan boord van de ss Volendam, dat als troepentransportschip wordt gebruikt, maakt hij in het voorjaar een reis naar Nederlands-Indië.

De foto’s die hij in de kolonie maakt zullen een jaar later te zien zijn in het boek Ind(ones)ië. Een Tropenjournaal van de schrijver Louis Vrooland.

Op uitnodiging van de Australische regering reist hij door naar Australië voor een reportage over Nederlandse immigranten. Vervolgens maakt hij reizen naar Perzië, India, de Verenigde Staten en een paar eilanden in de Stille Oceaan.

Sem wordt voorzitter van de NVF.

1949

Op voorspraak van Simon Carmiggelt maakte hij voor Vrij Nederland in 1949 de serie ‘Mensen op zondag’, met Nederlandse kunstenaars, schrijvers en cabaretiers. De vrije dag van Cruys Voorberg, Charley Toorop, Jan Sluyters, Hildo Krop, Corry Vonk en Wim Kan en vele andere Nederlandse kunstenaars en schrijvers werd door Sem vastgelegd.

Voor de eerste keer wordt de prijs voor de beste persfoto van het afgelopen jaar door de NVF uitgereikt. Presser bouwt eigenhandig de eerste Zilveren Camera, de wisseltrofee.

1950

Vanaf 1 januari maakt hij deel uit van de redactieraad van het tijdschrift Fotografie, vakblad voor het fotografisch ambacht.

Vanaf 1 maart vormt hij samen met Aart Klein de redactie van Mededelingen van de Nederlandsche Vereniging van Fotojournalisten. Beide functies beëindigt hij aan het einde van het jaar.

1951

Presser beëindigt zijn voorzitterschap van de NVF.

1951-‘65

Sem Presser vestigt zich in 1951 in Roquebrune-Cap-Martin, tussen Monaco en de Italiaanse grens in het Franse departement Alpes-Maritimes. Van hieruit bereist hij de wereld en maakt reportages, zowel voor de krant als voor de radio. Hij bezoekt tal van landen in Europa en Afrika, Noord- en Zuid-Amerika (onder andere Suriname en de Antillen), Singapore en de Zuidpool.

Steeds vaker verzorgt hij zelf de teksten bij zijn foto’s en hij publiceert een reeks reisgidsen.

1952

Vanaf 1952 werkt hij voor het Nederlandse tijdschrift De Week in Beeld, dat een jaar later Revue en vervolgens Nieuwe Revu gaat heten.

Presser wint de Zilveren Camera met een foto, gemaakt in het Zuid-Franse dorpje Tignes.

1954

Na de scheiding van zijn eerste vrouw huwt Presser in Amsterdam met Johanna Hendrika Martina (Joke) van den Heuvel.

1963

Presser neemt deel aan de groepstentoonstelling Quatre photographes néerlandais de France in het Institut Néerlandais in Parijs.

1964

Hij is deelnemer aan de tentoonstelling 4 even hier, (de Nederlandse versie van de bovengenoemde expositie) in de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam.

Presser is ook vertegenwoordigd op de door Karl Pawek georganiseerde Wereldtentoonstelling van de Fotografie, die in het Stedelijk Museum in Amsterdam voor het eerst wordt getoond onder de titel Mensen op weg. De andere Nederlandse deelnemers zijn Oscar van Alphen, Carel Blazer, Martien Coppens, Ed van der Elsken, Aart Klein, Wim van der Linden en Lies Wiegman.

1965

Sem en Joke Presser keren terug naar Amsterdam en vestigen zich in de Vondelstraat 96.

Voor De Telegraaf reist Presser naar Vietnam.

1968

Werk van Presser is te zien in het Stedelijk Museum in Amsterdam op de wereldtentoonstelling De Vrouw, een vervolgproject van Pawek op de wereldtentoonstelling Mensen op weg uit 1964. Deze door het Duitse weekblad Stern georganiseerde megaprojecten zijn jarenlang in musea getoond in 36 landen.

1968-‘81

Sem Presser wordt voor de tweede maal voorzitter van de NVF. Hij zet zich opnieuw in voor een verbetering van de rechten van de fotograaf en een opwaardering van het vak. Onder zijn voorzitterschap krijgen het Bijstandsfonds, Foto Anoniem en de Fotografenfederatie vaste vorm. Hij maakt zich als bestuurslid sterk voor het foto-auteursrechtenbureau Burafo. Hij vertegenwoordigt gedurende deze periode de NVF in vele commissies.

1970-‘80

Om uitvoering te geven aan een opdracht van de redactie van de Grote Spectrum Encyclopedie reist hij de hele wereld rond. De resultaten van deze reizen worden ook in buitenlandse naslagwerken als de Academic American Encyclopedia en Das Grosse Lingen Universal Lexikon gepubliceerd.

1971-‘86

Presser is bestuurslid van de Stichting World Press Photo Holland.

1971

Het Gemeentearchief Amsterdam koopt 190 negatieven op bij de Arbeiderspers. Het zijn de restanten uit de periode 1935-1940 van het Vaz Dias-archief dat bij brand verloren is gegaan. Er zijn stadsgezichten, portretten en sport-, toneel- en nieuwsfoto’s van Presser bij.

1973

Hij maakt zijn laatste reportage voor Nieuwe Revu en neemt geen nieuwe opdrachten meer aan. Joke en Sem leven vanaf dat moment van het uitgebreide archief en maken jaarlijks nog een aantal reizen om het aan te vullen.

1976-‘81

Hij is lid van de Zilveren Camera Commissie.

1980

Sem Presser wordt benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau vanwege zijn verdiensten voor de fotojournalistiek, zowel op fototechnisch als bestuurlijk gebied, en voor zijn illegale werk gedurende de Duitse bezetting.

1981-‘83

Hij maakt deel uit van de jury van de Zilveren Camera.

1985

Sem Presser ontvangt de Joop Alblas Prijs 1984. Naar aanleiding hiervan is in de Nieuwe Kerk in Amsterdam een overzichtstentoonstelling van zijn werk te zien. Ter gelegenheid van deze onderscheiding en tentoonstelling én Pressers vijftigjarig jubileum als fotojournalist verschijnt het boek Sem Presser. Een halve eeuw fotojournalistiek.

Hij ontvangt de Gouden Plaquette van de NVF.

1986

Sem Presser overlijdt na een ziekbed van enkele weken op 29 oktober in het Prinsengrachtziekenhuis te Amsterdam. Van zijn verblijf in het ziekenhuis en van de overlijdensplechtigheid op 3 november maakt Paul Huf foto’s.

1990

De Stichting Sem Presser Archief wordt opgericht. Deze Stichting stelt zich ten doel het behoud en beheer van het archief van Sem Presser te bewaken en toe te zien op bescherming en handhaving van de auteursrechten op Pressers werk. De Stichting gaat daarnaast activiteiten op het gebied van de fotografie ondersteunen.

1997

Het fotoarchief van Sem Presser wordt door de Stichting Sem Presser Archief in beheer ondergebracht bij het Maria Austria Instituut (MAI) in Amsterdam.

1999

Joke Presser-van den Heuvel overlijdt op 3 december te Amstelveen.

2000

Op 15 december opent in het Amsterdams Joods Historisch Museum de overzichtstentoonstelling Met het hart in de lens. Foto’s van Sem Presser 1935-1986. Ter gelegenheid van de tentoonstelling verschijnt bij Uitgeverij Voetnoot het fotoboek De tijden van Sem Presser. De inleiding wordt verzorgd door H.J.A. Hofland.

In de maandelijkse bijlage M van NRC Handelsblad schrijft Arnon Grunberg bij de foto’s het essay ‘Sem Presser en de kunst van het wegkijken’.

2001

Het persoonlijk archief van Sem en Joke Presser wordt door de Stichting Sem Presser Archief in bewaring gegeven aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.

2002

In de Kunsthal in Rotterdam opent de tentoonstelling Hier is Cannes, een selectie van Pressers foto’s, gemaakt op het Filmfestival van Cannes van 1946 tot en met 1961. Bij Uitgeverij Voetnoot verschijnt het gelijknamige fotoboek met tekst van Huib Stam.

2006

Het Sem Presser Fonds wordt opgericht. Dit Fonds op Naam maakt een jaarlijks educatief project mogelijk voor jongeren tussen de 13 en 16 jaar. Zij krijgen de gelegenheid een actueel onderwerp in een fotoserie vast te leggen. De onderwerpkeuze wordt overgenomen van de door het Rijksmuseum en NRC Handelsblad georganiseerde foto-opdracht Document Nederland.

Beschouwing

Samuel (Sem) Presser heeft zich zijn leven lang een solist gevoeld. Als enig kind uit een Joods arbeidersgezin wist hij al op jonge leeftijd voor zichzelf te zorgen. Vader Presser, een meestal werkloos diamantbewerker, werd door moeder Heintje vaak minder serieus genomen dan zoon Sem, die na zijn ulo-opleiding wél een baantje wist te vinden. Sem vond dit vreselijk; deze ervaring heeft hem geleerd altijd voor een inkomen te zorgen. Het gezin was noch fanatiek links noch fanatiek Joods. De synagoge bezocht Sem slechts enkele malen uit nieuwsgierigheid en over politiek zou hij later zeggen: “socialistisch stemmen was een gewoonte”. In 1931 werd Sem lid van de socialistische Arbeidersjeugd Centrale (AJC), de jongerenvereniging van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en de vakbond (NW), die tot doel had de jeugd zowel lichamelijk als geestelijk op te voeden. Hij leerde er een vriendenkring kennen met voor hem nieuwe interesses, maar ook met strenge omgangsvormen. Zo was het nuttigen van alcohol en roken verboden. De AJC bracht hem in aanraking met literatuur en kunst, politiek en de natuur, thema’s die hem tot een enthousiast lid maakten en die hem leerden een mening te ontwikkelen en te verdedigen. Hij wist al jong van zich af te bijten, maar in deze kring leerde hij om ook op te komen voor zijn rechten. Dit rechtvaardigheidsgevoel heeft hij later in verschillende bestuursfuncties ingezet voor de gehele beroepsgroep van fotografen. Dankzij zijn vrienden uit de AJC en zijn open houding wist hij de bezetting met een vals persoonsbewijs op zak moedig door te komen. Het overleven van de oorlog heeft Sem lange tijd het gevoel bezorgd dat hém niets kon overkomen. Hij ging niets en niemand uit de weg. De wereld lag voor hem open en moest worden verkend.

Vaak deed Sem zich voor als een optimistische levensgenieter, maar toen hij in oktober 1986 werd opgenomen in het ziekenhuis bleek hoe het verleden hem achtervolgde.

Hij probeerde er zijn vrienden joviaal te ontvangen, ook daar in aanvang omringd door sigaren en een borrel. Tot dat het niet meer ging. Zijn vrouw Joke zou later verklaren: “De laatste tien dagen van zijn leven waren verschrikkelijk. Ik sliep in het ziekenhuis naast hem en toen kwam die hele periode van 1940-1945 bij hem boven. Angsten waar hij nooit over had gepraat. Er waren buiten mensen bezig bomen aan het kappen en snoeien. Die kon hij zien vanuit zijn bed. Sem hield vol dat het vijanden waren die hem bespioneerden. Ik kon het hem alleen met grote moeite uit zijn hoofd praten.”

In de Openbare Leeszaal van Amsterdam heeft Presser in het voorjaar van 1935 besloten om persfotograaf te worden. Omdat de romantiek van het vak hem trok heeft hij alle dertig adressen van persbureaus uit het Heerenboekje van Amsterdam overgeschreven. Van de aangeschreven firma’s reageerde alleen Sieg Vaz Dias, die kort daarvoor het fotobureau Persdienst Foto Varia was begonnen. In het begin moest Sem voornamelijk ontwikkelbakken schoonmaken en ‘chef Ben van Meerendonk assisteren. Hij gaf politiemeldingen door en hij hield de voorraad fotoplaten bij. Hij verdiende er f10,- per maand mee. De kunst van het fotograferen, waar het hem om ging, keek hij in een paar weken tijd bij Van Meerendonk af, maar zélf met de camera op pad gaan voor Foto Varia mocht hij niet. Na vergeefse verzoeken om ook te mogen fotograferen besloot hij ontslag te nemen. Achter de rug van Vaz Dias was hij opnieuw alle persbureaus langs gegaan om zich aan te bieden als fotograaf en werd aangenomen door de Vereenigde Fotobureaux. Hij meldde dit aan zijn vorige baas, die er om moest lachen en uiteindelijk akkoord ging hem toch als fotograaf aan te stellen. Sem bleef zijn oude baas trouw en zou nooit voor de Vereenigde Fotobureaux werken.

Zijn eerste eigen foto kwam op 8 juli 1935 direct op de voorpagina van het Algemeen Handelsblad: een rij werklozen die op de Kloveniersburgwal wachten op de uitgifte van gratis rijwielbelastingplaatjes. Toen er later een zondagskrant door Vaz Dias werd uitgegeven, greep Sem de kans om foto’s en begeleidende verhalen te leveren. De krant De Zondagavond werd in Antwerpen gedrukt en de wekelijkse reis naar België was Sems eerste buitenlandse avontuur: heen met de trein en – vergezeld van de kranten – terug met het KLM-vliegtuig naar Schiphol. Het reizen beviel hem uitstekend.

Hij heeft later technisch veel bijgeleerd en van zijn collega’s opgestoken, maar hij zou altijd blijven verklaren dat hij het vak van fotojournalist bij Vaz Dias heeft geleerd.

In juni 1937 verliet hij na twee jaar Foto Varia. Op de zolder boven zijn ouderlijk huis begon Sem Presser als zelfstandig fotograaf zijn eerste eigen bedrijf. Het tooide zich met de indrukwekkende naam: Algemeen Nederlandsch Foto Persbureau (ANFP). In mei 1938 verhuisde hij met zijn persbureau naar Paleisstraat 17, waar hij samen met voormalig Foto Varia-collega Van Meerendonk het werk voortzette.

Presser blonk al snel uit in het commercieel toepassen van de fotografie. Zo wist hij het bezoek van de koninklijke familie aan Amsterdam vast te leggen. Drie uur na het passeren van de rijstoet, die hij brutaal had weten te fotograferen door zich door de afzetting heen voor het koninklijke rijtuig op te stellen, lagen de prentbriefkaarten in de sigarenwinkels. Hij kwam op het idee om vaker series te verkopen omdat die meer opbrachten. Een reeks van acht foto’s van de internationale schaakachtkamp in Krasnapolsky wist hij te verkopen aan Uitgeverij De Spaarnestad voor bijna tachtig gulden, in die tijd een hoog bedrag. Nadat Van Meerendonk was opgeroepen voor de ‘voormobilisatitie’, vestigde Presser zich alleen op Singel 137. Ton Weehuizen, hoofdredacteur van De Week in Beeld dat vanaf 1936 bestond (de latere Revue), voorzag hem van reportageopdrachten. Hij maakte voor het blad zijn eerste buitenlandse fotoverslag: de mobilisatie in België.

In april 1940 maakte hij voor het eerst naam met een foto die genomen werd in het militaire hoofdkwartier in Den Haag, van een vertrouwelijk gesprek tussen de opperbevelhebber van de strijdkrachten, generaal Winkelman, en prins Bernhard. Hij had namens het ANFP de militaire staf gebeld met de belofte ‘een van zijn beste mannen’ te sturen: Presser. De foto werd gepubliceerd in Het Leven en in Life. De vertegenwoordiger van Life in Londen bood voor de foto 100 dollar, maar Presser wist het dubbele te bedingen. Pas na de bevrijding kwam hij erachter dat slechts een uitsnede van zijn beeld, zo groot als een postzegel, was gepubliceerd. “Maar ik heb er wel de hele oorlog op geteerd.”

Na de inval van de Duitsers in mei 1940 kon Presser zich aanvankelijk nog vrij bewegen. Zo opende hij in september met een vriend een fotowinkeltje op Haarlemmerdijk 31 waar men pasfoto’s kon laten maken voor het door de bezetter verlangde persoonsbewijs. Een weinig succesvolle onderneming, omdat de administratie niet goed was geregeld. Bij het afhalen van de foto’s bleek volstrekt onduidelijk welke foto van wie was en wie al had betaald. In 1941 kreeg hij door het verzet een pamflet toegestopt dat boven Aalsmeer was gedropt door Engelse vliegtuigen. Er stond een foto van koningin Wilhelmina in. Van het portret maakte hij een reproductie die gedurende de gehele oorlog in Nederland door de illegaliteit verspreid zou worden. Dergelijke klusjes zou hij voor de illegaliteit gedurende de gehele bezetting blijven uitvoeren.

Toen na de razzia’s en de Februaristaking in 1941 de situatie in Amsterdam verhardde, ging Presser met behulp van zijn vrienden uit de AJC over tot de organisatie van een netwerk van onderduikadressen. Met Ton Weehuizen bracht hij op het nippertje zijn fotoarchief en administratie naar een veilige plek. Hij woonde en werkte nog op Singel 137 en bewoog zich vanaf juli van dat jaar tamelijk brutaal met een persoonsbewijs op naam van Willem Jan Knol, controleur van Centraal Beheer. Toen hij in januari 1942 een oproep kreeg om zich te melden bij de Joodsche Raad op de Nieuwe Keizersgracht, werd het tijd om maatregelen te nemen. De eerste Joden werden al uit Amsterdam afgevoerd naar werkkampen in het land. Hij beraamde plannen voor een toekomstige vlucht of onderduik en op 25 maart 1942 trouwde hij in Amstelveen met de Duits-Joodse vluchtelinge Ruth Paula Schachno. Naar Presser later zou verklaren was het een oorlogshuwelijk, of schijnhuwelijk, bedoeld om Ruth te beschermen en een Nederlandse pas te bezorgen. Oorspronkelijk was het de bedoeling om samen te vluchten naar Zwitserland, maar dat mislukte door een te onzekere organisatie van de vlucht.

Sem en Ruth hebben een korte periode de Davidster gedragen, die vanaf 2 mei 1942 door de bezetter voor Joden verplicht was gesteld. Toen het begin juni voor Joden ook verboden werd om te reizen en Amsterdam te gevaarlijk werd hebben zij in het Centraal Station op het toilet de sterren van hun kleding verwijderd en zijn met een nieuwe identiteit op de trein gestapt om definitief onder te duiken. Na een week van omzwervingen via Zwolle en Nijmegen langs Sems vrienden uit de AJC vonden ze samen onderdak bij mevrouw Serné in de Kloosterstraat 61 in Arnhem. Zij hielden zich schuil op een goed ingerichte zolderwoning boven het buurthuis van de woningbouwvereniging van de dan nog jonge arbeiderswijk de Geitenkamp in het noorden van Arnhem. Sem bouwde er op zolder meteen een donkere kamer.

De brutale Presser ging door met fotograferen. Zijn vriend Weehuizen, inmiddels hoofdredacteur van de Geïllustreerde Pers voorzag hem van opdrachten voor De Week in Beeld en Margriet, dat vanaf 1942 als zelfstandig damesblad verscheen. Hij leverde vooral veel kinderfoto’s en reportages van de bossen bij Arnhem in de sneeuw. Maar hij produceerde ook ansichtkaarten, kalenders en een aantal boekjes in de illegaliteit. De uitgaven waren bedoeld om geld in het laadje te brengen van de organisatie van onderduikers. Presser kwam met het idee en de latere Amsterdamse wethouder Wim Polak, die in Den Haag was ondergedoken, trad op als uitgever. Met een verhaaltje van Polaks vrouw Bea Etty Polak- Biet, illustraties van de schilder Leo Schatz en foto’s van Presser werd het jeugdboek Ankie is jarig enige malen herdrukt. Er is ook nog een vervolg verschenen onder de titel Ankie heeft een drukke dag. De voor de verjaardagskaarten en boekjes geportretteerde kinderen, onder wie Ankie, kwamen uit de Arnhemse buurt waar de Pressers ondergedoken zaten.

Ondertussen verzamelde Presser ook nog de gegevens voor een boekje dat – gezien de omstandigheden – in een enorme oplage zou worden verspreid. Dat gebeurde hier. Kroniek van vijf jaar oorlog verscheen voor het eerst onder het pseudoniem Wim Knol in de zomer van 1944, dus na de landing van de geallieerden in Normandië, in een oplage van 20.000 exemplaren, gevolgd door een herdruk in september van 30.000. Uitgever was opnieuw Wim Polak, die – zoals hij later vertelde – met de opbrengst 300 onderduikers en de gehele schoolvoeding in Den Haag heeft weten te financieren [Presser sprak in een interview op 8 augustus 1981 zelfs van een oplage van 200.000. De getallen hierboven zijn van de Koninklijke Bibliotheek – sbk].

Zijn fotografische en technische kennis heeft Presser in de illegaliteit benut om persoonsbewijzen te vervalsen. Zijn specialiteit betrof het ombouwen van bestaande bewijzen. De foto op het bewijs werd weggebleekt met rood bloedloogzout zonder het vastgeplakte zegel te verwijderen, om beschadigingen te voorkomen. Dan werd er minutieus met een kwastje een nieuwe gevoelige laag aangebracht, waar in de donkere kamer een nieuw portret op werd belicht. Het was een moeilijk werkje, voor een stabiele hand. Met de penseel werd gefixeerd en zelfs gespoeld. Hij heeft er met behulp van zijn vrouw Ruth vanaf 1942 honderden vervaardigd.

In de zomer van 1944 vroeg Presser zijn ondergedoken vrienden in Den Haag een donkere kamer voor hem klaar te maken. Hij was op de hoogte van de vorderingen van de bevrijders en was ervan overtuigd dat binnenkort koningin Wilhelmina in Scheveningen aan land zou komen.

Tijdens de operatie Market Garden, de mislukte poging van de geallieerden om in september 1944 de Rijn over te steken en de stad Arnhem te bevrijden, maakte Presser foto’s van de oprukkende troepen. Op 18 september wist hij zelfs tot de Rijnbrug door te dringen. Twee keer is hij door de vechtende linies gebroken, maar uiteindelijk moest hij bij het mislukken van de militaire actie opgeven en een veilig heenkomen zoeken.

Hij kreeg, opnieuw door onderhandelingen met de Duitsers, toestemming om samen met Ruth in een villa aan de Rijnoever te gaan wonen. Zij moesten daar echter weer snel vertrekken toen bleek dat de bezetters er een geschut voor de deur hadden gezet, waardoor zij doelwit werden van de geallieerden aan de overkant van de Rijn.

Waarschijnlijk zijn bij een evacuatie in deze periode de negatieven van de oorlogshandelingen zoek geraakt. Sem zou later altijd zeggen dat hij de negatieven had begraven en na de oorlog niet meer heeft kunnen terugvinden, maar Ruth zou in 2001 beweren zeker te weten dat de negatieven, die verpakt waren in een fruitslof, in de haast zijn achtergelaten bij een gedwongen vertrek: “We waren met kruiwagens in de weer, met matrassen en allerlei huisraad. Dan kan het heel goed gebeuren dat je zo’n slof over het hoofd ziet.” Uit deze periode resten nu slechts enkele tientallen afdrukken.

De bevrijding kwam voor Ruth en Sem Presser op 16 april 1945 in een huisje op een landgoed in Velp, waar zij na de evacuatie uit Arnhem terecht waren gekomen. In de poging zo snel mogelijk weer naar Amsterdam terug te keren werden ze op weg naar het westen gearresteerd door de Engelsen, die direct Sems camera in beslag namen. Na een dag en een nacht werden zij weer vrijgelaten. Ruth is naar Amsterdam teruggekeerd en zou Sem hierna uit het oog verliezen.

Presser is in die chaotische dagen met behulp van cineast John Fernhout naar België gereisd, waar hij in Brussel in dienst zou treden bij het Algemeen Nederlands Fotobureau (Anefo). Hij werd er door het Nederlandse Militair Gezag direct als oorlogsfotograaf ingedeeld bij de staf. Terug in Nederland maakte hij in die functie, op 5 mei 1945 de foto van de overgave van de Duitsers in Hotel De Wereld in Wageningen. Presser dacht in het gehavende hotel door een gat in de muur de luitenant-generaal Reichelt en de opperbevelhebber van het Duitse leger Blaskowitz vast te leggen. In 1991 onthulde René Kok, hoofd beeldarchief van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, dat Presser te vroeg was. De man die hij aanzag voor Blaskowitz was de tolk van Reichelt. De bevelhebber bevond zich op dat moment nog in het Duitse hoofdkwartier in Hilversum. Sem Presser was er zijn leven lang trots op aanwezig te zijn geweest bij de overgave van de bezetter. De werkelijke toedracht heeft hij nooit geweten.

Bij de bevrijding van Den Haag op 8 mei zagen Bea en Wim Polak in het eerste motorzijspan van de geallieerden Sem zwaaiend de stad binnenrijden. Ook in verschillende andere steden in de Randstad zou Presser in die bevrijdingsdagen de intocht van de geallieerden fotograferen. In juni bezocht Presser kamp Vught, waar na de overdracht aan de bevrijders NSB’ers, Nederlandse collaborateurs en SS’ers waren gevangengezet. Later die zomer volgde een bezoek in opdracht van het Militair Gezag aan het ‘Bewarings- en verblijfskamp Laan 1914’, zoals het voormalige Lager Amersfoort was omgedoopt.

In de jaren na de oorlog wist Presser precies wat het publiek wilde. Van zijn hand verschenen bij Scheltens & Giltay boekjes samengesteld uit – ook van anderen aangekochte – foto’s van de koninklijke familie in ballingschap en van het bezoek van Winston Churchill in mei 1946 aan Nederland. De pakkende titels: Oranje in dagen van strijd. 1940-1945. Onze koninklijke familie in Engeland, Canada en Amerika, uit 1945 en Winston Churchill in ons midden. Zijn zegetocht door ons land 8-13 mei 1946, verkochten goed.

In maart 1946 reisde Presser per auto in opdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) samen met Aart Klein en een journalist als geaccrediteerd Engels oorlogscorrespondent door het verwoeste Duitsland. Ze waren bevorderd tot de rang van British Army Captain, op het uniform droegen zij het insigne PRS: Public Relations Service; zo konden ze in heel Duitsland in elk Press Camp slapen, eten en bovendien gratis benzine tanken.

Het resultaat van deze reis zou worden gepubliceerd in het boek Zoo leeft Duitsland. Op de puinhopen van het Derde Rijk. Het idee was afkomstig van de beide fotografen, die elkaar kenden van de Arbeiders Jeugd Centrale en de sociëteit De Kring. Aart Klein vertelde hierover in Vrij Nederland van 18 januari 1997: “Daar [in de Kring] is het idee geboren: we moeten naar Duitsland. We zijn naar Den Haag getogen, naar de Rijksvoorlichtingsdienst. Daar zat die man die later voorzitter van de TROS zou worden, [Joop] Landré. We willen naar Duitsland, zeiden we. (…) Landré heeft voor ons geregeld dat we konden vertrekken. Sem en ik kregen in Apeldoorn uniformen met een officiersinsigne. Zo hadden we overal entree.”

Uitgeverij Scheltens en Giltay wilde van de reis wel een boek maken, maar dan moest de in die jaren bekende journalist Hans Nesna mee. Het tekende de verhoudingen toen het boek verscheen: slechts een klein regeltje verwijst naar de beide fotografen. Nergens is in het boek terug te vinden wie welke foto heeft gemaakt. De beide fotografen reisden voor een deel samen, maar besloten voor een beter totaalbeeld in het beperkte tijdsbestek van twee weken ook gescheiden te opereren. Zij reisden per auto vanuit Amsterdam naar Herford. Daar besloot Presser alleen door te reizen naar Berlijn. Klein en Nesna gingen naar Hamburg en Hannover en sloten zich later weer bij Presser aan in Berlijn, waar zij enige dagen gezamenlijk doorbrachten. Op de terugtocht gingen zij gedrieën naar Braunschweig en Herford. Vandaar vloog Presser terug naar Amsterdam en reisden Klein en Nesna door naar het Ruhrgebied, Neurenberg en München. De beelden van zoveel steden in ontreddering zijn ook nu nog indrukwekkend.

Naar aanleiding van de te verschijnen tweede druk richtte Presser op 30 december 1946 een brief aan de uitgever met het verzoek de beide fotografen te noemen op de titelpagina: “… dit te meer daar, ons inziens, het voorwoord van den schrijver te weinig aandacht schenkt aan onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de reis en het boek.” In de nieuwe editie werden de fotografen vermeld.

Een jaar later zou hij opnieuw met Nesna, nu zonder Klein, voor een reportage naar Duitsland afreizen. Deze keer ging de reis per trein. Pressers naam werd nu vermeld op de titelpagina. Op de foto’s in het boek Dans op de vulkaan, dat van deze reis bij Scheltens en Giltay verscheen, is de Koude Oorlog al zichtbaar.

In juni 1949 keerde hij nog eens terug naar Berlijn voor een reportage samen met Alexander Huguenot van der Linden voor Ons Vrije Nederland. Wekenlang publiceerde het weekblad de beelden van de stad in crisis en de reis erheen over de beruchte enige corridor, de Autobahn van Helmstedt naar de geïsoleerde voormalige hoofdstad.

Presser werd een paar maanden na de oprichting in 1945 lid van de GKf (Vakgroep Fotografie binnen de Vereniging van Beoefenaars der Gebonden Kunsten in de Federatie). Hij zou later verklaren dat de vriendschap met Carel Blazer en Cas Oorthuys in en direct na de oorlog leidde tot zijn lidmaatschap. Hij gold naar eigen zeggen “helemaal niet zo als een fotograaf die naar de kunstkant toe trok”.

Toen de GKf zich van 1 oktober tot 8 november 1948 voor het eerst presenteerde, was Sem Presser er bij. Samen met onder anderen Blazer, Oorthuys, Emmy Andriesse, Eva Besnyö en Wim Brusse nam hij deel aan de groepstentoonstelling Foto ’48 in het Stedelijk Museum in Amsterdam. In de speciale editie van het tijdschrift Kroniek van Kunst en Kuituur, die ter gelegenheid van de tentoonstelling verscheen, werd het credo van de GKf-fotografen verwoord: “De fotografen van de G.K.F. willen met de tentoonstelling Foto ’48 een beeld geven van de hedendaagse fotografie. Het doel van de fotografie is niet het mooie plaatje, maar mededeling door middel van de camera. Deze fotografie vervult een dienende functie en is in de practijk gebonden aan de opdracht.” Het is opmerkelijk dat uitgerekend Presser binnen de GKf de woordvoerder van de fotografen was. In een artikel in het tijdschrift kreeg hij de kans een pleidooi te houden voor de fotojournalistiek. Hij benadrukte het belang van de zeggingskracht van de foto boven het belang van de esthetiek: “De persfotograaf van vandaag noemt zich bij voorkeur fotojournalist, en hij heeft gelijk. Juist als de journalist heeft hij de opdracht alle vormen, waarin het leven zich manifesteert, op te zoeken, te herkennen, naar hun waarde te schatten en ten slotte zo uit te beelden, dat zijn publiek zijn gedachtengang begrijpt (en natuurlijk liefst waardeert).”

Zo kort na de oorlog bleek ook een morele stellingname gewenst, een politieke plaatsbepaling die de herkomst van de GKf-leden toont: “Als fotograaf kan men een beeld van grote schoonheid scheppen, door een vervallen huis, een wrak van een mens, of een slagveld als requisieten te benutten. Heeft de fotojournalist deze onderwerpen af te beelden, dan dient de foto van het huis een aanklacht te zijn, die van het wrak schrijnend, en die van het slagveld huiveringwekkend. Eerst als hij dat bereikt, heeft hij zijn taak volbracht.”

Bij zijn thuiskomst in Amsterdam na afloop van de oorlog, was Presser in mei 1945 direct lid geworden van een noodorganisatie, opgericht op initiatief van oud-illegale fotografen, die de belangen van de beroepsgroep behartigde. Het ging er hard aan toe, zo schreef hij in oktober 1950 in Vrij Nederland: “De economische verhoudingen hadden zich, vergeleken met 1940, grondig gewijzigd. De bladen konden uiterst weinig foto’s publiceren en namen derhalve geen fotografen in dienst. De zelfstandigen en hun collega’s in dienstbetrekking waren, als groep bezien, van een ander gehalte dan de voor-oorlogse persfotografen. Velen hadden een goede schoolopleiding gehad en waren uit liefde voor de goede zaak in het vaarwater van de fotografie gekomen. Anderen hadden gedurende de oorlog gelegenheid gehad hun kennis door studie te vermeerderen. En een deel van de oude rotten met feilloze vakkennis maar beperkte algemene ontwikkeling, mocht voorlopig de persfotografie niet meer uitoefenen. Dit alles had zijn invloed op de nieuwe organisatie, die ontstond uit het samengaan van de noodorganisaties en de oude vereniging [de NVPF, de Nederlandse Vereniging van Persfotografen en Film-operateurs – sbk]. De thans 150 leden tellende Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten werd geboren.”

In 1946 werd hij bestuurslid van de NVF, naar zijn mening een vereniging die in vergelijking met de GKf meer de journalistieke belangen van de fotograaf behartigde. Men moet hier in het oog houden dat in die periode het ministerie van Economische Zaken de fotografen verplichtte lid te worden van officiële vakgroepen. De distributie van het schaarse fotomateriaal was aan een lidmaatschap verbonden.

Vanaf 2 oktober 1948 werd hij voor de eerste keer voorzitter van de NVF. Hij slaagde er in korte tijd in een klimaat van professionaliteit in te voeren. De statuten bepaalden dat de leerlingen en aspirant-leden die tot de vereniging wilden worden toegelaten, regelmatig examens moesten afleggen. Er werd niet alleen in het fotovak, maar ook op algemene ontwikkeling en talen getest. En men kon slechts lid worden als men zich hield aan de leveringsvoorwaarden, bijvoorbeeld door de verplichte minimumprijzen te hanteren. Er werd een Tuchtraad en een Raad van Arbitrage ingesteld. Om de toeloop van persfotografen bij openbare gebeurtenissen te reguleren werd de Contact Commissie Fotopers in het leven geroepen. Ook intern was Sem een strenge voorzitter. Zo wist hij de penningmeester, tot diens verdriet en met nederige verontschuldigingen, ertoe te bewegen een lijst van wanbetalers te publiceren: een lijst met vele prominente namen.

In 1951 beëindigde Presser zijn voorzitterschap wegens emigratie naar Frankrijk, maar hij zou na zijn vertrek de NVF op de voet blijven volgen. Zo maakte hij zich in een commentaar in de Fotojournalist van mei 1953 druk over het rumoerige vertrek van de toenmalige voorzitter. Hij pleitte voor meer verdraagzaamheid en vooral meer zelfkritiek onder de leden: “Die vereniging van ons is een merkwaardige club. Zij bestaat uit leden die tot het minst aangename soort mensen behoren – economisch gezien. We hebben allemaal kleine prutsonderneminkjes die (door de structuur van ons werk) nimmer groot kunnen worden. We hebben een beperkt afzetgebied, dat zich vrijwel nimmer uitbreidt en dat aan elk onzer overbekend is. Bij ieder initiatief dat we ontplooien komen we elkaar tegen en we worden dan onmiddellijk concurrenten van elkaar. Ons product vervaardigen we voornamelijk op risico en het wordt vrijwel waardeloos als het niet onmiddellijk verkocht kan worden. Daarbij komt dat de aard van het werk eigenschappen aankweekt die ons buiten het werk beslist niet ten goede komen: we doen ons graag gelden, zijn luidruchtig, pochen veel, zijn zo rusteloos als schooljongens met een rat in de zak en zo rusteloos als emigranten de avond voor het aan wal gaan (…).” Toen Sem in 1965 weer terugkeerde naar Amsterdam bemoeide hij zich al snel weer met de vereniging. Hij zette zich onverminderd in voor erkenning en verbetering van de maatschappelijke positie van fotografen en vertegenwoordigde de NVF in vele commissies en besturen, zoals in de Fotografenfederatie, de Auteursraad en Europhot, de Europese fotoauteursrechtenorganisatie.

Dat Presser een bestuurder in hart en nieren was blijkt wel uit het feit dat hij naast zijn bestuurlijke activiteiten in de NVF en tussen alle reizen en vergaderingen door ook nog tijd vond om zitting te nemen in de Amsterdamse Kunstraad, vanaf 1971 tot aan zijn overlijden bestuurslid te zijn van de Stichting World Press Photo Holland en commissie- en jurylid te zijn van de Zilveren Camera tussen 1976 en 1983 en opnieuw in 1985.

Op een bestuursvergadering van de NVF in juni 1947 stelde Aart Klein voor een maandelijkse nationale fotowedstrijd te houden. Achterliggende gedachte van Klein was de discussie op gang te brengen over fotografie en het vak.

Besloten werd uit de toegezonden beelden een Foto van de Maand te kiezen. Uit dit idee zou later de Zilveren Camera ontstaan.

Op de jaarlijkse meeting, in 1948 in het Gildehuis in de Voetboogsteeg in Amsterdam, konden alle leden zelf hun beste foto aan de wand hangen. Aanwezige vakgenoten en relaties kregen de mogelijkheid hier de beste uit te kiezen. Het eerste jaar werd de winnaar toegesproken en werd er een toost op hem uitgebracht. Omdat men deze hulde wel erg karig vond, besloot het bestuur tot de invoering van een wisseltrofee. Men dacht hierbij aan een Zilveren Camera, maar daarvoor ontbraken de middelen. Sem kwam toen op het idee een afgedankte Nettel-camera te verbouwen en te voorzien van een zilverkleurige verflaag. Op de cassetteschuif zou men de namen van de winnaars graveren. De wisseltrofee was geboren.

Voor de eerste keer werd De Zilveren Camera, de prijs voor de beste persfoto van het afgelopen jaar, door de NVF uitgereikt in 1949. In het Minerva Paviljoen kozen de verenigingsleden met familie en aanwezige zakenrelaties de winnaar uit de honderden door de leden opgehangen favorieten. Jhr. Waldo van Suchtelen kreeg de prijs voor de foto ‘Aardappels rooien op de Dam’. Die dag werd ook gebruikt als eerste Dag van de Fotojournalisten, de dag waarop aspirant-leden in de gelegenheid werden gesteld volwaardig NVF-lid te worden door het afleggen van een ‘proeve van bekwaamheid’. Het bestuur, waarschijnlijk Sem, had een aantal populaire cabaretiers bereid gevonden te figureren als model voor de opdrachten. Heintje Davids, Johan Kaart, Lou Bandy en Snip en Snap (twee heren verkleed als oude dames) deden op het Museumplein wat improvisaties, die door de aankomende fotografen moesten worden vastgelegd. Zo werden er pannenkoeken gebakken die bij het keren in de pan door de fotograaf in de lucht moesten worden geregistreerd. Door het succes van de eerste Zilveren Camera en de publiciteit eromheen werd besloten jaarlijks een Dag van de Fotojournalisten te organiseren. Deze dag en het examen zou jarenlang een traditie blijven, die verdween met de komst van de foto-vakscholen en de meer prestigieuze uitreiking van de Zilveren Camera.

Van al zijn reportages kort na de oorlog zijn vooral die over het Filmfestival in Cannes van grote invloed op de verdere loop van zijn leven geweest. In september 1946 was Presser er voor de eerste versie aanwezig. Hij reisde er per trein heen in gezelschap van filmrecensent Simon van Collem. Zij kenden elkaar nog van de lagere school. Ook cineast Bert Haanstra, schrijver Simon Carmiggelt en recensent B.J. Bertina waren aanwezig. Presser maakte er tevens kennis met Sadi de Gorter, de latere cultureel en persattaché van de Nederlandse ambassade in Parijs. Presser genoot in Cannes van de sfeer, de kennismaking met champagne en het ‘Concours d’élégance’. Hij maakte foto’s van de sterren en het milieu en schreef er ook steeds vaker een tekst bij. Aan de beelden is te zien dat Presser het er naar zijn zin had, zijn charmes werden door de sterren beantwoord. Hij ontmoette er grote namen uit de film- en kunstwereld als Sophia Loren en Gina Lollobrigida, Orson Welles, Erich von Stroheim, Jean Cocteau en Pablo Picasso. Hier ontwikkelde hij zijn fijne neus voor de laatste nieuwtjes over beroemdheden. Hij zou er regelmatig terugkeren tot aan het begin van de jaren zestig.

Voor de Kroniek van de Week, een uitgave van De Spiegel. Christelijk nationaal weekblad maakte Presser in het voorjaar van 1947 een twee maanden durende treinreis door Zwitserland en Italië. Het was de eerste reis waarop hij zich bevrijd voelde van de opdracht de actualiteiten te volgen. Hij genoot met volle teugen van ‘de levendigheid van de mensen, de kleurrijkheid en de manier waarop ze woonden’. De reis, die hij in Een halve eeuw fotojournalistiek ‘de verrukkelijke voorjaarsreis’ zou noemen, zou zijn leven lang zijn favoriete blijven. Genua, Venetië, Rome, Napels; later zou hij het zo samenvatten: “Val aan de andere kant van de Alpen in de Mediterrane wereld: schijnbaar zorgeloos, fel de kleuren en geuren, vreemd het eten en de slokjes, knoflook en olijven alom. Iedere minuut dat ik verder ga ontmoet ik een overweldigende hoeveelheid nieuwe motieven – ik heb op die reis foto’s gemaakt die tot mijn dierbaarsten behoren.”

Aan boord van de ss Volendam, een schip van de Holland Amerika Lijn dat als troepentransportschip werd ingezet, maakte hij in het voorjaar van 1948 samen met Carel Enkelaar een reis naar Nederlands-Indië. Aansluitend volgde een tocht door de onrustige kolonie. Het resultaat zou een jaar later te zien zijn in het boek Ind(ones)ië. Een tropenjournaal van de schrijver Louis Vrooland, opnieuw uitgegeven door Scheltens en Giltay. Op uitnodiging van de Australische regering reisde Presser door naar Australië voor een reportage over de Nederlandse immigranten. Het werd een wereldreis: vervolgens ging het naar Perzië, India, naar een paar eilanden in de Stille Oceaan en dan naar de Verenigde Staten: Californië, Chicago en New York.

In het naoorlogse Nederland ontstond, na de eerste jaren van schaarste, een steeds grotere behoefte aan beeldmateriaal met een spannend verhaal. Na verloop van tijd verschenen er weer wat geïllustreerde bladen. Presser kreeg steeds vaker opdrachten van De Week in Beeld, dat in 1953 in Revue. Het Nederlandsch familieblad zou worden omgedoopt. Zijn vriend Weehuizen zag in hem de ideale fotograaf, een die ook een verhaal kon schrijven. Zo maakte hij reportages over Albert Schweitzer in Lambarene, over Gabon, Suriname en de Antillen en Noord- en Zuid-Amerika. Sommige van die reportages werden ook gepubliceerd door de Saturday Evening Post, Look en de New York Times.

In 1949 maakte Sem ook zijn meest gepubliceerde foto. In Leiden fotografeerde hij in opdracht van De Week in Beeld een kinderrijk gezin in de huiskamer. Waarschijnlijk heeft hij ook de tekst verzorgd voor het artikel over het reilen en zeilen van het gezin van Jacob en Cornelia. De compositie van de vader en de in verwachting zijnde moeder met hun zestien kinderen behoort tot zijn meest beroemde foto’s. Jaren later zou hij nog een poging doen de kinderen opnieuw te fotograferen en diende daar bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst zelfs een opdrachtplan voor in. Het bleef bij een plan.

In het Franse Roquebrune schreef Presser zijn populair geworden reisgidsen. Deze gidsen hadden de lichte toon van de jaren vijftig. Sem beschreef situaties met een avontuurlijke spanning en kwam op plaatsen waar zijn lezers pas decennia later zouden komen. In zijn reisgidsen klonken zowel het geluid van de geluksvogel als het gejammer over de primitieve toestanden waarin de avonturier zich bevond. In Wandelingen langs de Rivièra schreef hij over “koefnoentjes” en “kwartjesvinders” en “ranke cypressen die als racefietsjes naar de blauwe lucht snellen”. In zijn foto’s registreerde hij op perfecte wijze wat men in Nederland wilde zien, de pittoreske armoede, dromerige stadjes en uitzicht over een zonovergoten zee, de rijkdom en het feestgedruis van Cannes, Monte Carlo, de mooie limousines, vrouwelijk schoon en nachtelijke feesten. Sem Presser stapte er met de camera zonder vrees op af.

Presser besloot in 1951 om Nederland te verlaten. Hij was bang te vastgeroest te raken. Zoals hij het uitdrukte: “Hier gaat alles te goed voor een oud-onderduiker.” Van zijn bezoeken aan Cannes kende hij de directeur van de Franse radio, die een huis in Roquebrune aan de Franse Rivièra had. Via hem huurde hij vanaf april een appartement in Roquebrune-Cap-Martin, tussen Monaco en de Italiaanse grens in het Franse departement Alpes Maritimes. Van hieruit zou hij gedurende een periode van vijftien jaar de wereld bereizen en reportages maken, zowel voor de krant, als voor de radio.

Presser begon er aan een nieuw leven samen met Joke van den Heuvel, die hij in Parijs tijdens het staatsbezoek van koningin Juliana en prins Bernhard in 1950 had leren kennen. Zij studeerde daar culturele antropologie en ontmoette Sem tijdens haar studentenbaantje als receptioniste van een hotel. Met zijn eigen auto volgepakt met huisraad was hij van Amsterdam naar het dorpje Rocquebrune-Cap-Martin aan de Franse zuidkust gereden. Later voegde Joke zich bij hem in ‘het kleine huisje van niks’.

Presser was gesterkt door afspraken over toekomstige opdrachten van De Telegraaf, Elsevier en de AVRO. Ook het damesblad Margriet, de VARA en het tijdschrift De Week in Beeld (de latere Revue) zouden de komende jaren van zijn diensten gebruik maken. De Telegraaf als opdrachtgever was opmerkelijk voor een linkse journalist, zo kort na de oorlog. Collega Aart Klein zou er later over opmerken: “Sem stelde eisen. Van zijn prijs ging niks af. Goed geweest in de oorlog? Niks mee te maken zei hij dan. Ik ben nog steeds goed.” En Het Parool en Het Vrije Volk betaalden nu eenmaal veel minder.

De eerste anderhalf jaar zijn volgens Sem het best te beschrijven als luieren. Hij pochte te kunnen leven van één dag werken in de week, een beetje fotograferen, een beetje schrijven en verder was het zonnen en zwemmen, ‘s Avonds waren er de sociale contacten met vrienden en buren. Daarna schreef en fotografeerde hij intensief voor zijn reisgidsen, maakte hij reportages voor binnen- en buitenlandse media. Via Radio Monte Carlo gaf hij zijn radiopraatjes voor de AVRO door.

Nieuws wist Presser altijd wel te vinden: van de jaarlijkse bijeenkomst van de zigeuners in Saintes-Maries de la Mer, het filmfestival in Cannes, het gokken in Monte Carlo van Koning Faroek tot aan het gezinsleven van Pablo Picasso. Vanaf Roquebrune-Cap-Martin heb je een mooi uitzicht over Monte Carlo en de baai van het prinsdom Monaco. Sem en Joke waren er vaak te vinden voor nieuwtjes over de society. In maart 1954 schreef Sem nog in De Telegraaf. ‘De Prins van Monaco wil maar niet trouwen.’ Maar als Rainier III en de Amerikaanse filmster Grace Kelly op 19 april 1956 in het huwelijk treden, is Sem er bij. Hij had haar al gefotografeerd in 1955, toen zij prominent een eigen praalwagen had in het bloemencorso waar het filmfestival jaarlijks mee opent. Van het sprookjeshuwelijk deed Presser verslag voor de dag- en weekbladen en de radio. Ook de Nederlanders die de Côte d’Azur bezochten, zoals Heintje Davids, Jan de Hartog en tennisster Fenny ten Bosch, werden door Sem Presser gefotografeerd en kort geïnterviewd. Voor De Telegraaf verzorgde hij een eigen rubriek: ‘Nederlanders in den vreemde’. Het gaf hem de gelegenheid in een wijde cirkel rond zijn nieuwe woonplaats te reizen, van Parijs tot Rome.

In 1952 won hij de Zilveren Camera met een foto van een huilende vrouw in het Zuid-Franse dorpje Tignes die had gehoord dat haar dorp onder water zou komen te staan door de aanleg van een stuwmeer. Het was een foto uit een uitgebreide reportage die hij maakte over de bouw van de eerste stuwdam in de Franse Alpen.

Zijn nieuwe woonplaats aan de Méditerranée werd ook de uitvalsbasis voor vele wereldreizen. Alle continenten werden bezocht. Hij vloog onder meer met een Amerikaans legertoestel van Alaska naar de Zuidpool. Regelmatig kwam Sem even terug in Amsterdam, zoals ook op 17 augustus 1954 om met Joke in het huwelijk te treden. De foto’s van de bruiloft werden gemaakt door Ed van der Elsken. Sem wilde per se in Amsterdam trouwen om de Franse rompslomp te vermijden, zoals hij het uitdrukte.

In 1963 werd zijn werk vertoond op de groepstentoonstelling Quatre photographes néerlandais de France in het Institut Néerlandais in Parijs, waar Sadi de Gorter directeur was. De andere deelnemers waren de eveneens in Frankrijk verblijvende Nederlandse fotografen Dominique Berretty, Fred Brommet en Eddy van der Veen. In 1964 kreeg deze tentoonstelling in Amsterdam een toepasselijke naam in de Rijksakademie van Beeldende Kunsten: 4 even hier.

Na vijftien jaar besloten Joke en Sem in 1965 definitief terug te keren naar Amsterdam. De reden voor de repatriëring zou nooit duidelijk worden. Er werden door Sem verschillende verhalen verteld. Zo zou hij zich hebben gestoord aan de autobussen met Nederlandse toeristen voor zijn huisdeur in Roquebrune. Het werd hem er in het algemeen te druk. Het kan ook heimwee naar Amsterdam zijn geweest, “… ik kon het gewoon niet meer uithouden daar tussen de Route Nationale nr. 7 en de zee, met die eeuwige blauwe hemel.”

Hij maakte in 1973 zijn laatste reportage voor Nieuwe Revu. Vanaf 1976 zou Presser geen officiële persopdrachten meer aannemen en uitsluitend werken aan het omvangrijke archief.

Jaarlijks gingen Joke en Sem er nog op uit om het aan te vullen en ‘lege plekken’ op de kaart te bereizen.

Bij het vertrek naar Frankrijk was Presser in april 1951 door de vereniging NVF uitgeleide gedaan met de volgende duidelijke tekst: “En Sem was er! Hij was er als een symbool van bekwaamheid, organiserend talent, van vechtlust. Een uiterst bekwaam voorzitter, die wist wat hij wilde. Wij behoeven niet te vermelden dat hij het moeilijk heeft gehad. De moeilijkheden, die ons vak juist in deze tijd meebrengt en die op ons allen individueel drukken, rustten gezamenlijk op zijn schouders. (…) Het is de gewoonte, dat achterblijvenden, de vertrekkende geschenken aanbieden. Maar bij het vertrek van Presser bood hij óns een geschenk aan. Want al is zijn voorstel door de leden afgewezen, het blijft een geschenk van onnoemelijke waarde. Een geschenk, omdat hij kans heeft gezien ons onder het oog te brengen, dat de moeilijkheden in ons vak slechts opgelost kunnen worden, indien wij eendrachtig deze moelijkheden trachten op te lossen. (…) Het bewustzijn dat afdoende maatregelen in eendracht tot stand gebracht moeten worden, dit bewustzijn gaf hij ons. Bedankt voor dit afscheidsgeschenk Sem!”

Deze lovende woorden met bittere ondertoon sloegen op de mislukte pogingen van Presser om te komen tot een regeling van de auteursrechten en tarieven door de vereniging. De grote wens van Presser om te komen tot de oprichting van een foto-auteursrechtenbureau zou echter leiden tot een ernstige bestuurscrisis in de NVF. Op de jaarvergadering van april 1951 bleken te weinig leden geïnteresseerd in een orgaan dat moest toezien op de bescherming en handhaving van de auteursrechten van de fotograaf. Na aandringen van de juridisch adviseur van de vereniging, mr. R.P. Kokosky, stapte het teleurgestelde bestuur niet direct op, maar bleef het nog drie maanden functioneren.

Pressers strijd tegen wanbetalers en onrechtmatig fotogebruik ging onverminderd door. Sem bleef zich ergeren aan uitgevers die vóór in hun boeken het copyrightteken vermeldden en zich alle rechten voorbehielden, maar die het plaatsen van foto’s zonder toestemming van de maker de gewoonste zaak van de wereld vonden.

In een open brief in augustus 1975 in De journalist waste Sem de directeur van de Arbeiderspers, Theo A. Sontrop, de oren. Na het ontvangen van een nota van Sem merkte deze op dat hij zijn pagina liever blanco had gelaten wanneer hij vooraf op de hoogte was geweest van Sems tarieven. Sem schreef hem terug dat het hem een passend tijdverdrijf voor een uitgever lijkt: “boeken met blanco pagina’s uitgeven. Dat bespaart honoraria, zet- en drukkosten en lost meteen het probleem van onvriendelijke kritieken op. (…) Het is altijd grappig om van een uitgever te horen dat zijn ‘tarief’ zus of zo is. Stelt hij ook bij de papierleverancier, de drukker, de binder zelf vast wat hij wenst te betalen? Deelt hij zijn kruidenier mede hoeveel hij voor een kilo suiker wil geven? Stelt hij zijn afnemers in de gelegenheid om vast te stellen wat zij voor zijn boeken willen betalen?”

Van 1968 tot 1981 was Presser voor de tweede maal voorzitter van de NVF. Onder zijn voorzitterschap zouden het Bijstandsfonds en de Fotografenfederatie vaste vorm krijgen. De meeste van deze organisaties kwamen voort uit de door Sem verwoorde onvrede bij auteursrechtelijke kwesties. Direct na zijn aantreden als voorzitter zou hij zich opnieuw hard maken voor een sterkere Burafo. In de praktijk bleek de organisatie zo zwak dat de meeste fotografen bij een geschil liever zelf een advocaat in de arm namen. Na veel vergaderen zou het tot 1980 duren tot het heroprichten van de Burafo, met nieuwe statuten. De drie verenigingen die samen de Fotografenfederatie vormden, de NVF, de GKf en de Beroeps Fotografen Nederland (BFN) stonden nu achter het initiatief. Pas jaren na zijn aftreden zou een andere langgekoesterde wens van Presser gerealiseerd worden. Stichting Foto Anoniem werd eind 1984 opgericht. De opzet van de stichting was het voorkomen van het gebruik van anonieme ‘zwervende foto’s’ zonder dat daar een vergoeding tegenover stond. Bij plaatsing van een beeld waarvan de maker onbekend was bij de uitgever, zou de laatste de gegevens tegen geringe kosten kunnen achterhalen. Kon de stichting de herkomst van dat beeld niet vaststellen, dan stortte men het plaatsingstarief in de pot voor het geval de rechthebbende later kon worden achterhaald. De Stichting Foto Anoniem had geen commerciële belangen, maar trachtte enerzijds om gebruikers te vrijwaren van juridische problemen bij het publiceren. Anderzijds voorkwam de Stichting dat ‘gratis’ archieffoto’s concurreerden met de auteursbelangen van fotografen in het algemeen. In De Journalist van 2 december 1985 schreef Sem verheugd te zijn over het besluit van de Volkskrant om vanaf dat moment over te gaan op naamsvermelding bij alle foto’s. Deze beslissing kon zeker worden toegeschreven aan het jarenlange aandringen en bepleiten tot in de rechtzaal van Presser.

Op de dag van zijn overlijden in het Prinsengrachtziekenhuis in Amsterdam, woensdag 29 oktober 1986, won hij zijn laatste rechtzaak. Het Haagse kantongerecht stelde hem in het gelijk in een geschil met het Letterkundig Museum, dat ongevraagd en onbetaald jarenlang foto’s van hem had gebruikt in publicaties. Het museum heeft bij voortduring in strijd met de auteurswet gehandeld en werd daarom tot schadevergoeding en de kosten van het geding veroordeeld.

Sem Presser heeft vanaf het moment dat hij besloot fotograaf te worden uitspraken gedaan over zijn camera’s. Hij hield van zijn werktuig, maar technisch wist hij er niet mee om te gaan. Een camera moest het doen en in zelf repareren was hij niet goed.

Door de gewoonte gedurende zijn gehele leven zelfportretten te maken, vaak in de spiegel, kennen we ook veel van zijn camera’s. Op tientallen foto’s zien we hem met zijn Asahi Pentax, Agfa Super Isolette of Rolleiflex. Met het eerste boxje, de allereerste Agfa-box uit 1932, wist hij nog niet veel te beginnen. Een eenvoudig thuis gemaakt zelfportret, herinnerde aan Sems eerste stappen.

Zijn eerste gepubliceerde foto maakte Presser met een Engelse Thornton- Pickard platencamera, nadat Ben van Meerendonk hem de werking had uitgelegd. Later in de jaren dertig werkte hij met de Zeiss-Ikon Miroflex en sprak hij van de Kine Exakta.

Welke toestellen door hem zijn gebruikt tijdens de oorlog is onbekend. Al was het moeilijk aan materiaal te komen, gedurende zijn gehele onderduikperiode heeft hij blijkbaar kunnen fotograferen. Presser heeft zich daar nooit over uitgelaten, maar zijn eerste vrouw Ruth Schachno zegt in het interview uit 2001 dat zij door een goede relatie met de grossier Fischel aan de filmpjes konden komen. In 1944 maakt hij de foto’s bij de mislukte slag om Arnhem met een Flexaret, bouwjaar 1939 uit Tsjechië. Van zijn reis naar Zwitserland en Italië in 1947 weten we dat hij zijn Rolleiflex bij zich had.

Vanaf de tweede helft van de jaren vijftig had hij altijd een Agfa Super Isolette, een kleinere 6×6-camera, bij zich, een handig extra toestel, dat hij tot zijn verdriet kwijtraakte ergens op een reis in Oost-Europa. Hij zou er later voor de zekerheid drie tegelijk kopen in Hong Kong. Over het maken van zijn eerste kleurenfoto heeft Presser uitgebreid geschreven. Bij de kroning van Juliana in 1948 leende hij een Linhof Technika van Cas Oorthuys. Van Philips kregen acht fotografen acht kleurenvlakfilms om de feestelijkheden in de Nieuwe Kerk in Amsterdam vast te leggen onder de voorwaarde dat deze firma zelf een van de opnamen vrij zou mogen gebruiken. De enige van het achttal met ervaring in de kleurenfotografie was Wiel van de Randen, die in opdracht van Panorama werkte. Van der Randen adviseerde volgens Presser een sluitertijd die wel erg aan de lange kant was vergeleken met een zwart-witbelichting. Zijn laatste twee opnamen maakte hij in een kortere tijd, volgens Presser de enige geslaagde beelden in kleur die er van de kroning gemaakt zijn.

Hij werkte vooral met een Rolleiflex, waarschijnlijk al vanaf 1936, maar ook met een Asahi Pentax en een Nikkormat. Hij werkte liever met zwart-wit dan met kleur. De mogelijkheden om het beeld later in de doka nog bij te stellen bevielen hem wel. Het gebruik van kleurenfilm vereiste een beslissing ter plaatse en daar voelde hij zich door beperkt. Ondanks zijn liefde voor de eenvoud kon hij het niet laten ook te experimenteren met filters en infraroodfilm omdat het zo’n “prachtig pictoraal effect geeft”.

“Hij werkte bij voorkeur uit de hand, op 1/500, met snelle films, zelfde lens. Hij hield van echt licht”, volgens Joke Presser. Bij verschillende gelegenheden heeft Presser zich uitgelaten over zijn voorkeur voor ‘zijn geliefde tegenlicht’.

Presser lijkt voor de oorlog niet op de hoogte te zijn geweest van de stellingname van de Nieuwe Fotografie en na de oorlog niet beïnvloed door Het Beslissende Moment. Daar waar hij experimenteerde zag hij dat als aardigheid. Zijn latere werk, gemaakt in opdracht voor de encyclopedie-uitgaven, werd meer de verplichte stockfotografie in kleur.

Al wilde hij zelf niets weten van artistieke pretenties, zijn werk onderscheidt zich door een hoge kwaliteit van beeld en compositie. Reeds tijdens zijn leven is werk van Presser door verschillende musea en collecties aangekocht.

Als fotograaf is Presser te beschouwen als een gedegen chroniqueur van zijn tijd. Zijn werk toont lichte humor met oog voor detail. Altijd staat in zijn fotografie de mens in zijn leefomgeving centraal. Hij bracht de complexiteit van het dagelijks bestaan op menselijke maat in beeld, maar een sociale aanklacht was daar nooit in te vinden. Hij was er in de rol van verslaggever, niet om zijn werk in te zetten bij een sociale of politieke discussie, noch bij een stellingname in een kunststroming.

Zo solistisch als hij zich opstelde als fotograaf, zo intens genoot hij van de warme drukte van het verenigingsleven. Hij was een vurig aanvoerder van de groep die stemming wist te brengen op momenten dat het er op aankwam. Naast zijn betekenis als fotograaf is vooral zijn inzet voor het vak en voor de rechten van zijn vakgenoten van grote waarde geweest. Voor de NVJ heeft hij op cruciale momenten een doorslaggevende rol gespeeld bij het vaststellen van de fundamentele auteursrechten van de fotograaf. Niemand heeft in de naoorlogse periode zoveel invloed op het Nederlandse fotografielandschap gehad als Sem. Maar in het jubileumboek dat in 1985 van Sem Presser verscheen, zou Joop Swart al profetisch opmerken: “De Nederlandse persfotografie heeft zich in de laatste decennia langzaam ontwikkeld tot wat nu fotojournalistiek heet, maar het nog niet altijd is. In dat moeizame proces heeft Presser de rol van voortrekker gespeeld. (…) En ook de hardnekkigheid waarmee hij greep op de redactionele presentatie van zijn werk wilde hebben, heeft menig ontwerper, hoofdredacteur en drukker aanvankelijk tot razernij gebracht. Maar hij brak daarmee wel baan in de massamedia voor meer invloed, meer verantwoordelijkheid, meer aanzien en dus ook betere honorering van de persfotograaf, hoewel het er soms op lijkt dat het water achter ijsbreker Presser alweer snel dichtvriest.”

Documentatie

(selectie; een uitgebreid overzicht van de documentatie tot 2000 is gepubliceerd in Henrik Barends en Adriaan Elligens (samenstelling) en H.J.A. Hofland (tekst), De tijden van Sem Presser, Amsterdam (Voetnoot) 2000, p. 173-197)

Primaire bibliografie

(eigen publicaties: tekst, eventueel met foto’s, maar ook fotoboeken e.d.)

Sem Presser, Ik ben dol op vis. Maar ik weet nu hoe moeilijk het is om ze te vangen!, in De Wiekslag. Het blad van de rode valken 10 (januari 1940) 1, p. 2-3.

Wim Knol [= Sem Presser] (samenstelling), Dat gebeurde hier. Kroniek van vijf jaar oorlog, Amsterdam (Polak) 1944.

Sem Presser (samenstelling), Oranje in dagen van strijd. 1940-1945. Onze koninklijke familie in Engeland, Canada en Amerika, Amsterdam (Scheltens & Giltay) z.j. [ca. 1945].

Anoniem [Sem Presser copyright], Winston Churchill in ons midden. Zijn zegetocht door ons land 8-13 mei 1946, Amsterdam (Scheltens & Giltay) z.j. [1946].

Sem Presser (tekst)/(tekst en foto’s), [70 artikelen], in De Week in Beeld (13 juli 1946) 1 t /m (7 maart 1953) 10.

S.P. [= Sem Presser], Finland. Vrij en niet vrij, in Fen Fryske Groun. Familie-illustratie voor Friesland (10 augustus 1946) 3, p. 3-5 (met foto’s).

Pr. [= Sem Presser], Verlangt u terug naar Nederland? 7. Sem Presser praat met Joseph Stroom, gids in Italië, in Kroniek van de week (5 juli 1947) 19, p. 6.

Sem Presser, [9 artikelen], in Zuid. Katholiek weekblad voor Brabant en Limburg (12 juli 1947) 5, 19 januari 1948, (9 april 1949) 14, (7 oktober 1950) 50, (26 april 1952) 17, (14 februari 1953) 7, (21 februari 1953) 8, (28 februari 1953) 9, (7 maart 1953) 10.

S. Presser (tekst en foto’s), We zwerven door de wereld. Rome waar grote mensen kleine kinderen zijn, in Kroniek van de week (11 oktober 1947) 1, p. 3-5.

S. Presser (tekst en foto’s), Naar de stad der gondels, in Kroniek van de week (25 oktober 1947) 2, p. 8-9.

S. Presser (tekst en foto’s), Napels zien…, in Kroniek van de week (22 november 1947) 4, p. 12-13.

Sem Presser, De foto-journalistiek, in Catalogus tent. Foto ’48, Kroniek van Kunst en Kultuur 1948 (speciale editie), ongepag.

Pr. [= Sem Presser] (tekst en foto’s), Trein voor de koningin, in “Onze Illustratie ” [uitgave van De Week in Beeld] (3juli 1948) 14, p. 2-3.

Sem Presser (tekst)/(tekst en foto’s), [62 artikelen], in Margriet 2 oktober 1948, 1 december 1949, 25 februari 1950, 1 mei 1954, 9 oktober 1954, 5 februari 1955, (1955) 30, 11 februari 1956, 25 augustus 1956, 20 oktober 1956, (22 februari 1958) 8 t/m (1965) 52, (7 oktober 1967) 40, (23 maart 1968) 12, (1 juni 1968) 22, (7 februari 1975) 6.

Anoniem [= Sem Presser], The living mirrors of Amsterdam, Amsterdam (KAHA) zj. [1949].

S. Presser (tekst en foto’s), Twee prinsesjes op ski’s. Wintervacantie in St. Anton, in O.V.N. Ons Vrije Nederland. Geïllustreerd Weekblad 8 (26 februari 1949) 35, omslag, p. 3-5.

Sem Presser (tekst)/(tekst en foto’s), [10 artikelen], in Wereldnieuws. Geïllustreerd Weekblad 21 (5 maart 1949) 9, 21 (23 april 1949) 16, 21 (16 juli 1949) 28, 24 (12 januari 1952) 2, 24 (24 mei 1952) 21, 24 (28 juni 1952) 26, 25 (21 maart 1953) 12, 25 (28 maart 1953) 13, 25 (11 juli 1953) 28, 25 (18 juli 1953) 29.

Sem Presser (tekst en foto’s), Europa’s nieuwe “hoofdstad”. Straatsburg bereidt zich voor op zijn taak als toekomstige zetel van het eerste Europese Parlement, in O.V.N. Ons Vrije Nederland. Geïllustreerd Weekblad 8 (2 april 1949) 40, p. 3-6.

Sem Presser (tekst en foto’s), Nederland werd iets groter, in O.V.N. Ons Vrije Nederland. Geïllustreerd Weekblad 8 (7 mei 1949) 45, p. 3-7.

Anoniem [= Sem Presser], Van de voorzitter, in Mededelingen van de Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten (maart 1950) 1, (juli 1950).

S. Presser, Persfotografen werden: fotojournalisten. Loopjongens, spoeljongens, manusjes-van-alles – zó is het begonnen. Georganiseerden (Tuchtraad en Examens) zó werd het later, in Vrij Nederland 11 (21 oktober 1950) 8, p. 8.

Sem Presser (tekst en foto), I’m proud of this picture, in The Saturday Evening Post 18 november 1950, p. 98.

Sem Presser, Over fotografie, in Drukkersweekblad (december 1950) kerstnummer, ongepag.

Anoniem [= Sem Presser], Mijmeringen van een voorzittershamer, in De Fotojournalist (april 1951) 8, p. 2.

Sem Presser, Mijmeringen van een voorzittershamer…, in De Fotojournalist (mei 1951) 9, omslag, p. 7.

Sem Presser (tekst en foto’s), Fotojournalistiek vereist schoonheidsgevoel, mensenkennis, vakmanschap, in Gevaert Fotodienst 8 (mei/juni 1951) 24, p. 4-7 (idem Franse ed, in Photo-Service Gevaert).

Sem Presser (tekst)/(tekst en foto/foto’s), [273 artikelen], in De Telegraaf 19 mei 1951 t/m 22 juli 1961.

Sem Presser (tekst)/(tekst en foto’s), [11 artikelen] in De Courant Het nieuws van de dag 7 juni 1951, 5 januari 1952, 22 januari 1952, 31 januari 1952, 19 februari 1952, 9 april 1952, 25 augustus 1952, 16 april 1953, 9 mei 1953, 20 mei 1953, 23 oktober 1954.

Sem Presser (tekst en foto’s), Mens en lens, in Fotorama. Internationaal tijdschrift voor fotografie 9 (maart/april 1952) 2, p. 46-49, 56 (idem Duitse, Engelse en Franse ed.).

Sem Presser (tekst)/(tekst en foto’s), [11 artikelen], in Zondagsvriend 20 (27 maart 1952) 13, (19 maart 1953) 12, (26 maart 1953) 13, (25 juni 1953) 26, (2 juli 1953) 27, (18 november 1953) 47, (25 november 1953) 48, (25 maart 1954) 12, (1 april 1954) 13, (17 februari 1955) 7, (12 mei 1955) 19, (7 juli 1955) 27.

Sem Presser (tekst en foto’s), Heus, knip nog eens, in Fotorama. Internationaal tijdschrift voor fotografie 10 (1953) 11, p. 312-317 (idem Duitse, Engelse en Franse ed.).

Sem Presser, Dat gevreet moet afgelopen zijn!, in De Fotojournalist mei 1953, p. 18.

Sem Presser (tekst)/(tekst en foto’s), [333 artikelen], in Revue. [Het] Nederlands[ch] familieblad/Revu/Nieuwe Revu (13 juni 1953) 12 t/m (8 december 1973) 50, (1974) 25, (4 november 1983) 44.

Sem Presser (tekst en foto’s), Parijs, Amsterdam (Scheltens & Giltay) z.j. [1954] (serie: Hoe breng ik mijn vacantie door?).

Sem Presser (tekst en foto’s), Oh, ’t kost zoveel moeite. Verzuchting vanuit een klein huisje aan de Rivièra, in De Radiobode [AVRO] 24 (14 februari 1954) 7, p. 5.

Sem Presser (tekst en foto’s), Eerst kijken dan kieken, in Jonge kracht. Orgaan van de Arbeiders Jeugd Centrale 9 (maart 1954) 2, omslag, p. 18-19.

Sem Presser, [8 artikelen], in Utrechtsch Nieuwsblad 31 maart 1954, 3 april 1954, 1 augustus 1955, 21 december 1955, 28 maart 1956, 27 januari 1959, 20 maart 1959, 22 mei 1959.

Sem Presser (tekst)/(tekst en foto’s), [34 artikelen], in Elseviers Weekblad 15 mei 1954 t/m 14 december 1957.

Sem Presser, Van pantoffeltjes tot… los angelos. Bij het afscheid van Eric A. Hof, in De Fotojournalist juni 1954, p. 15.

Sem Presser (tekst en foto’s), De Ardennen in België, Luxemburg en Frankrijk, Amsterdam (Scheltens & Giltay) z.j [1955] (serie: Hoe breng ik mijn vacantie door?).

Sem Presser (tekst en foto’s), België. Antwerpen, Brussel, Brugge, Gent en de Noordzeekust, Amsterdam (Scheltens & Giltay) z.j. [1955] (serie: Hoe breng ik mijn vacantie door?).

Sem Presser (tekst en foto’s), Rivièra, Amsterdam (Scheltens & Giltay) z.j. [ca. 1955] (serie: Hoe breng ik mijn vacantie door?).

Sem Presser (tekst en foto’s), Praatje over het licht, in Fotorama. Internationaal tijdschrift voor fotografie 12 (januari/februari 1955) 19, p. 580-584 (idem Duitse, Engelse en Franse ed.).

Sem Presser, Zwitserland, Amsterdam (Scheltens & Giltay) z.j. [ca. 1956] (met foto’s) (serie: Hoe breng ik mijn vacantie door?).

Sem Presser (tekst en foto’s), Als de fotograaf… een vrouw heeft…, in Fotorama. Internationaal tijdschrift voor fotografie 13 (juli/augustus 1956) 4/II, p. 136-140 (idem Duitse, Engelse en Franse ed. en gedeelte van het Nederlandse artikel in Catalogus tent. Geliefde personen, Plaatwerk 4 (maart 1988) 22/23, p. 29-31 (met andere foto’s)).

Sem Presser (tekst en foto’s), [10 artikelen] in V.W. Maandblad voor hen die vooruit willen) juli 1956 t/m juni 1957.

Sem Presser, Reclame uitzendingen van Tele Monte Carlo, in Televisier 1 (december 1956) 3, ongepag.

Sem Presser, Spanje, Amsterdam [Schellens & Giltay] z.j. [ca. 1957] (serie: Hoe breng ik mijn vacantie door?).

Sem Presser, Bespaar ons de aanblik van uw naboots-zonnen, in Philips-Koerier 13 (19 januari 1957) 14, p. 4.

Sem Presser, Reclame en kleuren t.v. in Frankrijk, in Televizier 1 (april 1957) 7, ongepag.

Sem Presser (tekst en foto’s), Voorjaarsbevlieging. Op één dag van de sneeuw in de zee, in Het Nationale Kompas 30 (15 april 1957) 1, p. 12-15,

Sem Presser, Tanger, in Televizier 1 (mei 1957) 8, ongepag.

Sem Presser (tekst en foto’s), Pinot de edelste wijnstok, in Het Nationale Kompas 30 (1 oktober 1957) 3, p. 12-15.

Sem Presser (tekst en foto’s), En wij lachen maar…, in Fotorama. Internationaal tijdschrift voor fotografie 14 (december 1957) 10, [deel II], p. 414-418 (idem Duitse, Engelse en Franse ed.).

Sem Presser (tekst en foto’s), Wandelingen langs de Rivièra, Amsterdam/Brussel (Elsevier) 1958.

Sem Presser, Langs het gruis van Italië. Zonnige kusten met rijke historie, in Het Nationale Kompas 31 (z.j. [1958]) 2, p. 2-6 (met foto’s).

Sem Presser (tekst en foto’s), Spiegeltje, spiegeltje aan de wand…, in Fotorama. Internationaal tijdschrift voor fotografie 15 (april 1958) 1 2, [deel II], p. 526-530 (idem Duitse, Engelse en Franse ed.).

Sem Presser (tekst en foto’s), [12 artikelen], in Reizen. Toeristisch Maandblad 1 (april 1958) 1, 1 (mei 1958) 2, 1 (juni 1958) 3, 1 (augustus 1958) 5, 1 (september 1958) 6, 1 (oktober 1958) 7, 1 (februari 1959) 11,2 (mei 1959) 2, 2 (juni 1959) 3, 2 (september 1959) 6, 3 (september 1960) 6, 3 (januari 1961) 10.

Sem Presser, De Franse Rivièra gonst van dat éne gerucht…, in Elseviers Weekblad 5 april 1958.

Sem Presser, [korte tekst zonder titel], in Bert Schierbeek (inl.), Kijkprikkels, Amsterdam (Proost & Brandt) november 1958, p. 7, 20, 40 (met foto’s) (serie: Prikkels nr. 231).

Sem Presser, Met Sem Presser achter de camera. Tips voor amateurfotografen, in Het Nationale Kompas 32 (z.j. [1959]) 1, p. 6-10 (met foto’s).

Anoniem [= Sem Presser], Charmante Teddy Scholten won: Cannes koos “beetje”. Glansrijke zege in Songfestival, in Algemeen Dagblad 12 maart 1959.

Sem Presser (tekst en foto’s), Waarde kiekkastbezitter, in Tussen de rails 7 (mei 1959) 12, p. 15-17, 19.

Sem Presser, Balans van Cannes, in Elseviers Weekblad 16 mei 1959, p. 64.

Sem Presser, De Rivièra: logeren, eten en vermaken, in Elseviers Weekblad 15 augustus 1959.

Sem Presser, Open briefje aan het bestuur van de NVF, in De Fotojournalist december 1959.

Sem Presser (tekst)/(tekst en foto’s), [5 artikelen], in Elseviers Weekblad 1 april 1961 t/m 29 juli 1961.

Sem Presser (tekst en foto’s), Sem Presser maakt foto’s in Nieuw Guinea, in Focus 46 (27 mei 1961) 11, p. 312-317.

Sem Presser, Ik woon aan de Rivièra, in De Boekenkorf [uitgave van de Bijenkorf] (juni 1961) 20, p. 12-13.

Sem Presser, Morris Gordon krijgt in New York gouden speld van N.V.F., in De Fotojournalist oktober 1961, p. 6.

Sem Presser, Wie verre reizen doet, verre leden ontmoet, in De Fotojournalist 15 juli 1962, p. 21.

Sem Presser (tekst en foto’s), Jeugd van Australië heeft 20.000 km strand, in Romance (11 augustus 1962) 32, p. 29-32.

Sem Presser, Kritische kanttekening over World Press Photo-boek, in De Fotojournalist maart 1963, p. 17.

Sem Presser (tekst en foto’s), Mijn Rivièra, in Romance (april 1963) 4, p. 62-76.

Sem Presser (tekst en foto’s), Het echte Parijs, in Romance (oktober 1963) 10, p. 50-57.

Sem Presser, Weten jullie het nog oudjes?, in De Fotojournalist 14 december 1963, p. 3-4.

Sem Presser (tekst en foto’s), Duizend meter dichter bij god, in Romance (februari 1964) 2, p. 22-27.

Sem Presser (tekst en foto’s), Een stad danst op de vulkaan, in Romance (maart 1964) 3, p. 18-23.

Sem Presser, Zimmer frei, in De golvende band [huisuitgave van Golfcartonfabriek Z. de Zeeuw N.V.] 28 mei 1965 (bevrijdingsnummer), p. 4-5.

Sem Presser, Verpacht de plaatsen!, in De Fotojournalist mei 1966, p. 9, 15.

Sem Presser (tekst en foto’s), E3 weg van Europa 3, in Panorama 12 (15 augustus 1967) 33, p. 24-28.

Sem Presser (teksten foto’s), E3 weg van Europa 4, in Panorama 12 (22 augustus 1967) 34, p. 24-29.

Sem Presser, Lepradorp Hoshiarpur. Helpt u mee mensen redden?, in Caritas (januari/februari 1969), p. 2-6.

Sem Presser, Fotogilde verenigt velerlei belangen, in De Journalist 20 (1 juni 1969) 10, p. 23.

Sem Presser (tekst en foto’s), [60 artikelen], in Het rijk der vrouw 15 maart 1970 t/m 4 oktober 1972.

Sem Presser (tekst en foto’s), Hun lezen moet u een zorg zijn, in Prinses 14 november 1970, p. 12-15.

Sem Presser (tekst en foto’s), U kunt met één gulden duizenden mensen gelukkig maken, in Prinses 21 november 1970, p. 20-23.

Sem Presser, Het kan leuk worden met de Engelsen, in Boerderij. Magazine voor het platteland 56 (20 oktober 1971) 3, p. 8-11 (met foto’s).

Sem Presser, Denen zijn geen domme jongens, in Boerderij. Magazine voor het platteland 56 (8 maart 1972) 23, p. 8-9, 11 (met foto’s).

Sem Presser, Noren hebben hun vrijheid lief, in Boerderij. Magazine voor het platteland 56 (10 juli 1972) 41, p. 8-11 (met foto’s).

Sem Presser (tekst en foto’s), Fotovisie op de vrouw. Sem Presser: Mijn camera is mijn notitieboekje, in Eva (26 augustus 1972) 35, p. 38-43.

Ed van der Elsken, Eddy Posthuma de Boer, Sem Presser e.a. (tekst en foto), Zeven fotovisies op één vrouw, in Eva (30 september 1972) 40, p. 60-65.

Sem Presser, [korte inleiding zonder titel], in Jaar te kijk 1973. De Zilveren Camera, Bussum (De Gooise Uitgeverij) 1973. ongepag.

Sem Presser, Ierland heeft eigen gezicht, in Boerderij. Magazine voor het platteland 57 (18 juni 1973) 38, p. 8-11 (met foto’s).

Sem Presser, [korte inleiding zonder titel], in Jaar te kijk 1974. De Zilveren Camera, Bussum (De Gooise Uitgeverij) 1974, ongepag.

Sem Presser, [korte inleiding zonder titel], in Jaar te kijk 1975. De Zilveren Camera, Bussum (De Gooise Uitgeverij) 1975, ongepag.

Sem Presser, Open brief. Publiek antwoord aan de heer Th.A. Sontrop, directeur van de Arbeiderspers te Amsterdam, in De Journalist 26 (15 augustus 1975) 15/16, p. 5 (idem, in Foto 42 (januari/februari 1987) 1/2, p. 82).

Sem Presser, Sem Presser maakte drieduizend dia’s op Galapagos-eilanden, in De Journalist 26 (1 september 1975) 17, p. 19 (met foto’s).

Sem Presser, [korte inleiding zonder titel], in Jaar te kijk 1976. De Zilveren Camera, Amsterdam (Plusprodukties) 1976, p. 2.

Sem Presser (tekst en foto’s), Een stukje paradijs vlak bij de grens: De Eifel, in Het rijk der vrouw 3 maart 1976, p. 88-90, 92, 94-95.

Sem Presser, [korte inleiding door de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten], in Jaar te kijk 1977.

De Zilveren Camera/Year on view. The Silver Camera, Amsterdam (Plusprodukties) 1977, p. 4.

Sem Presser, Versleten goud eerbetoon voor Joep Friezer, in De Journalist 28 (24 maart 1977) 7, p. 55.

Sem Presser, [korte inleiding zonder titel], in Jaar te kijk 1978. De Zilveren Camera, Amsterdam (Kontekst Groep BV) 1978, p. 2.

Sem Presser, Wisseltrucs, in Zero [Een speciale uitgave van Avenue] z.j. [1978] proefnummer 2, p. 18.

Sem Presser, SP onderweg. Geef nooit je kaartje aan een Amerikaan, in Wereld 20 januari 1978 [no. 0], p. 33.

Sem Presser, [korte inleiding zonder titel], in Jaar te kijk 1979. De Zilveren Camera, Amsterdam (Allert de Lange) 1979. ongepag.

Sem Presser, ‘n Tukje in een tropisch bad, in Zero 1 (september 1979) 3, p. 45-46.

Sem Presser, Ingezonden brief Sem Presser 27 augustus 1979, in GKf bulletin september/oktober 1979, p. 7-8.

Sem Presser, Sem Presser contra Haags Gemeentemuseum, of het kan niet op ‘n koopje, in De Journalist 30 (13 september 1979) 18, p. 31.

Sem Presser, [korte inleiding zonder titel], in Jaar te kijk 1980. De Zilveren Camera, Amsterdam (Elsevier) 1980, ongepag.

Sem Presser, Kom maar op met je pensioentje jongens. Sem Presser in Costa Rica, in Zero 3 (oktober 1981) 6, p. 52-53 (met foto’s).

Sem Presser, Het hekje, in Arnhem [speciale uitgave van De Nieuwe Krant t.g.v. Arnhem 750] juni 1983, p. 45.

Sem Presser, Belangen beroepsfotografen, in FotoProf. Professioneel Foto Magazine 2 (december 1984) 4, p. 39.

Lars Polder (red.) en Sem Presser e.a. (tekst), Sem Presser. Een halve eeuw fotojournalistiek [Uitgave ter gelegenheid van Sem Pressers vijftigjarig jubileum als fotojournalist en zijn onderscheiding met de Joop Alblas Prijs], Amsterdam etc. (Elsevier) 1985 (met foto’s).

(foto ‘s in boeken, tijdschriften en ander drukwerk)

Gerard Kruger en Harry Peters (samenstelling), Je ziet maar, z.p. (Stichting

Nederlandse Schoolradio) z.j., p. 7.

Algemeen Handelsblad 8 juli 1935 t/m 1 december 1936.

De Telegraaf 12 juli 1935 t/m 23 september 1936.

Het Volk 27 augustus 1935, 18 oktober 1935, 10 februari 1936 t/m 13 maart 1936.

Schoevers Koerier september 1935.

Stad en Land 8 september 1935.

Volk en Vaderland 8 september 1935.

Wij. Ons werk ons leven 8 september 1935 t/m 28 februari 1936.

Het Kind 25 januari 1936.

De Zondagavond 10 mei t/m 24 mei 1936.

De Dag 25 mei 1936.

Nieuwe Rotterdamsche Courant 17 oktober 1936.

[boekje bij LP] Das Concertgebouw-Orchester. Willem Mengelberg. Brahms. Ein deutsches Requiem. Bach. Choräle und Chöre aus der Matthäus-Passion. […] z.p. (Philips) z.j., ongepag. (serie: Documenta Musicae. “Live” Aufnahmen 1939-1940).

Piet Lied (rijmpjes) en Jan Knip (foto’s), Fotografisch abc boek. Voor kinderen die al groot zijn, Bussum (F.G. Kroonder) 1940, ongepag.

Het Leven. Geïllustreerd 35 (13 april 1940) 15, omslag, p. 458-459.

Life mei 1940.

De Week in Beeld (27 september 1940) 28, (16 november 1946) 10, (25 januari 1947) 2, (16 oktober 1948) 29, (26 maart 1949) 12, (9 juli 1949) 27, (14 januari 1950) 2, (5 augustus 1950) 31, (16 september 1950) 37, (10 maart 1951) 10.

Anoniem [= Bea Etty Polak-Biet (tekst), Leo Schatz (tekeningen) en Sem Presser (foto’s)], Ankie is jarig, z.p. [Den Haag] [Polak] z.j. [ca. 1943].

H.J. Tijssen (tekst), Van zeventien september tot de bevrijding, z.p. [Velp] (Middenstandsdrukkerij) z.j. [1945], omslag, p. 4-8, 10-11, 13-27.

Ons Vrije Nederland. Geïllustreerd Weekblad 5 (1945) 19. ongepag.

De Geïllustreerde z.j. [1 december 1945] 23, (29 december 1945) 27, 4 (2 februari 1946) 32.

Bea E. Polak-Biet (tekst) en Sem Presser (foto’s), Ankie heeft een drukke dag, Amsterdam (De Telg) 1946.

J.C. de Joode e.a. (tekst), De slag om Arnhem/The battle of Arnhem/La bataille d’Arnhem. September 1944-April 1945, Arnhem (Gemeente Archief) z.j. [1946], afb. 29-32, 34.

Eduard Necker Veterman, Keizersgracht 763. Een blauwboek, Amsterdam (Republiek der Letteren) 1946, afb. na pagina’s 4, 12, 48, 64.

Hans Nesna (tekst), Aart Klein en Sem Presser (foto’s), Zoo leeft Duitsland. Op de puinhopen van het Derde Rijk, Amsterdam (Scheltema & Giltay) 1946.

I. Rona (samenstelling), Het jaar 1945, z.p. [De Graafschap] 1946 (speciaal nr. van Ons Vrije Nederland).

Piet Weidema (tekst), Charles Breijer, Sem Presser en Wim van Veen (foto’s), Dagen van vriendschap. Pasen 1946 20-21-22 april Amsterdam. [Fotografisch overzicht van Het Centrale Vriendschapsfeest Pasen 1946 in Amsterdam], Amsterdam (De Telg) 1946.

C.A. Huguenot van der Linden (samenstelling en tekst), Tolken onzer dankbaarheid. Dankbezoek van het prinselijk paar aan Denemarken, Zweden en Noorwegen voor de tijdens de hongerwinter geboden voedselhulp, Amsterdam (De Telg) april 1946, ongepag.

De Wiekslag. Het blad van en voor de trekvogels der AJC 10 (mei 1946) 7.

De open deur 10 (3 mei 1946) 22, januari 1966.

Jonge kracht. Orgaan van de Arbeiders Jeugd Centrale (augustus 1946) 8, (juni/juli 1947) 6/7.

Zuid. Katholiek weekblad voor Brabant en Limburg 14 juni 1947, 9 augustus t/m 13 december 1947.

De Hervormde Kerk. Weekblad van de hervormde raad voor kerk en publiciteit 3 (19 juli 1947) 29, 5 (12 november 1949) 45.

Hans Nesna (tekst) en Sem Presser (foto’s), Dans op de vulkaan, Amsterdam (Scheltens & Giltay) z.j. [1948].

Louis Vrooland (tekst) en S. Presser (foto’s), Ind(ones)ië. Een tropenjournaal, Amsterdam (Scheltens & Giltay) z.j. [1948].

Daily Mirror 11 augustus 1948, 4 september 1951.

De Nieuwe Dag 56 (12 augustus 1948), p. 1.

Met vlag en wimpel 3 (september 1948) 10, omslag.

De Vrije Katheder 8 (oktober 1948) 6, p. 20.

Utrecht in woord en beeld (16 oktober 1948) 29, (12 februari 1949) 6, (26 maart 1949) 12.

Vrij Nederland 9 (13 november 1948) 11 t/m 11 (6 januari 1951) 19, 36 (22 februari 1975), 7 (27 maart 1976), 37 (12 juni 1976), 50 (20 mei 1989), 56 (8 juli 1995) 27.

Nederlands Jaarboek voor Fotokunst 1948/49, p. 118.

Eigen erf (26 maart 1949) 12, omslag (achterzijde), p. 3-5.

Wereldnieuws. Geïllustreerd Weekblad 21 (14 mei 1949) 19, 21 (18 juni 1949) 24, 24 (2 augustus 1952) 31, 24 (15 november 1952) 46.

Mensen op zondag, in Vrij Nederland 9 (21 mei 1949) 38 t/m 10 (5 november 1949) 10.

The Knickerbocker. The magazine of the low countries 11 (juni 1949), (juli 1949) 1, (september 1949) 3, (december 1949) 6.

Alexander Huguenot van der Linden (tekst) en Sem Presser (foto’s), Op de rand van burgeroorlog. Vier woelige dagen in Berlijn. Een speciale reportage van de Spoorwegstaking, in O.V.N. Ons Vrije Nederland. Geïllustreerd Weekblad 8 (11 juni 1949) 50, omslag, p. 3-9.

Alexander Huguenot van der Linden (tekst) en Sem Presser (foto’s), “Soms zijn ze heel beleefd”. Een reportage van een reis over de roemruchte autobaan Helmstedt-Berlijn, in O.V.N. Ons Vrije Nederland. Geïllustreerd Weekblad 8 (18 juni 1949) 51, omslag, p. 3-7.

Alexander Huguenot van der Linden (tekst) en Sem Presser (foto’s), Waar het Derde Rijk ten onder ging. Berlijn 1949. De grootste ruïne van Europa – maar geenszins een dode stad, in O.V.N. Ons Vrije Nederland. Geïllustreerd Weekblad 8 (25 juni 1949) 52, omslag, p. 3-7.

Alexander Huguenot van der Linden (tekst) en Sem Presser (foto’s), Westduitsland herstelt zich. De geldhervorming van verleden jaar heeft geleid tot een zeer snelle en opmerkelijke verbetering van de economische toestand, in O.V.N. Ons Vrije Nederland. Geïllustreerd Weekblad 9 (2 juli 1949) 1, p. 3-7.

Margriet 10 september 1949, 23 september 1950, 30 september 1950, 18 november 1950, (25 mei 1963) 21, (22 oktober 1966) 43, (19 augustus 1967) 33, (1973) 39, (1978) 16.

Met open luiken. Contactorgaan Raad van Ontwikkeling Hoogovenstaten 1 oktober 1949, p. 4.

Sunday Mirror 6 november 1949.

De Spiegel. Christelijk nationaal weekblad (31 december 1949) 14, p. 12.

Catalogus tent. Vakfotografie 1950, Eindhoven (Stedelijk Van Abbe Museum) 1950, ongepag.

U.S. Camera Annual [international edition] 1950, p. 46-47, 390.

G. Veenma e.a., Steendruk, offsetdruk, Amsterdam (Nederlandse Bond van Steen- en Offsetdrukkerijen en Fotofithografische Inrichtingen) zj. [1950], ongepag.

See 9 (maart 1950) 2, p. 25.

Picture Post 47 (13 mei 1950) 7, 55 (april 1952) 1.

The Christian Science Monitor 22 juli 1950, p. 13.

London Opinion augustus 1950, p. 52.

Pix 5 augustus 1950, p. 23.

De Nieuwe Courant 22 december 1950.

Piet Zwart, Tekst en illustratie 1800-1950, in Drukkersweekblad (december 1950) kerstnummer, ongepag.

London Opinion kerstmis 1950, p . 3 1 .

Catalogus tent. Van Juliana tot Juliana [tentoonstelling van voorwerpen uit het Koninklijk Huisarchief, daartoe afgestaan door H.M. de Koningin], z.p., z.j. [1951], ongepag.

Fotografia. Rivista bimestrale d’arte e tecnica fotografica 4 (1951) 2, p . 8.

Vecko-Journalen (1951) 20, omslag, p. 21-23.

Zondagsvriend 19 (1 januari 1951) 2, p . 15.

Nieuwsblad voor de Boekhandel 118 (8 maart 1951) 10, p. 194.

Epaca 2 (5 mei 1951) 30, p. 41.

Revue. Die Weltillustrierte (23 juni 1951) 25, p. 5.

Nederlands Theater Jaarboek (1951/1952) 1, ongepag.

D. Wijnbeek, Juliana Regina 1952. Vierde deel, Baarn (Hollandia) 1952, p . 46.

Billed Bladet 15 (5 februari 1952) 6, 15 (8 april 1952) 15, 15 (29 april 1952) 18.

Schwabische Illustrierte. Die Deutsche Illustrierte 7 (22 maart 1952) 12, p. 315.

Schweizer Illustrierte Zeitung 41 (25 maart 1952) 13, 41 (27 mei 1952) 22.

Katholieke Illustratie 86 (4 april 1952) 14, p. 418-419.

De Lach 27 (16 mei 1952) 29, omslag.

Vizier 7 (19 juli 1952) 29, omslag.

Lilliput augustus/september 1952, p. 23.

Eva. Het rijk der vrouw 9 (30 augustus 1952) 35, omslag (achterzijde).

Het Parool 27 oktober 1952, 3 oktober 1964, 2 november 1985, 2 februari 2000, 8 mei 2000, 14 juli 2000, 2 september 2000, 25 september 2000, 15 februari 2003.

De Tijd 27 oktober 1952, (18 maart 1988) 11.

Point de Vue Images du monde 3 (20 november 1952) 233, 19 (12 juli 1963) 787.

5 Jaar majesteit. Extra uitgave van Margriet en Revue ter gelegenheid van het eerste regeringslustrum van Koningin Juliana, z.j. [1953], p. 2, 4, 7, 14. 43. 48.

Sunday Pictorial 18 januari 1953, p. 10.

Gevaert Post. Tijdschrift voor het personeel van de “Gevaert photo-producten N.V.” 1 (juli 1953) 1, omslag.

Spinnewiel. Revue pour le personnel des établissements d’aoust frères (augustus 1953) 49, omslag.

Revue. Het Nederlands familieblad (30 januari 1954) 5, omslag, p. 2-5.

Se og Hør. Det ny radio blad (22 mei 1954) 22, p. 6-7.

Photography Year Book 1955, afb. 62, p. 168.

Catalogus 1a Mostra Internazionale di Fotografïa Artistica per invito, Pescara

(Palazzo Pomponi) 1956, ongepag.

J. van Doveren en Fred. Thomas (tekst), De bonte droom van het circus, Den Haag (Het Nederlands Zuivelbureau) z.j. [1956].

Photography Year Book 1956, afb. 165, p. 193.

Catalogus 1a Mostra Internazionale Biennale di Fotografia, Venetië (Edizioni Biennale Fotografica) 1957, ongepag.

A.H.S. Craeybeckx, Gevaert foto handboek. Een praktische leidraad voor al wie fotografeert, Mortsel (Antwerpen) (Gevaert) 1957, 10de geheel bijgew. dr., p. 16.

A.H.S. Craeybeckx, Op fotojacht. Wenken en raadgevingen voor de amateur, Mortsel (Antwerpen) (Gevaert) z.j. [ca. 1957], 15de dr., p. 60 (idem [ca. 1958] 16de dr., p. 58).

Photography of the world 1957, afb. 89-90, p. 65.

Photography Year Book 1957, afb. 92, p. 188.

Photo-Digest 10 (maart/april 1957) 2, 10 (mei/juni 1957) 3.

Camera. Revue mensuelle internationale de la photographie et du film 36 (mei 1957) 5, p. 213.

The New York Times Magazine 28 juli 1957, p. 6-7.

Bert Bakker e.a. (samenstelling), A. Roland Holst, Amsterdam/Den Haag (De Bezige Bij/Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum) 1958, afb. 20, 43 (idem 1983, 4de geh. herz. en uitgebr. dr. door Daisy Wolthers, afb. 36) (serie: Schrijvers Prentenboek, deel 1).

Willem Boswinkel, David Koning en Joop Schultink, Het Nederlands Ballet, Haarlem/Antwerpen (Gottmer), 1958, na p. 24, na p. 48.

Norman Hall (ed.), Gallery One. Some pictures which matter, Londen (‘Photography’ Magazine) 1958, p. 44, 101.

Gras Heyen, Waren wij maar zeventien, Amsterdam (De Bezige Bij) 1958, p. 10-11, 14-15.

Photography Year Book 1958, afb. 123, p. 195.

Reizen. Toeristisch Maandblad 1 (mei 1958) 2, 1 (augustus 1958) 5, 1 (februari 1959) 11, 2 (januari 1960) 10, 3 (mei 1960) 2, 3 (maart 1961) 12.

Photography Year Book 1959, afb. 75, p. 209.

Wilhelmina, Eenzaam maar niet alleen, Amsterdam (W. ten Have) 1959, p. 14 (idem Finse ed.: Ensom .. men ikke alene, z.p. (Lutherstiftelsen) 1959; Zweedse ed.: Ensam men inte allena, Stockholm (Bonniers) 1959; Engelse ed.: Lonely but not alone, Londen (Hutchinson) 1960; Duitse ed.: Einsam und doch nicht allein, Stuttgart (Evang. Verl.-Werk) 1961).

Het Vrije Volk 10 juni 1959 t/m 17 augustus 1960.

Photography Year Book 1960, afb. 56b, p. 200-201.

Képi blanc januari 1960, p. 45.

Se. Nyhetstidningen i Bild (13 april 1960) 16, p. 23.

Han Hoekstra, Dag Amsterdam, Amsterdam (N.V. Het Parool) 1961, p. 114.

Photography Year Book 1961, afb. 88, p. 221.

[Tentoonstellingskrant] Dag Amsterdam, de stad en de mensen, het leven zoals het reilt en zeilt, neergelegd in een keurverzameling van 400 foto’s. […], Amsterdam (Het Parool) 1961, p. 21.

Merian. Das Monatsheft der Stadte und Landschaften 14 (januari 1961) 1, 14 (december 1961) 12.

Catalogus van de Nationale en Internationale Fototentoonstelling ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Bond van Nederlandsche Amateurfotografen Vereenigingen 1922-1962, Amersfoort (De Zonnehof) 1962, ongepag.

Mathieu Smedts, Den vaderland getrouwe. Een boek over oorlog en verzet, Amsterdam (De Arbeiderspers) 1962, na p. 224.

Photography Year Book 1962, afb. 190, p. 218.

The New York Times 21 januari 1962, p. 21.

Christopher Hibbert, Arnhem 17-26 september 1944, Leiden (Sijthoff) 1963, afb. 14-15, 19, 36-39.

Linea Recta februari 1963, p. 275.

Nouvelles de Hollande. Bulletin Hebdomadaire d’Information de l’Ambassade Royale des Pays-Bas 19 (1 juni 1963) 793, p. 4.

Kalender Société Marseillaise de Crédit 1964, z.p. (Société Marseillaise de Crédit) 1963, afb. juni, augustus.

Photography Year Book 1964, afb. 164, ongepag.

Catalogus Weltausstellung der Photographie [thema: Was ist der Mensch], Hamburg (Gruner + Jahr) z.j. [1964], afb. 330 (Nederlandse ed.: Catalogus Wereldtentoonstelling van de Fotografie, Hamburg (Henri Nannen); Franse ed.: Catalogus Exposition Mondiale de la Photographie, Hamburg (Henri Nannen).

Valencia Atraccion 39 (maart 1964) 350, omslag.

De Fotojournalist juni 1964, p. 7.

J. Buisman (red.), Noord-en Zuid-Amerika, Amsterdam (De Geïllustreerde Pers) 19765, p. 130.

Werelddiakonaat 8 (april 1965) 4, ongepag. J. Buisman (tekst), West- en Oost-Europa, Amsterdam (De Geïllustreerde Pers) 1966, omslag (achterzijde).

Focus 51 (7 januari 1966) 1, omslag.

De Telegraaf/De Courant Nieuws van de Dag in kleur 1 oktober 1966.

Anoniem, Bezetting en bevrijding in fotovlucht. Een zorgvuldig samengestelde verzameling van 58 foto’s ten dienste van de zelfwerkzaamheid bij de geschiedenisles, Den Haag (Van Goor) z.j. [ca. 1967], ongepag.

Revu/Nieuwe Revu (6 april 1967) 14 t/m (15 juni 1968) 24, (10 oktober 1970) 42, (7 oktober 1972) 41, (1 september 1973) 36, (2 augustus 1990) 32.

Catalogus 2. Weltausstellung der Photographie. Die Frau, Hamburg (Gruner + Jahr) 1968, afb. 211 (Nederlandse ed.: Catalogus tent. De Vrouw. 2 de Wereldtentoonstelling van de Fotografie).

Vivante Afrique (november/december 1968) 259, omslag.

Wina Born, De Franse keuken. Avenue culinair, Amsterdam (De Geïllustreerde Pers) 1969, schutblad (achterzijde).

P.R.A. van Iddekinge (samenstelling en tekst), Arnhem september 1944, Arnhem (Gemeentearchief Arnhem) 1969, p. 26- 28,31 (idem, z.p. (Gijsbert en v. Loon) 1982).

J. Klaarenbeek, Reuzen van de dierenwereld, Haarlem (Spaarnestad) 1969, p. 17 (idem Franse ed.) (serie: Biologische speurtochten).

Creative Camera (april 1969) 58, p. 136.

De Bijbel z.j. [ca. 1970] 14, Band 1, p. 417.

[Reisgids] Gouden FIT Reizen zomer 1970, Eindhoven (FIT Vliegreizen) z.j. [1970].

Th. van Leeuwen, Wonderen van de groene wereld, Amsterdam (De Geïllustreerde Pers) 1970, p. 19,96, 103, 116, 118, 122, 150, 153, schutblad (achterzijde) (idem Duitse, Finse, Franse, Japanse, Spaanse en Zweedse ed.) (serie: Wonderboeken).

GJ. de Voogd (samenstelling), Facetten van vijftig jaar Nederlands toneel 1920-1970, Amsterdam (Moussault’s Uitgeverij) 1970, p. 22.

Bericht van de Tweede Wereldoorlog (21 februari 1970) 3, Band 1, p. 83.

Accent 3 (14 t/m 20 november 1970) 46, omslag.

Joep Büttinghausen (red.), Mens en mysterie 2. 10 Onopgeloste raadsels en geheimen uit de wereldgeschiedenis, Amsterdam/Haarlem (De Geïllustreerde Pers/Spaarnestad) 1971, p. 39, 119, 139.

Jac.G. Constant, Taal en teken in de dierenwereld, Haarlem (Spaarnestad) 1971, p. 48, 58, 92 (serie: Biologische speurtochten).

[Reisgids] Gouden FIT Reizen zomer 1971 no. 2, Eindhoven (FIT Vliegreizen) z.j. [1971].

Frank de Graaf, Wonderen van rivieren en meren, Amsterdam (De Geïllustreerde Pers) 1971, p. 46, 57, 61, schutblad (voor- en achterzijde) (idem Duitse, Japanse, Spaanse en Zweedse ed.) (serie: Wonderboeken).

Bericht van de Tweede Wereldoorlog (31 juli 1971) 78, Band 5, p. 2172, 2174.

[Reisgids] AH Zomerreizen 73, Zaandam (Albert Heijn Vakantiereizen) z.j. [1972], omslag, p. 32, 34.

Wina Born, Het volkomen wijnboek, Amsterdam (Meijer Pers) 1972, p. 40, 76 (idem Deense ed.: Den ny vinbog, z.p. 1976 en Noorse ed.: God vin, Oslo 1976).

Ilse Marie Dorff, Surinaams koken, Bussum (Van Dishoeck) 1972, afb 1.

Roelie Meijer (tekst), Floriade Amsterdam 1972. Internationale tuinbouwtentoonstelling, Amsterdam (Stichting Internationale Tuinbouwtentoonstelling 1972) z.j. [ca. 1972].

Tine en Kees Pollmann, Groot gezondheidsboek, Amsterdam (Amsterdam Boek) 1972, t.o. pagina’s 48, 144, 168, 217 (serie: Grote Advies Boeken).

E. Straat (red. Ned. bewerking), Grote Geïllustreerde Wereldgeschiedenis. Deel 1,7, 11 t/m 15, 17, Amsterdam (Amsterdam Boek) z.j. [1972/1974] (idem Duitse ed.; oorspr. Zweedse uitg.).

W. van Stuijvenberg, Voortplanting in de dierenwereld, Haarlem (Spaarnestad) 1972, p. 55, 94-95 (serie: Biologische speurtochten).

Gerton van Wageningen, Wonderen van het natuurgeweld, Amsterdam (De Geïllustreerde Pers) 1972, p. 25, 53, 66, 69,85, 100-101, 107, 109, 112-115, 124-125, 133, 154, 171 (idem Duitse, Japanse en Spaanse ed.) (serie: Wonderboeken).

W. Woltz en Joost van de Woestijne (red.), Ons lieve leven. 100 Jaar Nederlandse krantefoto’s, Wageningen (LJ. Veen/Foton) 1972, p. 39, 65, 92, 94-95, 104, 138, 185, 198, 210.

Onze jaren 45-70 (12 februari 1972) 3, (11 maart 1972) 7, (25 maart 1972) 9, (29 april 1972) 15, (15 juli 1972) 24, (16 september 1972) 33.

Boerderij. Magazine voor het platteland 56 (10 juli 1972) 41, 57 (18 december 1972) 12/13.

Anoniem, Kijk, S. Carmiggelt. De schrijver in beeld, [jaarboekje van] Singel 262, Amsterdam (De Arbeiderspers/Querido) 1973, afb. 185.

Susan Bensusan, Latin American Cooking. A treasury of recipes from the South American countries, Mexico and Caribbean, New York/Toronto (‘Round the World Books inc.) 1973, p. 4, 9 (serie: ‘Round the world cooking library).

Mies Bouhuys e.a. (samenstelling), Ed. Hoornik, Den Haag/Amsterdam (Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum/De Bezige Bij) 1973, afb. 80 (serie: Schrijvers Prentenboek, deel 17).

J. Buisman (red.), Spectrum Wereldatlas, informatie cartografie documentatie, Utrecht/Antwerpen (Het Spectrum) 1973, p. 198, 208, 265, 291.

Lee To Chun, Chinese Cooking. The secret of a great cuisine unveiled, New York/Toronto (‘Round the World Books Inc.) 1973, p. 4-5, 8, 13 (serie: ‘Round the world cooking library).

Han Rensenbrink, Wonderen van het jonge leven, Amsterdam (Amsterdam Boek) 1973, p. 19, 70, 73, 83, 89, 98, 102, 142-143, schutblad (achterzijde) (idem Duitse, Franse en Japanse ed.) (serie: Wonderboeken).

Wouter Slob, Groot paarden boek, Amsterdam (Amsterdam Boek) 1973, p. 82, 102-103, 118, 127.

Mirjam Spiering (samenstelling), Koningin Juliana. Een feestelijk fotomagazine van het zilveren regeringsjubileum van onze vorstin, uitgegeven in haar vijfenzestigste levensjaar, Zwolle (Tijl) 1973, p. 4.

Gerton van Wageningen, Wonderen van de aarde, Amsterdam (Amsterdam Boek) 1973 (idem Duitse, Japanse en Spaanse ed.) (serie: Wonderboeken).

Hans Wierenga (tekst), Majoor Bosshardt. Levenslang, Utrecht (Bruna & Zoon) 1973, p. 101.

A.F. Wyers (hoofdred.), Geïllustreerde encyclopedie [in kleur]. Deel 1 t/m 15, Amsterdam (Amsterdam Boek) 1973/1974, 2de herz. dr. (1ste dr. 1968, 2de dr. 1970).

Vorsten vandaag (1973) 4, speciale jubileumuitgave, p. 8.

Bonne Soirée 25 februari 1973, 11 maart 1973.

Eltern mei 1973, p. 181.

Joep Büttinghausen (red.), Volken en Stammen. [1 t/m 8], Amsterdam (Amsterdam Boek) 1974/1976 (idem Amerikaanse, Canadese, Franse en Japanse cd.).

J. Buisman (red.), Spectrum gezinsatlas. kaart. woord . beeld, Utrecht/Antwerpen (Het Spectrum) 1974, p. 70, 80, 137, 163 (serie: Spectrum Encyclopedie van de wereld, 11).

Jac. G. Constant, Wonderen van de dierentaal, Amsterdam (Amsterdam Boek) 1974, p. 52 (idem Franse ed.) (serie: Wonderboeken).

Emile Fallaux en Ton de Joode, Natuurgeweld in de Nederlanden, Amsterdam (Reader’s Digest) 1974, omslag.

Grote Spectrum Encyclopedie. Deel 1 t/m 8, 10 t/m 18, Utrecht/Antwerpen (Het Spectrum) 1974/1978.

André van der Louw, Rood als je hart. ‘n Geschiedenis van de AJC, Amsterdam (De Arbeiderspers) 1974, na. p. 144.

Noortje de Roy van Zuydewijn, Met het oog op onderweg. Een tocht in woord en beeld langs monumenten in Nederland, Amsterdam (Kampen & Zoon) 1974, p. 66, 73, 84, 132.

W. van Stuijvenberg, Wonderen van de voortplanting in de dierenwereld, Amsterdam (Amsterdam Boek) 1974, p. 90-91 (idem Franse ed.) (serie: Wónderboeken).

Natuur en techniek. Natuurwetenschappelijk en technisch maandblad 42 (november 1974) 11 t/m 44 (augustus 1976) 8.

GR. van den Berg e.a. (tekst), Ik, jij, wij allemaal, Amsterdam (Kosmos) 1975, p. 173.

Jan Bouman (red.), Oranje 1940-’45. Herinneringsalbum vol fotoflitsen van onze koninklijke familie tijdens de tweede wereldoorlog [met foto’s uit het archief van Sem Presser], Bussum (Van Holkema &Warendorf) 1975.

U.H. Brolsma, Wageningen 1940-1945 [uitgave t.g.v. 30 jaar capitulatie], Wageningen (Comité 4 en 5 mei) 1975, p. 34.

[Reisgids] ER-Groepsreizen, Heemstede (ER-Groepsreizen) z.j. [1975].

Frederic V. Grunfeld e.a. (tekst), Spelletjes uit de hele wereld. Fijn om te maken en te spelen, Amsterdam (Kosmos) 1975, p. 26, 177, 198, 230, 233, 242-243.

Rigo Kalkhoven e.a. (tekst), De wereld van Wim Sonneveld, Amsterdam (Amsterdam Boek) 1975.

Simon Mari Pruys, Terug naar het natuurlijke, Grafisch Nederland 1975.

W. van Stuijvenberg, Wonderen van het woud, Amsterdam (Amsterdam Boek) 1975, p. 12, 31, 48, 60, 75, 97-100, 119 (idem Franse ed.) (serie: Wonderboeken).

Mens en dier maart 1975, p. 34-36.

Elseviers Magazine 31 (3 mei 1975) 18, p. 27.

Holland Herald 10 (september 1975) 9, omslag.

Agenda 1975-1976, 28 jg., z.p. (Vroom & Dreesmann) 1975, ongepag.

AMEV. Jaarverslag 1976, p. 2, 4-5, 10-11, 16-17, 22-23, 32-33.

Anoniem, Geschiedenis van een huwelijk, Haarlem (Spaarnestad) 1976, p. 4-5.

Nancy Eekhof-Stork, Spectrum kaasatlas, Utrecht/Antwerpen (Het Spectrum) 1976, p. 10, 16-17, 41, 66, 70, 111, 116, 118, 121, 123, 125, 127, 161, 170-171, 178, 185 (idem Engelse en Franse ed.).

J.H. Meesters en J. Bouman, Rondom thora en koran, Groningen (Wolters-Noordhoff) 1976, p. 32-33 (serie: Woorden en wegen. Capita selecta ten dienste van het godsdienstonderwijs voor vwo, havo en hbo, 3).

[Reisgids] Vrij Uit. Auto vakantie reizen – 1977, Badhoevedorp (Vrij Uit B.V.) z.j. [ca. 1976], p. 161, 165, 168, 171, 173.

Welwezen 6 (1976) 1/2, 10 (1980) 1.

Amro facet. Informatie magazine voor AMROrelaties augustus 1976.

Üj Tü̈kür 7 september 1976, p. 22.

[Reisgids] Vrij Uit. Auto vakantie reizen – 1978, Badhoevedorp (Vrij Uit B.V.) z.j. [ca. 1977], p. 208-209.

Ch. Whiting en W. Trees, Van Dolle Dinsdag tot bevrijding. Ons langste oorlogsjaar, Haarlem (De Haan) 1977, p. 150.

H.G. Woschek en N. Eekhof-Stork, Wijn en kaas van Europa, Amsterdam (Amsterdam Boek) 1977, p. 210, 238-239.

Pierson Heidring & Pierson N. V. Jaarverslag ’78, p. 8-9 (idem Engelse ed.: Annual Report ’78).

Tony van Verre (samenstelling), Tony van Verre ontmoet Simon Carmiggelt. Uit ‘t leven van een schrijvend persoon, Bussum (De Gooise Uitgeverij) z.j. [1978].

[Reisgids] Vrij Uit. Auto vakantie reizen – 1979, Badhoevedorp (Vrij Uit B.V.) z.j. [ca. 1978], p. 259, 268-269.

Natuur en techniek. Natuurwetenschappelijk en technisch maandblad 46 (mei 1978) 5, p. 335.

Accent 11 (6 mei 1978) 18, omslag.

Story september 1978 (jubileumbijlage), p. 4-5, 12.

Extra (8 september 1978) 36, p. 30-33, 40-41.

Glasbulletin. N. V. Vereenigde Glasfabrieken (december 1978) 106, p. 3-6.

Sem Presser (foto’s), Kalender Jaar van het Kind/Year of the Child 1979. Amsterdam (Drukkerij Van Soest BV) 1978.

[Affiche] Kalender Océ 1979, Venlo (Océ Nederland B.V.) 1978.

Bankgirocentrale. Jaarverslag 1979, p. 6, 18, 20, 26, 28, 30, 32.

Nancy Eekhof-Stork, Beknopte kaasatlas, Utrecht/Antwerpen (Het Spectrum) 1979, p. 9, 12, 23, 77, 80, 82. 85, 87, 89, 91 (idem Engelse ed.).

[Reisgids] Facetreizen 1980, Amsterdam (Amro Reizen) z.j. [1979].

Rabobank 8 (1979) 9, 11 (1982) 3.

Kijk juni 1979, p. 22-23.

Zero 1 (juni/juli 1979) 2, p. 29.

Holland Herald 14 (november 1979) 11, omslag, p. 36-37.

Anoniem [= Dé Reyne (hoofdred.)], Spectrum Compact Encyclopedie. Deel 1 t/m 20, Utrecht/Antwerpen (Het Spectrum) 1980/1982.

Bibeb, Bibeb met… Interviews, Amsterdam (Van Gennep) 1980, omslag (voorzijde).

Joep Büttinghausen en Draga Jelačić (red. en tekst), Völker rund um die Welt, Amsterdam/Utrecht/Feldmeilen (Het Spectrum/Druck-Dienst AG) 1980, p. 20, 59-60, 73, 80, 121, 252, 256-257, 267 (idem Nederlandse ed.: Draga Jelačić en Trudy Müller-Bosshard (samenstelling en tekst), Bonte mensheid. Een reis langs de volken der aarde, Utrecht/Antwerpen (Het Spectrum) 1981).

Sal J. Foderaro (eindred.), Academic American Encyclopedia. Deel 1 t/m 20, Princeton [New Jersey] (Arete Publishing Company) 1980.

L. de Jong, Het laatste jaar I, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1980, afb. 53. (serie: Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Deel 10a).

Spectrum Encyclopedie van de Wereld. Balans van onze aarde. Deel 1 t/m 10, Utrecht/Antwerpen (Het Spectrum) 1980/1982 (idem: Duitse en Finse ed.).

Helmut Ständeke, Die Bestimmung des Menschen, Düsseldorf (August Bagel Verlag) 1980, p. 10 (serie: Kurs: Philosophie, 8).

[Reisgids] Vrij Uit. Auto vakantie reizenzomer 1980, Badhoevedorp (Vrij Uit B.V.) z.j. [1980],p. 15.

Fred Zurel (hoofdred.), Nieuwe Geïllustreerde Encyclopedie. Deel 1 t/m 20, Amsterdam (Trendboek) 1980/1982 [geh. herz. versie van de in drie drukken verschenen Geïllustreerde Encyclopedie in kleur, onder hoofdred. van A.F. Wyers].

Klapper. Magazine voor lezers [Wolters-Noordhoff] (1980) 2.2, p. 16-17.

Vrij Nederland. Bijvoegsel (1 maart 1980) 9, (14 maart 1981) 11, (14 september 1985) 37.

Natuur en techniek. Natuurwetenschappelijk en technisch maandblad 48 (juni 1980) 6, p. 492-493.

Kijk september 1980, p. 5, 43.

Hans Galjaard, Het leven van de Nederlander, Utrecht (Veen) 1981, p. 30.

E.W. Heidt e.a., Kijk op de tijd. Geschiedenismethode voor mavo, havo en vwo. Leerlingenboek 3 mavo/havo, Den Bosch (Malmberg) 1981, p. 192.

P.R.A. van Iddekinge, Arnhem 44/45, Evacuatie verwoesting plundering bevrijding terugkeer, Arnhem/Gouda (De Gelderse Boekhandel/Quint) 1981, p. 16, 61, 75, 83, 107, 134, 343.

K.J. van de Merwe, Een ander beeld van het scherm, Amsterdam (IBM Nederland N.V.) 1981, 2de gewijzigde dr., p. 34.

Raf Messely, Biologie voor het secundaire onderwijs type 1. Deel 1. Eerste jaar observatiegraad. Informatie en illustratie, Lier (J. van In) 1981, p. 30, 34.

Eva van Schaik, Op gespannen voet. Geschiedenis van de Nederlandse theaterdans vanaf 1900, Haarlem (De Haan) 1981, p. 71, 74-75.

Standaard Encyclopedie. Tweede aanvullingsdeel a-z, Antwerpen/Utrecht (Standaard Uitgeverij/Het Spectrum) 1981, p. 79, 175, 182, 190, 267, 292, 294, 339, 345, 355, 362, 369, 371.

WolWijzer [Lana Wolmerk Club] (1981) 1, p. 5.

VPRO [Gids] (14 maart 1981) 11, 25 februari t/m 3 maart 1995.

Art. Das Kunstmagazin (april 1981) 4, p. 146, 148-150.

Kijk mei 1981, juli 1981.

NRC Handelsblad 26 september 1981, 9 september 1985, 11 oktober 1986, 29 augustus 1996, 2 mei 1997.

Elektronaut (najaar 1981) 50, p. 34-35.

Grote Gezins Encyclopedie. Deel 2 en 4, z.p. (Het Spectrum/Honos) 1982.

Walter Burkart (samenstelling), Grosses Universal Lexikon für die Familie. Band 2 t/m 4, Zug (Honos) 1982.

Das Grosse Lingen Universal Lexikon [in Farbe]. Band 1 t/m 20, Keulen (Lingen Verlag) 1982/1984.

Bert Kerkhoffs, Driemaal Arnhem. Vijf jaar oorlog om 30 kilometer!, z.j. (Vroom & Dreesman/De Nieuwe Krant) 1982, 2de dr., p. 120, 132.

Hans van de Waarsenburg, A. den Doolaard. Portret van een kunstenaar. Gesprekken over zijn leven en werk, Amsterdam (Meulenhoff) 1982, p. 111.

de Volkskrant 10 juli 1982, 31 december 1983, 30 mei 2001, 27 september 2003, 3 juli 2004, 28 juli 2007.

Anoniem, Arnhem. Groene stad aan de Rijn, Arnhem (Stichting Arnhem 750 jaar) 1983, p. 27-28.

P.R.A. van Iddekinge e.a. (red.), Ach lieve tijd. 750 jaar Arnhem, de Arnhemmers en hun rampen, [deel] 11, Zwolle (Waanders) 1983, p. 262.

Kalender Van Ommeren 1984, z.p. (Van Ommeren) 1983, afb. juni.

L. Vandeschoor en Dick Kok (red.), De jaren 40, Utrecht/Hasselt (Oosthoek/Heideland-Orbis) 1983 (serie: Decennium Serie. Tijdsbeeld van 40 jaar in woord, beeld en geluid [4-delige serie]).

L. Vandeschoor en Dick Kok (red.), De jaren 50, Utrecht/Hasselt (Oosthoek/Heideland-Orbis) 1983 (serie: Decennium Serie. Tijdsbeeld van 50 jaar in woord, beeld en geluid [4-delige serie]).

Intermediair 19 (16 december 1983) 50, 21 (13 september 1985) 37.

Anoniem, De tweede wereldoorlog van dag tot dag, Utrecht/Hasselt (Oosthoek/Heideland-Orbis) 1984, p. 1, 67, 130.

Anoniem, Die 50er jahre, Gütersloh (Bertelsmann Lexikothek Verlag) 1984, p. 106, 115, 127, 154-155, 162, 184, 197, 289, 326, 347, 376 (serie: Lexikothek. Unser Jahrhundert in Wort, Bild und Ton).

Robert O. Anderson, Fundamentals of the petroleum industry, Norman (Oklahoma Press) 1984, p. 5.

L.M.W. van Grunsven (concept) en Th.M.N. van Bakergem (alg. leiding), Spectrum Landen Encyclopedie. Deel 1 t/m 12, Utrecht/Antwerpen (Het Spectrum) 1984.

Hans Hommes, Wie waagt die leeft. Deel 3. Geloofsopvoeding op de basisschool. [Lesboek], Groningen (Wolters-Noordhoff) 1984, p. 21.

Hans Hommes, Wie waagt die leeft. Deel 3. Geloofsopvoeding op de basisschool. Handleiding, Groningen (Wolters-Noordhoff) 1984, p. 59.

Toeristen kampioen. Maandblad voor reizen en recreatie van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB (april 1984) 4 t/m (september 1984) 9.

Anoniem, [Lesboek] Dierverzorging 1. Bouw en functioneren van huisdieren. Vak 913 serie A les 1, Leiden (LOI) z.j. [1985], p. 15.

Anoniem, [Lesboek] Dierverzorging 3. Voeding algemeen. Vak 913 serie A les 3, Leiden (LOI) z.j. [1985], p. 27.

Anoniem, Die 40er jahre, Gütersloh (Bertelsmann Lexikothek Verlag) 1985, p. 25, 60, 68, 113, 120, 174, 211, 216, 261, 325, 354-355 (serie: Lexikothek. Unser Jahrhundert in Wort, Bild und Ton). Burkhard Busse (red.), Grosses Universal Lexikon in Farbe, Keulen (Lingen Verlag) 1985

Catalogus tent. Anne Frank in the world/De wereld van Anne Frank, 1929-1945, Amsterdam (Anne Frank Stichting/Bert Bakker) 1985, afb. 164-165.

G.J. Graafland en P. Roest, Israël aan het woord, Groningen (Wolters-Noordhoff) 1985, omslag, p. 12 (idem gewijzigde herdruk 1987) (serie: Avonturen met het woord. Serie leerboeken ten dienste van het godsdienstonderwijs voor mavo, havo en vwo, 2).

G.J. Graafland en P. Roest, Israël aan het woord. Werkboek, Groningen (Wolters-Noordhoff) 1985, omslag (serie: Avonturen met het woord. Serie leerboeken ten dienste van het godsdienstonderwijs voor mavo, havo en vwo, 2).

O. Mulder e.a., Met andere woorden 1. Bronnenboek. Het nieuwe themaboek godsdienstonderwijs voor mavo, havo en vwo, Groningen (Wolters-Noordhoff) 1985, p. 7, 21.

O. Mulder e.a., Met andere woorden 1. Werkboek, Groningen (Wolters-Noordhoff) 1985, schutblad (achterzijde).

Willem Velema (samenstelling), Spectrum atlas van historische gebeurtenissen in de lage landen, Utrecht/Antwerpen (Het Spectrum) 1985, p. 29, 66, 83.

HP (26 februari 1985) 4, p. 18.

Catalogus Dans te Kijk. Tentoonstelling 40 jaar Nederlandse theaterdans, Amsterdam (Stichting Dans te Kijk/Nederlands Instituut voor de Dans) 1986, p. 23.

Pieter Das e.a., Vragen aan de geschiedenis. 3m, Groningen (Wolters-Noordhoff) 1986, p. 47.

Ronald Donk e.a., Vragen aan de geschiedenis. 3vh, Groningen (Wolters-Noordhoff) 1986, p. 55.

Grote Lekturama Wereldatlas. [Deel 1 t/m 18, 20 t/m 22], z.p. [Breda] (Het Spectrum) 1986/1989.

E.W. Heidt, Kijk op de tijd. Geschiedenismethode voor mavo, havo en vwo. Leerlingenboek 3 mavo, Den Bosch (Malmberg) 1986, 2de dr., p. 113.

Fred J. Lammers, Het gouden huwelijksboek. Juliana en Bernhard 1937-1987, Baarn (Hollandia) 1986, p. 48.

Tineke Luijendijk e.a., Het Spaarnestad Fotoarchief. Twee miljoen foto’s, Haarlem (Stichting Nederlands Foto- & Grafisch Centrum) 1986, p. 56.

Joep den Otter (eindred.), Bij de tijd 2. Geschiedenis voor de basisschool, Den Bosch (Malmberg) 1986, p. 27, 83.

Maarten Valken (eindred.), Kroniek van de mensheid, Amsterdam/Brussel (Elsevier) 1986.

Stadswerk. Gemeentelijk informatieblad over de stadsvernieuwing in Leiden (augustus 1986) 16, p. 31.

Leidsch/Alphens Dagblad 20 september 1986, Extra, p. 19.

M. Balabréga e.a. (red.), Het jaar in woord en beeld. Encyclopedisch jaarboek 1987, Amsterdam/Brussel (Elsevier) 1987, p. 106, 327.

GKf-leden [ledenlijst] 1987, omslag.

Wolf Stadier en Peter Wiench (red.), Lexikon der Kunst. Malerei. Architektur. Bildhauerkunst. [Deel] 3, Freiburg/ Basel/Wenen (Herder) 1987, p. 206, 332. 357.

Piet Post, Jodendom, Groningen (Wolters-Noordhoff) 1988, p. 18 (serie: Inzicht in godsdienst en levensbeschouwing).

Willem van Toorn. ‘Er moeten nogal wat halve-garen wonen’. Schrijvers in en over Bergen, Amsterdam (Querido) 1988, p.84.

Eregalerij van veertig jaar Zilveren Camera, in Jaar te kijk 1988. De Zilveren Camera, Lelystad (Zander Media Service) 1989, p. 5.

Liesbeth lest, Margreet Kraan en Erna Trossèl [eindred.], Het Amsterdamse kinderen boek, Amsterdam (Wimpel) 1989, p. 106.

René Kok en Erik Somers (red. en samenstelling), Documentaire Nederland en de Tweede Wereldoorlog. 2, Zwolle (Waanders i.s.m. Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie) z.j. [ca. 1989], p. 50.

Spectrum Compact Medische Encyclopedie. Deel 1, 8 en 9, Utrecht (Het Spectrum) 1989.

Cosmopolitan juni 1989, p. 7.

Catalogus tent. Dongfeng-Oostenwind. Chinezen in Nederland, Amsterdam (Amsterdams Historisch Museum) 1990, p. 14-15.

Dienke Hondius, Terugkeer. Antisemitisme in Nederland rond de bevrijding, Den Haag (SDU) 1990, afb. 5.

Henriëtte Kroon (samenstelling), Spectrum Compact Dieren Encyclopedie. Deel 3, 5 t/m 8 Utrecht (Het Spectrum) 1990.

Spectrum Compact Studie Encyclopedie. Deel 1 t/m 20, Utrecht (Het Spectrum) 1990.

T. van der Velde e.a. (samenstelling), Spectrum Compact Landen Encyclopedie. Deel 1 t/m 12, Utrecht (Het Spectrum) 1990.

Wim Broekman, Tien jaar Capi-Lux Alblas prijs. Prijs – stichting – collectie, in Foto 45 (april 1990) 4, p. 63.

Herman Hoeneveld, 10 Jaar Capi-Lux Alblas Prijs. Boek tentoonstelling (en) en collectie, in P/F Professionele Fotografie (april/mei 1990) 2, p. 33.

Notes. Maandblad over theaterdans en mime 5 (juli/augustus 1990) 7/8, p. 27-28.

Kerstmis 1990, in Twentsche Courant/Overijssels Dagblad 22 december 1990, p. 48-49.

P.F. Maas (red.), Het Kabinet Drees-Van Schaik (1948-1951). Band A. Liberalisatie en sociale ordening, Nijmegen (Gerard Noodt Instituut) 1991, p. 698 (serie: Parlementaire Geschiedenis van Nederland na 1945, Deel III).

Kijk (april 1991) 4, p. 6.

C. van Roekel (samenstelling), Who was who during the Battle of Arnhem. The Order of Battle of airborne officers who fought at Arnhem, Oosterbeek (Vereniging Vrienden van het Airborne Museum) 1992, p. 9.

Jan Vrijman e.a. (tekst), Groeneveld. Herinneringen aan een landhuis in Baarn 1946-1966, Amersfoort (Herman Molendijk Stichting/Centrum Beeldende Kunst) z.j. [1993], p. 2, 69.

Louis Zweers en Tineke Luijendijk, Foute foto’s. De geïllustreerde pers tijdens de Tweede Wereldoorlog, Zutphen (Walburg Pers) 1993, p. 39.

Alette Fleischer e.a., De maaltijd der vrienden. Kunstenaars in Bergen 1930-1935, Amsterdam (Alexander Valeton) 1994, p. 92.

Bert Voeten, Neem je bed op en wandel. Brieven van Bert Bakker Senior 1954-1969, Amsterdam (De Bezige Bij) 1994, p. 14.

Aukje Bergsma e.a., Zestien Plus. Nederlands als tweede taal voor volwassenen. Tekstboek. Deel 1, Groningen (Wolters- Noordhoff) 1995, p. 96.

Frits van Dixhoorn, ‘t Hoefke. Een dorp speelde circus, Eindhoven (Danube) 1995, p. 148.

J.C. van der Stel, Drinken, drank en dronkenschap. Vijf eeuwen drankbestrijding en alcoholhulpverlening in Nederland. Een historisch-sociologische studie, Hilversum (Verloren) 1995, p. 276.

Anoniem, Das moderne Universal Lexikon, Keulen (Naumann & Göbel) z.j. [ca. 1996], p. 171-172, 175, 365, 367, 437. 457. 477, 504, 523. 555, 584, 592.

René Bakker e.a., Vragen aan de geschiedenis. [Leerlingenboek] 2.vbo mavo, Groningen (Wolters-Noordhoff) 1996, p. 51.

René Bakker e.a., Vragen aan de geschiedenis. [Leerlingenboek] 3. mavo havo vwo, Groningen (Wolters-Noordhoff) 1996, 3de dr., p. 25.

Shakri Amirkhanova e.a., Haute Culture. Tussen droom en werkelijkheid, Groningen (NV Nederlandse Gasunie) 1998, p. 14.

Jos van der Lans en Herman Vuijsje, Lage landen hoge sprongen. Nederland in beweging 1898-1998. Rabobank 100 jaar, Wormer (Inmerc) 1998, p. 41.

Ivo de Wijs (tekst), Foto’s van papier, Amsterdam/Antwerpen (Voetnoot) 1998, p. 15, 22, 61, 79.

Catalogus tent. Picasso: kunstenaar van de eeuw, Zwolle/Rotterdam (Waanders/Kunsthal) 1999, p. 130.

Henk Hofman en Frank Sangers (red.), Praktische economie. Economie voor de basisvorming. Handboek ivbo/vbo/mavo, Den Bosch (Malmberg) 1999, p. 64.

Wim van Sinderen (samenstelling), Portret Picasso [uitgave t.g.v. de tentoonstelling Picasso: kunstenaar van de eeuw], Rotterdam (Kunsthal) 1999.

Hans Veldman, Eric van Royen en Frank Veraart, Een machtige schakel in de Nederlandse land- en tuinbouw. De geschiedenis van Cebeco-Handelsraad 1899-1999, z.p./Rotterdam (Stichting Historie der Techniek/Cebeco Groep) 1999, p. 115.

PRONTO! boekenmagazine maart 1999, p. 29.

Groniek. Historisch Tijdschrift 32 (juli 1999) 145, omslag.

Ons Amsterdam 51 (oktober 1999) 10, 58 (mei 2006) 5.

[Brochure] Arbeidsvoorziening. Liefde voor het Vak 1999-2000, p. 29, 61, 69.

Cherry Duyns (inl.), De zoete zee, Amsterdam (Voetnoot) 2000, p. 39.

Just Enschede (eindred.), Alle jaren feest. De foto’s van het Boekenbal, Amsterdam (Stichting CPNB) 2000, ongepag.

Karina Meeuwse, Het huis van Han, Utrecht (Bruna 2000), omslag.

Tijs Tummers en Bart Sorgedrager, Het Olympisch Stadion, Amsterdam (Bas Lubberhuizen) 2000, p. 135 (idem, in Tijs Tummers en Bas Sorgedrager, Het drieluik van Wils. Het Olympisch Stadion en de Citroëngarages, Amsterdam (Lubberhuizen) 2002, p. 135)

Hans Walraven en Geert Willems, Dingedong. Het Eurovisie Songfestival in de twintigste eeuw, Amsterdam (Forum) 2000, ongepag.

Automobiel klassiek & exclusief 7 juli 2000, p. 28-31.

Jan Blokker en Victor Levie (samenstelling), Jongens van Jan de Witt, Amsterdam (De Nieuwe Kerk) z.j. [2001], ongepag.

Gerrit Komrij (tekst), Vrouwen van Nederland, Amsterdam (Voetnoot) 2001, p. 17-18, 27, 31, 33, 37, 49, 52-53, 60-61, 68-69.

Trouw 14 april 2001.

Algemeen Dagblad 28 augustus 2001.

Midas Dekkers, Rare snuiters, Amsterdam (etc.) (Contact) 2003, p. 38, 40, 80.

Eric de Kuyper (tekst), Interieurs, Amsterdam (Voetnoot) 2003, p. 20, 44-46, 48-49.

Trouw 30 september 2003, 31 oktober 2003.

Eric Min (tekst), Keep Still, Amsterdam (Voetnoot) 2004, p. 18, 66.

Caroline Arps (tekst), Wij, Baarn (Tirion) 2005, p. 41.

Jet Baruch, Document Nederland. Nederland gefotografeerd 1975-2005.

Een keuze uit 30 jaar documentaire foto-opdrachten van het Rijksmuseum, Zwolle/Amsterdam (Waanders/Rijksmuseum) 2005, p. 24.

K. Schippers, Door Europa, Amsterdam (Voetnoot) 2006, p. 6, 8-11, 14, 20-21, 26, 29, 36, 40-41, 50-51, 54, 57, 60, 62, 65, 70-7, 73, 82-84.

Hilde Scholten, Wim Sonneveld. De parel van het cabaret, Arnhem (Terra) 2006, p. 100, 157 (serie: Theater-en televisiefenomenen, deel a).

Geert Mak, De eeuw van mijn vader, Amsterdam/Antwerpen (Atlas) 2007, 34ste dr., p. 488.

Secundaire bibliografie

(publicaties over de fotograaf en/of zijn werk)

Anoniem, Hoe “Op Korte Golf’ ‘n uitgeworpen photo verspreid heeft, in Op Korte Golf 11 januari 1947.

Anoniem, Contact met de redactie, in De Spiegel. Christelijk nationaal weekblad (12 juli 1947) 21, p. 6.

Anoniem, Werk van fotografen, in De Week in Beeld (16 oktober 1948) 29, p. 18-19.

Anoniem, Duitsers van heden. Een camera-studie van Sem Presser, in O.V.N. Ons Vrije Nederland. Geïllustreerd Weekblad 9 (9 juli 1949) 2 (met foto’s).

Joseph W.F. Stoppelman, Amerika bekroont 11 Nederlandse fotografen, in Het Vrije Volk 28 oktober 1949, p. 7.

Anoniem, Foto’s van Nederlandse fotografen bekroond!, in Camera Obscura 1 (januari 1950) 1, p. 17.

Anoniem, Dag der fotojournalisten. Autoriteiten moesten zichzelf fotograferen…, in De Nieuwe Dag 23 oktober 1950, p. 2.

Who’s who in photography. The Focal world register, Londen/New York (Focal Press) z.j. [ca. 1951], p. 144.

Anoniem, Bij het afscheid van Presser, in De Fotojournalist (april 1951) 8, p. 1-2.

Anoniem, De jaarvergadering, in De Fotojournalist (april 1951) 8, p. 7.

Anoniem, “Zilveren Camera” voor fotograaf Sem Presser, in de Volkskrant 27 oktober 1952, p. 2.

Anoniem, Fanny geeft. (knip!).. Fanny krijgt, in Het Vrije Volk 27 oktober 1952.

v. B. [= P. van Breukelen], Jaarfeest 1952, in De Fotojournalist (november 1952) 5.

Anoniem, [zonder titel; korte tekst m.b.t. Zilveren Camera], in Panorama 7 november 1952, p. 25.

Anoniem, Op losse blaadjes. Ontmoeting, in Panorama (7 november 1952) 45, p. 26.

Anoniem, [zonder titel; korte tekst m.b.t. Zilveren Camera], in Nouvelles de Hollande. Bulletin Hebdomadaire d ‘Information de l’Ambassade Royale des Pays-Bas 8 (8 november 1952) 358, p. 4.

Anoniem, Les livres. Comment passer ses vacances sur la Rivièra?, in Nouvelles de Hollande. Bulletin Hebdomadaire d’Information de l’Ambassade Royale des Pays-Bas 9 (9 mei 1953) 382, p. 3.

Anoniem, Menton … a tous les échos, in Nice-Matin 13 januari 1954.

Hans Schmidt, Sem Presser: té rusteloos om aan de Rivièra te vegeteren, in De Rotterdammer 30 juli 1955, [bijlage] Zondagsblad, p. 4 (idem, in Nieuwe Haagsche Courant en Nieuwe Leidsche Courant).

J.J.L. van Zuylen (samenstelling), Radioen televisie-encyclopedie voor Nederland en België, Amsterdam/Antwerpen (Breughel/Mertens & Stappaerts) 1956, 3de geheel herz. en uitgebr. dr., p. 319.

Anoniem, Op de man af gevraagd aan Sem Presser, in Revue. Het Nederlands familieblad (14 april 1956) 15, p. 15.

Anoniem, La Hollande et Roquebrune, in Nice-Matin 29 augustus 1956.

Anoniem, Sem Presser, “Wandelingen langs de Rivièra”, […], in Eindhovens Dagblad 27 mei 1958.

Anoniem, Wij ontvingen. Sem Presser wandelt langs de Rivièra, in Utrechtsch Nieuwsblad 9 juni 1958.

E.J., Riviéra-voorpret, in Haagsche Courant 4 juli 1958.

Peter Hunter, The GKf. A federation of photographers in Amsterdam, in Photography oktober 1958.

Anoniem, Sem in Afrika, in Revue. Het Nederlands familieblad (6 juni 1959) 23, p. 15.

Mies Bouwman, Bij mij op de koffie, in Eva 13 juni 1959, p. 24-27.

J.J. Hens, Sem Presser, in Foto 14 (oktober 1959) 10, p. 474-478 (met foto’s).

Theo Ramaker, Sem Presser. Een nieuwe Marco Polo bij het vreemdelingenlegioen, in Focus 45 (9 juli 1960) 14, p. 458-462 (met foto’s).

Anoniem, Les Lions de Roquebrune-Beausoleil ont intronisé deux nouveaux membres, in Nice-Matin 25 oktober 1960.

J.D. de Jong, Foto-expositie Stedelijk Museum Amsterdam. Eerste verzameling in Europa foto’s “an sich”, in Friese Koerier 19 november 1960.

Anoniem, Een bruingebrande Sem Presser kwam uit Nieuw Guinea terug met een heel bijzondere reportage, in Margriet 25 februari 1961.

Simon van Collem, Simon van Collem haalt herinneringen op aan film, in Televizier 6 mei 1961, ongepag.

Anoniem, Dutchman knows country well now, in The Herald 23 februari 1962, p. 3.

D.B. [= Dick Boer], Veertigjarig bestaan van de Bond van Nederlandse Amateur Fotografen-Verenigingen. Nationale en internationale tentoonstellingen, in Focus 47 (11 mei 1962) 10, p. 14-23.

M.A. de Jong, Van Egeraat, kritisch bekeken. Pronken met andermans veren, in Vrij Nederland 11 augustus 1962, p. 4.

Catalogus tent. Quatre photographes néerlandais de France, Parijs (Institut Néerlandais) 1963, ongepag. (met foto’s).

Willem Frederik Hermans, Dinky Toys, in Podium mei 1963, p. 372.

Anoniem, L’Art de la photo, in La Provence Liberée 18 mei 1963.

Anoniem, Exposition a 1’Institut Néerlandais de Paris: Quatre photographes néerlandais de France, in Nouvelles de Hollande. Bulletin Hebdomadaire d’Information de l’Ambassade Royale des Pays-Bas 19 (19 mei 1963) 791, p. 2-3.

Sadi de Gorter, Quatre photographes néerlandais de France. A l’Institut néerlandais de Paris, in Le Nouvelle Gazette de Biarritz 20 mei 1963.

Anoniem, L’histoire de tous les jours en deux cents images, in Le Figaro 24 mei 1963.

B.G.A., La Photographie. Quatre Hollandais, in Le Monde 31 mei 1963.

Anoniem, A 1’Institut néerlandais de Paris, quatre phtographes néerlandais de France, in La Vie des Métiers Photographiques (juni 1963) 207, ongepag.

Anoniem, A 1’Institut Néerlandais, in Le Belge de France 1 juni 1963.

Cor de Groot, Vier Nederlandse fotografen in Parijs. Brommet: charmant mode-fotograaf. Van der Veen: koelbloedig ooggetuige. Berretty: waarnemer van mensen. Presser: volmaakt componist, in de Volkskrant 11 juni 1963, p. 5.

Anoniem, Dichterlijk en schokken, in Het Vrije Volk 15 juni 1963.

Anoniem, Nederlandse fotografen in Franrijk [sic]. Expositie in Institut Néerlandais in Parijs, in Eindhovens Dagblad 20 juni 1963, p. 13.

Sadi de Gorter, Quatre photographes néerlandais de France, in Le Photographe. Revue technique des professionnels et du commerce photo-cinéma 53 (20 juni 1963) 1034, p. 310-312.

Marcel Defosse, Quatre photographes qui sont des journalistes. Une exposition a Paris, in Le Soir 25 juni 1963.

Gérard Seckler, Quatre photographes néerlandais de France, in Photo-Revue oktober 1963, p. 303-309 (met foto’s).

Catalogus tent. 4 even hier. Dominique Berretty, Fred Brommet, Sem Presser, Eddy van der Veen, Amsterdam (Rijksakademie van Beeldende Kunsten) 1964, ongepag. (met foto’s).

Anoniem, Fotojournalisten exposeren in de hoofdstad, in Nieuwe Rotterdamse Courant 15 februari 1964, p. 11.

Anoniem, Wat een plaat. Wat een Presser!, in Revue. Het Nederlands familieblad (15 februari 1964) 7, p. 15.

Anoniem, Fototentoonstelling van internationaal viertal. 4 even hier, in Algemeen Dagblad 17 februari 1964, p. 5.

R.N.S., Beroemde foto’s van vier Parijse Nederlanders. Observeren en vastleggen, in Trouw 17 februari 1964, p. 2.

Anoniem, 4 even hier. Nederlanders in Frankrijk exposeren foto’s. Rijksakademie van Beeldende Kunsten geeft “openbare les in leren zien”, in Algemeen Handelsblad 18 februari 1964, p. 2.

Anoniem, “Vier even hier” blik op wereldwijde activiteiten, in Brabants Dagblad 19 februari 1964, p. 7.

P.v.B., Vier die Frankrijk kozen…, in Haagsche Courant 19 februari 1964, p. 17.

R. Nieman, Kunstkritiek in het kort. Fotografie. Vier even hier, in Elseviers Weekblad 22 februari 1964, p. 23.

Janus, Fototentoonstelling, in Vrij Nederland 24 (29 februari 1964) 27, p. 1, 15.

Joost Andriessen, 4 even hier. Dominique Berretty, Fred Brommet, Sem Presser, Eddy van der Veen, in Foto 19 (maart 1964) 3, p. 120-128 (met foto’s).

Theo Ramaker, “4 even hier”, in De Fotojournalist 4 maart 1964, p. 15.

Wilko A.G.M. Bergmans, Een zwerver kwam weer thuis. Sem Presser: ‘Mijn huwelijk met Marianne is mislukt’, in De Fotojournalist juli 1965, p. 23.

F. Stoppelman, Sem Presser. De meest gelezen fotograaf van Nederland, in Focus 50 (15 oktober 1965) 21, p. 2-10 (met foto’s).

K.V.M., Snap shot van Sem Presser, in De Spectator [bijvoegsel van “De Nieuwe Gids”, “De Antwerpse Gids”] 1-2 april 1967, p. 11.

Peter Karstkarel, Foto’s, in Friesch Dagblad 27 februari 1971.

Anneke Kersting, 2 Zolders, in Wonen.Maandblad van de Stichting Wonen 3 (juni 1972) 2, omslag, p. 9-11.

Geïllustreerde ledenlijst grafisch vormgevers nederland gvn/Geïllustreerde ledenlijst beroepsvereniging van fotografen gkf 1973, Amsterdam (GKf/GVN) 1973, ongepag.

Anoniem, Slag om Arnhem herleeft in foto- en filmexpositie, in Dagblad van het Oosten 11 september 1974.

R.G., Herinnering. Oranje 1940-’45, in De Stem. Dagblad voor Zuidwest-Nederland 26 juni 1975.

Anoniem, Zo kwam Eli Asser aan zijn hoogtevrees, in Story 21 oktober 1977, p. 43-44.

Els Barents (red), Fotografie in Nederland 1940-1975, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1978, p. 11, 24-26, 56-57 (met foto’s en losse biografie).

Who’s Who in the World, Chicago (Marquis Who’s Who) 1978, 4de dr., p. 752.

Flip Bool en Kees Broos (red.), Fotografie in Nederland 1920-1940, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1979, p. 90-91, 140, 156.

Willem Schrama, Een reporter zoekt rust, in Trouw 28 april 1979, p. 17.

Anoniem, Voor u geknipt…., in Auteursrecht 3 (oktober 1979) 4, p. 91.

Anoniem, Gratis voor niks, in Maandblad Beroepsfotografen Nederland BFN (10 oktober 1979) 10, ongepag.

Anoniem, Sem Presser opent World Press Photo. Expo in Uden van 7 tot 13 december, in Brabants Dagblad 4 december 1979.

Anoniem, Sem Presser opent World Press Photo in Udense Pronkkamer, in Udens Weekblad 5 december 1979.

Anoniem. World Press Photo ’79 in Uden. Vanaf 8 december in Pronkkamer, in Weekblad Oost-Brabant 6 december 1979.

Ledenboek Beroepsfotografen Nederland. BFN, Amsterdam (BFN) z.j. [1980], p. 146-148 (met foto’s).

Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten. Jaarverslag 1980, schutblad (voorzijde), p. 1, 11-13.

[Brochure] NVF Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten 50. 1931-1981, Amsterdam (NVF) 1981, p. 1-2, 5, 9, 11, 13.

Marleen Kox, Verslag onderzoek fotoarchieven. (Samengesteld in opdracht van de Stichting Nederlands Foto-Archief), Amsterdam, juli 1981.

Fred Jansz, Bij het afscheid van Sem Presser. NFV onder nieuwe leiding, in Foto 36 (juli 1981) 7, p. 53.

Anoniem, [zonder titel; korte tekst m.b.t. expositie in Nieuwe kerk], in Adformatie 10 juli 1981, p. 35.

Willem Schrama, De toegepaste kunst van Sem Presser. Reizende reporter paarde koopmanschap aan journalistiek inzicht, in Leidsch Dagblad 8 augustus 1981, p. 23.

Anoniem, Sem Presser wilde maar één ding zijn: persfotograaf. ‘Zelfs in mijn ergste armoede heb ik mijn poot stijf gehouden’, in Utrechts Nieuwsblad/N.Z.C. 12 augustus 1981, p. 9.

Willem Schrama, De toegepaste kunst van Sem Presser. Vermaard fotograaf blijft reizen, in De Gooi- en Eemlander 20 augustus 1981, p. 2.

Catalogus tent. Zien en gezien worden. Fotografische zelfbespiegeling in Nederland van ca. 1840 tot heden, Nijmegen (Nijmeegs Museum ‘Commanderie van Sint-Jan’) 1983, p. 16, 92.

Rommert Boonstra, Slechts een enkel tijdsbeeld. GKF-fotografen in het Stedelijk, in Foto 38 (juni 1983) 6, p. 32-35.

Bas Roodnat, Het fotografisch zelfportret thema van royaal overzicht, in NRC Handelsblad 15 december 1983, p. 6.

Anoniem, Sem Presser vindt foto’s van Napp-Zinn ‘prachtig’, in Uithoornse Courant 16 mei 1984.

Peter Schumacher, Foto’s in dagbladen ‘stiefkinderen van media’. Onderzoek naar selectiebeleid bij acht kranten, in NRC Handelsblad 10 juni 1984.

Remco Campert (inl.), Amsterdam 1950-1959 20 fotografen, Amsterdam (Fragment) 1985, ongepag., afb. 38, 57, 62.

Ed van der Elsken, ‘Are you famous’, Amsterdam (Meulenhoff/Landshoff) 1985, P. 59.

Ellen Kok, Fotojournalistiek moet zo neutraal mogelijk zijn, in Foto 40 (april 1985) 4, p. 62-69 (met foto’s).

Eric van ‘t Groenewout, Sem Presser: “ik ben geen rotjongen meer”, in GKf-bulletin (april 1985) 2, p. 6-9.

Anoniem, Notulen jaarvergadering, in GKf-bulletin (april 1985) 2, p. 15-16, 18-19.

Herman Hoeneveld, Sem Presser krijgt Joop Alblas-prijs, in Professionale Fotografie (april/mei 1985) 2, p. 36-39.

Anoniem, Presser was erbij, in Algemeen Dagblad 13 april 1985, p. 49.

H.J. Oolbekkink, Persfotograaf Sem Presser: ‘Nooit druk maken om futiliteiten’, in Haagsche Courant 13 april 1985, p. 1, 25.

Matt Dings, Sem Presser. De fotograaf als loodgieter. ‘De mens lijdend afbeelden, daar wil ik instinctief van afblijven’, in De Tijd 11(19 april 1985) 32, p. 28-31.

Rolf Bos en Harry van Gelder, De meest gelezen fotograaf van Nederland, in de Volkskrant 20 april 1985.

Marian Spinhoven, Spijkers met koppen in de BTW-kwestie. NVF-jaarvergadering, in De Fotojournalist 13 mei 1985, p. 31.

Wim de Jong, De mens achter de fotojournalist. Sem Presser. ‘Ik heb een plaat van de moffen gemaakt toen ze verloren’, in Focus 70 (juli 1985) 7, p. 9-15 (met foto’s).

Anoniem, 29 augustus 1985 […], in Professionele Fotografie (oktober/november 1985) 5, p. 38-39.

Pauline Terreehorst, Boerenkaas-realisme en grootsteedse grandeur. Gemeente-archief Amsterdam boort met fotocollectie goudmijn aan, in de Volkskrant 12 oktober 1985.

Anoniem, Broekspijpen op de Galapagos, in Foto 40 (november 1985) 11, p. 72.

Luc Verkoren, In memoriam Sem Presser, in Photohistorisch Tijdschrift (1986) 4, p. 23.

Herman Hoeneveld, Journalist in hart en nieren, in Het Parool 29 oktober 1986.

Bas Roodnat, Sem Presser (1917-1986). Een onvermoeibaar perfectionist, in NRC Handelsblad 30 oktober 1986, p. 5.

Huib Goudriaan, Sem Presser fotografeerde de hele wereld, in Trouw 30 oktober 1986, p. 2.

Rolf Bos, Sem Presser was nestor van de fotojournalistiek. “Meest gelezen fotograaf van Nederland” op 69-jarige leeftijd overleden, in de Volkskrant 30 oktober 1986.

Leo Divendal, Een oog voor honderdduizenden, in De Waarheid 4 november 1986, p. 4.

Paul Boogers, Sem Presser is nu zelf historie geworden, in Nieuwe Revu (7-14 november 1986) 46, p. 76-77 (met foto’s).

Anoniem, Presser wint postuum geding auteursrecht, in NRC Handelsblad 10 november 1986.

Jaap Herschel, Sem Presser overleden. Onvermoeibaar ijveraar voor het aanzien van ons vak, in De Fotojournalist 17 november 1986.

Bea Polak-Biet en Wim Polak, Herinneringen aan Sem Presser, in Professionele Fotografie december 1986, p. 9-11 (met foto’s).

Jaap J. Herschei, [korte inleiding], in Jaar te kijk 1986. De Zilveren Camera, Amsterdam (Elsevier) 1987, p. 3.

Ronald Vecht, Sem Presser: posthume overwinning, in Foto 42 (januari/februari 1987) 1/2, p. 82.

Igor Cornelissen, Nu en toen. Annie was zuinig, in Vrij Nederland 49 (29 oktober 1988) 43, p. 7.

Mattie Boom, 150 jaar fotografie. Een keuze uit de collectie van de Rijksdienst Beeldende Kunst, Den Haag (SDU/Rijksdienst Beeldende Kunst) 1989, p. 52, 151 (serie: RBK-reeks nr. 2).

Mattie Boom, Frans van Burkom en Jenny Smets (red.), Foto in omslag. Het Nederlandse documentaire fotoboek na 1945/Photography between covers. The Dutch documentary photobook after 1945, Amsterdam (Fragment) 1989, p. 18-19, 50, 133, 135.

René Kok en Erik Somers (red. en samenstelling), Documentaire Nederland en de Tweede Wereldoorlog. 2. Duitsland valt aan, Zwolle (Waanders i.s.m. Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie) z.j. [1989], p. 50-51.

Margalith Kleijwegt, Uit het archief. Fotografen kiezen fotografen, in Vrij Nederland. Bijvoegsel (11 maart 1989) 10, p. 18-28.

Eric van ‘t Groenewout, Simon van Collem, in Film en tv maker (september 1989) 297, p. 11.

René Kok en Erik Somers (red. en samenstelling), Documentaire Nederland en de Tweede Wereldoorlog. 15. De SS in Nederland, Zwolle (Waanders i.s.m. Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie) z.j. [1990], p. 362.

Joop Swart en Wilco Kalbfleisch, Sem Presser, in Catalogus tent. Capi-Lux Alblas Prijs 10 jaar, Amsterdam (Capi-Lux Alblas Stichting) 1990, p. 94-107 (met foto’s).

Nicole Bliek, Winnaars Capi-Lux-prijs bijeen, in Algemeen Dagblad 10 april 1990.

Nicole Bliek, Winnaars Capi-Lux prijs bijeen, in P/F. Special (mei 1990) 2, p. 63.

Willem Ellenbroek, U strelen uw tong? U eten bij Hongkong, in de Volkskrant 27 oktober 1990, p. 5.

Catalogus Internationale Fotoveiling Amsterdam. Zondag 24 februari 1991, Amsterdam (Stichting Canon Image Centre/Stichting F32/Hotel Pulitzer) 1991, lot 173-177.

René Kok en Erik Somers (red. en samenstelling), Documentaire Nederland en de Tweede Wereldoorlog. 47. De Ondergedoken Camera, Zwolle (Waanders i.s.m. Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie) z.j. [1991],p. 1118.

Ingeborg Leijerzapf e.a. (tekst), Het beslissende beeld. Hoogtepunten uit de Nederlandse fotografie van de 20e eeuw/The Decisive image. Dutch Photography f’rom the 20th Century, Amsterdam (BIS) 1991, p. 67, 206-207.

Janny Kok, Tweede afscheid van Sem Presser. Weduwe: Zijn archief is een herinnering en bestaat niet uit zo maar wat plaatjes, in Algemeen Dagblad 27 april 1991, p. 57.

Hub. Hubben, Sjaalman. IISG verwierf archief van “Carmiggelt van de camera”, in de Volkskrant 27 april 1991.

René Kok, Helaas fotografeerde Sem Presser op 5 mei 1945 geen historisch moment, in de Volkskrant 4 mei 1991.

Ko Luysterburg, Een greep uit het werk van Sem Presser, in Het Nieuwsblad 12 juni 1991, p. 15 (met foto’s).

Ko Luysterburg, Mensen uit de wereld van Sem Presser, in Brabants Dagblad 15 juni 1991, p. 35 (met foto’s).

Leo Divendal, Het glazen oog, Haarlem/Amsterdam (Spaarnestad-Fotoarchief/Luna Negra) oktober 1991, p. 24-25

(serie: uit Het archief in Het archief). René Kok, Herman Selier en Erik Somers, Fotografie in bezettingstijd. Geschiedenis en beeldvorming, Amsterdam/Zwolle (Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie/Waanders) 1993, p. 11.

Veilingcatalogus. Dutch and Flemish Vintage Photographs 1860-1992. Glerum Auctioneers 23 mei 1993, Den Haag (Glerum) 1993, lot 126.

Bram Wisman, Argusogen. Een documentaire over de persfotografie in Nederland, Amsterdam (Voetnoot) 1994, p. 5-6, 31-33, 45, 65-66, 102, 104-106, 142, 144-145, 150-153, 157-158, 161, 163-166, 189-191, 194, 202-203, 205-207, 212-214, 221 (met foto’s).

Taco Anema e.a. (red.), GKf 50. Fotografie 1945-1995, Amsterdam (De Verbeelding) 1995, p. 55-57, 189-191, 195 (met foto’s).

Veronica Hekking en Flip Bool, De illegale camera 1940-1945. Nederlandse fotografie tijdens de Duitse bezetting, Naarden (V+K Publishing/Inmerc) 1995, p. 106-107, 209.

Louis Zweers, Het foto-essay. Sem Presser. Fotograaf bij ANEFO in de zomer van 1945, in Oorlogsdocumentatie ’40-’45. Jaarboek van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie’] (1996), omslag, p. 152-171 (met foto’s).

Anoniem, Sem Presser fotografeerde ‘Foute Nederlanders’, in Leidsch Dagblad 20 maart 1996.

Anoniem, RIOD publiceert foto’s bestraffing ‘foute’ Nederlanders, in de Volkskrant 20 maart 1996, p. 8.

Hans Hermans, Auteursrecht. NRC knoeit met beroemde foto, in Focus 83 (november 1996) 11, p. 77.

Marjo van Soest en Simon Kool, Reis door de puinhopen van de verliezer. Aart Klein en de kick van de totale verwoesting, in Vrij Nederland 58 (18 januari 1997) 3, p. 54-57.

Henrik Barends en Adriaan Elligens (samenstelling) en H.J.A. Hofland (tekst), The times of Sem Presser/De tijden van Sem Presser, Amsterdam (Voetnoot) 2000.

Marie Louise Schipper, Daar staat Pim weer met z’n pannetje, in de Volkskrant 4 mei 2000, p. 13.

Arnon Grunberg, Sem Presser en de kunst van het wegkijken, in M. Maandblad van het NRC Handelsblad (december 2000) 15, p. 46-54.

Anoniem, Met het hart in de lens. De Amsterdamse foto’s van Sem Presser, in Ons Amsterdam 52 (december 2000) 12, p. 336-341 (met foto’s).

Willem Ellenbroek, Nog is het reizen niet gedaan. De vriendelijke foto’s van Sem Presser, in de Volkskrant 21 december 2000.

Francoise Ledeboer, Fotojournalist Presser: onverschrokken en inventief, in Rotterdams Dagblad 22 december 2000.

M.R. Ziegler, Sem Presser fotografeerde het leven, in De Telegraaf 22 december 2000.

Francoise Ledeboer, Fotograaf Presser: onverschrokken en inventief, in Leeuwarder Courant 29 december 2000.

Michaël Zeeman (inl.), Foto’s van Sem Presser GKf, Amsterdam (Voetnoot) 2001 (serie: Holland zonder haast, 3).

Willem Ellenbroek, Opwinding die in kleine dingen school, in de Volkskrant 6 juli 2001.

Anoniem, Kunsthal twee maanden lang ‘Kunst & kitschhal’, in Rotterdams Dagblad 8 augustus 2001.

Suk-Jae Hummelen, Helden in beeld gevangen. Fotografie. Jan Blokker stelt expositie samen in de Nieuwe Kerk, in Trouw 26 september 2001.

Hans den Hartog Jager, Drie keer nul, in NRC Handelsblad 23 oktober 2001.

Mariëtte Haveman (samenstelling), Zwarte Rook. Fotografie en steenkool in de twintigste eeuw/Black Smoke. Photography and coal in the twentieth century, Rotterdam (Nederlands Foto Instituut/NAi Uitgevers) 2002, p. 19, 45-47, 111, 138.

Wim van Sinderen (red.), Fotografen in Nederland. Een anthologie 1852-2002, Amsterdam/Gent/Den Haag (Ludion/Fotomuseum Den Haag) 2002, p. 314-315 (met foto’s).

Huib Stam (tekst), Hier is Cannes, Amsterdam (Voetnoot) 2002.

Roos Tiggelaar, Vlucht naar Cannes! Fotograaf Sem Presser vindt vrijheid in glamourwereld, in Algemeen Dagblad 17 januari 2002.

Marc Floor, Sem Presser groet u van het filmfestival in Cannes; Kunsthal toont historische foto’s van ‘s werelds beroemdste filmfestival, in Rotterdams Dagblad 25 januari 2002.

Marc Floor, Presser kreeg in Cannes iedereen voor de lens, in Dagblad van het Noorden 26 januari 2002.

Mark Duursma, Oorlogsleed op Nederlandse foto’s, in NRC Handelsblad 10 juli 2002.

Iris Ludeker, De dunne scheidslijn tussen engagement en propaganda. Fotografie, in Trouw 7 augustus 2002.

D.G. van Buggenum, B company arrived. The story of B Company of the 2nd Parachute Battalion at Arnhem, september 1944, Renkum (Sigmond Publishing) 2003, p. 81-83, 87-88, 139 (met foto’s).

Harry van der Ploeg, Een bloedige race naar de schipbrug over de Rijn. Slag om Arnhem, in De Gelderlander 30 mei 2003.

Peter Brusse, Paf van al die rare dieren. Tot ver na de oorlog waren er meer foto’s van zwakke, zieke en misselijke negers dan van een gezond exemplaar, in de Volkskrant 28 augustus 2003.

Simon Vinkenoog (tekst), Parijs was mieters. Nederlandse fotografen in Parijs, 1945-1965, Schiedam (Stedelijk Museum Schiedam i.s.m. Studio Koster) 2004, ongepag. (met foto’s).

Anoniem, Pleur die ouwe rotzooi maar in de Kloveniersburgwal, in Provinciale Zeeuwse Courant 14 februari 2004.

Dorine Steenbergen, Publiek: Maigret doolt door St. Marten, in De Gelderlander 11 maart 2004.

Maurits Brands (samenstelling), Avenue van A tot Zero, z.p. [Rotterdam] (Veenman) 2006, p. 14, 22.

Anoniem, Voetbal op de schaal van Richter, in NRC Handelsblad 13 mei 2006.

Hans Aarsman, Mei-nummer, Ons Amsterdam, baldadige jongeren, 1950, foto Sem Presser/MAI, in de Volkskrant 11 mei 2006.

Frank Renout, Expositie Sem Presser en Van der Keuken – Nostalgisch kleurenbeeld Parijs, in AD/Groene Hart 21 december 2007.

in De Telegraaf.

Anoniem, Mannen in het nieuws. Sem Presser (Persfotograaf). Hij ruilt Amsterdam voor de Rivièra, 10 maart 1951, p. 14.

Anoniem, Succes voor onze fotografen. “Zilveren camera” voor Sem Presser – Eerste prijs actuele foto’s voor Bert Buurman, 27 oktober 1952, p. 3.

Anoniem, Hoe breng ik mijn vacantie door?, 8 juli 1953.

Anoniem, Journaal. Toch naar Amsterdam, 18 augustus 1954, p. 7.

Anoniem, Oh, Sem-hoe kon je dat doen! Deugt er dan niets meer van jouw Rivièra? Open brief aan mijn onbekende vriend…, 18 juni 1955.

Anoniem, Charlotte’s feestjurk, 24 april 1957.

Stan Huygens, Iets over de kaarten die ik kreeg. Stan Huygens’ Journaal, 2 januari 1958, p. 2.

Anoniem, Wandelingen. I, 23 mei 1958.

Anoniem, Nederlandse fotografen exposeren in Parijs, 8 juni 1963.

Anoniem, Expositie van 4 Nederlandse fotografen, 18 februari 1964, p. 3.

Anoniem, Fotojournalist Sem Presser overleden, 30 oktober 1986.

MRZ, Tien jaar Capi-Lux Alblasprijs. Prijswinnaars exposeren in Posthoornkerk, 30 maart 1990, p. 17.

Pieter Klein Beernink, Cannes in Rotterdam, 29 januari 2002.

in Het Parool:

Anoniem, “Zilveren Camera” gaat naar Frankrijk. Fanny Blankers geeft trofee aan Sem Presser, 28 oktober 1952, p. 9.

Anoniem, Internationaal galaboek van de fotografie, 10 oktober 1957.

Kronkel, Zuidelijk, 29 mei 1958.

Anoniem, Maanblad reizen breekt met Dr. van Egeraat, 24 augustus 1962.

Anoniem, Na breuk met “”Reizen”. Dr. L. van Egeraat: geen belangstelling voor kritiek, 29 augustus 1962.

Anoniem, Vier Nederlandse fotografen in Parijs, 6 juni 1963, p. 7.

Anoniem, Nederlandse fotografen uit Parijs exposeren, 15 februari 1964, p. 5.

Anoniem, De laatste jaren van Albert Schweitzer, 7 september 1965, p. 7.

Anoniem, Buurt geteisterd door randfiguren. Krakers streden tevergeefs tegen ontsporing van actie, 3 maart 1980, p. 6.

Marjo van der Meulen, Lieve kinderboeken als dekmantel, 5 mei 1990, p. 32.

Igor Cornelissen, Sem Presser en de fotografie als ambacht, 20 april 1991, p. 21 (met foto’s).

Aart Klein, Sem Presser, 1 mei 1991.

Mary Ann Lindo, Misschien ben ik niet zo gedreven, 22 juni 1991, p. 25.

Hanneke de Wit, Foto’s die de censuur niet wilde doorlaten/Nieuw licht op de zomer van ’45, 19 maart 1996, p. 1, 11 (met foto’s).

Hanneloes Pen, De Carmiggelt van de camera; De grens over voor het Nederlandse volk, 14 december 2000.

Hanneke de Wit, Eenzaamheid troef in die armzalige pensionnetjes, 9 oktober 2001.

Paul Arnoldussen, De mimosa bloeit, 22 juni 2002.

Paul Arnoldussen, Een Nederlandse hotelier in Menton, 6 augustus 2002, PS Reportage, p. 5.

Paul Arnoldussen, De kuikens bleven opdringen, 20 augustus 2002, PS Portret, p. 11.

Lambiek Berends, De zilveren camera van Ben, 30 november 2002.

Peter van Brummelen, Wachten op de lage zon, 15 januari 2004.

Hans Hoekstra, Zilverachtige camera, 1 september 2006.

in De Journalist

Theo Ramaker, World Press Photo op nieuw voetstuk, 15 juli 1971, p. 29-30.

Anoniem, Voor NVF weer nieuwe toekomstmogelijkheden, 1 april 1973, p. 16-17.

Anoniem, Negen tijdschriften negatief beoordeeld. Een rapport van Sem Presser, 15 juni 1975, p. 26-27.

B. Roodnat, Fotojournalisten op zoek naar bondgenoten, 27 (10 april 1976) 8, p. 37.

Anoniem, Archiefwerk, 12 mei 1977.

Anoniem, Kritiek op autoriteiten en stad Rotterdam. Zilveren Camera open op gastvrij Schiphol, 12 januari 1978, p. 38-39.

Anoniem, 50 jaar ‘vreemde kameradenband’. Bijna halve eeuw samen in NVF, 26 april 1979, p. 24.

Ton van Brussel (red.), Presser versus v. Velzen (2) en… Kors van Bennekom contra Bert Bakker, 18 oktober 1979.

Ton van Brussel (red.), Auteursrechtdiscussie komt van de grond. Sem Presser, Kors van Bennekom, Rien Poortvliet, 29 november 1979, p. 20-21.

Arie Nijhof, Het gat van Sem Presser was inderdaad weg… De verdeling van de plaatsen in de Nieuwe Kerk, 12 juni 1980, p. 35.

Anoniem, Afscheid van Presser, nieuw bestuur, bezwaren kascommissie, prijzen. NVF-secretaris Arie Nijhof: vruchtbare bijeenkomst, 21 mei 1981, p. 28-29.

Anoniem, In Amsterdamse Nieuwe Kerk: stijlvol afscheid van Sem Presser, 32 (30 juli 1981) 15, p. 22.

Sibrand Nobbe (red.), Tien ZC-jaren te kijk, 34 (11 februari 1983) 3, p. 14-15.

Marian Spinhoven, Sem Presser: ‘Vroeger moest je gewoon je brood verdienen’, 36 (22 april 1985) 8, p. 26-27.

Anoniem, WPP-historie [artikel gebaseerd op ongepubliceerde gegevens van Sem Presser], 38 (30 maart 1987) 6, p. 19.

Henri Beunders, Accent op conflict en emotie. Historisch beeld van vijftig jaar Zilveren Camera, 104 (26 maart 1999) 6, bijlage Zilveren Camera 1998, p. 3-8.

Lidmaatschappen

GKf, vanaf 1945-1986.

Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten (NVF), 1946-1986 (voorzitter van 1948-1951, 1968-1981).

Redactieraad tijdschrift Fotografie. Vakblad voor het fotografisch ambacht, 1950.

Redactie van Mededelingen van de Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten, 1950.

Bestuur Stichting World Press Photo Holland (WPPH) 14 oktober 1971-1986.

De Zilveren Camera Commissie 1976-1981.

Bestuur Burafo.

Jury De Zilveren Camera 1981-1983, 1985.

Bestuur Stichting Foto Anoniem.

Onderscheidingen

1950 ‘Year’s best picture price’ van tijdschrift U.S. Camera.

1952 Zilveren Camera 1952 [uitgereikt op 25 oktober 1952].

1956 Gouden medaille, 1a Mostra Internazionale di Fotografia Artistica per Invito, Pescara.

1980 Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

1984 Capi-Lux Alblas Prijs [uitgereikt op 18 april 1985].

1985 Gouden plaquette van de NVJ t.g.v. gouden jubileum als fotojournalist.

1985 World Press Award ‘De Fotograaf.

Tentoonstellingen

1948 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Foto ’48.

1950 (g) Eindhoven, Stedelijk Van Abbe Museum, Vakfotografie 1950.

1951 (g) Milaan, Palazzo di Brera, Mostra della Fotografia Europea 1951.

1951/1952 (g) Van Juliana tot Juliana [reizende tentoonstelling van voorwerpen uit het Koninklijk Huisarchief, daartoe afgestaan door H.M. de Koningin].

1952-1964 (e) in o.a. Cannes, Cagnes, Nice, Vence, Monte Carlo, Roquebrune Village, Menton, San Remo.

1952 (g) Venetië, 26e Biennale.

1953 (g) Amsterdam, ’t Gildehuis [Voetboogstraat], [vierde tentoonstelling Zilveren Camera].

1953 (g) Maastricht, Kunstzalen De Jong-Bergers, Nederlandse Fotografie 1953.

1956 (g) Pescara, Palazzo Pomponi, 1a Mostra Internazionale di Fotografia Artistica per Invito.

1957 (g) Tokio, Photography of the World.

1957 (g) Venetië, Sala Napoleonica, 1a Mostra Internazionale Biennale di Fotografia.

1958 (g) Leiden, Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit Leiden, Foto’s GKf.

1960 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Foto’s uit eigen collectie.

1961 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Dag Amsterdam.

1962 (g) Amersfoort, De Zonnehof, Nationale en Internationale Fototentoonstelling ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Bond van Nederlandsche Amateurfotografen Vereenigingen 1922-1962 [reizende tentoonstelling: Dordrecht, Kunstmin; Heerlen, Raadhuis; Meppel, Rijkskweekschool; Eindhoven, De Krabbendans].

1962 (g) New York, New York Camera Club.

1963 (g) Parijs, Institut Néerlandais, Quatre photographes néerlandais de France.

1964 (g) Amsterdam, Rijksakademie van Beeldende Kunsten, 4 even hier [foto’s van Dominique Berretty, Fred Brommet, Sem Presser en Eddy van der Veen].

1964 (g) Hamburg, Kunstverein, Weltausstellung der Photography. 550 Photos von 264 Photographen aus 30 Ländern zu dem Thema Was ist der Mensch? [reizende tentoonstelling: o.a. Amsterdam, Stedelijk Museum; Eindhoven, Stedelijk Van Abbe Museum, Wereldtentoonstelling van de Fotografie. Mensen op weg].

1968 (g) Hamburg, 2. Weltausstellung der Photographie. Die Frau [reizende tentoonstelling: o.a. Amsterdam, Stedelijk Museum, Breda, De Beijerd Cultureel Centrum; Delft, Stedelijk Museum Het Prinsenhof; Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum; Hilversum, Goois Museum; Schiedam, Stedelijk Museum; Zwolle, Bethlehem Kerk, De Vrouw. 2de Wereldtentoonstelling van de Fotografie, Londen, The Institute of Contemporary Arts, Woman. 2nd World Exhibition of Photography].

1971 (g) Leeuwarden, Fries Museum, De Vrouw.

1972 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Ons lieve leven. 100 Jaar Nederlandse krantefoto’s.

1973 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Groepsfoto. Fotografen GKf.

1978/1979 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Fotografie in Nederland 1940-1975.

1979/1980 (g) Den Haag, Haags Gemeentemuseum, Foto 20-40.

1981 (e) Amsterdam, Nieuwe Kerk, [kleine expositie n.a.v. afscheid als voorzitter van de NVF, gelijktijdig met Zilveren Camera-expositie].

1982 (g) Hoevelaken, Bouwfonds Nederlandse Gemeenten (Westerdorpsstraat 66), Fotografie GKf. Beroepsvereniging van fotografen.

1983 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Kijken in de tijd. 50 Fotografen in het Stedelijk (GKf).

1985 (g) De wereld van Anne Frank [een gedurende vele jaren reizende tentoonstelling van de Anne Frank Stichting].

1985 (g) Amsterdam, Gemeentearchief, Amsterdam 1950-1959 20 fotografen.

1985 (e) Amsterdam, Nieuwe Kerk, Sem Presser [expositie n.a.v. uitreiking Joop Alblas Prijs aan Sem Presser].

1986 (g) Amstelveen, Cultureel Centrum, Dutch Photography [reizende tentoonstelling] .

1986 (g) Amsterdam, Nieuwe Kerk, Dans te Kijk, 40 jaar theaterdans.

1986 (g) Haarlem, Vishal, Het Spaarnestad Fotoarchief. Twee miljoen foto’s.

1986 (g) Leiden, Openbare Bibliotheek, Van hof tot Stevenshof.

1988 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Geliefde personen (GKf).

1989 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Fotokunst 20ste eeuw [keuze uit de collectie in het kader van 150 jaar fotografie].

1990 (g) Amsterdam, Posthoornkerk, 10 jaar Capi-Lux Alblas Prijs.

1990/1991 (g) Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum, Dongfeng-Oostenwind. Chinezen in Nederland.

1991 (g) Amsterdam, Nieuwe Kerk, Het beslissende beeld. Hoogtepunten uit de Nederlandse fotografie van de 20e eeuw.

1991/1992 (g) Haarlem, Spaarnestad Fotoarchief, Het glazen oog.

1994 (g) Oosterbeek, Gemeentehuis, Beelden van Burgers – Foto ‘s en films van de Slag om Arnhem.

1995 (g) Amsterdam, Amsterdams Centrum voor Fotografie, De GKf fotografeert de jaren ’50.

1995 (g) Hoorn, Fotogalerij Oog van Hoorn, De Versierde Mens. GKf Jubileumtentoonstelling.

1995 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, Lichtjaren. 50 jaar GKF-fotografie.

1999 (g) Rotterdam, Kunsthal, Picasso: kunstenaar van de eeuw.

2000 (g) Amsterdam, Open Haven Museum, Weg van de Wallen, van havenkwartier tot rosse buurt.

2000/2001 (e) Amsterdam, Joods Historisch Museum, Met het hart in de lens. Foto’s van Sem Presser 1935-1986.

2001 (g) Amsterdam, Gemeentearchief Amsterdam, Het Gezicht van Amsterdam. Nieuwe Amsterdammers gefotografeerd 1900-2000.

2001 (g) Amsterdam, Nieuwe Kerk, Jongens van Jan de Witt.

2002 (e) Rotterdam, Kunsthal, Hier is Cannes.

2002 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, Brandhaarden.

2002 (g) Tilburg, FAXX, [foto’s die Sem Presser in de jaren vijftig maakte tijdens de filmfestivals in Cannes en werk van hedendaagse kunstenaars die zich door Elvis hebben laten inspireren].

2002/2003 (g) Den Haag, Fotomuseum Den Haag, Fotografen in Nederland 1852-2002.

2002/2003 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, Zwarte Rook. Fotografie en steenkool in de twintigste eeuw.

2003 (g) Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum, Zwart-wit kleur, 1000 foto’s van Amsterdam 1945-nu.

2003 (g) Amsterdam, Nieuwe Kerk, Rare snuiters. Midas Dekkers kiest uit de Fotocollectie Nederland.

2004 (g) Schiedam, Stedelijk Museum Schiedam (tijdelijk in de Korenbeurs), Parijs was mieters! Nederlandse fotografen in Parijs 1945-1965.

2007 (g) Parijs, Stadhuis. Salie Saint-Jean, Paris en Couleurs [Sem Presser en Johan van der Keuken].

2008 (g) Rotterdam, Nederlands Fotomuseum, Baby. De ideale mens verbeeld 1840-heden.

Bronnen

Amsterdam, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG).

Amsterdam, Maria Austria Instituut.

Leiden, Prentenkabinet Universiteitsbibliotheek Leiden, bibliotheek en documentatiebestand.

Leusden, Jan Wingender (collectie nederlands fotoboek).

Rotterdam, Nederlands Fotomuseum.

Internet

http://search.iisg.nl/search (Archief Sem Presser)

Collecties

Amsterdam, Capi-Lux Alblas Stichting.

Amsterdam, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG).

Amsterdam, Maria Austria Instituut.

Amsterdam, Rijksmuseum.

Amsterdam, Stadsarchief Amsterdam.

Amsterdam, Stedelijk Museum.

Amsterdam, Stichting Dunhill Dutch Photography.

Arnhem, Gemeentearchief Arnhem.

Den Haag, Koninklijk Huisarchief.

Den Haag, Rijksvoorlichtingsdienst.

Haarlem, Spaarnestad Photo.

Leiden, Prentenkabinet Universiteitsbibliotheek Leiden.

Auteursrechten

De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Sem Presser worden beheerd door het Maria Austria Instituut te Amsterdam.