Fotolexicon, 25e jaargang, nr. 40 (december 2008) (nl)

Jaap Bijsterbosch

Martin Harlaar

Extract

Jaap Bijsterbosch is autonoom fotograaf en fotografiedocent. Hij maakt zowel foto’s waarin het landschap centraal staat, als foto’s waarin menselijke aanwezigheid en gedrag de hoofdrol spelen. Belangrijk voor hem is het vastleggen van de karakteristieke sfeer van boeiende plekken. Het artificiële dorpslandschap in de omgeving van zijn woonplaats Diemen behoort daartoe, maar ook de poëtische dorpjes waar de Welshe dichter Dylan Thomas verbleef en de oerbossen in Zweden.

Hij kiest bij voorkeur voor fotoprojecten van enige omvang als presentatievorm van zijn werk.

Bijsterbosch is lid van de aspirantencommissie van de GKf en was voorheen secretaris van deze vakvereniging.

Biografie

.

1951

Jacob Sipke (Jaap) Bijsterbosch wordt op 7 februari geboren in Groningen als oudste zoon van Jacob Bijsterbosch, gevangenisbewaarder, en Tjitsche van Dijk. Na Jaap zullen nog twee broers volgen.

1957-‘60

Het gezin verhuist een aantal malen in verband met het werk van vader. Via Dedemsvaart komt de familie Bijsterbosch in Zwolle terecht.

1963-‘67

Jaap Bijsterbosch volgt de vierjarige mulo in Zwolle.

In 1967 gaat hij als hobby fotograferen en richt op de zolder van het ouderlijk huis een doka in.

1967-‘69

Hij volgt de vierde en vijfde klas havo aan het Christelijk Lyceum in Zwolle en doet met goed gevolg eindexamen.

1969-‘70

Hij studeert een jaar bouwkunde aan de hts in Zwolle.

1970-‘73

Jaap volgt de Pedagogische Academie in Zwolle en behaalt in 1973 zijn onderwijzersdiploma.

1973-‘75

Hij gaat eerst in Zwolle aan de slag en vertrekt in 1975 naar Amsterdam.

1977-‘78

Jaap Bijsterbosch ontmoet in 1977 Petra van Maastrigt. Zij trouwen in 1978.

1978-‘79

Samen met onder anderen Manfred van Eyck richt hij het kinderpoppentheater ‘Petroesjka’ op en treedt hierin op als acteur en poppenspeler.

In 1979 wordt hij nachtgroepsleider in het Hubertushuis, een opvanghuis in Amsterdam voor moeders met hun kinderen.

1979-‘82

Hij volgt een aantal fotografiecursussen en -workshops in Cultureel Centrum De Moor te Amsterdam. Hij krijgt les van onder anderen Fons Timmer en Corinne Noordenbos. Medecursisten zijn Rob Ferençik, Barend van Herpe en Rineke Dijkstra.

1982

Bijsterbosch maakt een fotoreis naar Griekenland.

1983

Hij begint te werken als professioneel fotograaf.

Samen met Rob Ferençik maakt hij een fotoreis naar Italië.

1984

Op basis van hun Italiaanse foto’s ontvangen Rob Ferencik en Jaap Bijsterbosch een opdracht van het Amsterdams Fonds voor de kunst om een fotoproject in Groot-Brittannië te realiseren.

Hij neemt ontslag bij het Hubertushuis en kiest definitief voor de fotografie.

1985-‘86

Bijsterbosch maakt soloreizen naar Groot-Brittannië.

1985-‘90

Foto’s van Bijsterbosch worden opgenomen in de collectie van de Galerie van de stichting Nieuw Perspectief te Amsterdam.

1985-‘91

In 1985 start hij als docent fotografie bij het Cultureel Centrum De Moor in Amsterdam. In datzelfde jaar begint hij als fotografiedocent aan de Volksuniversiteit van Haarlem. Dat laatste blijft hij tot 1991 doen.

1986-‘91

Hij is parttime stafmedewerker fotografie bij het Cultureel Centrum De Moor, waar hij is betrokken bij educatieve activiteiten en later ook bij het expositiebeleid en het Fotocafé.

Hij organiseert tentoonstellingen van aankomende fotografen, zoals Alex ten Napel, Gé Dubbelman en Esther Kroon.

1988

Bijsterbosch wordt lid van de beroepsvereniging GKf.

In opdracht van de Amsterdamse Kunstraad maakt hij een fotoreis naar Ierland.

1988-‘89

Hij begeleidt een aantal fotografiestudenten op een reis naar Wales in het kader van een project over Dylan Thomas dat plaatsvindt in De Moor. Hij raakt gefascineerd door de figuur van Thomas en vraagt in het voorjaar van 1989 een subsidie aan om een vervolg te kunnen geven aan een eigen fotoproject in relatie tot de poëzie van Thomas. Die aanvraag wordt gehonoreerd. In de zomer van 1989 maakt hij de reis naar Wales. Door vele werkzaamheden in De Moor blijft het ruwe fotomateriaal tot 1991 wachten op definitieve uitwerking en afwerking.

1990

Met subsidie van de Amsterdamse Kunstraad maakt hij nogmaals een fotoreis naar Ierland.

1990-‘93

Bijsterbosch is coördinator fotografie bij de stichting JOM (Jongeren, Onderwijs en Media) te Tilburg, die jaarlijks drie workshopweekends in de Academie voor Journalistiek in Tilburg verzorgt.

1991

Zoon Bas wordt geboren.

Jaap Bijsterbosch neemt ontslag als stafmedewerker van De Moor, maar blijft docent.

Op eigen initiatief maakt hij wederom een fotoreis naar Ierland, ditmaal voor eigen rekening.

Hij treedt toe tot het bestuur van de GKf, waarvan hij secretaris wordt. Daarnaast wordt hij de contactpersoon van alle Gkf-leden die in beleidsbepalende commissies zitten.

1992

Bijsterbosch is fotografiedocent bij het project “Bijlmer nu en in 2000”, een samenwerking van de Artotheek Zuid-Oost en diverse scholen in de Bijlmermeer Amsterdam.

1993-‘95

Voor de provincie Noord-Holland maakt hij in 1993 de serie ‘De Ijzeren Weg door Noord-Holland’ over de landschappelijke en infrastructurele gevolgen van spoorlijnen.

In 1994 doet hij hetzelfde voor de stad Utrecht. Bovendien verschijnt het hele jaar 1995 op de adreswikkels van het tijdschrift Ons Amsterdam een foto uit een soortgelijke serie uit Amsterdam.

1994

Zoon Jonas wordt geboren.

Bijsterbosch verlaat het bestuur van de GKf om meer tijd te hebben voor zijn gezin en zijn fotografie. Hij blijft als docent aan De Moor verbonden. Als broodwinning maakt hij vanaf nu familiereportages.

1995

Hij maakt een eenmalig uitstapje in de wereld van reclame en tekstschrijvers. In opdracht van de Nederlandse Bilderberghotelketen maakt hij omgevingsfoto’s voor de brochure “Het Grote Genieten”.

Hij wordt docent fotografie bij de stichting Buitenkunst, een Nederlandse organisatie die jaarlijks workshops organiseert op alle gebieden van de schone kunsten.

1997

In februari 1997 wordt hij benaderd door Doriann Kransberg, fotografe bij het Gemeentearchief Amsterdam, om circa 4.000 belangrijke etsen, gravures en foto’s te reproduceren. Hij werkt gedurende een half jaar een paar dagen per week aan deze opdracht.

2000-‘01

Bijsterbosch fotografeert in 2000 voor de provincie Noord-Holland de droogmakerijen Schermer, Beemster en Eilandspolder. In 2001 spelen deze foto’s een prominente rol in de manifestatie ‘Van Land tot Water’ in het gemeentemuseum van Alkmaar, die door ZKH prins Willem-Alexander wordt geopend.

2001

Bijsterbosch wordt lid van de Amsterdamse Fotografenavond.

Voor de WM-gallery (van Wanda Michalak) in Amsterdam bedenkt hij het project 20×20 inches of Holland.

2003

Samen met Aloys Ginjaar stelt hij vanaf dit jaar vele exposities samen voor de Amsterdamse Fotografenavond.

2004

Jaap Bijsterbosch verhuist met zijn gezin van de Indische Buurt in Amsterdam naar een flat in een nieuwbouwwijk van Diemen

Hij koopt zijn eerste digitale camera.

2006

Hij begint een fotografieweblog “Oogenblikjaap”.

Aan het eind van het jaar sluit hij de zwart-wit doka en werkt zijn materiaal voortaan digitaal uit.

2007

Bijsterbosch neemt plaats in de aspirant-ledencommissie van de GKf.

2008

In de loop van het jaar gaat Bijsterbosch werken bij de Fotoacademie Amsterdam. Hij wordt hoofddocent van een derdejaarsgroep.

Beschouwing

Jaap Bijsterbosch bezit als fotograaf een brede belangstelling. De wereld vertalen in foto’s om te weten hoe deze er gefotografeerd uitziet, is zijn passie. Daarbij beperkt hij zich niet tot een enkele methode of techniek. Hij wil onderzoeken welke meerwaarde verschillende werkwijzen en camera’s hebben bij het fotograferen van de sfeer die een plek oproept. Bijsterbosch is niet alleen een gedreven fotograaf die zijn persoonlijke kijk op de wereld aan anderen wil laten zien, maar hij is een minstens even gedreven docent fotografie die anderen hun eigen fotografische wereld wil laten ontdekken.

Jaaps ouders, de van de Veluwe afkomstige Jaap Bijsterbosch en de Friese Tjitsche van Dijk hadden elkaar in de tweede helft van de jaren veertig ontmoet op een bijeenkomst van Nederlands Hervormde jongeren. Tjitsche was toen werkzaam als dienstmeisje in Leeuwarden. In 1949 trouwden Jaap en Tjitsche. Het was een liefdevol gezin waarin Jaap opgroeide, maar ook zeer strikt wat normen betreft. Vader Jaap was een strenge, calvinistische en conservatieve man. Als oudste zoon vocht Jaap met zijn vader het generatieconflict van de jaren zestig uit over de lengte van zijn haar, zijn muziekvoorkeuren, het al dan niet meegaan naar de kerk en dit alles in verhevigde vorm vanwege de strenge normen van zijn vader. Op het Christelijk Lyceum in Zwolle gingen voor Jaap nieuwe werelden open. Hij maakte kennis met de moderne literatuur en met kunstgeschiedenis en hij had een progressieve biologieleraar die openlijk sprak over zijn lidmaatschap van de NVSH.

Als kind had Jaap jr. twee hobby’s die later in een andere vorm terug zouden keren; hij speelde graag met modeltreinen en hij verzamelde prentbriefkaarten.

Als fotograaf is Jaap Bijsterbosch autodidact. Na de middelbare school studeerde hij gedurende een jaar bouwkunde aan de hts in Zwolle, maar dat bleek niets voor hem te zijn. Hij wilde het liefst fotograferen. Op zijn zestiende verjaardag had Jaap een vergrotingsapparaat en andere dokabenodigdheden gekregen. Op de zolder van zijn ouderlijk huis richtte hij een doka in. Aan de hand van de Prisma fotoboeken van Peter Charpentier leerde hij ontwikkelen en afdrukken. In april 1968 werd in Balans (personeelsblad penitentiaire inrichtingen) een foto van hem gebruikt als illustratie bij een artikel over het Huis van Bewaring te Zwolle. Op aandringen van zijn vader – die zelf graag onderwijzer had willen worden, maar dat door familieomstandigheden nooit had kunnen realiseren – ging Jaap in 1970 toch naar de Pedagogische Academie (PA) in Zwolle. In overeenstemming met de heersende tijdgeest dacht hij dat via het onderwijs de wereld verbeterd kon worden. Jaap was twee jaar lid van een studentenvertegenwoordiging en als zodanig betrokken bij de verhitte discussies die op de PA werden gevoerd over hoe van alles anders moest. Later realiseerde hij zich dat de ideeën van toen te idealistisch en vooral te naïef waren. Bovendien wilde hij niet levenslang uitsluitend lesgeven, maar meer van de wereld ervaren.

Jaap Bijsterbosch had vanwege zijn studie uitstel gekregen van militaire dienst, maar na het behalen van zijn onderwijzersdiploma werd hij alsnog opgeroepen. Hij had echter principiële bezwaren en deed een beroep op de Wet Gewetensbezwaarden Militaire Dienst. Er volgde een twee jaar durende procedure. Ondertussen ging hij in Zwolle als onderwijzer aan de slag. In 1975 werd hij als weigeraar erkend. Omdat er een tekort aan leerkrachten bestond, mocht hij zijn vervangende dienstplicht vervullen als onderwijzer; hij werd invaller in Amsterdam. Toen het tekort in 1978 verminderde, werd hij ontslagen en was hij aangewezen op een uitkering. Hij begon meer te fotograferen. Ook richtte hij samen met anderen het kinderpoppentheater Petroesjka op en werd daarin actief als poppenspeler en acteur. Het idee ontstond op een kinderfeest. Binnen drie maanden werd er al opgetreden op scholen in het Gooi en in Amsterdam. Na ongeveer twee jaar stopte theater Petroesjka; een van de poppenspelers ging op reis en Bijsterbosch wilde zich volledig gaan toeleggen op de fotografie.

In 1979 vond hij werk als nachtgroepsleider in het Hubertushuis, een opvanghuis in Amsterdam voor moeders en kinderen, waar hij tot 1984 zou blijven. In zijn vrije tijd volgde hij fotografiecursussen en workshops bij Cultureel Centrum De Moor waar afdelingen waren voor fotografie, theater, film en grafische vormgeving. Na verschillende bezuinigingsronden zou alleen de afdeling fotografie overblijven en in 1994 werd de naam veranderd in Amsterdams Centrum voor Fotografie. Bijsterbosch kreeg bij De Moor les van Fons Timmer en Corinne Noordenbos. In Timmers lessen lag de nadruk op zaken als kadrering en compositie, bij Noordenbos kwam vooral de inhoudelijke kant en de maatschappelijke relevantie van de fotografie aan de orde.

Van 1982 tot 1991 maakte Jaap Bijsterbosch een groot aantal fotoreizen. Hij vond het belangrijk om een maand per jaar weg te zijn om zich volledig op zijn fotografie te kunnen concentreren, los van de beslommeringen van het docentschap en het organisatorische werk. In 1983 maakte hij samen met Rob Ferençik een reis naar Italië. Na deze reis dienden zij bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst een plan in om in Groot-Brittanië ieder vanuit zijn eigen visie dezelfde plaatsen te fotograferen. Bijsterbosch nam de sfeer van de plaatsen en menselijke aanwezigheid tot uitgangspunt, Ferençik richtte zich op de menselijke handeling op vervreemdende plaatsen. Ter ondersteuning van de aanvraag voegden zij er een aantal foto’s van hun reis naar Italië bij. Het idee sprak de beoordelingscommissie aan en zij kregen de opdracht. In de herfst van 1984 kwam aan de samenwerking tussen beide fotografen echter een einde, omdat de magie tussen beiden bleek uitgewerkt, zowel op het artistieke als op het persoonlijke vlak.

Jaap Bijsterbosch bezocht Groot-Brittannië in 1985 en 1986 alleen en had daar als doel de unieke sferen die hij in verschillende gebieden aantrof vast te leggen. Met een vergelijkbaar doel maakte hij in 1988 en 1990 in opdracht van de Amsterdamse Kunstraad reizen naar Ierland. In 1991 bezocht hij Ierland opnieuw om er nog een aantal foto’s te maken die zijn fotografische visie op het land zouden completeren. Tot dan toe had hij vooral op het platteland gefotografeerd, hij wilde zijn serie aanvullen met stadsbeelden. Het zou voorlopig zijn laatste fotoreis zijn. Vanwege de geboorte van zijn zoon Bas wilde hij niet meer zo lang van huis gaan.

In 1993 probeerde Jaap Bijsterbosch een boek uit te geven met foto’s die hij in Ierland had gemaakt. De zwart-wit foto’s vormden samen een reisverslag, maar waren ook een weergave van de poëzie van het dagelijks leven. Als titel had hij Ireland on my mind bedacht. Hij legde contacten met een Nederlandse en later ook een Ierse uitgeverij. Hij liet een dummy maken en beide uitgevers reageerden positief. Een deel van het benodigde geld was al via sponsoring binnengehaald. Het boekproject strandde, toen een substantiële geldschieter – een grote computerassemblagefabriek – zich op het laatste moment terugtrok. De public relations afdeling van dit bedrijf wilde uiteindelijk niet geassocieerd worden met het landelijk leven, zoals dat volgens hen uit de foto’s van Bijsterbosch naar voren kwam.

Bijsterbosch heeft zich niet speciaal toegelegd op één bepaald soort fotografie, hoewel het landschap en de menselijke aanwezigheid in de openbare ruimte (zowel binnen als buiten) wel twee hoofdthema’s vormen. Ook combineert hij foto’s van menselijke aanwezigheid in publieke ruimte met een buitenissig landschap als vervreemdend decor. Daarnaast maakt hij portretten en in de jaren 1994-2004 verdiende hij de kost met het fotograferen van bruiloften, partijen en een enkele begrafenis. Klanten kreeg hij via zijn contacten bij De Moor, collega-fotografen en mond-tot-mondreclame. Door de snelle opmars van de digitale fotografie kwam hier de klad in; mensen gingen zelf dit soort gebeurtenissen fotograferen.

Bijsterbosch heeft een voorkeur voor een projectmatige aanpak. Hij verdiept zich in zijn onderwerp, leest erover, kijkt hoe collega’s vroeger en nu soortgelijke onderwerpen aanpakten en maakt, indien mogelijk, proefopnamen om het eindresultaat te kunnen beoordelen. Terwijl hij de definitieve opnamen maakt blijft hij openstaan voor verrassingen. Deze manier van werken komt tot uitdrukking in een project over dichter-schrijver Dylan Thomas, in zijn series foto’s over spoorwegen, series bosgezichten, zijn documentaire reportages over droogmakerijen in Noord-Holland en zijn nieuwste project over Diemer landschappen.

In 1988 organiseerde De Moor een project over de jong gestorven dichter en schrijver Dylan Thomas. Jaap Bijsterbosch begeleidde een aantal studenten op een reis naar Wales waar Thomas werd geboren en opgroeide. Tijdens deze excursie werkte Bijsterbosch zelf met een 6×6 Mamiya. Hij fotografeerde, geïnspireerd door de poëzie van Dylan Thomas, fragmenten van het landschap en de architectuur. Thomas’ gedichten, waarin alledaagse zaken in prachtig Engels verbonden werden met grote levensvragen, bleven hem bezig houden en daarom wilde hij nog een keer terug naar Wales. In het voorjaar van 1989 vroeg hij daartoe subsidie aan bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Zijn verzoek werd gehonoreerd en nog in hetzelfde jaar bracht hij vier weken in Wales door. Overdag liep hij door Laugharne, het dorp waar Thomas was gaan wonen, en in de directe omgeving, ‘s Avonds bezocht hij, net als Thomas, de kroeg en luisterde hij naar de dorpsroddel. Ook verbleef hij een week in Swansea, waar Thomas zijn jeugd had doorgebracht. Met zijn 6 x 6 camera legde Bijsterbosch beelden vast die naar zijn gevoel correspondeerden met het gedicht Prologue, waarin Thomas een wandeling beschrijft door Laugharne en door zijn leven. Bijsterbosch gebruikte daarbij vaak lange sluitertijden en dubbelbelichtingen om de sfeer uit de gedichten fotografisch te vertalen. De foto’s vormden als het ware de afzonderlijke regels van een beeldgedicht. Zijn werkzaamheden bij De Moor en de dreiging dat het centrum wegbezuinigd zou worden, kostten daarna zoveel tijd, dat het tot 1991 duurde, voordat Bijsterbosch het Dylan Thomas-project kon afronden. De foto’s werden dat jaar tentoongesteld in de Amsterdamse galerie 2½x4½. Het succesvolle project kreeg positieve recensies in een aantal grote landelijke dagbladen.

Vanaf zijn jeugd is Jaap Bijsterbosch gefascineerd door treinen. Toen hij in 1992 vanwege de aanstaande geboorte van zijn eerste kind op zoek ging naar werkruimte buitenshuis, vond hij die aan het Zeeburgerpad in Amsterdam, op gehoorafstand van de spoorbrug over de Zeeburgervaart, waar per dag vele treinen overheen dreunden. Door de gezinsuitbreiding was er ook een voorlopig einde gekomen aan reizen. Dit alles bracht Jaap Bijsterbosch op het idee om spoorlijnen in Amsterdam te gaan fotograferen met een 20 mm groothoeklens. Hij koos voor (de net op de markt verschenen) Delta 100 films en Perceptol-ontwikkelaar, beide van Ilford. De negatieven hadden een fijne, scherpe korrel en mooie grijsnuances. In augustus 1993 drukte hij de serie af. Om de lange lijnen van de spoorlijnen te benadrukken gebruikte hij bij het afdrukken niet de totale hoogte van het negatief waardoor panoramafoto’s ontstonden. Hij leverde de serie over spoorlijnen in Amsterdam in bij de provincie Noord-Holland, die toen nog documentaire opdrachten uitgaf, en diende een subsidieaanvraag in om een serie te kunnen maken over spoorlijnen in Noord-Holland. Hij kreeg de opdracht en had een half jaar de tijd om twintig foto’s in te leveren. De serie werd positief ontvangen en in het provinciaal archief opgenomen. Het maandblad Ons Amsterdam publiceerde de Amsterdamse foto’s bij een artikel en een jaar lang op de adreswikkels.

In 1994 vroeg Jaap Bijsterbosch bij de Stichting Stedelijke Fotografie Utrecht (SFU) met succes geld voor een vergelijkbaar project in en rond Utrecht. Deze serie werd opgenomen in het archief van de stichting SFU.

Als kind logeerde Jaap Bijsterbosch elke zomer bij zijn grootmoeder op de Veluwe, midden in het bos. Hij hield ervan om ‘op te gaan’ in de geheimzinnige wereld van licht en schaduwen. De laatste twintig jaar trekt hij regelmatig met zijn camera de bossen in om die bijzondere sfeer vast te leggen. In de tweede helft van de jaren tachtig fotografeerde hij er met een Rolleiflex, begin jaren negentig met een Nikon FE, meestal voorzien van een 20mm lens. Hij experimenteerde met dubbelopnamen en vignettering (lichtafval aan de randen van de foto). Het resulteerde in mysterieuze, romantische beelden. Vanwege de poëtische sfeer in diens werk voelde hij wel een zekere verwantschap met het werk van Paul den Hollander, hoewel hij zegt nooit bewust door andere fotografen te zijn beïnvloed.

Sinds 1999 fotografeert Bijsterbosch weer op 6×6, maar nu met een Mamiya. Hij speelt met scherptediepte en bewegingsonscherpte en maakt ook nog wel dubbelopnames. Zijn foto’s neigen de laatste jaren meer dan voorheen naar abstractie. Abstractie en mysterie spelen bijvoorbeeld een hoofdrol in de bosfoto’s die hij sinds 2007 in Zweden maakt.

Na een aantal malen vergeefs subsidie voor projecten te hebben aangevraagd informeerde Jaap Bijsterbosch in 1999 bij de provincie Noord-Holland naar de subsidiemogelijkheden voor documentaire fotografie. Er bleek geld te zijn voor twee vrije opdrachten en voor een serie over de droogmakerijen Schermer, Beemster en Eilandspolder. Jaap Bijsterbosch voelde zich onmiddellijk aangetrokken tot dit laatste project. Hij had al jaren een stacaravan in het nabijgelegen Bakkum en kende het gebied goed door de vele fietstochten die hij er had gemaakt. Het gebied fascineerde hem door het transparante licht, de geometrie van het landschap en de aangelegde natuur. Nadat hij een aantal dagen in het gebied had gefotografeerd, werkte hij zijn ideeën over het project uit. Op basis van het ingediende plan en de foto’s werd zijn aanvraag gehonoreerd. Gedurende het jaar 2000 fotografeerde hij met een Mamiya 6×6 camera regelmatig al wandelend in dit typisch Hollandse landschap. De foto’s werden geëxposeerd in onder andere het Stedelijk Museum Alkmaar bij een manifestatie over water.

Sinds 2006 werkt hij met zijn digitale camera aan twee series. De eerste gaat over reizigers in treincoupés. Hij probeert de gedragingen van zijn medepassagiers onopvallend te fotograferen en gebruikt daarbij camera’s die weinig aandacht trekken. In zijn eerdere series van mensen op recreatieplaatsen in Groot-Britannië en Ierland gebruikte hij dezelfde tactiek en slaagde er in om – ondanks zijn lengte – de situaties niet door zijn aanwezigheid te laten verstoren.

Mensen ontbreken in zijn serie Diemer landschappen. Met zijn camera maakt hij als het ware ‘ansichten’ van de alledaagsheid van zijn eigen woonomgeving in Diemen. Terwijl op prentbriefkaarten het esthetische van landschappen en het pittoreske van stadsgezichten wordt benadrukt, gaat Jaap Bijsterbosch op zoek naar de schoonheid van het alledaagse van Diemen waar mensen zoveel tijd in doorbrengen. Hij brengt, net als op prentbriefkaarten, zijn onderwerp esthetisch in beeld en laat mensen buiten beeld.

Jaap Bijsterbosch trad in 1991 toe tot het bestuur van de GKf en werd secretaris. Hij initieerde een jaarlijkse bijeenkomst van GKf-leden die op persoonlijke titel of als vertegenwoordiger van de GKf in allerlei commissies verspreid door Nederland zaten. Op deze bijeenkomsten werd informatie en kennis uitgewisseld. Binnen het bestuur was hij aanspreekpunt voor deze commissieleden.

Na de geboorte in 1994 van Jonas, zijn tweede zoon, trok hij zich terug als bestuurslid. In 2007 werd hij lid van de aspirantencommissie van de GKf. Deze commissie bekijkt of mensen die zich aanmelden het in zich hebben om op termijn volwaardig lid te worden. De commissie organiseert avonden waarbij degenen die als aspirant-lid zijn aangenomen hun portfolio laten bespreken door oudere leden.

In 1985 kon hij zijn twee grote passies, fotograferen en lesgeven, combineren. Hij werd voor enkele uren per week docent fotografie bij De Moor en bij de Volksuniversiteit Haarlem. In Haarlem zou hij dat tot 1991 blijven doen. Bij De Moor was hij in de jaren 1986 tot 1991 twintig uur per week actief als stafmedewerker. Hij plande cursussen, organiseerde het Fotocafé en stelde exposities samen. Ook begeleidde hij de presentatiewerkgroep van gevorderde fotografen bij de uitwerking van hun eigen projecten. Deze resulteerden vaak in een eerste solo-expositie. Na zijn vertrek als stafmedewerker in 1991 ging hij bij De Moor (later ACF) door met lesgeven en bleef hij betrokken bij de didactische organisatie.

In 1992 trad Jaap Bijsterbosch op als fotografiedocent bij het educatieve project ‘De Bijlmer: Nu en in 2020’, waarbij de Artotheek Amsterdam Zuid-Oost samenwerkte met drie middelbare scholen in de Bijlmermeer. Elke school vaardigde een klas af en de in totaal ongeveer vijfenzeventig scholieren, in leeftijd variërend van twaalf tot veertien jaar, kregen de vraag voorgelegd hoe groen en leefbaar de Bijlmer nu was en in de toekomst zou zijn. Zij brachten hun ideeën hierover onder woorden en maakten in totaal zo’n 1800 kleurenfoto’s. De scholieren kregen een eenvoudige camera te leen, een Kodak type 235. Scherpstelling en lichtmeting werden door de camera automatisch geregeld. De kinderen hoefden alleen maar af te drukken, maar eerst leerde Bijsterbosch hen om te kijken en te beslissen welke beelden de moeite waard zijn om vast te leggen: Hij hield hen voor, dat wat zij met een foto wilden zeggen het belangrijkste is en dat techniek pas op de tweede plaats komt. Elke leerling schoot een rolletje met vierentwintig opnamen vol. Hij moest daar vier foto’s uit selecteren, twee over het heden en twee over de toekomst, en deze voorzien van een korte toelichting. De resultaten werden in het najaar van 1993 vastgelegd in een boekje en een tentoonstelling.

In 1995 werd Jaap Bijsterbosch door collega-fotograaf en GKf-lid Bert Janssen gevraagd een workshop van de stichting Buitenkunst van hem over te nemen. Buitenkunst organiseert sinds 1989 van mei tot en met augustus creatieve weekenden en weken. Deze worden sinds een groot aantal jaren op een kampeerterrein van Staatsbosbeheer in de boswachterij Grolloo en een eigen kampeerterrein aan het Drontermeer gehouden. De workshops zijn gericht op een breed publiek en worden gegeven door professionele kunstenaars uit verschillende disciplines, zoals theater, muziek, dans, literatuur en beeldende kunst. Sinds 1990 worden er ook workshops fotografie gegeven. Sinds de overname van de workshops van Janssen is Bijsterbosch verbonden aan Buitenkunst. In de workshops werd tot en met 1999 nog uitsluitend analoog gewerkt en was er een zwart-wit doka aanwezig. In 2000 kon men behalve analoog ook digitaal werken, maar sinds 2005 wordt er uitsluitend digitaal gewerkt. Jaap Bijsterbosch heeft workshops gegeven over onder andere documentaire, landschaps- en portretfotografie. Wat hij leuk vindt aan Buitenkunst is, dat hij zelf zijn onderwerpen kan kiezen en over eigen fascinaties les mag geven aan amateurs en semi-professionals. De laatste jaren krijgt hij via zijn contacten bij de Stichting Buitenkunst steeds meer opdrachten van kunstenaars om hun werk te reproduceren.

In de loop van 2008 is Bijsterbosch gaan werken bij de Fotoacademie Amsterdam, waar hij als hoofddocent derdejaarsstudenten begeleidt en beoordeelt bij de uitwerking van hun opdrachten.

In 1968 begon Jaap Bijsterbosch te fotograferen met een Afga-Clack. Niet lang daarna kocht hij een Voigtlander VitoB kleinbeeldcamera. In 1979, toen hij serieus begon te fotograferen, schafte hij een Nikoncamera met een groothoek-, een standaard- en een telelens aan en een Durstvergroter voor 35mm en 6×6 cm. Jarenlang vormden Nikoncamera’s de basis van zijn opnameapparatuur. In 1986 kocht hij een Rolleiflex met een Tessar-lens. Hij raakte verslingerd aan het 6×6 formaat. Om lenzen te kunnen wisselen, schafte hij later een Mamiya 6×6 aan, wederom met een groothoek-, een standaard- en een telelens. Hij heeft zijn zwart-wit materiaal altijd zelf afgewerkt. Daarbij gebruikte hij vele soorten film, ontwikkelaar en papier. Zijn voorkeur ging uit naar het Ilfordmateriaal vanwege de lange toonschaal. Later gebruikte hij graag Afga Classic.

De overgang van analoog naar digitaal is bij Jaap Bijsterbosch redelijk snel gegaan. De aanschaf in 2004 van zijn eerste digitale camera, een Fuji S7000 zorgde voor een nieuwe impuls in zijn fotografie. Vijf jaar eerder – in zijn subsidieaanvraag voor de documentaire opdracht over de Schermer, de Beemster en Eilandspolder – schreef hij nog: ‘Kleur leidt af van de essentie die ik zoek in mijn foto’s. Kleur is vaak ook niet meer dan een schilletje om de werkelijkheid heen.’ Met de digitale camera deed kleur zijn definitieve intrede in zijn werk. Hij omarmde vol overgave de nieuwe technologie en op 20 december 2006 ontmantelde hij zijn doka. Af en toe gebruikt hij nog wel zijn Mamiya, maar de negatieven scant hij in om ze daarna digitaal te bewerken. Sinds 2006 werkt hij met een Fuji S3 Pro spiegelreflex en enkele compactcamera’s. De kleinste daarvan, niet groter dan twee luciferdoosjes, gebruikt hij als hij ongemerkt wil fotograferen.

Bijsterbosch hecht veel belang aan een goede technische afwerking en heeft dat altijd zoveel mogelijk in eigen hand gehouden, maar techniek is voor hem altijd ondergeschikt geweest aan de inhoud.

In zijn archief bevinden zich ongeveer 44.000 zwartwit negatieven, 4300 kleurnegatieven en dia’s en ruim 22.000 originele digitale fotobestanden. Jaap Bijsterbosch is een gedreven fotograaf, die zijn geestdrift voor de fotografie graag overbrengt op anderen. In zijn rol als docent fotografie heeft hij vele professionele en amateur-fotografen vooruit geholpen. Hij leerde zijn studenten fotografische technieken te beheersen, na te denken over de aanpak van een fotoproject en open te staan voor het onverwachte.

Bijsterbosch laat zich tijdens het fotograferen graag verrassen, maar heeft tegelijkertijd helder voor ogen welk eindresultaat hij wil bereiken. Dat heeft een veelzijdig oeuvre opgeleverd. Hij blijft met zijn camera op afstand maar weet toch, vooral in zijn fotografie van menselijke situaties,, een gevoel van intimiteit te bewerkstelligen. In diverse landschapsseries, zoals in die van de Zweedse bossen, heeft hij het weergeven van een poëtische, romantische sfeer centraal gesteld. De thema’s van zijn landschapsfoto’s van Noord-Holland en van het woongebied in en rondom Diemen – spoorlijnen en bouwwerken voor het spoor in polderlandschappen en steden, nieuwbouwwijken en stedelijke vormgevingselementen als lantarenpalen en ander straatmeubilair – zijn in hun zakelijkheid vergelijkbaar met die van generatiegenoten als Cary Markerink en Luuk Kramer

Documentatie

Primaire bibliografie

(foto’s in boeken, tijdschriften en ander drukwerk)

Balans [personeelsblad penitentiaire inrichtingen] april 1968.

De Moorkrant [uitgave van Cultureel Centrum De Moor] 1980.

Revisor 11 (juni 1984), p. 25, 28-29, 33.

Revisor 11 (september 1984), p. 7, 15, 33.

Homologie 8 (september 1986) 5, p. 23-25.

Hedie Meyling e.a. (samenstelling/red.), Achter het beeld, Amsterdam (MAKKOM) 1987, p. 60-63.

Plaatwerk 3 (maart 1987) 18, p. 20.

Foto 44 (april 1989) 4, p. 27.

Foto 44 (september 1989) 9, p. 68-69.

Noorderlichtkrant november 1990, p. 3.

Foto 45 (november 1990) 11, p. 48.

[Brochure] Bijlmer Artotheek Zuid-Oost-Amsterdam 1993.

Harrie Swinkels en Ine Janssens, Fotograferen is (g)een kunst. Werkboek fotografie, Utrecht (Landelijk Ondersteuningsinstituut Kunstzinnige Vorming) 1993. p. 12-14.

Ons Amsterdam 1995, foto op adreswikkel.

Ons Amsterdam februari 1995, p. 40-41.

[Brochure] Het Grote Genieten, Renkum (Bilderberghotelketen) september 1995.

Personeelsblad Sociaal Economische Raad 1998.

Leerlingenboek Goed Gelezen Groep 8, Den Bosch (Malmberg) 1999, p. 48.

[Brochure] Uit en thuis, Amsterdam (Stichting Buitenkunst) 2000.

[Brochure] Toen het land rijk en groen werd, Haarlem (Provincie Noord-Holland) oktober 2000, p. 2, 4, 14, 26, 36, 44.

Arthur Schmidt (samenstelling), De tafel van Pavlov. Recepten, tafels, tablemusic, Amsterdam (Stichting Buitenkunst) 2001, p. 45.

Jubileumkalender 2002. Stichting Stedelijke Fotografie Utrecht, Utrecht (Stichting Stedelijke Fotografie Utrecht) 2001, afb. augustus.

Holland. Kalender 2003 American Bookshop Amsterdam, Lilburn [USA] (Simpatico BV.) 2002, afb. mei.

[Affiche] XL-Jazz Buitenkunstorkest, Amsterdam (Stichting Buitenkunst) 2003.

Veilingcatalogus Veilinghuis Boven juni 2003, Amsterdam (Veilinghuis Boven) 2003.

[Affiche] XL-Jazz Buitenkunstorkest, Amsterdam (Stichting Buitenkunst) 2004.

[CD-boekje] XL-Jazz Buitenkunstorkest, Amsterdam (Stichting Buitenkunst) 2004.

Daniël Koning en Bernd Wouthuysen (samenstelling), Teder, z.p. [Amsterdam] (Lubberhuizen) 2006, ongepag.

De Architect 37 (december 2006) 12, p. 15.

Beeld (2008) 1, p. 16-19.

Prentbriefkaarten

Prentbriefkaart “De Beugense Peel”, Amsterdam (Stichting Buitenkunst) 1999.

Prentbriefkaart “XLjazz”, Amsterdam (Stichting Buitenkunst) 2004.

Prentbriefkaart “Ingepakt”, Amsterdam (Art Unlimited) 2006.

Opdrachten

(na het jaar staat vermeld de opdrachtgever en tussen haakjes de titel of het onderwerp van de opdracht)

1984 Amsterdams Fonds voor de Kunst (Vrije opdracht: Britse landkaarten van Sfeer).

1985 Amsterdamse Kunstraad (Parapluweer).

1988 Amsterdamse Kunstraad (Ierse Dagen).

1989 Amsterdams Fonds voor de Kunst (Vrije opdracht: A Prospect of the Sea, zwart-wit foto’s n.a.v. de poëzie van Dylan Thomas).

1990 Amsterdamse Kunstraad (My Irish Days).

1993 Provincie Noord-Holland (De Ijzeren Weg door Noord-Holland).

1994 Stad Utrecht (De Ijzeren Weg).

1999 Provincie Noord-Holland (Schermer, Beemster, Eilandspolder “van water tot land en van land tot water”).

Secundaire bibliografie

(publicaties over de fotograaf en/of zijn werk)

Corinne Noordenbos en Bob van de Berg (tekst en prod.), Themanummer portretten, Amsterdam (De Moor) 1983, ongepag. (met foto’s).

Anoniem [= Hans Aarsman], De stijl. Jaap Bijsterbosch, in Plaatwerk 3 (april 1986) 14, p. 34-43 (met foto’s).

Machiel Botman, Foto ’86 Amsterdam. Jaap Bijsterbosch, in Foto 41 (mei 1986) 5, p. 84-87 (met foto’s).

Anoniem, Workshops. Fotografie en literatuur. ]aap Bijsterbosch, in Noorderlichtkrant november 1990, p. 9.

Leo Divendal, “en ik het licht nu eenmaal zo versta”. Fotografie en literatuur in de GKf, in Foto 47 (juni 1992) 6, p. 47-62.

Jaarverslag Stichting Stedelijke Fotografie Utrecht 1994, p. 8.

Catalogus tent. Zeventien visies op Noord-Holland. Fotodocumentaire opdrachten 1991-1995, z.p. [Haarlem] (Provincie Noord-Holland) 1996, p. 42-43, 57-58 (met foto’s).

Anoniem, De Nuttigen van de Nacht, in Focus 88 (november 2001) 11, p. 15-19, 21-25, 27-32.

Catalogus GKf fotografen 2005-2006, Amsterdam (GKf) 2005, p. 22-23, 216 (met foto’s).

Anoniem [= Robert Theunissen], Jaap Bijsterbosch, in Focus 93 (mei 2006) 5, Reisfotografie Special, p. 28.

Lidmaatschappen

GKf, vanaf 1988 (bestuurslid 1991-1994, lid van aspirantencommissie vanaf 2007).

Tentoonstellingen

1981 (g) Amsterdam, De Moor, Stadsbeelden.

1981 (e) Hattem, Huize Laareind, Amsterdam CS.

1982 (g) Amsterdam, De Moor, De Voorbijganger [Jaap Bijsterbosch en Rineke Dijkstra].

1983 (g) Amsterdam, De Moor, Griekenland Qaap Bijsterbosch en Addie Timmer].

1983 (g) Amsterdam, De Moor, Het Portret.

1983 (g) Montpellier, Mois de la Photo.

1985 (e) Amsterdam, De Moor, Those British “Atmospheres”.

1985 (e) Amsterdam, Walther Thomson Gallery, UK en Parapluweer.

1986 (g) Amsterdam, Galerie Nieuw Perspectief, Vijf visies op Europa.

1986 (e) Amsterdam, Galerie Procon, Zelfportretten.

1986 (g) Amsterdam, Maison Descartes, Qaap Bijsterbosch: Angleterre en Jolanda des Bouvries: Zelfportretten}.

1986 (e) Amsterdam, Theater Desmet, Reisfotografie (Foto ’86).

1987 (g) Amsterdam, Makkom, [overzichtstentoonstelling Vrije Opdrachten Amsterdams Fonds voor de Kunst].

1987 (g) Amsterdam, De Moor, Dagrecreatie Qaap Bijsterbosch en Lex van der Slot].

1987 (g) Amsterdam, De Moor, Een rondje van de Zaak.

1987 (g) Haarlem, Concertgebouw, [JHVU-tentoonstelling].

1988 (g) Amsterdam, De Moor, Mijn belangrijkste foto van 1987.

1988 (g) Amsterdam, De Moor, Laugharne, een dorp in Wales.

1988 (g) Amsterdam, De Moor, Map of Love.

1989 (e) Amsterdam, Fotogalerie 2½x4½, Dagdromen van vermaak.

1989 (g) Amsterdam, De Moor, Het andere gebouw (Foto ’89).

1989 (g) Amsterdam, De Moor, Mijn belangrijkste foto van 1988.

1989 (g) Amsterdam, Nieuwe Kerk, Foto ’89.

1989 (e) Amsterdam, Open Studio, “Het Plantaardig Licht“.

1989 (g) Amsterdam, De Populier, Dylan Thomas verbeeld (Foto ’89).

1989 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, De fotoruil/De andere keuze (GKf).

1989 (g) Amsterdam, Stopera, 25 Keer fotografie (Foto ’89)

1989 (g) Amsterdam, Theater Desmet, Beeld naar beeld [Jaap Bijsterbosch en Goos van der Veen] (Foto ’89).

1990 (g) Amsterdam, De Moor, Mijn belangrijkste foto van 1989.

1990 (g) Groningen, USVA-fotogalerie, Dubbeldruk (fotomanifestatie Noorderlicht 1990).

1990 (g) Norg, De Brinkhof, 48 uur Norg.

1990 (e) Rijswijk, Bedrijfsgebouw Shell.

1991 (e) Amsterdam, Fotogalerie 2½x4½ , A Prospect of The Sea [Foto’s naar aanleiding van poëzie van Dylan Thomas, gemaakt in Wales].

1991 (g) Amsterdam, De Moor, Mijn belangrijkste foto van 1990.

1991 (g) Amsterdam, De Moor, Een Rondje van de Zaak.

1991 (g) Groningen, USVA-fotogalerie, Beeld naar beeld [Jaap Bijsterbosch en Goos van der Veen].

1992 (g) Amsterdam, Fotogalerie 2½x4½, ‘en ik het licht nu eenmaal zo versta’.

1992 (g) Amsterdam, De Moor, Mijn belangrijkste foto van 1991.

1992 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Klein voorwerp van verlangen (GKf).

1992 (g) Zeeburg, Stadsdeelkantoor Zeeburg.

1993 (e) Amsterdam, De Moor, ‘Ireland on my mind’.

1993 (g) Amsterdam, De Moor, Mijn belangrijkste foto van 1992.

1994 (g) Amsterdam, Amsterdams Centrum voor Fotografie, Mijn belangrijkste foto van 1993.

1994 (e) Amsterdam, Amsterdams Centrum voor Fotografie, Plantaardig Licht 2.

1994 (g) Doesburg, Martinikerk, 48 uur Doesburg

1995 (g) Amsterdam, Amsterdams Centrum voor Fotografie, Mijn belangrijkste foto van 1994.

1996 (g) Amsterdam, Amsterdams Centrum voor Fotografie, 17x17x17

1996 (g) Amsterdam, De Zaaijer, 2 dimensies (GKf).

1996 (g) Naarden, Grote Kerk, Zeventien visies op Noord-Holland.

1997 (g) Utrecht, Architectuurcentrum, Uitzicht op Utrecht, selectie door Herman Hertzberger.

1998 (g) Den Haag, SER gebouw, Antwoord uit Amsterdam [Jaap Bijsterbosch en Dick Naber].

2000 (e) Amsterdam, WM gallery, Door het Oog van de Nacht.

2001 (e) Alkmaar, Stedelijk Museum Alkmaar, [solotentoonstelling bij manifestatie] Neérlands Trots.

2001 (g) Amsterdam, The ABC Treehouse Gallery, De fotografenavond exposeert.

2001 (g) Amsterdam, Amsterdams Centrum voor de Fotografie, [docentententoonstelling: project Fragmenten uit het Amsterdamse Stadslandschap].

2001 (g) Amsterdam, WM Gallery, 20×20 inches of Holland.

2001 (g) Amsterdam, WM Gallery, Selfish, zelfportretten.

2001 (g) Naarden, Bastion Oranje, Dicht op de huid: De GKf gezien door Miriam Bestebreurtje.

2001 (g) De Rijp, Grote Kerk [Grote Dam], Hart van Noord-Holland [historische foto’s van Reinhardt Herman Herwig en fotoimpressies n.a.v. opdracht Provincie Noord-Holland door Jaap Bijsterbosch].

2002 (g) Amsterdam, The ABC Treehouse Gallery, Fotografenavond 2.

2002 (g) Amsterdam, The ABC Treehouse Gallery, Holland Thank You.

2002 (g) Amsterdam, The ABC Treehouse Gallery, Life is Short, Art is Forever.

2002 (g) Amsterdam, The ABC Treehouse Gallery, Sterker na Kanker.

2002 (g) Amsterdam, The ABC Treehouse Galllery, The Wonder of Woman.

2002 (g) Amsterdam, Vondelpark, Het Foam in het Vondelpark.

2002 (e) Amsterdam, Waterstone’s Booksellers, If you go into the woods.

2003 (g) Amsterdam, The ABC Treehouse Gallery, Tuliphoto.

2003 (g) Amsterdam, Amsterdams Centrum voor de Fotografie, What happened to Robert Frank?

2003 (g) Amsterdam, VU ziekenhuis, Power of Life.

2003 (g) Amsterdam, WM Gallery, If you go into the woods.

2003 (g) Haarlem, Spaarnestad Fotoarchief, En zij schiepen het land.

2003 (g) Laren, Galerie Kessel, Focus on Photography.

2003 (g) Nijmegen, Radboud Ziekenhuis, Power of Life.

2003 (e) Purmerend, Projectgebouw “De Groene Long”, Polderlandschappen.

2004 (g) Amsterdam, The ABC Treehouse Gallery, Waterfoto.

2005 (g) Amsterdam, The ABC Treehouse Gallery, Een dag in Amsterdam, 16 september 2005.

2006 (g) Amsterdam, The ABC Treehouse Gallery, Music in The Air.

2006 (g) Amsterdam, Gebouw Mercurius, Teder.

2007 (g) Amsterdam, The ABC Treehouse Gallery, Weer of geen weer.

2007 (g) Amsterdam, Amstelkerk, [foto’s van het atelier van Jo Hameleers bij schilderijententoonstelling van Jo Hameleers].

2007 (g) Amsterdam, Amstelkerk, Amsterdam in de Amstelkerk.

2007 (e) Amsterdam, Franjo Studio, Vanwege Mama.

2007 (g) Amsterdam, WM Gallery, They grow and keep silent [Jaap Bijsterbosch, Jac.B. Rieder en Maarten Brinkgreve].

2007 (g) Bredevoort, Foto 21, De Avonden (GKf).

2007 (g) Den Haag, Gemeentelijke Bibliotheek, Teder.

2008 (g) Amsterdam, Amsterdams Centrum voor de Fotografie, 70! Vrienden van Bob van der Berg.

2008 (e) Diemen, Gemeentehuis Diemen, Diemer Landschappen.

2008 (g) Maastricht, ’t Brandweer [Presentatieruimte van Stichting Ateliers Maastricht], De Avonden (GKf).

Radio- en televisieprogramma’s

1990 [Interview n.a.v. groepstentoonstelling 48 uur Norg, in De Brinkhof in Norg] (Radio Stad Amsterdam).

1996 [Interview n.a.v. portret op tentoonstelling 17x17x17 in Amsterdams Centrum voor Fotografie] (Salto-tv).

2000 [Verslag van expositie Door het oog van de nacht, WM Gallery, Amsterdam] (Salto-tv).

2007 (8 november) Radio Pingpong, met als gast Jaap Bijsterbosch n.a.v. de expositie Vanwege Mama in de raamgalerie van Franjo Studio te Amsterdam (radio StadsFM).

Bronnen

Diemen, Jaap Bijsterbosch.

Leiden, Prentenkabinet Universiteitsbibliotheek Leiden, bibliotheek en documentatiebestand.

Leusden, Jan Wingender (collectie nederlands fotoboek).

Internet

http://www.oogenblikjaap.blogspot.com

http://www.nachtvlinder.net (virtuele groepstentoonstelling Dark photography and poetry. A tribute to the absence of light).

Collecties

Den Haag, Kunstcollectie Sociaal-Economische Raad.

Den Haag, Bedrijfskunstcollectie Shell.

Doesburg, Gemeentearchief Doesburg.

Haarlem, Noord-Hollands Archief.

Leiden, Prentenkabinet Universiteitsbibliotheek Leiden.

Utrecht, Stichting Stedelijke Fotografie Utrecht.

Auteursrechten

De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Jaap Bijsterbosch berusten bij Jaap Bijsterbosch te Diemen.