Fotolexicon, 21e jaargang, nr. 36 (november 2004) (nl)

Koos Breukel

Han Schoonhoven

Extract

Fotograaf Koos Breukel wordt internationaal erkend als een bijzonder talent. Het is opmerkelijk dat zijn onorthodoxe manier van werken resulteert in portretten die zich kunnen meten met de klassiekers uit de fotografiegeschiedenis. Zijn informele omgangsvormen met zijn modellen, zijn technische kennis en vaardigheden, in combinatie met een aangeboren aanleg leiden tot beelden die een plek in ons collectieve geheugen verdienen.

Biografie

.

1962

Op 24 november wordt Koos Breukel geboren in Den Haag als het derde kind van Ger Breukel en Riet van Slagmaat. Koos heeft een zus en twee broers.

1978

Van zijn moeder krijgt hij zijn eerste camera.

1982

Breukel start zijn opleiding aan de M.T.S. voor fotografie en fotonica in Den Haag.

1986

Hij doet eindexamen aan deze opleiding.

1986-heden

Breukel werkt als freelance portretfotograaf, sinds 1999 bijna uitsluitend autonoom.

1987-‘93

Zijn foto’s verschijnen regelmatig in publicaties als Quote en Oor.

1991

In galerie Sign in Groningen heeft Breukel tijdens het Noorderlichtfestival zijn eerste solo-expositie.

1992

Koos Breukel is betrokken bij een ernstig auto-ongeluk in de Schipholtunnel.

1992-2003

Hij werkt als docent afdeling fotografie bij de Gerrit Rietveld Akademie in Amsterdam.

1993

Breukel is een van de zes exposanten op een tentoonstelling in het Nederlands Architectuur Instituut in Rotterdam. Daarnaast heeft hij solo-exposities in Fotogalerie 2 ½ bij 4 ½ en in De Moor in Amsterdam.

1994

In november verschijnt Wretched Skin, Breukels eerste monografie. Breukel ontvangt de Aanmoedigingsprijs van het Amsterdams Fonds voor de Kunst.

1996

Zijn eerste buitenlandse exposities worden gehouden in Berlijn en in Turijn. In januari overlijdt Michael Matthews, vriend en theatermaker. Hyde, Breukels fotografische ode aan Michael Matthews verschijnt in juni. Het Stedelijk Museum Amsterdam koopt zes werken uit deze serie.

1997

Het dagblad Trouw publiceert vier door Breukel gemaakte portretten van de overlevenden van de vliegramp in Faro.

1998

In de zomer overlijdt Eric Hamelink, vriend en fotograaf. De expositie Thoughtless Kind/Dagdromer in december is een fotografisch monument voor Hamelink.

2000

In maart krijgt Koos Breukel samen met Caitlin Hulscher, vriendin en videokunstenaar, een zoon, Casper.

2001

Zijn tweede monografie, Photo Studio Koos Breukel, wordt gepubliceerd.

2002

Naast aankopen van diverse particuliere verzamelaars kopen ook vertegenwoordigers van de collecties van Caldic en ABN-AMRO fotografie van Breukel.

2003

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken neemt fotografie van Breukel op in de collectie.

Van het Fonds voor de Beeldende Kunst, Vormgeving en Bouwkunst ontvangt Breukel een werkbeurs. Het Nederlands Fotomuseum presenteert Generation. Portretten van Koos Breukel.

2004

Onder de titel Generation. Portraits by Koos Breukel reist deze expositie naar musea in Bergen (Noorwegen) en Helsinki (Finland).

Beschouwing

Koos Breukel is portretfotograaf. Zijn werk heeft stevige ankers in de traditie en toch is hij een contemporain fotograaf. De gehanteerde techniek verschilt niet wezenlijk van die van collega’s van 150 jaar geleden, maar Breukel staat midden in het hier en nu. Zijn persoonlijke omstandigheden en contacten zijn vaak bepalend voor de thema’s van zijn grotere projecten.

In de eerste jaren van zijn carrière fotografeerde hij veel voor tijdschriften en andere opdrachtgevers. Nu werkt hij vooral aan series, die in musea en galeries gepresenteerd worden.

Het uiterlijk van Breukels fotografie heeft een ontwikkeling doorgemaakt van dynamisch tot uiterst sober. In de huidige portretten zit of staat het model meestal voor een donkere achtergrond en wordt met een enkele lamp of door middel van daglicht verlicht. Die soberheid lijkt gepast voor de belangrijke thema’s in het oeuvre van Breukel: liefde en verdriet, dood en verandering.

Koos Breukel voelde zich niet op zijn gemak op de middelbare school. De achterstand die hij eerder opliep doordat hij met zijn familie enige jaren in Engeland woonde, werd nog groter toen hij de ziekte van Pfeiffer kreeg. Met het dalen van zijn rapportcijfers nam ook zijn interesse in de leerstof af. Hij hield zich een tijdlang bezig met snelle brommers en (steeds illegaler) kattekwaad.

Op zijn zestiende kreeg hij van zijn moeder, zelf een verdienstelijk amateur-fotograaf, zijn eerste camera, een kleinbeeld-spiegelreflex. Gaandeweg raakte hij gefascineerd door de mogelijkheden van de fotografie. Nog onzeker in zijn rol als fotograaf concentreerde hij zich aanvankelijk vooral op landschappen.

Met de telelens van zijn broer maakte hij opnamen van de maan. Als dan zijn nieuwsgierigheid de overhand krijgt op de gêne begint hij mensen te portretteren: familie, vrienden, het meisje waar hij een zwak voor heeft. Hij droomde over een fotografenleven zoals dat van Ed van der Elsken: in alle vrijheid de hele wereld over reizen, veel verschillende mensen ontmoeten, fantastische foto’s maken.

Voor de toelating tot de MTS voor fotografie en fotonica overlegde Breukel een map met portretten en landschappen. Hij werd op basis van dit werk aangenomen; zijn Havo-examen maakte hij vervolgens niet meer af want hij wilde alleen nog maar fotograferen. Tijdens de opleiding raakte Koos bevriend met Eric Hamelink. Hij viel hem op omdat hij in de pauze een boek van Belcampo zat te lezen, terwijl om hem heen zijn medeleerlingen de Panorama en Nieuwe Revu doorkeken op zoek naar fotografische vondsten. Eric en Koos vonden elkaar in hun ambitie in de fotografie en bleven elkaar inspireren. In hun eerste jaren als zelfstandige fotografen deelden zij samen een studio in Amsterdam.

De geestdrift groeide toen Breukel het werk van de groten uit de traditie van de portretfotografie leerde kennen. De foto’s van August Sander, Irving Penn, Richard Avedon en vooral van Robert Frank sterkten Breukel in het idee dat fotografie het medium was waarmee hij iets zou kunnen bereiken. Het besef wat dat ‘iets’ precies inhield, kreeg in de daarop volgende jaren gestalte.

Ontmoedigende opmerkingen van enkele van zijn docenten: “Wat wil je nou met die portretten? Kun je geen modefotograaf worden?”, brachten Koos Breukel niet op andere gedachten. Hij bleef gefascineerd door de bijzondere aspecten van de portretfotografie: de interactie tussen fotograaf en model, het vlijen, het uitdagen, kortom de kunst om het model er toe te brengen iets van zichzelf te laten zien.

Breukel ging in de jaren volgend op zijn opleiding regelmatig op reis en bezocht onder meer Egypte, Portugal, Griekenland, India en Thailand. Terwijl hij op een druk kruispunt ergens in India stond te fotograferen, stopte er een auto. De chauffeur keek hem aan, stak beide armen uit het raam en knikte van: ‘fotografeer dit maar eens’. Instinctief drukte Breukel af en na nog een knikje van het zwijgende model reed de auto door. Bij het vergroten van het negatief zag hij dat de man zijn dikke duimen met elk twee nagels heeft laten zien. Dit incident sterkte hem in de overtuiging dat hij op zijn intuïtie kon vertrouwen. De krachtigste portretten en reisfoto’s uit die periode bracht Breukel samen in zijn eerste monografie The Wretched Skin.

Een geslaagd portretfotograaf beschikt over technische en emotionele kwaliteiten. Het is niet vanzelfsprekend dat die zich zo maar en in harmonie ontwikkelen. Breukel heeft een gedegen technische leerschool doorlopen tijdens zijn opleiding in Den Haag, maar ook door zijn eigen inventiviteit en enthousiasme. De met Eric Hamelink gedeelde jeugdige bezetenheid voor het medium versnelde die onwikkeling. Zij gingen apparatuur met steeds grotere negatiefformaten gebruiken en richtten samen een studio in, in een benedenwoning aan de Willem de Zwijgerlaan in Amsterdam-West. Al naar gelang het onderwerp gebruikt Breukel zijn kleinbeeldcamera, een 6×6 middenformaat, de klassieke technische camera (4×5 inch) of zijn grotere technische camera’s: een Sinar met een negatiefformaat van 8×10 inch in de studio of een Deardorff, een houten camera met hetzelfde formaat negatief.

Koos Breukel werkt praktisch uitsluitend in zwart-wit en drukt alles, inclusief zijn persfoto’s, af op barietpapier.

Breukels vroege portretten ogen dynamischer dan zijn huidige werk. De Nederlandse beroemdheden die hij eind jaren tachtig portretteerde bij evenementen in cultureel centrum ‘De Waakzaamheid’ in Koog aan de Zaan zijn vaak in de beweging vastgelegd: een lach, een grimas en details als het gebit van Jules Deelder of de tatoeage op de oorlel van zijn saxofonist.

Breukels levendige portretten vinden hun plek in een groeiend aantal tijdschriften, waaronder Quote, een maandblad over zakendoen. Hij bleek een talent te hebben om commissarissen, directeuren en managers soms danig van hun stuk te brengen door in een onbewaakt ogenblik hun imposante bureau even te verplaatsen, hen met een perfect nagemaakt pistool te bedreigen of ter plekke een heftige woordenwisseling met zijn assistent te ensceneren. Die provocaties leverden soms originele beelden op.

Rond zijn dertigste levensjaar is er een kentering te zien in het karakter van het werk van Breukel. Het gebaar maakt plaats voor bezonkenheid. Intrigerende details worden niet meer uitvergroot maar krijgen hun plaats in het geheel van het beeld. De heftigheid verdwijnt, de foto’s verstillen.

De fotograaf Breukel wil zijn model leren kennen. Dat houdt niet in dat hij veel over hem of haar hoeft te weten. Door zijn observatietalent en een sterk ontwikkelde intuïtie vertrouwt hij er op snel tot de kern door te dringen. Die kern wordt bepaald door de mentaliteit van de geportretteerde, een geestelijke gesteldheid die zichtbaar wordt in lichaamshouding en gelaatsuitdrukking van het model: zijn of haar condition humaine om het maar eens plechtig te zeggen. De notie dat een opname de ziel van de geportretteerde zou kunnen blootleggen noemt Breukel aanmatigend. Deze oude opvatting over portretfotografie dateert al van rond 1900 toen fotografen van mening waren dat men door zich in te leven in het model diens bijzondere karaktertrekken kon herkennen en vastleggen. Men streefde naar een synthese in één beeld van de meest expressieve houdingen, gebaren en mimiek van een model. Deze benadering die men ‘psychologische’ portretfotografie noemde, bleef lange tijd normgevend. Breukel wil echter niet geloven dat in de fractie van een seconde waarin het negatief belicht wordt, het karakter van zijn model kan worden vastgelegd. Maar toch is hij op zoek naar een unieke kwaliteit van de mens die voor zijn camera staat. Zijn interesse gaat uit naar de manier waarop de geportretteerde met zijn of haar beperkingen of verdriet omgaat. Wanneer hij het gelaat weet vast te leggen op het moment dat het model – vaak in alle rust – een authentieke emotie laat zien, kan zo’n portret voor Koos Breukel geslaagd zijn. Dan creëert de foto een kanaal voor contact tussen het model en de toeschouwer en is er ruimte voor ontroering.

Met de acteur en schrijver Michael Matthews had Breukel al lang een vriendschappelijke en collegiale band. Matthews wist dat hij seropositief was, maar hield dat voor zich. Toen de ziekte zich begon te manifesteren vroeg hij Breukel het verloop ervan vast te leggen. Koos ging akkoord en documenteerde het onvermijdelijke verval van Matthews’ lichaam. Voor Matthews was het een logische laatste performance, voor Breukel een onvermijdelijke persoonlijke opdracht. Uit deze serie foto’s werd een bijzonder vormgegeven boekje samengesteld: Hyde, genoemd naar de laatste voorstelling van Michael Matthews.

Vlak voor kerstmis 1992 vloog in Faro, Portugal, tijdens de landing een vliegtuig van Martinair in brand. Het ongeluk kostte zesenvijftig mensenlevens. Breukel, nog herstellende van het trauma van het autoongeluk in de Schipholtunnel, zag de thuiskomst van de overlevenden op televisie. De pers werd begrijpelijkerwijs op afstand gehouden, de gezichten – ook van hen die niet door de brand waren verwond – werden verborgen onder jassen en doeken. Breukel verbaasde zich erover dat hun gezichten werden verstopt, alsof er een taboe op het lijden ligt. Hij wilde de slachtoffers ontmoeten, spreken en wanneer dat kon fotograferen. Het wordt een onderneming waaraan hij jaren werkt. Door hun vriendschap en samenwerking was Eric Hamelink sinds het begin van de jaren tachtig een vanzelfsprekend model in het werk van Breukel. Andersom gold dat ook. Toen Eric aan Koos vertelde dat er een ernstige vorm van kanker bij hem was geconstateerd, besloten beiden door te gaan met elkaar te fotograferen, in voor- en tegenspoed. De foto’s uit de twee laatste series werden aanvankelijk steeds in een samenhangende reeks gepresenteerd, maar kregen later een individuele plaats in de tentoonstellingen en publicaties van Breukels fotografische oeuvre.

Breukel zoekt de zware thema’s niet bewust op. Zij komen op zijn pad en omdat ze deel uitmaken van zijn leven krijgen deze onderwerpen een plek binnen zijn werk.

In 1993 was Koos Breukel een van de zes exposanten op een tentoonstelling van het Nederlands Architectuur Instituut over ‘persoonlijke leefomgeving’. Zijn presentatie viel op doordat hij zonder reserve belangrijke plekken en momenten uit zijn leven toonde: de politiecel in Alphen aan den Rijn, waar hij tijdelijk verbleef; de Schipholtunnel, waar hij betrokken was bij een dodelijk verkeersongeluk; een dubbelportret van zijn moeder en hem in de flat in Kijkduin waar hij geboren werd. Vooral dat laatste beeld lijkt in zijn ingetogenheid een vroeg voorbeeld van de groeiende verstilling van zijn portretten.

De manier waarop Breukels leven en werk zijn verbonden, wordt ook manifest in zijn woon- en werkruimte. Omstreeks 1993 betrok hij een oude garage aan de Tweede Schinkelstraat in Amsterdam-Zuid en richtte die in als werk- en woonruimte waar hij geheel naar eigen inzicht over kan beschikken. Hij woont in zijn studio, met een doka naast de keuken, ontwikkeltanks in de badkamer en de eettafel naast het studiostatief. Alle bezoekers zijn potentiële modellen: studenten van de Rietveldacademie, vrienden, familieleden en collega’s. Photo Studio Koos Breukel, zijn tweede monografie, kan worden beschouwd als een fraai document van die praktijk. Dit boek is evenals Hyde vormgegeven door Willem van Zoetendaal, een belangrijke partner in het fotografenleven van Breukel. Van Zoetendaal was hoofd van de afdeling fotografie van de Rietveldacademie en nam Breukel in 1992 als docent aan. Sinds 1996 is hij tevens Breukels galeriehouder. Ook Hedy van Erp, Breukels vroegere vriendin en agent, is als ‘studiomanager’ nauw betrokken bij de organisatie van zijn werkzaamheden.

Sinds 2000 werkt Koos Breukel steeds vaker in opdracht van musea en andere culturele instellingen. Zo portretteerde hij in dat jaar voor het Fries Museum in Leeuwarden schippers en bemanningsleden van skûtsjes, de historische schepen die elke zomer door heel Friesland wedstrijden varen. Voor Alphen aan den Rijn, de plaats waar hij het grootste deel van zijn jeugd doorbracht, maakte hij foto’s van mensen die hem in zijn jonge jaren waren opgevallen. Recentelijk fotografeerde hij boeren in Noord-Holland en Friesland ten behoeve van een expositie over het jaar van de boerderij.

Het kost degene die de geschiedenis van de fotografie kent, weinig moeite een reeks fotografen op te sommen door wie Breukel beïnvloed kan zijn: Robert Frank, Youshouf Karsh, Richard Avedon, August Sander en Nadar zijn daarbij als voorbeeld te noemen.

Als we de betekenis van Breukels werk moeten duiden, plaatsen in een traditie die hij kent en heeft verwerkt, kunnen we zeggen dat hij een van de weinige Nederlandse fotografen is die een kans heeft op plaatsing in de canon van de internationale portretfotografie. Is er een hedendaags portretfotograaf in Nederland te vinden wiens werk zoveel humane rijpheid vertoont in zulke krachtige fotografie?

Er zijn overeenkomsten met het werk van Rineke Dijkstra, de verraderlijke eenvoud en museale presentatie, maar Breukel werkt eerder intuïtief dan conceptueel. In de verschijningsvorm van de individuele portretten zijn er parallellen aan te wijzen in het werk van collega’s als Philip Mechanicus, Céline van Balen en Joost van den Broek, maar Breukels oeuvre heeft een bijzondere diepgang door zijn persoonlijke engagement, talent en vasthoudendheid. Ook de portretten die hij naast de beschreven series heeft gemaakt, weet hij te plaatsen in een essayistische samenhang: hoofdstukken van de autobiografie van de fotograaf Koos Breukel.

Documentatie

Primaire bibliografie

(eigen publicaties: tekst, eventueel met foto ‘s, maar ook fotoboeken e.d.)

Koos Breukel (foto’s) en Michael Matthews e.a. (tekst), The Wretched Skin, Amsterdam (in eigen beheer) 1994.

Michael Matthews (tekst) en Koos Breukel (foto’s), Hyde, Amsterdam (Basalt) 1996.

Koos Breukel (foto’s), Letter & Geest [4 foto’s met tekst van overlevenden van de Faro-vliegramp], in Trouw 20 december 1997.

Koos Breukel (foto’s), Not dark yet. Een foto-expositie van Koos Breukel, in Credits. Reclame. Fotografie. Media. Design (1998) 1,p. 44-45.

Koos Breukel e.a., Dierenleven. 4 essays, Amsterdam (De Verbeelding) 2000, ongepag.

Koos Breukel, ‘de Skûtsjeschippers zijn een beetje mijn vaders geworden’, in Fries Museum Krant zomer 2000, p. 4.

Koos Breukel (foto’s), Photo Studio Koos Breukel, Amsterdam (Basalt/Van Zoetendaal Collections) 2001.

(foto ‘s in boeken, tijdschriften en ander drukwerk)

Oor 1987-1993.

Quote 1987-1993.

Nederlands Theaterboek (1991-1992) 41,

Toneel Theatraal 113 (oktober 1992) 8, p. 15.

Jan Theo Bautz e.a., Zicht op de top, Amsterdam (Egon Zehnder International) 1993.

Catalogus tent. Rock around the Camera – 40 jaar popfotografie in Nederland, Rotterdam (Kunsthal) 1994, p. 62-63.

Taco Anema e.a. (red.), 50 jaar fotografie GKf 1945-1995, Amsterdam (De Verbeelding) 1995, p. 186-187.

Anne Karen de Boer e.a., De Ketting II & III. De multiculturele samenleving/Handen, Groningen (Stichting Aurora Borealis) 1995, p. 43.

Wim Melis (red.), Common Lives. Gewoon, leven [uitgave ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling van de fotomanifestatie Noorderlicht 1995, gepresenteerd van 7 oktober t/m 5 november 1995, in de Der Aa-kerk in Groningen], Groningen (Stichting Aurora Borealis) 1995, p. 82-84.

Michael Matthews. Performance foto’s van Koos Breukel, in Het Parool 9 mei 1995, extra katern i.k.v. Fotofestival Naarden, p. 1-5.

Jenny Smets en Sander Veeneman (eindred.), Vluchtelingenverdrag. Genève 1951, Amsterdam (Fotografenplatform) december 1995, p. 22.

Trouw 15 juni 1996.

Gaston Bekkers e.a., Ode aan het Vondelpark Amsterdam (D’Arts) 1997, p. 118, 123.

Guaranteed Real Dutch Photomagazine (uitgave van Basalt Publishers) (najaar 1997) 1.

Catalogus Fotofestival Naarden 1999, z.p. [Naarden] 1999, p. 33.

Het telefoonboek van Ben, Amsterdam (Ben) z.j. [ca. 1999].

Willem van Zoetendaal (concepten vormgeving), Deshima, Amsterdam (Van Zoetendaal Collections) 1999, ongepag.

Het Parool 12 mei 1999, PS, p. 2.

Catalogus tent. Een strikt emotionele aangelegenheid. Een keuze uit de collectie Bert Hartkamp, Antwerpen (Museum voor Fotografie) 2000.

Willem van Zoetendaal (samenstelling), Rik Gadella en Philip Freriks (tekst), Het oog van het Noorden, Parijs (Institut Néerlandais) 2000, p. 14-17.

Fries Museum Krant zomer 2000, p. 2. Volkskrant magazine 2 (2 september 2000) 53, omslag.

Martijn van de Griendt en Teun van der Heijden (samenstelling), Brood, Amsterdam (De Verbeelding) 2001, ongepag.

Anouk La Verge, Moved. Céline van Balen, Sara Blokland, Koos Breukel, Mark van den Brink, Marjoleine Boonstra, Nicolas Descottes, Leo Divendal, Julian Germain, Caitlin Hulscher, Marijn de Jong, Marjaana Kella, Paul Kooiker, Annaleen Louwes, Holger Niehaus, Arno Nollen, Gabor Ösz, Carla van de Puttelaar, Maarten van Schaik, Diana Scherer, Harold Strak, Jasper Wiedeman, Amsterdam (Van Zoetendaal Collections) z.j. [2003], ongepag.

Secundaire bibliografie

(publicaties over de fotograaf en/of zijn werk)

Catalogus Fotomanifestatie Noorderlicht 1991. Fotografie opdracht stadsverlangen. Galerie en podium-circuit, Groningen (Stichting Fotografie Noorderlicht) 1991, p. 70-73 (met foto’s).

Herman Hoeneveld, Koos Breukel, in P/F. Professionele Fotografie (1992) 8, p. 43-50 (met foto’s).

Eddie Marsman, Galerie foto. Koos Breukel, in NRC Handelsblad 18 november 1994.

Catalogus Fotofestival Naarden, Naarden (Focus) 1995, p. 87.

Jan Koekebakker (eindred.), Werk/work. De Randstad fotocollectie/The Randstad Collection of Photographs 1988-1995, Amsterdam (Randstad Holding) 1995, p. 93, 115.

Anoniem, Buitenprojecten. Koos Breukel, in Focus 82 (mei 1995) 5, p. 87.

Vera Illés, Foto’s op lokatie, in Elsevier 51 (3 juni 1995) 22, p. 108-109.

Josephine van Bennekom, Een fluitketel op het gas, een dampend bord eten op tafel, in Trouw 13 oktober 1995.

Catalogus tent. Fotodiffusione ’96 – Olanda. Mostra e incontri dedicati alla fotografia in Olanda, z.p. [Turijn] (Fondazione Italiana per la Fotografia) 1996.

Catalogus tent. Scanning. Toegepaste kunst en fotografie in Amsterdam 1996 [uitgave ter gelegenheid van de Gemeentelijke Kunstaankopen 1996], Amsterdam (Stedelijk Museum Amsterdam) 1996, ongepag.

Catalogus tent. Zeitgenössische Fotokunst aus den Niederlanden, Berlijn (Neuer Berliner Kunstverein) 1996.

Marijn van der Jagt, Maanlicht, in Toneel Theatraal 117 (1996) 7, omslag, p. 60-61.

Fabian Takx, Onbarmhartig maanlicht, in Credits. Reclame. Fotografie. Media. Design (1996) 3, p. 15.

Han Schoonhoven, Paul Kooiker en Koos Breukel. Hedendaagse fotografie in de Kunsthal, in Foto 51 (maart 1996) 3, p. 56-63 (met foto’s).

Anoniem, Realistische Wally Tax, in Algemeen Dagblad 20 maart 1996.

Eddie Marsman, Koos Breukel: Fotografie zonder gevoel is een leugen, in NRC Handelsblad 18 april 1996.

Anoniem, [n.a.v. boek en tentoonstelling Hyde bij Art Book in Amsterdam], in Het Parool 6 juni 1996.

Jhim Lamoree, Monument voor een lichamelijke ruïne, Het Parool 7 juni 1996.

Eddie Marsman, Hyde, in Foto 51 (september 1996) 9, p. 30-33 (met foto’s).

Jhim Lamoree, Beklagenswaardig en toch mooi, in Hel Parool 25 oktober 1996.

Jhim Lamoree, Van Absolutely Fabulous tot Nova, in Het Parool 29 oktober 1996.

Bernice Siewe, Koos Breukel. Portretten, stillevens en snapshots, in Foto 52 (december 1997) 12, p. 64-67 (met foto’s).

Martijn Daalder, Zelf/Portret, in Credits. Reclame. Fotografie. Media. Design (1998) 2, p. 28-35 (met foto’s).

Martijn Daalder, Bouwstenen voor een zelfportret, in Het Parool 5 januari 1998.

Thom Hoffman, Kermis in de hel, in Z. Amsterdams Magazine 4 (november 1998) 21, p. 25.

Pam Emmerik, Het leed dat zou komen. Tentoonstelling van foto’s en vriendschap, in NRC Handelsblad 11 december 1998, Cultureel Supplement, p. 25.

Floortje Bakker, Koos Breukel fotografeert ogenschijnlijke stilte, in Trouw 22 december 1998.

Paolo van de Velde, Geen Talent voor Luchtigheid. Koos Breukel in Serieuze Zaken, in De Telegraaf 31 december 1998.

Herman Bloedjes en Howard Krol, Wij stervelingen, 25 portretten, Diemen (AWL) 1999, p. 46-47.

Catalogus tent. Human conditions intimate portraits/Conditions humaines portraits intimes, Rotterdam (Nederlands Foto Instituut) 1999, p. 6-8, 86-95 (met foto’s).

Catalogus Le Mois de la Photo a Montréal 1999. Le souci du document/Concern for the document, Montréal (VOX) 1999.

Mirjam Bestebreurtje, Koos Breukel: Thoughtless Kind, in TubeLight 02. Onafhankelijk recensieblad voor beeldende kunst februari/maart 1999.

Pam Emmerik, Een Souvereine Tekkel, wat dieren ons te zeggen hebben, in NRC Handelsblad 14 mei 1999.

Maartje den Breejen, Fotocamera in de rol van minnaar, in Het Parool 17 mei 1999.

Lex Veldhoen, De broosheid van het lichaam, in VPRO Gids 27 november 1999.

Catalogus tent. StillMoving. Contemporary Photography, Film and Video from The Netherlands, Kyoto (The National Museum of Modern Art) 2000, p. 22, 116-123, 152-153 (met foto’s).

Frits Gierstberg (ed.), Positions Attitudes Actions. Engagement in de fotografie/ Social and political commitment in photography [uitgave t.g.v. de Foto Biënnale Rotterdam], Rotterdam (Nederlands Foto Instituut) 2000, p. 322-324, 382.

Rik Suermondt, De neus van Barbara Streisand. Het menselijk gezicht volgens plastisch chirurg professor Kon, in De Fotograaf (2000) 1, p. 20-23.

Han Schoonhoven, Een levende traditie in beeld. Koos Breukel’s portretten van skütsje-schippers, in Foto 55 (juni 2000) 6, p. 58-61 (met foto’s).

Eric van den Berg, Liever een lelijk eendje, in de Volkskrant 28 december 2000.

Anoniem, Koos Breukel. De schippers. [tekst gebaseerd op hoofdstuk 6 van het boek ‘SKS Skûtsjesilen’ van Wegener Sleeswijk, Eelke Lok en Gosse Blom], in Hollands Licht 6 (2000) 2, omslag, p. 14-21 (met foto’s).

Wim van Krimpen (voorw.), Friesland is …, Leeuwarden (Fries Museum) 2000, p. 14-15, 22-26, 63, 66 (met foto’s).

Veilingcatalogus Glerum Auctionairs Dutch Photography 1900-2000. Veilingnr. 202, 27 november 2000, Amsterdam (Glerum) 2000, lot 158-159.

Herman Hoeneveld, Eeuwigelaan 6. Chambre d’Amis voor de fotografie, in P/F. Vakblad voor fotografie en imaging (2001) 9, p. 70-71.

Arno Haijtema, Hommage aan het leven, in de Volkskrant 19 april 2001.

Jhim Lamoree, Fotograferen met de dood op schoot, in Het Parool 29 mei 2001.

Corine Vloet, Lelijkheid bestaat niet bij mij. Gesprek met fotograaf Koos Breukel, in NRC Handelsblad 29 juni 2001, Cultureel Supplement, p. 21.

Rody van der Pols, ‘Gestolde tijd’ van Koos Breukel, in Leidsch Dagblad 6 september 2001, bijlage [uitkrant] 6 september-12 september 2001.

Anoniem, Wintergasten aan de Eeuwigelaan, in Noord-Hollands Dagblad 10 december 2001.

Catalogus tent. Oog in Oog. Hedendaagse Nederlandse fotografie, Amsterdam (SBK/De Verbeelding) 2002, p. 38-39.

Wim van Sinderen (red.), Fotografen in Nederland. Een anthologie 1852-2002, Amsterdam/Gent/Den Haag (Ludion/ Fotomuseum Den Haag) 2002, p. 62-63.

Johan Van der Auweraert, Photo Studio Koos Breukel, in Streven 69 (januari 2002) 1, p. 88-89.

Veilingcatalogus Sotheby’s. Photographs from the Bert Hartkamp collection, 11 november 2002, Amsterdam (Sotheby’s) 2002.

Arnold Jansen, Portrettist van puur. Koos Breukel verstilt grote en kleine gevoelens, in Identity Matters (2003) 3, p. 42-46 (met foto’s).

Theo de With, ‘Ik heb het fotograferen weer ontdekt’, in Haagsche Courant 3 juni 2003, p. 2.

Theo de With, De smaak van Nederland in beeld. Foto’s in CBK Leiden tonen leefstijl en landgenoten, in Leidsch Dagblad 5 juni 2003, bijlage [uitkrant], 5 juni -11 juni 2003.

Anoniem, Personalities. Karakters uit eigen collectie, in Fries Museum Krant zomer/najaar 2003, p. 5.

Liesbeth Melis (samenstelling en red.), Gemengd bedrijf. De verandering van het agrarisch landschap, Rotterdam/Amsterdam (NAi Uitgevers/SKOR) 2004, p. 31, 59-71, 198 (met foto’s).

Maartje Somers, De verdwaalde natuurmens. Fotografen tonen hun ‘landschapsverdriet’, in NRC Handelsblad 27 februari 2004, Cultureel Supplement, p. 1.

Lidmaatschappen

Gkf 1994-1997.

Onderscheidingen

1994 Aanmoedigingsprijs fotografie Amsterdamse kunstprijzen, Amsterdams Fonds voor de Kunst (voor het boek The Wretched Skin).

1996 Best verzorgde boek 1996 (voor het boek Hyde).

1997 Speciale vermelding Dutch Design Awards (voor het boek Hyde).

2001 Best verzorgde boek 2001 (voor het boek Photo Studio Koos Breukel).

Tentoonstellingen

1986 (g) Amsterdam, Kunst Allerlei, [Jean Jacques Almanza, Koos Breukel, René de Haan, Eric Hamelink, Han Reeder, Channah Zwiep].

1991 (e) Groningen, Sign, Koos Breukel (fotomanifestatie Noorderlicht).

1993 (g) Rotterdam, Nederlands Architectuurinstituut, [architectuurserie over de eigen jeugd in opdracht van het NAi].

1993 (g) Rotterdam, WAF, Constructie.

1994 (e) Amsterdam, Amsterdams Centrum voor Fotografie, Portretten van Koos Breukel.

1994 (e) Amsterdam, Fotogalerie 2 ½ bij 4 ½, [25 portretten gemaakt met technische camera].

1994 (g) Amsterdam, Oude Kerk, [portretten gemaakt in Polen].

1994 (g) Rotterdam, Kunsthal, Rock around the camera – Veertig jaar popfotografie in Nederland.

1994 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, [3 billboards van bekende Rotterdammers t.g.v. de opening van het NFI].

1994 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, [5 billboards i.k.v. fotoproject Photo International.

1995 (e) Amersfoort, Elleboogkerk, The Wretched Skin.

1995 (g) Amsterdam, Gerrit Rietveld Academie, A sunset always sells.

1995 (g) Groningen, Der Aa-kerk, Common Lives . Gewoon, leven (fotomanifestatie Noorderlicht).

1995 (g) Groningen, USVA Noorderlicht Fotogalerie, De Ketting (II & III) (fotomanifestatie Noorderlicht).

1995 (e) Naarden, [buitenproject], Koos Breukel [installatie met portretten van Michael Matthews] (Fotofestival Naarden).

1995 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, Lichtjaren, 50 jaar GKf-fotografie.

1996 (e) Amsterdam, Art Book, Hyde.

1996 (g) Amsterdam, Fotogalerie 2 ½ bij 4 ½, Zielsverwante reizigers.

1996 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Scanning. Toegepaste kunst en fotografie in Amsterdam 1996 [tentoonstelling t.g.v. de gemeentelijke kunstaankopen].

1996 (g) Berlijn, Neuer Berliner Kunstverein (NBK), Zeitgenössische Fotokunst aus den Niederlanden [reizende tentoonstelling: 1996 Baden, Badischer Kunstverein; 1997 Halle, Hallescher Kunstverein].

1996 (e) Rotterdam, Kunsthal, Hedendaagse fotografie [2 solotentoonstellingen: één van Koos Breukel en één van Paul Kooiker].

1996 (g) Stuttgart, Volkshochshule, Lichtjaren. 50 Jaar GKf-fotografie.

1996 (g) Turijn, Fondazione Italiana per la Fotografia, Fotodiffusione ’96- Mostra e incontri dedicati allo, fotografia in Olanda.

1997/1998 (e) Amsterdam, Fotogalerie 2 ½ bij 4 ½, Not Dark Yet.

1998 (g) Amsterdam, Fotogalerie 2 ½ bij 4 ½, Thoughtless Kind/Dagdromer.

1998 (e) Amsterdam, Galerie Serieuze Zaken, Portraits and Places.

1998 (e) Amsterdam, SBK, [zwart-wit portretten].

1999 (g) Hoofddorp, VNU, The beauty and the beast.

1999 (g) Leeuwarden, Fries Museum, Face to Face.

1999 (g) Montreal, La Condition Humaine (Mois de la Photo).

1999 (g) Naarden, Bastion Oranje, ’99: negenennegentig jaar Nederlandse fotografie (Zesde Fotofestival Naarden).

1999 (g) Naarden, Gele Loods, The beauty and the beast (Zesde Fotofestival Naarden).

1999 (e) Utrecht, Hogeschool voor de Kunsten, [serie Willem].

2000 (g) Amsterdam, Fotogalerie 2 ½ bij 4 ½, Dierenleven.

2000 (g) Amsterdam, Fotogalerie 2 ½ bij 4 ½, Vier blonde fotografen.

2000 (g) Amsterdam, Van Zoetendaal [Galerie, Lijnbaansgracht 109], [Koos Breukel en Rentsje de Gruyter].

2000 (e) Amsterdam, Van Zoetendaal, Amsterdam, Faro, overlevenden van een vliegtuigramp.

2000 (g) Amsterdam, Van Zoetendaal, Kogelvrij.

2000 (g) Antwerpen, Museum voor Fotografie, Een strikt emotionele aangelegenheid. Een keuze uit de tweede collectie Bert Hartkamp.

2000 (g) Den Haag, Gemeentemuseum Den Haag, Pleidooi voor intuïtie.

2000 (g) Kyoto, The National Museum of Modern Art, StillMoving, Contemporary Photography, Film and Video from The Netherlands.

2000 (g) Leeuwarden, Fries Museum, Friesland is … Eigentijdse visies op Friesland.

2000 (g) Parijs, Institut Néerlandais, L’Oeil du Nord. Paris vu par des photographes néerlandais contemporains (Mois de la Photo).

2000 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, Conditions humaines, portraits intimes.

2000/2001 (g) Madrid, Casa Isabel Segundo, Human Conditions/Intimate Portraits.

2001 (e) Alphen aan den Rijn, Centrum Beeldende Kunst, Portretten van Alphenaren.

2001 (g) Amersfoort, FotoForum, (manifestatie De schoonheid van het kwaad).

2001 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, [een selectie uit de fotografiecollectie].

2001 (e) Breda, Museum De Beyerd, Photo Studio Koos Breukel.

2001 (e) Den Haag, Gemeentemuseum Den Haag, Photo Studio Koos Breukel.

2001 (g) Madrid, Casa Isabel Segundo.

2001 (g) Nieuw Roden, Kunstpaviljoen Roden, Droomoord (fotomanifestatie Noorderlicht).

2001 (g) Porto, Centro Portugues de Fotografia, [tentoonstelling i.k.v. Porto Culturele Hoofdstad 2001].

2001/2002 (g) Bergen NH, [Eeuwigelaan 6], Chambre d’Amis.

2002 (g) Amsterdam, SBK Kunsthal de Remise, Oog in Oog, hedendaagse Nederlandse fotografie.

2002 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Maskers af!

2002 (g) Arles, Rencontres d’Arles [Nederlandse portretfotografie].

2002 (e) Bergen, Kunstenaarscentrum Bergen, [portretten].

2002 (g) Den Haag, Gemeentemuseum Den Haag, Fotokabinetten: collectie Willem van Zoetendaal.

2002/2003 (g) Den Haag, Fotomuseum Den Haag, Fotografen in Nederland 1852-2002.

2002/2003 (g) Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, [hoogtepunten uit de Caldic Collectie].

2003 (g) Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum, Zwart wit kleur. 1000 Foto’s van Amsterdam 1945-nu.

2003 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Link – Gemeente aankopen 2002-2003.

2003 (g) Amsterdam, Van Zoetendaal, Moved.

2003 (g) Den Haag, Fotomuseum Den Haag, Mortalis.

2003 (g) Lausanne, Galerie 1’Elac.

2003 (g) Parijs, Colette, L’Insensé.

2003 (e) Rotterdam, Nederlands fotomuseum, Generation. Portretten van Koos Breukel.

2003 (g) Utrecht, Flatland Galerie, Coupons/(family) portraits [Koos Breukel en Emo Verkerk].

2003 (g) Veendam, (Julianapark 3), Choices – keuzes in smaak en leefstijl (fotomanifestatie Noorderlicht) [reizende tentoonstelling].

2003/2004 (g) Leeuwarden, Fries Museum, Personalities.

2004 (e) Bergen (Noorwegen), Kunstmuseum, Generation. Portraits by Koos Breukel.

2004 (g) Haarlem, De Hallen, Verworpenen en Zondagskinderen. Aanwinsten 2005.

2004 (e) Helsinki, [Generation. Portretten van Koos Breukel].

2004 (e) Pori, Pori Art Museum, Generation.

2004 (g) Rotterdam, Nederlands fotomuseum, Gemengd bedrijf. De verandering van het agrarisch landschap.

2004 (g) Schiedam, Artoteek Schiedam, Choices. Keuzes in smaak en leeftijd.

Televisieprogramma’s

2001 (28 maart) De Jong in uitvoering (VPRO).

Bronnen

Leiden, Studie en Documentatie Centrum voor Fotografie, Prentenkabinet Universiteitsbibliotheek Leiden.

Leusden, Jan Wingender (collectie nederlands fotoboek).

Collecties

Alphen aan den Rijn, Kunstuitleen SBK Rijnstreek Alphen aan den Rijn.

Amsterdam, SKB Amsterdam KNSM.

Amsterdam, Stedelijk Museum Amsterdam.

Den Haag, Gemeentemuseum Den Haag.

Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken

Haarlem, Frans Hals Museum/De Hallen.

Haarlem, Provincie Noord-Holland.

Leeuwarden, Fries Museum.

Auteursrechten

De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Koos Breukel berusten bij Koos Breukel te Amsterdam.