Fotolexicon, 20e jaargang, nr. 35 (augustus 2003) (nl)

Oscar van Alphen

Ton Hendriks

Annelinde van Wouw

Ingeborg Th. Leijerzapf

Extract

Oscar van Alphen is een geëngageerde, filosofisch ingestelde fotograaf, die maatschappelijke betrokkenheid combineert met diepgaande reflecties over het medium fotografie. Hij is een van de eerste fotografen in Nederland, die op een indringende manier foto’s en teksten met elkaar heeft verbonden. Als sociaal fotograaf heeft hij verregaande experimenten met de vorm aangedurfd. Ook ten aanzien van het maken van boeken en tentoonstellingen zijn zijn opvattingen over vorm en inhoud onorthodox te noemen.

Biografie

.

1923

Oscar van Alphen wordt op 8 september te Alphen aan den Rijn geboren als Cees Nieuwenhuizen. Hij is de oudste zoon uit een gezin van vier kinderen van F.C. Nieuwenhuizen (huisarts) en G.M. van Os (verpleegster).

1942-‘45

Na de lagere school en de HBS schrijft Van Alphen zich in voor de Zeevaartschool te Delfzijl. De oorlog brengt hij ondergedoken door in West-Friesland. In deze periode leest hij een complete bibliotheek van Russische literatuur in Duits Gotisch schrift.

Na de bevrijding gaat Van Alphen naar Berlijn om met eigen ogen te zien wat er is gebeurd.

1946

Hij vervolgt zijn opleiding aan de kweekschool van de Zeevaart te Amsterdam.

1947

Na zijn eindexamen vaart hij korte tijd als derde stuurman.

1948-‘51

Van Alphen schrijft zich in 1948 in aan de Universiteit van Amsterdam voor de studie Sociale Geografie. Hij maakt de studie af tot zijn kandidaats. Terzelfder tijd heeft hij een bijbaan bij de Nederlandse Handelsmaatschappij.

1951-‘55

Wegens in de oorlog opgelopen tbc moet hij in 1951 een longoperatie ondergaan en verblijft daarna langdurig in Sanatorium Zonnegloren in Soest. Wederom brengt hij zijn tijd door met lezen. In de laatste maanden van zijn kuur krijgt hij een middenformaat 6×6 camera aangeboden.

In 1955 hervat Van Alphen zijn werkzaamheden bij de Nederlandse Handelsmaatschappij.

Als tijdverdrijf begint hij met fotograferen. Zijn voorkeur gaat uit naar technische fotografie. Al snel maakt hij mode- en productreportages in opdracht.

1956

Hij schaft zijn eerste Leica aan, waarmee hij reportages maakt in de grote steden in Duitsland, Engeland, Frankrijk en Nederland. Het (over)leven van de mens in de stad speelt een dominerende rol in dit werk. Hij gaat werken onder het pseudoniem Corneille Simoné.

1957

Het jaar 1957 wordt door hemzelf gezien als het begin van zijn fotografieloopbaan. Zijn foto’s worden contrastrijker, minder esthetisch en meer inhoudelijk.

1958

Hij verandert zijn eerdere pseudoniem Corneille Simoné in Oscar van Alphen. Het eerste boek Kinderen in de grote stad met tekst van Adriaan Morriën wordt uitgegeven.

Van Alphen maakt sporadisch gebruik van kleurenfilms, hij prefereert zwart-wit. Hij werkt onder andere met een Canon 35mm lens en een Summicron 50mm lens.

1960-‘63

Willem Sandberg, directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, koopt werk van Van Alphen aan.

1962

Van Alphen wordt toegelaten tot de GKf. Hij werkt freelance voor Het Parool, Het Vrije Volk, Twen/Taboe en voor uitgeverij Spaarnestad in Haarlem.

1965-‘78

Samen met Rob van Dantzig en Maria Austria is hij één van de vaste fotografen van het Mickery-theater van Ritsaert ten Cate.

1966-‘70

Door de GKf-fotografen wordt hij op 27 april 1966 benoemd tot secretaris. De overige bestuursleden zijn: Jan Versnel (voorzitter), Dolf Kruger (penningmeester), Philip Mechanicus en Paul Huf.

1967-‘68

Samen met Jan Versnel is hij de organisator van de GKf-tentoonstelling Door de Bank Genomen in het Stedelijk Museum Amsterdam.

1968

Het fotograferen van de Meirevolutie te Parijs samen met Koen Wessing en de betrokkenheid bij de ‘Notstandsgezetsgebung’ en de daarop volgende anti-beweging in Duitsland zorgen voor een keerpunt in zijn werkwijze.

De GKf wordt één van de vijf zelfstandige vakgroepen binnen de Federatie van Kunstenaarsverenigingen.

1969

Op 4 februari schrijven Oscar van Alphen en Jan Versnel een brief uit naam van de GKf naar het dagelijks bestuur van de Amsterdamse Kunstraad. Zij dringen aan op financiële ondersteuning van fotografen vanuit de overheid.

1971-‘72

Het Gemeentearchief van Amsterdam schrijft de eerste documentaire foto-opdracht uit. Samen met Willem Diepraam, Koen Wessing, Maya Pejic en Dolf Toussaint wordt ‘Amsterdam voor het voorbij is’ vastgelegd. Van Alphen fotografeert voornamelijk plekken die fungeren als centra voor actievoerders, zoals het Amstelveld en de Nieuwmarkt.

1972-‘78

Als vaste toneelfotograaf voor Vrij Nederland legt hij zowel de traditionele toneelvoorstellingen als de progressieve theatervormen vast. Tevens fotografeert hij diverse performances in De Appel en tijdens de Documenta te Kassel.

1973

Van Alphen krijgt wederom een documentaire foto-opdracht ten behoeve van het Gemeentearchief Amsterdam toegewezen. Ditmaal is de opdracht uitgeschreven door het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Van Alphen legt zich toe op de verborgen karakteristieken van de stad, waaronder de bezoekers van de Volksgaarkeuken en de PEN-Centrale In de categorie ‘Picture Stories entered by Dutch photographers’ van World Press Photo wint hij de eerste prijs met zijn Amsterdam-reportage, gemaakt voor Avenue. Van Alphen zoekt andere toepassingsmogelijkheden voor de fotografie, omdat hij de bestaande vormen van het medium niet goed in balans kan brengen met de manieren waarop hij zijn maatschappelijke betrokkenheid wil uiten. Hij leest boeken van onder meer Roland Barthes, Susan Sontag en Victor Burgin en wordt geraakt door hun ideeën over fotografie.

1977

In de tentoonstelling en publicatie Het rijke onvermogen worden teksten en zijn reportages over de gevolgen van de ‘Berufsverbote’ in Duitsland gebundeld en gepresenteerd. Zijn project is gesubsidieerd door de Nederlandse Kunst Stichting, het Ministerie van CRM en de gemeente Amsterdam (Amsterdams Fonds voor de Kunst).

1981-‘82

Novib en Pax Christi geven Van Alphen de opdracht een reportage te maken over het leven en de geschiedenis van de Palestijnen in Libanon, Israël en Jordanië. Dit resulteert in de expositie en uitgave Palestijnen, Palestina!

1982

Vanuit zijn onvrede met de toepassingsmogelijkheden van de fotografie zoekt hij naar de doorbreking van de grenzen van het medium. Dit is voor hem alleen te bewerkstelligen door het gebruik van de combinatie tekst-beeld omdat dit appelleert aan de activiteit van de beschouwer. Deze definitieve breuk met de gangbare documentaire fotografie waarin hij op conceptuele wijze citaten uit de filosofie, literatuur of eigen werk met eigen archief beelden combineert, resulteert in het project Het moment voorbij. Van nu af aan onderbouwt hij zijn werk steeds theoretisch. Van Alphen maakt kennis met het werk van Georges Bataille en Maurice Blanchot.

Samen met Harry Meijer en Hans Aarsman krijgt Van Alphen van de afdeling Nederlandse Geschiedenis van het Rijksmuseum een documentaire foto-opdracht met als thema ‘Kerk in verandering’. Het doel van deze opdracht is het vastleggen van de veranderingen in de katholieke en protestantse kerken, die na de oorlog door de leegloop zijn begonnen.

1985

Beelden van de Meirevolutie in 1968 te Parijs, verlaten mijngebieden in de Borinage en Lotharingen, begeleid door gesproken teksten uit Madame Edwarda (1937) van de schrijver Georges Bataille, maken deel uit van de installatie De Oorlogen. De fotograaf beschouwt dit project als een tijdloze abstractie van allerlei vormen van onrecht waarin de fotograaf geen gedistantieerde positie mag innemen.

1986

Op 16 april 1986 wordt de advieswerkgroep ‘opdrachtenbeleid fotografie’ een officiële commissie. Deze werkgroep komt voort uit de vraag van het toenmalig ministerie van WVC om non-profit organisaties subsidies te verlenen. Commissieleden zijn naast Van Alphen, M. Haveman, T. Henstra, A. Visser, S. Hekking en B. Fooy.

1987

Van de afdeling Nederlandse Geschiedenis van het Rijksmuseum Amsterdam krijgt hij wederom een opdracht toegewezen. Samen met Ferry André de la Porte en Nick Sinclair is hij geselecteerd uit dertig inzenders om de kunstwereld in Nederland weer te geven. Aanleiding is de opheffing van de Beeldende Kunst Regeling.

1989

Van Alphen wil de discussie over fotografie in Nederland opgang brengen. Als gastcurator verzorgt hij de tentoonstelling Veroordeeld tot zingeving in Galerie Perspektief te Rotterdam. Daar toont hij de ideale vormen van de ‘nieuwe documentaire fotografie’, met werk van onder meer Brian Griffin, Paul Reas en Theo Baart.

Samen met Hripsimé Visser neemt Oscar van Alphen het initiatief voor de uitgave Een woord voor het beeld. Opstellen over fotografie. In deze publicatie wordt een aanzet gegeven tot een discussie in Nederland over de inhoudelijke betekenis van het medium fotografie.

Van Alphen schrijft voor deze uitgave het artikel ‘Kunst en document/Kunst als document’. Naast een uiting van onvrede over een geconstateerd gebrek aan interesse voor inhoudelijk denken en discussiëren, is dit artikel vooral een overdenking van de positie van de documentaire fotografie.

1991

De zoektocht naar de onderliggende betekenis van foto’s krijgt gestalte in de eigenzinnig vormgegeven uitgave De slak op het grasveld. Hierin combineert Van Alphen wederom archiefbeelden met citaten van filosofen en schrijvers.

Hij is jurylid voor de Prix de Rome 1991 Fotografie, samen met Catherine David, Daan van Golden, J.C.J. van der Heyden en Graigie Horsfield.

Een foto uit zijn oeuvre wordt toegevoegd aan de collectie van de Stichting Dutch Photography.

Hij onderneemt een reis naar Rusland.

1991-‘95

Van Alphen werkt mee aan de cultuurfilosofische uitgaven van NOX/Stichting Highbrow. Voor Bio-tech vervaardigt hij de serie Barok Sanctorum. Hij maakt gebruik van bestaande beelden die hij digitaal bewerkt tot gedeformeerde manipulaties.

1992-‘97

In het kader van een gastdocentschap is hij van 1 oktober 1992 tot 1 januari 1997 docent/begeleider zonder vast contract aan de Rijksacademie in Amsterdam. Hij begeleidt voornamelijk Ellen Kooi.

1993

Hij wordt commissaris van de Stichting Paradox, opgericht door Bas Vroege met het doel mediagerelateerde kunstuitingen te stimuleren, met een nadruk op fotografie. De organisatie van tentoonstellingsprojecten en symposia vallen onder die doelstelling.

1994

Van Alphen is lid van de commissie ter voorbereiding van de tweede fase opleiding fotografie aan de Academie St. Joost te Breda.

1995

Met de toekenning van de Capi-Lux Alblas Prijs wordt Van Alphen onderscheiden voor zijn gehele oeuvre, fotografisch vakmanschap en visie.

1995-‘98

Hij vormt samen met J. Beutener (voorzitter), D. de Goede, P. Tegenbosch en P. Terreehorst de Adviescommissie Beeldende Kunst van de Mondriaan Stichting te Amsterdam. Zij buigen zich over opdrachten en projecten van beeldende kunst en fotografie in Nederland waaronder PhotoWork(s) in Progress.

1996

In opdracht van de Rijks Planalogische Dienst en het Nederlands Foto Instituut in Rotterdam wordt Van Alphen samen met Hans Werlemann, Paul den Hollander en Martin van de Oever gevraagd voor een Vinex-fotoproject zijn visie te geven op de invulling van twee Vinex-locaties. Van Alphen fotografeert op de locaties Arnhem/Nijmegen en Den Haag Zuid-Oost. Hij combineert in deze foto’s het Nederlandse polderlandschap met bestaande grootschalige architectuur. Alleen met behulp van digitale beeldbewerking kan fotografie de toekomst ‘verbeelden’.

1996-‘97

Het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen nodigt Van Alphen uit voor een gastdocentschap. In 1996 begeleidt hij leerlingen sporadisch. Vanaf 28 oktober 1997 tot het eind van het jaar is hij zes keer uitgenodigd.

1997

Van Alphen stopt met fotograferen en met het digitaal bewerken van zijn beeldmateriaal.

1998

Het Stedelijk Museum koopt het project De Oorlogen aan, tegelijk met werk van Araki, Lewis Balz en Rineke Dijkstra.

In SubUrban Options, een tentoonstelling over het verstedelijkte landschap in het Nederlands Foto Instituut, worden Van Alphens foto’s van het Vinex-fotoproject gepresenteerd.

2002

Foto’s uit het project Palestijnen, Palestina! worden getoond op de tentoonstelling Brandhaarden. Nederlandse fotografen en internationale conflicten in het NFI te Rotterdam

2010

Oscar van Alphen overlijdt op 21 november te Amsterdam.

Beschouwing

De fotografie van Oscar van Alphen geeft het dilemma aan waarin de sociale fotografie in Nederland, en ook daarbuiten, in de laatste decennia van de twintigste eeuw was terechtgekomen. Op zoek naar beelden die maatschappelijke ontwikkelingen en haar achtergronden konden weergeven, stuitte Van Alphen op de grenzen van het medium fotografie. Foto’s blijken nooit precies te kunnen weergeven wat er gebeurt en nog minder waarom. Zij zijn dubbelzinnig en vrijblijvend. Deze eigenschappen dreven Van Alphen er toe om het medium zelf en de manier waarop het wordt gebruikt aan de kaak te stellen en nieuwe wegen te zoeken voor sociale fotografie.

Nadat hij zijn studie aan de Zeevaartschool had beëindigd, gevaren had, vervolgens enige jaren sociale geografie had gestudeerd en bij een handelsmaatschappij had gewerkt, ontdekte hij dat de fotografie zijn uiteindelijke interesse zou worden. Die belangstelling werd gewekt door een vriend die fotografeerde. Van Alphen, toen tweeëndertig jaar, begon meer en meer te fotograferen, aanvankelijk als hobby, maar na korte tijd ook voor opdrachtgevers. Een jaar later, in 1956, kocht hij zijn eerste Leica en fotografeerde kinderen in verschillende steden. Met dit materiaal stelde hij het boek Kinderen in de grote stad samen. Het boek illustreert de vriendelijke en optimistische blik, die vele fotografen in die tijd op hun omgeving hadden. De jaren vijftig en het begin van de jaren zestig stonden in het teken van de wederopbouw en de fotografie droeg haar steentje bij. Kranten lieten fotografen pagina’s vullen over veelal alledaagse en niet-problematische onderwerpen. Van Alphen maakte veel van deze foto-essays, met titels als Bladzijde vol afspraakjes. Henri Cartier-Bresson had in 1952 zijn credo over het beslissende moment geformuleerd en het was zijn manier van kijken die in deze jaren de reportagefotografie beïnvloedde.

Eind jaren zestig ging Van Alphen zich bezighouden met toneelfotografie voor weekblad Vrij Nederland en voor het Mickery Theater. Hij streefde naar een zo groot mogelijke autonomie door zelf de te fotograferen stukken te selecteren en zijn foto’s te voorzien van onderschriften.

Oscar van Alphen was echter niet gelukkig met zijn fotografische bezigheden. Onderhuids broedde onvrede over de vrijblijvendheid van de fotografie. Hij stoorde zich aan de afwezigheid van betrokkenheid en kritiek. Ook de ondergeschikte rol van de fotograaf binnen de structuur van de tijdschriften irriteerde hem. Zijn ideaal was een intensieve samenwerking tussen verslaggevers en fotografen, zoals bij de Amerikaanse bladen Life en Time het geval was.

Het jaar 1968 betekende voor hem een definitief keerpunt. Hij trok met Koen Wessing naar Parijs om er de Meirevolutie te fotograferen. De Nederlandse bladen hadden geen enkele belangstelling voor hun foto’s. Sinds dat jaar begon Van Alphen duidelijk de noodzaak te voelen dat hij nieuwe wegen moest zoeken om zijn bezorgdheid over de maatschappelijke ontwikkelingen fotografisch weer te geven.

Zijn visie op sociale fotografie kreeg pas goed gestalte in 1977 in Het Rijke Onvermogen, een kritische reportage over de repressie in West-Duitsland. In deze omvangrijke reportage die als tentoonstelling en als boek verscheen, presenteerde hij foto’s en tekst als één geheel. De foto’s zijn in het algemeen journalistiek van aard. Onderwerpen zijn politieacties bij demonstraties, portretten van conservatieve Duitsers, Strauss tijdens verkiezingscampagnes, werkloze jongeren, Günther Wallraff en zijn verbrande bibliotheek. De teksten doen verslag van de manier waarop de ‘Berufsverbote’ in praktijk werden gebracht. Het was voor Van Alphen belangrijk dat de teksten met de foto’s gecombineerd getoond werden, omdat foto’s op zichzelf de achtergronden van de repressie niet zichtbaar konden maken.

Een aantal foto’s uit Het Rijke Onvermogen is symbolisch van aard, het laat niet rechtstreeks zien wat er gebeurde, maar verwijst naar de achtergronden van de repressieve mentaliteit. Zo fotografeerde Van Alphen in Münster nazitekens, die voor hem symbolen waren voor de verborgen machtsstructuren.

Oscar van Alphen zocht naar een context, die de manier van ‘lezen’ van foto’s drastisch zou veranderen. Hij probeerde mogelijkheden te vinden om nieuwe betekenissen te scheppen door de combinatie van woord en beeld. In de jaren zeventig werden kunstenaars en fotografen zich bewust van het feit dat de foto een inherente onduidelijkheid in zich draagt en daarom in principe volkomen manipuleerbaar is. Conceptuele kunstenaars als Kosuth en die van de Art and Languagegroep experimenteerden voor het eerst met combinaties van beeld en tekst. Duane Michals maakte vanaf 1974 fotoverhalen, die hij van teksten voorzag en in Engeland begon Victor Burgin bestaande reclamefoto’s te fotograferen en te begeleiden met teksten die de foto’s ter discussie stelden. Hoewel er geen sprake is van directe invloed van deze fotografen op Van Alphen, voelt hij zich wel met hen verwant door de manier waarop zij afrekenen met de ‘vanzelfsprekende’ werkelijkheid van de foto.

Het Moment Voorbij uit 1982, een serie combinaties van foto’s en teksten, vormde de definitieve breuk met de gangbare documentaire fotografie. De titel was bedoeld als kritiek op Cartier-Bressons ‘decisive moment’. Voor Van Alphen behoefden beeld en actualiteit niet noodzakelijkerwijs samen te vallen. Zijn betrokkenheid noodzaakte hem tot het stellen van vragen die de fotografie en haar toepassingen betroffen. Dit blijkt onder meer uit een citaat van Susan Sontag dat hij gebruikte in de combinatie Iets Moois: “(…) de kracht van de camera om de realiteit in iets moois te veranderen komt voort uit een bepaalde zwakheid om de waarheid over te brengen”. De bijbehorende foto’s zijn door weerspiegelende ruiten opgenomen: een verlaten fabriek wordt gereflecteerd in de ruit van haar eigen lege kantine. Voor de fotograaf is deze foto een reflectie van en over het sociaal engagement. De tweede foto geldt als pendant van de eerste: de spiegeling van verkeer in een etalageruit, waar een vrouwenportret hangt, geldt als aanduiding van vrijblijvende esthetiek. Bij de combinatie De Dood schreef hij: “De fotografie, levend van het nu en van de dood heeft meer te maken met reflektie dan met werkelijkheid.” Voor Van Alphen is de fotografie een weergave van een gedachte werkelijkheid, van een proces van geestelijke verinnerlijking van het zichtbare. Foto’s zijn nooit meer dan de fragmenten van een verhaal. In Het Moment Voorbij wordt dat nog eens benadrukt, doordat de foto’s geen gemeenschappelijk thema hebben. Ieder fotopaneel in deze tentoonstelling staat op zichzelf en ieder voor zich zijn zij de verschijning van een incident, want volgens Van Alphens opvatting vertoont de werkelijkheid ook geen samenhang.

Toen Oscar van Alphen in 1982 de opdracht van het Rijksmuseum kreeg om foto’s te maken binnen het thema ‘Kerk in verandering’, volgde hij een vergelijkbare aanpak. Hij groepeerde steeds een aantal foto’s onder noemers als ‘trouw’, ‘schuld en boete’ en ‘eerzaamheid en deugd’ om zijn visie duidelijk te maken dat de kerk juist niet veranderde. Ook hier probeerde hij onderliggende structuren, die inherent zijn aan de kerk als instituut, bloot te leggen. Zijn werkwijze liet een groot verschil zien met de manier waarop Hans Aarsman en Harry Meijer hun opdracht hadden uitgevoerd.

Van Alphens project De Oorlogen is voor zijn tijd een zeer bijzondere presentatie: in grote snelheid worden dia’s op een doek geprojecteerd, terwijl een mannen- en vrouwenstem afwisselend stukken voordragen uit Madame Edwarda van de Franse schrijver Georges Bataille. De thematiek van Bataille is de verwevenheid van erotiek en dood. Van Alphen werkte dit thema uit in een kader waarin de begrippen angst, eenzaamheid, geweld en agressie een rol spelen. De foto’s maakte hij in de Borinage en de Lorraine, nu vervallen streken, maar eens de ruggengraat van de Europese economie. Ook gebruikte hij foto’s die hij tijdens de Meirevolutie in 1968 in Parijs had gemaakt. Mede vanwege deze historische locaties moet De oorlogen nog steeds als een vorm van sociale fotografie worden gezien. Deze vorm geeft echter aan dat niet alleen de sociale fotografie verbrokkeld is, maar ook het sociale zelf. De term ‘arbeider’ en ‘solidariteit’ zijn voor Van Alphen niet meer toepasbaar.

Zijn antwoord hierop is een heroriëntering van het zien, een uitdaging aan de manier waarop wij naar foto’s en naar de werkelijkheid kijken. Daarom combineert hij tekst en beeld op zodanige wijze dat de zintuigen aanvankelijk in verwarring raken. Pas later beseft de kijker dat er verbanden zijn die nieuwe betekenissen genereren. Zo verbindt hij het nachtelijke duister in de tekst van Bataille met de dood van de industrie en omgekeerd de erotische spanning, die de hoofdpersoon in Madame Edwarda beleeft met de verlatenheid van de industriële gebieden. Aan de kritiek op De Oorlogen in de Volkskrant was af te lezen dat Van Alphens opvattingen over fotografie niet meteen werden gewaardeerd. Volgens kunstcritica Pauline Terreehorst zou hij het medium geweld hebben aangedaan door de grote snelheid waarmee de foto’s worden getoond. Men kon op deze manier de beelden niet goed tot zich nemen. Voor Van Alphen was dat precies de bedoeling. Fotografie is een vluchtig en fragmentarisch medium en dat kon hij alleen maar op deze manier laten zien.

Deze kritiek in de Volkskrant gaf goed weer in welke positie de fotograaf Oscar van Alphen zich bevond. Door de hoge abstractiegraad van zijn gedachtegang over de maatschappij én over de fotografie werden zijn werken vaak niet goed begrepen. Van Alphen was op dat moment de enige fotograaf in Nederland die op zo’n intensieve en filosofische manier nadacht over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de fotografische afbeelding. Ook na De Oorlogen bleef hij zich bezighouden met de theoretische zijde van de fotografie door lezingen te houden en te schrijven.

In zijn artikel ‘Kunst en document/Kunst als document’ in de uitgave Een woord voor het beeld. Opstellen over fotografie (1989) onderzoekt hij onder meer de betekenis van de fotografie als waarneming. Dat doet hij aan de hand van een vergelijking tussen de betekenis van het engagement in de traditionele documentaire fotografie en van de nieuwe documentaire fotografie van de jaren tachtig van de twintigste eeuw, waarin Engelse fotografen uit de school van Victor Burgin een voortrekkersrol spelen. Van Alphen ziet een verschil in de manier waarop dat tot uiting komt: “Bij de traditionele documentaire wordt het engagement bepaald door de betrokkenheid van de fotograaf bij zijn onderwerp van de foto. Dit engagement wordt, via de context waarin de foto is geplaatst, overgebracht op de foto en opgelegd aan de werkelijkheid waarvan de foto de representant is. (…) Bij de nieuwe documentaire fotografie is het engagement een impliciet gegeven, dat wil zeggen het ligt verborgen, opgesloten in het uitgangspunt van de verbondenheid met de wereld (als een gegeven!).” Van belang daarbij is volgens Van Alphen de manier waarop ons bewustzijn wordt aangesproken. Bij de ‘traditionele’ documentaire foto wordt de kijker rechtstreeks naar de interpretatie geleid; bij de ‘nieuwe’ documentaire beelden moet de kijker de foto ‘lezen’, een waarnemingsproces volgen. Van Alphen ziet in de nieuwe documentaire fotografie de betekenis van de eigen regio of de eigen omgeving sterk naar voren komen. De rol van de fotograaf daarin is niet die van een buitenstaander die met mededogen – waarin volgens Van Alphen vaak een superieur oordeel besloten ligt – naar de wereld van een ander kijkt, maar hij is belanghebbende bij zijn eigen omgeving, zijn eigen situatie. De kille afstandelijkheid die deze ‘nieuwe’ documentaire fotografen wel verweten wordt, is eerder een weergave van de letterlijkheid van het naakte bestaan, zonder oordeel of aandringen op zingeving.

Met zijn theoretische artikelen en lezingen hoopte Van Alphen een leemte op te vullen in het fotografieonderwijs, waarin naar zijn mening te weinig aandacht werd gegeven aan theorie en geschiedenis van de fotografie.

De manier waarop Oscar van Alphen betekenis heeft gegeven aan zijn fotografisch oeuvre, door combinaties van beelden, teksten en theorieën tot bijzondere tentoonstellingen en boeken te smeden, is uniek in de Nederlandse fotogeschiedenis. Een groot verantwoordelijkheidsbesef karakteriseert zijn werk. Met het voortdurend ter discussie stellen van de betekenis van het fotografisch beeld, vermijdt hij de dogmatiek die altijd op de loer ligt. Doordat hij de critici van zijn werk in filosofische denktrant meestal enkele stappen vóór was, is het belang van zijn oeuvre vaak te weinig op waarde geschat. De betekenis van het documentaire fotografische beeld kan, na het postmodernistische debat waaraan ook Van Alphen deelnam, niet langer als een vanzelfsprekende verwijzing naar ‘de werkelijkheid’ worden beschouwd en zowel de hedendaagse (documentaire) fotografen als de onderwijsinstellingen die hen opleiden zijn zich bewust geworden van de noodzaak om over het medium te reflecteren. Van Alphens bijdragen aan die bewustwording kunnen, voor wat betreft de Nederlandse situatie, niet worden genegeerd.

Documentatie

Primaire bibliografie

(eigen publicaties: tekst, eventueel met foto’s, maar ook fotoboeken e.d.)

Oscar van Alphen (foto’s) en Adriaan Morriën (tekst), Kinderen in de grote stad, Den Haag (Oisterwijk) 1958 (idem Duitse editie, Kinder in der grossen Stadt, Stuttgart (Steingrüben) z.j.).

Bas Roodnat en Oscar van Alphen, 12x Amsterdam, z.p. [Leiden] (Stafleu & Zoon) 1960.

Oscar van Alphen, Baader-Meinhof als show, in Vrij Nederland 4 mei 1974, p. 16.

Catalogus tent. Het rijke onvermogen. Een fotoreportage over Duitsland, 1977.

Oscar van Alphen, Het rijke onvermogen. Een fotoreportage over West- Duitsland, Amsterdam (Van Gennep) 1978.

Oscar van Alphen, [Het rijke onvermogen], in Foto 33 (april 1978) 4, p. 65-69.

Oscar van Alphen, Het moment. Foto’s met tekst, genoteerd door Max Pam, in De Revisor 7 (1980) 1, p. 38-45.

Oscar van Alphen, Het moment voorbij, in Fodor. Maandblad voor beeldende kunst in Amsterdam 1 (1981) 5, p. 2.

Oscar van Alphen, Ik hou van jou. Drieënnegentig auteurs van Querido. Fotografisch, biografisch en bibliografisch, Amsterdam (Querido) 1982.

Oscar van Alphen, Het moment voorbij, Amsterdam (Museum Fodor) 1982.

Oscar van Alphen, Palestijnen, Palestina!, Amsterdam/Den Haag (Van Gennep/Novib) 1982.

Oscar van Alphen, Expositie in Fodor, in NRC Handelsblad 20 januari 1982.

Oscar van Alphen, [Kerk in verandering], in Plaatwerk 1 (januari /februari 1984) 5, omslag, p. 16-20.

Oscar van Alphen en Georges Bataille, De oorlogen, Rotterdam (Museum Boymans-Van Beuningen) 1985.

George Bataille (tekst), De oorlogen. Project van Oscar van Alphen, in Museumjournaal 30 (1985) 2, p. 96-101.

Oscar van Alphen, Ontwikkeling in de fotografie, in Catalogus tent. A priori fotografie, Amsterdam (Stichting Makkom) 1986, p. 20-22.

Oscar van Alphen, De Oorlogen, in GKf-bulletin (april 1986) 2, p. 12-15.

Oscar van Alphen, Geachte redactie [ingezonden brief], in Perspektief (december 1986/januari 1987) 26/27, p. 4-5.

Oscar van Alphen, Een fotografische positie. Een lezing voor Galerie Perspektief, Amsterdam, maart 1987.

Oscar van Alphen en Hripsimé Visser (red.), Een woord voor het beeld. Opstellen over fotografie, Amsterdam (SUA) 1989.

Ursula den Tex (tekst), Oscar van Alphen, Ferry André de la Portre en Nick Sinclair (foto’s), Oog voor kunst. De kunstwereld in Nederland, Den Haag (SDU) 1989.

Oscar van Alphen en Albert van der Weide, Konzentrierte Kraft, Arnhem (De Gele Rijder) 1991.

Oscar van Alphen, De slak op het grasveld/The snail in the meadow, Amsterdam (Fragment) 1991.

Oscar van Alphen, BEWTH. De ‘niet aangeklede’ ervaring, in Notes. Maandblad over theater, dans en mime (1994) 3, p. 38.

Oscar van Alphen, De voorstellingen van BEWTH, in Oscar van Alphen e.a., De cycloop van BEWTH, Bussum (Thoth) 1995, p. 8-9.

Oscar van Alphen, Kunst en document: een confrontatie, in Perspektief (voorjaar 1995) 49, p. 51-53.

Oscar van Alphen, Opmerkingen aangaande het Foto Instituut, in Hollands Licht (1996) 3, p. 7.

Oscar van Alphen, Een heilzame vorm van schizofrenie, in Ine Gevers en Jeanne van Heeswijk, Voorbij ethiek en esthetiek, Nijmegen (Sun) 1997, p. 14-33.

Oscar van Alphen, Over dienstbaarheid en de derde dimensie/On Instrumentality and the Third Dimension, in Catalogus tent. SubUrban Options. Opdracht fotografie en het verstedelijkende landschap/Photography Commissions and the Urbanization of the Landscape, Rotterdam (Nederlands Foto Instituut) 1998, p. 54-63.

(foto’s in boeken, tijdschriften en ander drukwerk)

A. Morriën (inl.), Beeldende poëzie. De Tijd, Leiden (Stafleu & Zoon) 1960.

De Groene Amsterdammer 1960-1980.

Nieuwe Revu 1960-1980.

Het Parool 1960-1980.

Vrij Nederland 1960-1980.

Het Vrije. Volk 1960-1980

Joost Andriessen, Dag Amsterdam, in Foto 15 (juli 1960) 7, p. 311.

Han Hoekstra, Dag Amsterdam, Amsterdam (N.V. Het Parool) 1961, p. 10, 17-19, 23, 25, 38, 40, 43, 45-48, 50, 53, 56-57, 59, 6l-62, 65, 75, 77, 85-87, 89, 91, 97, 101, 106, 110, 113, 116, 119, 123, 125-128, 130-131, 134, 136-137.

Twen/Taboe 1961.

Eduard Messer en A.M. van de Waal, Prentenboek van Amsterdam, Amsterdam (De Arbeiderspers) 1962, ongepag.

Mathilde Roolfs (tekst) en Oscar van Alphen (foto’s), Eikky uit Finland, een meisje van stavast. Van Helsinki naar Lapland, dwars door het land van de duizend meren, Den Haag (Zuid-Nederlandsche Uitg.) z.j. [ca. 1962] (serie: Dit is ons land, 10).

Colette Nast (tekst) en Oscar van Alphen (foto’s), Met Madeleine in Parijs. Een verkenningstocht door Parijs de stad waarop niemand ooit raakt uitgekeken, Den Haag (Zuid-Nederlandsche Uitg.) z.j. [ca. 1963] (serie: Dit is ons land, 12).

Torn van Beek (tekst) en Oscar van Alphen (foto’s), Met José in Spanje, Den Haag (Zuid-Nederlandsche Uitg.) 1963 (serie: Dit is ons land, 14).

Catalogus Weltausstellung der Photographie. 550 Photos von 264 Photographen aus 30 Landern zu dem Thema Was ist der Mensch?, Hamburg 1964 (idem Franse ed. 1964 en Nederlandse ed. 1965).

Drukkersweekblad en Autolijn (1964) 52 (kerstnummer), p. 37 (afb. a).

Johnny Speight, If there weren’t any blacks you’d have to invent them, Loenersloot (Mickery Books) 1965. Photography YearBook 1966, afb. 66.

J.M. Fuchs en W.J. Simons, 75 Jaar Gazelle, 1892-1967, Amsterdam (Van Lindonk) 1967.

Catalogus 2 Weltausstellung der Photographie. 522 Photos aus 85 Landern von 236 Photographen. Die Frau, Hamburg (Gruner + Jahr) 1968, nr. 118, 133, 190.

Peter Brusse, Neem nou Londen, Utrecht (Bruna) 1968.

Henk Hendriks, Start finish, Amsterdam (Nederlandsche Vereeniging “De Rijwielen Automobielindustrie”) 1968.

Avenue (april 1968) 4, p. 189.

Versieren, Grafisch Nederland (1969) kerstnummer, p. 18-19, 73, 80, 101.

Geert van Beijeren en Coosje Kapteyn, Sonsbeek buiten de perken. Catalogus van de manifestatie Sonsbeek 71. [deel 2], Arnhem (Centrum Park Sonsbeek) 1971.

Elisabeth Boissevain, Noortje de Roy en Thea Wamelink, Het boek vrouw, Amsterdam (Meijer Pers) 1972.

Wim Crouwel (ontwerp), Cantos/Carré 1972, Amsterdam (Stichting Eigentijdse Dans) 1972.

Avenue (juni 1972) 6, p. 120-121, 123-125, 127-130.

Catalogus 3de Wereldtentoonstelling van de fotografie. Op weg naar het paradijs. 434 Foto’s uit 86 landen van 170 fotografen, München (Gruner + Jahr en Bertelsmann) 1973.

Catalogus tent. Kunst thuis. Fotoos, z.p. (De Nederlandse Kunststichting) 1973/1974.

Mensen van nu (april 1973) 1, p. 15-16, 35.

Mensen van nu (augustus 1973) 5, p. 10-1 1.

Mensen van nu (november 1973) 8, p. 48.

Mensen van nu (december 1973) 9, p. 35.

Johannes Grachnang (samenstelling), D’Armagnac/Dekker 1968-1973, Parijs z.j. [1974].

Mensen van nu (februari 1974) 11, p. 20.

Avenue (juli 1974) 7, p. 104-109.

Mensen van nu (augustus 1974) 5, p. 54-55.

Catalogus Beelden van ? Amsterdam. SBK-beeldenroute 1975, Amsterdam 1975, p. 6-7.

Hoog Catharijne. Een reconstructie plan, Utrecht 1975.

Peter Brusse, Neem nou Londen, Utrecht (etc.) (Bruna) 1976, 7de dr.

Fotografen 1976. Geïllustreerde ledenlijst van de beroepsvereniging van fotografen GKf, Amsterdam (GKf) 1976, p. 2-3.

Nederlands Theater- en Televisiejaarboek (1976/1977) 26, p. 9, 15, 22, 48, 69-70, 74, 81, 120-121.

Avenue (februari 1976) 2, p. 67-70.

Vrij Nederland 15 mei 1976, p. 23.

Hoor mij … volg mij, Grafisch Nederland 1977.

J. van der Velden (voorw.), Een vinger in de wind. Eenentwintig opstellen aangeboden op 2 mei 1977 aan dr. J. de Vries, Utrecht (Verenigde Bedrijven Bredero) 1977, p. 234, 298-299, 303, 306.

Nederlands Theater- en Televisiejaarboek (1977/1978) 27, p. 131.

Nederlands Theater- en Televisiejaarboek (1978/1979) 28, p. 17, 80, 112, 114, 122-123.

NRC Handelsblad 4 augustus 1978.

Martin von Amerongen (tekst) en Oscar van Alphen (foto’s), Deutschland und seine juden, Hamburg (Reents-Verlag) 1979.

Catalogus tent. Actie, werkelijkheid en fictie in de kunst van de jaren ’60 in Nederland, Rotterdam (Museum Boymans-Van Beuningen) 1979, p. 63-65, 146.

Paul Hefting e.a. (tekst), Jan van Munster, z.p. [1979].

H.J.M.F. Lodewick, W.A.M, de Moor en K. Nieuwenhuijzen, Ik probeer mijn pen. Atlas van de Nederlandse Letterkunde, Amsterdam (Bert Bakker) 1979, p. 263 (afb. 26).

Joop Blom e.a., De Vondelstraat. Verslagen van Radio Stad 29 februari-3 maart 1980, Amsterdam (Van Gennep) 1980, p. 174.

Jan Bons, Aad Greidanus en Erik Vos (samenstelling), De Appel. Zicht op zeven jaar, Den Haag (Toneelgroep De Appel) 1980, omslag, p. 50-51, 58-59, 67, 80-81, 104-107.

Rogier Fokke e.a. (red.), Liedboek van de strijd, Wageningen (De Uitbuyt) 1980.

Catalogus tent. Ben d’Armagnac, Amsterdam (Stedelijk Museum) 1981, (serie: Stedelijk Museum Amsterdam cat. 683).

André van der Louw en Marijke Zweers (red.), Twen/Taboe, Amsterdam (Peter van der Velde) 1981.

Catalogus tent. Amsterdam 60/80. Twintig jaar beeldende kunst/Twenty years of fine arts, Fodor. Maandblad voor beeldende kunst in Amsterdam 1 (april/mei/juni 1982) 8/9/10, p. 35, 85, 87-89, 98.

Luuk Kramer, Geen Commentaar, in Perspektief (voorjaar 1983) 14, p. 11.

Frits Keers (samenstelling), Collectie Becht. Beeldende kunst uit de verzameling van Agnes en Frits Becht, Amsterdam (Stedelijk Museum) 1984.

R.P. Zijp, Anderhalve eeuw gereformeerden 1834-1984, Utrecht (Stichting Het Catharijneconvent) 1984, p. 104.

Gerard Klaasen (samenstelling), Aanzien kerken en godsdienst in Nederland en België 1945-1985, Utrecht (Het Spectrum) 1985

Trouw 15 april 1985.

VPRO (25-31 mei 1985) 21.

Nederlands Theaterboek (1986/1987) 36, TT. Toneel Teatraal 108 (oktober 1987) 8, p. 93.

Catalogus tent. Niek Kemps. Twee two deux, Rotterdam/Saint-Etienne (Museum Boymans-van Beuningen/Musee d’Art Moderne) 1988.

janny Donker (inl.), Pictorial. Mickery 1965-1987. A photographic history, Amsterdam (Stichting Mickery Workshop/International Theatre Bookshop) 1988.

Nederlands Theaterboek (1987-1988) 37, Toneel Teatraal 109 (oktober 1988) 8, p. 60-61.

J. Donkers, Pictorial. A photographic history. Mickery 1965-1987, Amsterdam 1988.

(Folder) Bewegingstheater BEWTH 1989.

Ursula den Tex, Meer geld voor de kunst, minder voor de kunstenaar. De opkomst van de subsidietijger en het stiekeme steunloket of: het kunstleven in het post-BKR-tijdperk, in Vrij Nederland 9 april 1989, p. 6-8, 10-14.

Stichting Highbrow (red.), Actiones in distans, Amsterdam (Duizend & Een) 1991.

Kunst & context. Twee inleidingen, Cahier Openbaar Kunstbezit (1991) 1.

Het vakgebied tussen verleden en toekomst, Cahier Openbaar Kunstbezit (1991) 2.

Ernst van Alphen e.a., Biotech, Amsterdam (Duizend & Een) 1992, p. 134-144.

Trouw 24 september 1992.

Catalogus tent. Gustave Asselbergs en de pop art in Nederland, Nijmegen (Nijmeegs Museum Commanderie van Sint-Jan) 1993.

Leo Delfgaauw, 20 Jaar foto’s voor de stad, in Perspektief (december 1992/januari 1993) 45, p. 74.

NOX/Stichting Highbrow (red.), Chloroform, Amsterdam (Duizend & Een) 1993.

Catalogus tent. Traditie en vernieuwing. De erfenis van de jaren zestig, Amsterdam (Arti et Amicitiae) 1994, p. 77.

Catalogus tent. GKf. Vijftig jaren van toekomst, Groningen (Stichting Aurora Borealis) 1995, ongepag.

NOX/Stichting Highbrow (red.), Djihad, Amsterdam (Duizend & Een) 1995.

Louwrien Wijers, Ben d’Armagnac, Zwolle (Waanders/Prins Bernhard Fonds) 1995, p. 17-19, 69, 71, 74-75, 79, 85, 88-89, 91, 93, 95, 98-101, 105, 121, 126-127, 142-143, 170-171 (serie: Monografieën van Nederlandse kunstenaars 12).

Het Parool 23 maart 1995.

Het Parool 28 maart 1995.

Josephine van Bennekom, Somber en eigenzinnig, in Trouw 5 september 1995.

Cees Straus, Liefdevolle achterwaartse blik op GKf, in Trouw 4 november 1995.

R.L. Erenstein (hoofdred.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen, Amsterdam (Amsterdam University Press) 1996, p. 732, 773.

Fred Feddes e.a., De architectuur van de ruimte. Nota over het architectuurbeleid 1997-2000, Zoetermeer etc./Den Haag (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen etc./Distributiecentrum Sdu/DOP) 1996, p. 10-11,40-41,64.

Het Parool 30 maart 1996.

Paul Hefting, Rudi Oxenaar en Lisette Pelsers (tekst), Rogge. Beelden. Een overzicht [uitgave t.g.v. de tentoonstelling Cornelius Rogge], Enschede (Rijksmuseum Twenthe) 1999, p. 3, 54, 65-66.

Het Parool 24 december 2001, p. 4.

NRC Handelsblad 3 mei 2002, p. 29.

Opdrachten

(na het jaar staat vermeld de opdrachtgever en tussen haakjes het onderwerp en/of het doel waarvoor de foto ‘s zijn gemaakt)

1972 Amsterdams Fonds voor de Kunst (documentaire foto-opdracht: Amstelveld en -kerk, Nieuwmarkt, acties, straatbeeld).

1973 Amsterdams Fonds voor de Kunst (documentaire foto-opdracht: Zuiderbad, volksgaarkeuken, kamerbewoners).

1980 Novib, Pax Christi (fotoboek en expositie: Palestijnen, Palestina!).

1982 Rijksmuseum Amsterdam, afdeling Nederlandse geschiedenis (documentaire foto-opdracht: Kerk in verandering).

1983 Amsterdams Fonds voor de Kunst (historische documentaire foto-opdracht: 1957-1961 Bedrijfsreportages, straatbeeldenjongeren).

1987 Rijksmuseum Amsterdam, afdeling Nederlandse geschiedenis (documentaire foto-opdracht: Oog voor kunst. De kunstwereld in Nederland).

1993 Rijksplanologische Dienst i.s.m. Nederlands Foto Instituut (Vinex-fotoproject).

Secundaire bibliografie

(publicaties over de fotograaf en/of zijn werk)

K. Fens, Kinderen in de grote stad, in De Linie 26 juli 1958.

B. Kr., Kinderen in de grote stad, in De Tijd 7 augustus 1958.

Catalogus tent. Moderne foto’s. Collectie Stedelijk Museum Amsterdam, Hengelo (Gemeentelijke expositieruimte De Kunstzaal) 1960.

Catalogus tent. Wat fotografie vermag, Oss (Jan Cunen Centrum) 1962.

Catalogus tent. Raamwerk. Een tentoonstelling van ramen, raamafsluitingen en gordijnen n.a.v. 50 jaar Weverij de Ploeg nv, Amsterdam (Stedelijk Museum) 1973.

Catalogus World Press Photo 1973, Amsterdam (De Telegraaf/World Press Photo Holland Foundation) zj. [1973], p. 91.

Anoniem, Mooie plekjes in hoofdstad vastgelegd voor nageslacht. Diepraam fotografeert Amsterdam nu, in NRC Handelsblad 20 februari 1973.

Marja Roscam Abbing, De Oscar van Alphenstraat, in NRC Handelsblad 7 september 1973.

Anoniem, Kunst thuis, in de Volkskrant 26 juli 1974.

Anoniem, Foto-beelden, in De Tijd 20 juni 1975.

Walter Barten, Tussen verstilde bespiegeling en meeslepende getuigenis. Foto’s van Amsterdam in het Van Goghmuseum, in De Groene Amsterdammer 23 juli 1975.

Catalogus tent. Foto’s voor de stad. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1971-1976, Amsterdam (Amsterdams-Historisch Museum) 1977.

Anoniem, Rijke onvermogende buren, in Uitkrant voor Amsterdammers 12 (1977) 4, ongepag.

Anoniem, Het rijke onvermogen een fototentoonstelling over Duitsland, in Museumbrief Gouda (1977) 5, ongepag.

Bas Roodnat, Oscar van Alphen en zijn Duitsers. Portret van een mentaliteit, in NRC Handelsblad 28 januari 1977.

Anoniem, Expositie ‘Berufsverbote’ in Het Langhuis, in Zwolsche Courant 21 oktober 1977.

de Volkskrant 4 november 1977.

Leo Kleyn, ‘Repressie is vorm van gewenning’. Oscar van Alphen fotografeerde onvermogen van de Duitsers, in Trouw 5 november 1977.

Bas Roodnat, De Bondsrepubliek gefotografeerd, in NRC Handelsblad 8 november 1977.

Anoniem, Gouda, in Vrij Nederland 12 november 1977.

Frank Gribling, Fotoportret van Modell-Deutschland. Oscar van Alphen brengt het ‘rijke onvermogen’ in beeld, in De Groene Amsterdammer 16 november 1977, p. 21, 24 (met foto’s).

J.G. Loon, Wat vandaag in de bondsrepubliek gebeurt, kan morgen hier gebeuren, in De Nieuwe Linie 30 november 1977.

Elf, Oscar van Alphen. Fotografie van een mentaliteit, in Stedelijk Museum december 1977, ongepag.

Martin Ruyter, Een fotoreportage, in de Volkskrant 3 december 1977.

Ursula den Tex, De fotografische vormgeving van een politiek idee over Duitsland. Oscar van Alphen: ‘Wie zich niet aanpast, wordt uitgeschakeld’, in Vrij Nederland 10 december 1977, p. 25.

Anoniem, Vragen over fotoexpositie ‘Duitsland’, in Het Parool 12 december 1977

A.V.N, van Woerden, Fotoserie, in de Volkskrant 12 december 1977.

Anoniem, Model Duitsland. Het rijke onvermogen, in De Nieuwe Linie 14 december 1977.

Bert Sprenkeling, Schets van een volk in foto’s, in Het Parool 21 december 1977.

Anoniem, Foto’s, in Trouw 24 december 1977.

Willem K. Coumans, Fotografische visie op Duitse situatie. Oscar van Alphen biedt weinig inzicht, in De Limburger 31 december 1977.

Anoniem, Stedelijk, in de Volkskrant 31 december 1977.

Anoniem, Stedelijk 2, in de Volkskrant 31 december 1977.

Els Barents (red.), Fotografie in Nederland 1940-1975, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1978, p. 34, 40, 76-77 (met foto’s).

Anoniem, Het rijke onvermogen, in Kunst & Cultuur 4 (1978) 2, ongepag.

B.D., Kunstbenen en museumvoeten. Estheto-pathetische verkenningen – deel VII, in Propria Cures 88 (1978) 22, ongepag.

Anoniem, Oscar van Alphen, in NRC Handelsblad 20 januari 1978.

Anoniem, Met uw hulp kan die West-Duitsland-tentoonstelling van Oscar van Alphen het hele land door, in Vrij Nederland 21 januari 1978.

F.T., Het rijke onvermogen. Een fotoreportage over Duitsland van Oscar van Alphen, in Utrechts Nieuwsblad 16 maart 1978.

Olivier Vrooland, Oscar van Alphen. Het rijke onvermogen, in Foto 33 (april 1978) 4, 64-65.

H. Kessens, Kritische foto-expositie, in Eindhovens Dagblad 9 juni 1978.

Cees Straus, Duitslandreportage onthutsend. Oscar van Alphen legt facisme bloot in ‘Het Rijke Onvermogen’, in Haarlems Dagblad 29 augustus 1978, p. 13.

Anoniem, Onvermogen, in Het Parool 30 augustus 1978.

Martin Schouten, Moed als esthetische kwaliteit. Fotografie: Van Alphen, Wessing en Diepraam, in Haagse Post 23 december 1978.

Catalogus tent. Foto-facetten. Schoolproject voor voortgezet onderwijs, Den Bosch (Het Kruithuis) 1979.

F. Visser, Oscar van Alphen, in Winschoter Courant 13 januari 1979.

Ella Reitsma, Nederlandse fotografie 1940-1975: een eerste ordering van een vergeten kunstvorm, in Vrij Nederland 20 januari 1979, p. 23.

Marleen Kox, Verslag onderzoek fotoarchieven. (Samengesteld in opdracht van de Stichting Nederlands Foto-Archief), Amsterdam, juli 1981.

Catalogus tent. Geen Commentaar. Fotografen als ooggetuigen van agressie en geweld, Amsterdam (Nederlandse Kunststichting) 1982, ongepag.

Bas Roodnat, Oscar v. Alphen fotografeert meer dan de actualiteit, in NRC Handelsblad 11 januari 1982.

Pauline Terreehorst, Foto’s om te lezen. Sociale fotografie van Oscar van Alphen, in de Volkskrant 15 januari 1982.

Aad Flapper, Twijfels over dat éne moment, in Het Parool 21 januari 1982.

W. Barten, Oscar van Alphen. Het moment voorbij, in Financieel Dagblad 22 januari 1982.

Frank Gribling, Het moment voorbij, in De Groene Amsterdammer 27 januari 1982, p. 20.

Anoniem, Perspektief in Palestina, in De Waarheid 2 maart 1982.

Catalogus tent. 2=1 ‘Over de som der delen’. Foto’s in combinatie, Amsterdam (Nederlandse Kunststichting) 1983, ongepag.

Catalogus tent. Zien en gezien worden. Fotografische zelfbespiegeling in Nederland van ca. 1840 tot heden, Nijmegen (Nijmeegs Museum Commanderie van Sint-Jan) 1983, p. 80.

Fred jansz, Palestijnen, Palestina!, in Foto 38 (juni 1983) 6, p. 64-65.

Luuk Kramer, Oscar van Alphen, in Perspektief (augustus 1983) 15, p. 10-17 (met foto’s).

Anoniem, Kerk in verandering. Fotoreportage in Rijksmuseum, in Rijksmuseum kunst-krant 10 (1984) 4.

Anoniem, Rijksmuseum Amsterdam. Foto-opdracht kerk in verandering, in Vista. Uitgave van de Federatie Beeldende Kunstenaarsverenigingen in Nederland (1984) 1.

Anoniem, Redaktioneel, in Plaatwerk 1 (januari/februari 1984) 5, p. 2.

Bas Roodnat, Gelovig Nederland in honderd foto’s. Rijksmuseum laat vaderlandse geschiedenis met de camera bijhouden, in NRC Handelsblad 6 januari 1984.

Rex Brico, “Kerk in Verandering’, in Elsevier 7 januari 1984.

Pauline Terreehorst, Foto’s tonen weinig van religiositeit. Kerk in verandering, in de Volkskrant 2 februari 1984.

Froukje Hoekstra, Combinaties foto’s en teksten werkt niet, in Nieuwsblad van het Noorden 3 mei 1984.

Luuk Kramer, Kerk in verandering, in Perspektief (juli/september 1984) 17, p. 46-47.

Remco Campert (inl.), Amsterdam 1950-1959 20 fotografen, Amsterdam (Fragment) 1985, p. 5, afb. 4, 11-12, 29, 35, 37, 66-67.

D. Wellling, Geëngageerde fotograaf brengt De Oorlogen, een installatie, in Magazijn 1985, ongepag.

Anoniem, Tentoonstelling: Amsterdam 1950-1959, in Technisch Nieuws oktober 1985, ongepag.

Pauline Terreehorst, Boerenkaasrealisme en grootscheepse grandeur. Gemeentearchief Amsterdam boort met fotocollectie goudmijn aan, in de Volkskrant 12 oktober 1985.

Pauline Terreehorst, Van Alphens Oorlogen razen in halfuur voorbij, in de Volkskrant 29 oktober 1985.

Catalogus Rijksaankopen 1985. Werk van hedendaagse beeldende kunstenaars, Den Haag etc. (Rijksdienst Beeldende Kunst) 1986, p. 20, 30-31, 129.

Catalogus tent. Fotografie, een nieuwe manier van kijken…, Nijmegen (Nijmeegs Museum Commanderie van Sint-Jan) 1986.

Catalogus tent. Nederlandse fotografen op reis, een keuze, Sittard (Kritzraedthuis) 1986, p. 6-7.

K. Gottlieb, Fotograaf Van Alphen houdt van zijn Oorlogen, in Het Parool 14 april 1986.

Bas Roodnat, Een nieuwe visie op het onbekende. Tentoonstelling in Sittard met werk van veertien reizende fotografen, in NRC Handelsblad 31 juli 1986.

Willem K. Coumans, Ontdekkingsreizigers in Kritzraedthuis. Nederlandse fotografen op reis, in Algemeen Dagblad 8 augustus 1986.

Ton Hendriks en Josephine van Bennekom, De beperkingen van de vrijheid. Ervaringen van fotografen met documentaire opdrachten, in Perspektief (juni 1987) 28/29, p. 18-23.

Wim Vroom, Twaalf jaar Rijksmuseum opdrachten, in Perspektief (juni 1987) 28/29, p. 24-29, 44 (met foto’s).

Armeke van Veen, Amsterdam voordat het voorbij is. De foto-opdrachten van het Amsterdams Fonds voor de Kunst ten behoeve van het Gemeente-Archief, in Perspektief (juni 1987) 28/29, p. 52-57, 67.

Sybrand Hekking, Opdrachtenbeleid fotografie van het Ministerie van WVC. Schets van het eerste proefjaar, in Perspektief (juni 1987) 28/29, p. 78-83.

Hripsimé Visser, Documentaire en monumentale foto-opdrachten in Nederland na 1945, in Perspektief (juni 1987) 28/29, p. 115-116.

Joke Kops en Alma Ploeger, Stipendia 86-87. Werken op het gebied van fotografie, industriële vormgeving en landschapsarchitectuur van kunstenaars die in de periode 1 juli 1986-1 oktober 1987 een individueel subsidie ontvingen van het Ministerie van WVC, Amsterdam (Fragment) 1987.

Michael Gibbs, Foto(con)tekst. De documentaire fotografie in een nieuwe context, in Perspektief (april 1988) 31/32, p. 46-56, 96.

Catalogus Stipendia. Werken op het gebied van fotografie, industriële vormgeving en landschapsarchitectuur van kunstenaars die in de periode 1 juli 1986-1 oktober 1987 een individueel subsidie ontvingen van het Ministerie van WVC, Rijswijk (Ministerie van WVC) 1988.

Mattie Boom, Frans van Burkom en Jenny Smets (red.), Foto in omslag. Het Nederlandse documentaire fotoboek na 1945/Photography between covers. The Dutch documentary photobook after 1945, Amsterdam (Fragment) 1989, p. 40, 60, 63-64.

Catalogus Rijksaankopen 1988. Werk van hedendaagse beeldende kunstenaars, Den Haag etc. (Rijksdienst Beeldende Kunst) 1989, p. 30-37, 245, 318-319.

Catalogus Foto Biennale Enschede. Engelse en Nederlandse fotografie, Enschede (Stichting Foto Biennale Enschede) 1989, p. 7, 40-41, 60.

Catalogus tent. Leven in Nederland. Twintig jaar fotografie in opdracht, Arnhem (Nederlands Openluchtmuseum) 1989, p. 32-33, 58.

Catalogus tent. Standplaats, Enschede (Rijksmuseum Twenthe) 1989, p. 34-35.

Y. van Veelen, Kunst=werk. Fotografen documenteren de wereld van de moderne kunst, in Rijksmuseumkrant (1989) 4, p. 4-7.

J. Pameyer, Top fotografie uit Engeland en Nederland. Fotobiënnale Enschede, in Arnhemse Courant 16 februari 1989.

A. ter Brake, Tussen documentaire en analyse. Nog niet eerder getoond werk op derde fotobiënnale Enschede, in Twentsche Courant 25 maart 1989 (idem, in Nieuwe Apeldoornse Courant 5 april 1989).

Bas Roodnat, Een afstandelijke visie op het gedrag van mensen, in NRC Handelsblad 1 april 1989.

Willem Ellenbroek, Naast champagne waren er ook kunstenaars, in de Volkskrant 18 april 1989.

Jan Bart Klaster, Wisselvallig oog voor kunst in Nederland, in Het Parool 26 april 1989, p. 19.

Bas Roodnat, Kunstwereld na BKR thema Rijksmuseum-foto’s, in NRC Handelsblad 27 april 1989.

P. Depondt, De kunstenaar mag het zeggen in de galerie, in de Volkskrant 10 juni 1989.

Anoniem, Zingeving, in Rotterdamsch Nieuwsblad 16 juni 1989.

K. Gottlieb, Voor Oscar van Alphen is de fotografie een gemis, in Het Parool 23 juni 1989.

Linda Roodenburg, Veroordeeld tot zingeving. Interview met Oscar van Alphen, in Perspektief (juli/augustus/september 1989) 36, p. 4-23.

Michael Gibbs, Oog voor kunst. De kunstwereld in Nederland, in Perspektief (juli/augustus/september 1989) 36, p. 54-55.

Ton Hendriks, Fotobiënnale Enschede. Interessante confrontatie van Britse en Nederlandse fotografie, in Perspektief (juli/augustus/september 1989) 36, p. 58-60.

Anoniem, Oog op kunst, in Financieel Dagblad 21 augustus 1989.

W. Kalbfleisch, Een woord voor het beeld, in Focus 76 (oktober 1989) 10, p. 6.

Catalogus tent. Op-positions. Commitment and cultural identity in contemporary photography from Japan, Canada, Brazil, The Soviet Union and The Netherlands, Rotterdam (Uitgeverij 010) 1990, p. 44-45, 50-51, 140-141.

L. Delfgaauw, Pro memorie, in Perspektief (1990) 39, p. 28-37.

Willem K. Coumans, Helder en donker schrijven over fotografie, in Foto 45 (maart 1990) 3, p. 103.

Anoniem, Fotografie Biënnale Rotterdam, in de Volkskrant 25 juli 1990.

Anoniem, Fotografie als amusement. Voor tweede keer Biënnale in Rotterdam, in Brabants Nieuwsblad 24 augustus 1990.

Christine de Baan (red.), Prix de Rome 1991. Fotografie, Film & Video, Rotterdam (Uitgeverij 010) 1991.

Catalogus Noorderlicht 1991. Fotomanifestatie. Fotografie opdracht stadsverlangen, Groningen (Stichting Fotografie Noorderlicht) 1991, p. 6-7, 92-94.

Ingeborg Leijerzapf e.a. (tekst), Het beslissende beeld. Hoogtepunten uit de Nederlandse fotografie van de 20e eeuw/The decisive image. Dutch photography from the 20th century, Amsterdam (BIS) 1991, p. 166-167, 178.

Jan-Erik Lundström, Fotografie Biënnale Rotterdam II: Oppositions, in Perspektief (januari 1991) 40, p. 67-70.

Anoniem, Arnhem: Gele Rijder, in Deventer Dagblad 7 februari 1991.

Anoniem, Van Alphen/Van der Weide, in Arnhemse Courant 22 februari 1991.

M. Westen, Confrontatie tussen foto’s en sculpturen, in HN Magazine 23 februari 1991, p. 34.

Mattie Boom, Fotojournalistiek in de jaren negentig, in Catalogus Nederlandse Kunst. Rijksaankopen 1991, Den Haag/Zwolle (Rijksdienst Beeldende Kunst/Waanders) 1992, p. 19-25.

Anneke van Veen (red.), Foto’s voor de stad 72-91. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1972-1991, Amsterdam (Gemeentearchief Amsterdam) 1992, ongepag., nr. 029, 034.

Henk van Gelder, Amsterdam voor de camera’s van stadsfotografen, in NRC Handelsblad 14 maart 1992, p. 8.

Leo Divendal, Oscar van Alphen verandert de foto, in De.Journalist 27 maart 1992, p. 32-33.

E. Marsman, De slak op het grasveld, in Foto 47 (april 1992) 4, p. 31.

Daniel Koning en Willem Kuipers, Een foto is gemaakt om gebruikt te worden, in de Volkskrant 2 mei 1992.

Josephine van Bennekom, Het grijpt niet naar de keel. Fotoboek Oscar van Alphen confronteert beelden met teksten, in Trouw 6 mei 1992, p. 18.

Leo Delfgaauw, Geweeklaag van jury Prix de Rome 1991 getuigt van beperkte blik, in Perspektief (juli 1992) 44, p. 51-52.

Koos van Weringh, Zuid, in Trouw 10 oktober 1992.

Frits Gierstberg, Fotografie en beeldende kunst, in Willemijn Stokvis en Kitty Zijlmans (red.), Vrij spel. Nederlandse kunst 1970-1990, Amsterdam (Meulenhoff) 1993, p. 101-126.

P.M.J. Jacobs, Beeldend Nederland. Biografisch handwoordenboek A-K, Tilburg (Jacobs) 1993, p. 57.

Jan Wieger van den Berg en Wilma Gosselink, Nederlandse fotografie 1970-1990. Expositie 13-2 t/m 18-4-1993, Nijmeegs Museum Bulletin februari 1993, omslag, p. 3-4, 26.

Anoniem, Ariëns wint Schererprijs, in Algemeen Dagblad 26 februari 1993, p. 11.

Ineke Schwartz, Exposities bij eerste bundel over hedendaagse Nederlandse kunstbeeldende kunst, in Trouw 24 maart 1993, p. 20.

M. Gibbs, Oscar van Alphen. Slak op het grasveld, in Perspektief (1993) 46, p. 22-25.

V. Hekking, Fotolexicon, in GKf-bulletin (1994) 1, p. 16-17.

Taco Anema e.a. (red.), GKf 50. Fotografie 1945-1995, Amsterdam (De Verbeelding) 1995, p. 22, 26-27, 74-75, 170-171, 192, 194 (met foto’s).

Ton Hendriks, Beeldspraak. Fotografie als visuele communicatie, Amsterdam (Focus Publishing BV) 1995, p. 80-81.

Ursula den Tex, Fotografen/journalisten. De fotogeschiedenis van Vrij Nederland 1966-1990, Amsterdam (University Press) 1995, p. 7, 23, 28-34, 43-49, 58 (met foto’s).

Anoniem, Oscar van Alphen wint Capi-Lux Alblas Prijs 1995, in Capi (1995) 1, p. 7.

Hripsimé Visser, Oscar van Alphen, in Stedelijk Museum Bulletin (1995) 2, p. 31.

H.H., Vinex-locaties in beeld, in Blauwe kamer profiel (1995) 3, omslag, p. 16-19.

Anoniem, Prijs voor fotograaf Oscar van Alphen, in NRC Handelsblad 1 februari 1995

Anoniem, Prijs voor fotograaf Oscar van Alphen, in Trouw 2 februari 1995.

Anoniem, Capi-Lux Alblas Prijs voor fotograaf Oscar van Alphen, in Drentse Courant 2 februari 1995.

Anoniem, Capi-Lux Alblas Prijs voor fotograaf Oscar van Alphen, in De Twentsche Courant 2 februari 1995.

Anoniem, Fotografieprijs, in Brabants Dagblad 3 februari 1995.

Anoniem, Oscar van Alphen, in Het Parool 23 maaart 1995.

Anoniem, Alblasprijs voor oeuvre fotograaf Van Alphen, in Het Parool 24 maart 1995, p. 6.

M. Ziegler, Liefde in de verdrukking, in De Telegraaf 8 april 1995.

D. van Weelden, Momenten van verlorenheid. De antifoto’s van Oscar van Alphen, in NRC Handelsblad 14 april 1995.

Anoniem, Oscar van Alphen, in Het Parool 23 april 1995.

Sjak Jansen, De opvoedende foto’s van VN. Laat de lezer van Vrij Nederland het niet in zijn hoofd halen er anders over te denken, in Algemeen Dagblad 10 mei 1995, p. 25.

J. Eykens, Van Gebonden naar autonome fotografie. Mooi overzicht van 50 jaar GKf in Rotterdam, in De Stem 27 oktober 1995 (idem, in Brabants Dagblad 29 oktober 1995; Eindhovens Dagblad 14 november 1995).

Anoniem, GKf schrijft halve eeuw fotografiegeschiedenis, in Rotterdams Dagblad 7 november 1995.

Anoniem, The RPD/Vinex Photo Project. Oscar van Alphen. Paul den Hollander. Martin van den Oever. Hans Werlemann, in Catalogus tent. SubUrban Options. Opdracht fotografie en het verstedelijkende landschap/Photography Commissions and the Urbanization of the Landscape, Rotterdam (Nederlands Foto Instituut) 1998, p. 19-29 (met foto’s).

Lucette ter Borg, Snel met de bakfiets de stad in. Carrière Gustave Asselbergs werd in de knop gebroken, in de Volkskrant 9 januari 1998, p. 23.

M. van der Laan, Expositie in Nederlands Foto Instituut. De verstedelijking van het landschap, in Delta 30 (1 oktober 1998) 29.

Anja Novak en Debbie Wilken, Eeuwige jeugd. 100 jaar kinderportretten in de Nederlandse fotografie, Haarlem/Gorinchem/Huizen (Spaarnestad Fotoarchief/Gorcums Museum/Huizer Museum Het Schoutenhuis) 2000, p. 11-12, 35, 50.

Martine Boelsma, Honderd keer kind, in Algemeen Dagblad 12 oktober 2000, p. 25.

Wim van Sinderen (samenstellingen en red.), Fotografen in Nederland. Een anthologie 1852-2002, Amsterdam/ Gent/Den Haag (Ludion/Fotomuseum Den Haag) 2002, p. 20-21.

Hripsimé Visser en Maarten Maas, Fotografia Holandesa do Pós-Guerra, Ersatz. Jornal do Centro Português de Eotografia. Supplemenlo februari 2002, binnenzijde omslag, p. 6-7.

Iris Ludeker, De dunne scheidslijn tussen engagement en propaganda, in Trouw 7 augustus 2002, p. 12.

Lidmaatschappen

GKf, vanaf 1962.

Adviescommissie Documentaire Foto-opdrachten Amsterdams Fonds voor de Kunst 1975.

Jury Prix de Rome 1991 Fotografie.

Commissie ter voorbereiding van de tweede fase opleiding fotografie van de Academie St. Joost te Breda 1994.

Adviescommissie Beeldende Kunst van de Mondriaan Stichting 1995-1998.

Onderscheidingen

1956 Eerste prijs, black & white class, Popular Photography 1956. International Picture Contest.

1973 World Press Photo, speciale prijs (Picture stories entered by Dutch photographers).

1993 Eervolle vermelding voor De slak op het grasveld bij toekenning Kees Schererprijs.

1995 Capi-Lux Alblas prijs 1995.

Tentoonstellingen

1956 (g) New York, Kodak Information Center, Popular Photography 1956. International Picture Contest.

1960 (g) Hengelo, Gemeentelijke exposititeruimte De Kunstzaal, Moderne foto’s. Collectie Stedelijk Museum Amsterdam.

1961 (g) Amsterdam, Museum Fodor, Het kind van toen, hinderen van nu.

1961 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Dag Amsterdam.

1962 (g) Oss.Jan Cunen Centrum, Wat fotografie vermag.

1964 (g) Hamburg, Kunstverein, Weltausstellungder Photography. 550 Photos von 264 Photographen aus 30 Ländern zu dem Thema Was ist der Mensch? [reizende tentoonstelling].

1967/1968 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Door de Bank Genomen.

1968 (g) Hamburg, Kunstverein, 2. Weltausstellung der Photographie. 522 Photos aus 85 Ländern von 236 Photographen. Die Frau [reizende tentoonstelling].

1973 (g) Amsterdam, Gebouw van de Volkskrant, World Press Photo [later reizende tentoonstelling door België, Duitsland, Frankrijk, Japan, Oostenrijk en Zwitserland].

1973 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Raamwerk. Een tentoonstelling over ramen, raamafsluitingen en gordijnen naar aanleiding van 50 jaar weverij De Ploeg N.V.

1973/1974 (g) Amsterdam, Nederlandse Kunststichting, Kunst thuis [reizende tentoonstelling].

1974 (g) Deurne, Het Sterckshof, Op zoek naar het paradijs, 3de Wereldtentoonstelling van de fotografie.

1975 (g) Amsterdam, Rijksmuseum Vincent van Gogh, Beelden van Amsterdam.

1977 (g) Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum, Foto’s voor de stad. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1971-1976

1977 (e) Rotterdam, Kunstzaal De Kijkkist, ‘Beroepsverboden, model Duitsland’.

1977 (e) Zwolle, Galerie Het Langhuis, ‘Berufsverbote’.

1977/1978 (e) Gouda, Stedelijk Museum ‘Het Catharina Gasthuis’, Het rijke onvermogen [reizende tentoonstelling NKS: Amsterdam, Stedelijk Museum; Hilversum, De Vaart; Utrecht, Cultureel Centrum ‘t Hoogt; Schiedam, Stedelijk Museum; Den Bosch, Het Kruithuis; Breda, Cultureel Centrum De Beyerd; Emmen, Bruggebouw Centrum De Weiert; Haarlem, De Vishal; Eindhoven, Technische Hogeschool; Enschede, Technische Hogeschool Twenthe].

1978/1979 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Fotografie in Nederland 1940-1975.

1979 (g) Den Bosch, Het Kruithuis, Fotofacetten. Schoolproject voor voortgezet onderwijs.

1980 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, GKf beroepsvereniging van fotografen V.E.S. vereniging van edelsmeden en sieraadontwerpers.

1981 (e) Amsterdam, Tropenmuseum, Palestina-Palestijnen! [later reizende tentoonstelling langs universiteitssteden van de BRD: Bonn, Frankfurt en Mannheim].

1981 (e) Schiedam, Stedelijk Museum, Perspektief in Palestina.

1982 (e) Amsterdam, Museum Fodor, Het moment voorbij.

1982 (e) Hengelo, Gemeentelijke expositieruimte De Kunstzaal, Het moment voorbij.

1982/1983 (g) Amsterdam, Nederlandse Kunststichting, Geen Commentaar. Fotografen als ooggetuigen van agressie en geweld [reizende tentoonstelling: Amersfoort, Kreatief Sentrum De Hof; Den Bosch, Het Kruithuis; Utrecht, Hedendaagse Kunst; Zwolle, Provinciehuis].

1983 (g) Amsterdam, Nederlandse Kunststichting, 2=1 ‘Over de som der delen’. Foto’s in combinatie.

1983 (e) Gent, Galerie XYZ, Oscar van Alphen. Fotografie.

1983/1984 (g) Amsterdam, Rijksmuseum, Kerk in verandering.

1984 (g) Amsterdam, Nieuwe Kerk, Foto ’84.

1983/1984 (g) Nijmegen, Nijmeegs Museum Commanderie van Sint-Jan, Zien en gezien worden. Fotografische zelfbespiegeling in Nederland van ca. 1840 tot heden.

1984 (e) Amsterdam, Gemeentearchief, De jordaan 1958.

1984/1985 (g) Utrecht, Rijksmuseum Het Catharijneconvent, Anderhalve eeuw gereformeerden 1834-1984.

1985 (g) Amsterdam, Gemeentearchief, Amsterdam 1950-1959 20 fotografen.

1985 (e) Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, De Oorlogen.

1985/1986 (e) Amsterdam, Crea, De Oorlogen.

1985/1986 (g) Nijmegen, Nijmeegs Museum Commanderie van Sint-Jan, Fotografie, een nieuwe manier van kijken…

1986 (g) Amsterdam, Gebouw Stichting Makkom, A priori fotografie.

1986 (g) Den Haag, Logement, Rijksaankopen 1985. Werk van hedendaagse beeldende kunstenaars

1986 (g) Haarlem, Frans Halsmuseum, Het Spaarnestad fotoarchief. Twee miljoen foto’s.

1986 (g) Leiden, Stedelijk Museum De Lakenhal, Fotografie, een nieuwe manier van kijken…

1986 (g) Sittard, Kritzraedthuis, Nederlandse fotografen op reis, een keuze.

1987 (g) Rotterdam, Oude Gemeente Bibliotheek, Fotografie in opdracht.

1987 (g) Rotterdam, Perspektief, Foto(con)Tekst.

1988 (g) Amsterdam, [Stadhouderskade 6], Stipendia 86/87.

1989 (g) Amsterdam, Rijksmuseum, Oog voor kunst. De kunstwereld in Nederland (Foto ’89).

1989 (g) Den Bosch, Noordbrabants Museum, Foto in omslag. Het Nederlandse documentaire fotoboek na 1945.

1989 (g) Enschede, Rijksmuseum Twenthe, Foto Biënnale Enschede 1989. Engelse en Nederlandse fotografie.

1989 (g) Enschede, Rijksmuseum Twenthe, Rijksaankopen 1988. Werk van hedendaagse beeldende kunstenaars.

1989 (g) Enschede, Rijksmuseum Twenthe, Standplaats.

1990 (g) Rotterdam, Voormalig hoofdkantoor Holland Amerika Lijn, Op-positions. Commitment and cultural identity in contemporary photography front Japan, Canada, Brazil, The Soviet Union and the Netherlands.

1991 (g) Groningen, Fotomanifestatie Noorderlicht 1991.

1991 (g) Arnhem, De Gele Rijder, Konzentrierte Kraft.

1991 (g) Amsterdam, Nieuwe Kerk, Het beslissende beeld. Hoogtepunten uit de Nederlandse fotografie van de 20e eeuw [Collectie Stichting Dutch Photography].

1992 (g) Amsterdam, Museum Fodor, Foto ‘s voor de stad. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1972-1991.

1993 (g) Nijmegen, Nijmeegs Museum Commanderie van Sint-Jan, Hedendaagse Nederlandse fotografie 1970-1990 (tentoonstellingenserie in drie Nederlandse musea met als overkoepelende titel Vrij Spel).

1994 (g) Amsterdam, Westergasfabriek, Corridor (expositie i.k.v. festival Triple X).

1994 (g) Arnhem, Nederlands Openluchtmuseum, Leven in Nederland. Twintig jaar fotografie in opdracht.

1995 (e) Amsterdam, Stedelijk Museum, Oscar van Alphen Capi-Lux Alblas Prijs.

1995 (g) Groningen, Der Aa-Kerk, GKf. Vijftig jaren van toekomst (Fotomanifestatie Noorderlicht).

1995 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, Lichtjaren. 50 jaar GKf-fotografie.

1996 (g) Stuttgart, Volkshochschule, Lichtjaren. 50 Jaar GKf-fotografie.

1997 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, Blijvend in verbeelding.

1998 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Fotowerken, diapresentatie en een video-installatie.

1998 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, SubUrban Options [later reizende tentoonstelling door België en Italië].

2000 (g) Haarlem, Spaarnestad Fotoarchief, Eeuwige jeugd. 100 jaar kinderportretten in de Nederlandse fotografie.

2002 (g) Porto, Centro Português De Fotografïa, Fotografia Holandesa do Pós-Guerra.

2002 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, Brandhaarden. Nederlandse fotografen en internationale conflicten.

2002/2003 (g) Den Haag, Fotomuseum Den Haag, Fotografen in Nederland 1852-2002.

2003 (g) Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum, Zwart-wit kleur. 1000 foto’s van Amsterdam 1945-nu.

2003 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Tot zo ver.

Radio- en televisieprogramma’s

1984 (23 april) Kunst en vliegwerk (NCRV radio).

1989 (25 mei) Kwartslag. Het moment voorbij. Documentaire samengesteld door Piet Brinkman over en met Oscar van Alphen (Humanistisch Verbond televisie).

Bronnen

Amsterdam, Oscar van Alphen, documentatie en mondelinge informatie.

Leiden, Studie en Documentatie Centrum voor Fotografie, Prentenkabinet Universiteitsbibliotheek Leiden.

Leusden, Jan Wingender (collectie nederlands fotoboek).

Collecties

Amsterdam, Gemeentearchief.

Amsterdam, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis.

Amsterdam, Rijksmuseum.

Amsterdam, Stedelijk Museum.

Den Haag, Ministerie van WVC.

Den Haag, Rijksdienst Beeldende Kunst.

Haarlem, Spaarnestad Fotoarchief.

Leiden, Prentenkabinet Universiteitsbibliotheek Leiden.

Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen.

Rotterdam, Nederlands Fotomuseum.

Auteursrechten

De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Oscar van Alphen worden beheerd door het Nederlands Fotomuseum te Rotterdam.

Noten

1. eerste editie, 1988

2. tweede, bijgewerkte editie

3. tweede bijgewerkte editie