Ellen Thorbecke
Rik Suermondt
Extract
Ellen Thorbecke (geboren Ellen Kolban) verbleef in de jaren dertig in China als correspondente van Berlijnse kranten en als vriendin en echtgenote van de Nederlandse gezant Willem Thorbecke. Ter illustratie van haar artikelen maakte zij een unieke reeks portretten en straatbeelden op het Chinese platteland en in de steden Peking, Shanghai en Hongkong. De foto’s werden gepubliceerd in fotoboeken, waarvoor zij zelf de teksten schreef. Met haar modern vormgegeven reportages over China neemt Ellen Thorbecke een geheel eigen plaats in binnen het genre van de etnografische fotografie.
Biografie
1902 |
Op 26 mei wordt Ellen Kolban geboren in Wilmerdorf bij Berlijn als oudste van twee dochters van de ondernemer en landeigenaar Rudolf Kolban en de Oostenrijkse operazangeres Hermine Grundmann. Tot 1918 brengt zij haar jeugd afwisselend door in Berlijn en op het landgoed van haar vader in Nieder-Domaslowitz in Oesterreich Schlesien (Oost Pruisen). |
1918-’22 |
Na de echtscheiding van haar ouders in 1918 woont Ellen Kolban bij haar vader in Berlijn. |
Zij volgt een cursus spraakkunst (grammatica) en studeert piano aan het Sternisches Konservatorium. |
|
1922-24 |
Ellen trouwt met de Duitse advocaat E. Catleen. Beiden volgen de studie ‘National-ökonomie’ aan de Berlijnse universiteit. In 1924 wordt dochter Anita geboren. |
1928-’30 |
Als freelance journaliste schrijft Ellen artikelen over theater en muziek voor het Berliner Tageblatt en Neue Freie Presse. |
1930 |
Zij ontmoet Willem J.R. Thorbecke tijdens een ontvangst bij de Nederlandse ambassade in Berlijn. Willem, kleinzoon van de staatsman J.R. Thorbecke, is daar eerste secretaris. |
Er bloeit een romantische liefde die leidt tot twee slepende echtscheidingsprocedures. |
|
1931 |
Dochter Evelyn wordt geboren uit haar relatie met Thorbecke. Als lid van het ‘Gesellschaft für Organisation’ voert Ellen van 1 juni tot 15 oktober een reorganisatie door van het Berlijnse bedrijf ‘Yva photographie’. Zij koopt een Rolleiflex camera en maakt haar eerste foto’s. |
Willem Thorbecke vestigt zich in Peking waar hij is benoemd tot gezant van Nederland in China. Eind oktober reist Ellen hem achterna met een contract van het Verlag Rudolf Mosse om voor Berlijnse kranten tekst- en fotobijdragen te leveren over het Verre Oosten. |
|
Afwisselend verblijft zij in Shanghai en bij Willem Thorbecke in Peking. |
|
1932-’33 |
Haar berichten uit het Verre Oosten hebben succes en het Berliner Tageblatt geeft haar een speciale opdracht om als buitengewoon correspondent artikelen te schrijven over de economische en financiële verhoudingen in China en Japan. Daarnaast publiceert zij voor de krant Deutsch-Chinesische Nachrichten een reeks artikelen, getiteld ‘Chinareise ganz allein’. |
1934 |
In februari krijgt Ellen van de Engelse uitgever Kelly & Walsh opdracht om het fotoboek Peking studies te maken. Haar tekst en foto’s worden aangevuld met illustraties van de Oostenrijkse tekenaar Friedrich H. Schiff, met wie zij in China bevriend is geraakt. In de zomer van dat jaar publiceert Ellen haar eerste kinderboek Three in one bij Peiyang Press in Tientsin. De illustraties zijn opnieuw van Schiff. Van het duo verschijnen de komende jaren nog vier kinderboeken. |
1935-’37 |
Haar tweede fotoboek People in China verschijnt bij de Engelse uitgeverij Harper & Brothers. De echtscheidingen van Willem en Ellen en hun voorgenomen huwelijk leiden tot diplomatieke problemen. Willem Thorbecke neemt ontslag als gezant en samen keren zij terug naar Den Haag. Tijdens de bootreis maakt Ellen foto’s die met tekeningen van Schiff worden gepubliceerd in het boek Het geheimzinnige China/Mysterious China (1937), een uitgave voor de Java-China-Japan-Lijn. In Praag trouwt zij met Willem Thorbecke. |
1936-’40 |
Willem Thorbecke krijgt een aanstelling als bedrijfsadviseur bij Philips en vestigt zich met de familie in 1936 opnieuw in China. Behalve dochter Anita gaat nu ook Evelyn mee. Ellen schrijft kinderboekjes en informatieve publicaties over Hongkong en Shanghai (1941), geïllustreerd met eigen foto’s en tekeningen van Schiff. |
1941-‘44 |
In 1941 verlaat de familie China en vestigt zich in Zuid-Afrika, waar Willem een baan vind als politiek adviseur van het Zuid-Afrikaanse leger en Ellen betrokken is bij de ‘China Relief’ organisatie. |
1944 |
De familie Thorbecke verblijft in Jeruzalem waar Ellen in opdracht van uitgeverij Harper & Brothers teksten schrijft en foto’s maakt voor het boek Promised Land (1947) over de Joodse immigratiestroom. |
1945 |
De familie Thorbecke verblijft in Libanon waar Ellen werkt aan een boek over Beiroet dat echter niet wordt gepubliceerd. |
1946-’60 |
Via Parijs verhuist de familie Thorbecke naar Amerika, waar Willem politiek adviseur van Radio Free Europe wordt en hoogleraar Politieke wetenschappen aan de Emory University in Atlanta. Aan de fotografische activiteiten van Ellen Thorbecke komt een eind. Wel blijft zij artikelen schrijven en lezingen geven over het Verre Oosten aan educatieve instellingen en Rotary clubs. |
1960 |
Ellen en Willem Thorbecke keren terug naar Nederland en verblijven de ene helft van het jaar in Den Haag en de andere helft in Florida. |
1973 |
Op 11 september overlijdt Ellen Thorbecke in Den Haag. |
1989 |
Willem Thorbecke overlijdt op 5 mei in Den Haag. |
Beschouwing
De fotografe en journaliste Ellen Thorbecke verwierf in Engeland en in het Verre Oosten enige faam met haar boeken Peking studies (1934) en People in China (1935). In Nederland bleef zij vrijwel onbekend. Onlangs is bij haar dochter Evelyn te Amsterdam een klein deel van het China-archief van Ellen Thorbecke teruggevonden. Het betreft circa honderd 6×6 negatieven, een dummy met zeventig ingeplakte originele foto’s en vijf van haar boeken, waaronder het boek Shanghai (1941). Het grootste deel van de negatieven en afdrukken is verloren gegaan.
Ellen Thorbecke’s fotoboeken Peking studies, People in China, Het geheimzinnige China (1937), HongKong (1939) en Promised land (1947) zijn in diverse Nederlandse bibliotheken bewaard gebleven. De boeken en het teruggevonden archiefje bieden een goed inzicht in haar fotografisch werk.
Ellen Thorbecke was in veel opzichten een bijzondere vrouw. Zij was eigenzinnig, mooi, bezat flair, was sociaal vaardig, had een brede culturele en politieke interesse en was rijk gezegend met artistiek talent. Zij behoorde tot die groep van moderne, geestrijke vrouwen die tijdens de vrijzinnige jaren van de Duitse Weimar Republiek haar eigen weg zocht en een maatschappelijke carrière nastreefde. Als kind van de bemiddelde grootgrondbezitter Rudolf Kolban en de Oostenrijkse operazangeres Hermine Grundman groeide Ellen Kolban op in het bruisende Berlijn van de jaren twintig. Daar studeerde zij piano, ‘spraakkunst’ en economie en schreef artikelen over theater en muziek voor het Berliner Tageblatt en Neue Freie Presse. Een eerste huwelijk met de advocaat E. Catleen liep al na enkele jaren op de klippen. Er volgde een slepende echtscheidingsprocedure, waarbij zij werd gedwongen om zelf in haar onderhoud en in dat van haar dochtertje Anita te voorzien. Als medewerkster van het ‘Gesellschaft für Organisation’ raakte zij in 1931 betrokken bij de reorganisatie van het Berlijnse bedrijf ‘Yva photographie’. Mogelijk werd hier haar interesse voor de fotografie gewekt. Zij kocht een Rolleiflex camera en leerde zich de techniek aan. In 1932 reisde zij als correspondente naar China haar grote liefde Willem Thorbecke achterna, van wie zij haar tweede dochter, Evelyn, had gekregen. Pas in China werd fotografie voor haar een serieuze aangelegenheid en hanteerde zij de camera als verlengstuk van haar journalistieke arbeid.
De eerste jaren in China van 1932 tot en met 1935 waren een romantische en enerverende maar ook een verwarrende periode. Vanwege een rechtzaak van haar eerste echtgenoot was zij gedwongen om verschillende malen tussen China en Duitsland op en neer te reizen. Tegelijkertijd was er de hereniging met Willem Thorbecke, Nederlands gezant in China, die zij in 1930 had leren kennen tijdens een ontvangst in de Nederlandse ambassade in Berlijn, waar hij toen nog secretaris was. De liefdesrelatie bracht echter de nodige moeilijkheden met zich mee. Het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken tekende bezwaar aan tegen hun voorgenomen huwelijk, dat uiteindelijk in 1935, nadat Willem Thorbecke ontslag had genomen, in Praag kon plaatsvinden. In die tussenliggende jaren woonde Ellen tijdelijk in de Oostenrijkse ambassade in Peking, gescheiden van Willem. Maar ook was zij regelmatig in Shanghai, waar zij vanaf 5 januari 1933 als buitengewoon correspondente van het Berliner Tageblatt berichten verzorgde over de economische en financiële verhoudingen tussen China en Japan.
De foto’s die Ellen Thorbecke in China maakte, dienden in de eerste plaats ter illustratie van haar artikelen in Berlijnse kranten en tijdschriften. In het contract met Verlag Rudolf Mosse uit oktober 1931 staat vermeld dat zij twee tot vier ‘unpolitische Text- und Fotoberichte’ per maand moest leveren van haar reizen door India en China. Daarnaast werkte zij in 1932 aan een artikelenserie ‘Chinareise ganz allein’ voor Deutsch-Chinesische Nachrichten, de enige Duitstalige krant die in China en Japan verscheen. Op 30 mei 1932 wordt zij door de redactie gecomplimenteerd voor haar bijdrage: “Wir konnten uns keine Besseren Einführung in den Textteil unserer Bäderausgabe denken als diesen flüssigen, ausserordentlich interessanten Bericht über Ihre Reiseeindrücke.” De redactie waardeerde het kleurrijke, journalistiek levendige beeld dat zij van China schetste, terwijl haar onderwerpen tegelijkertijd aanspoorden tot beschouwelijk denken. Delen van het reisverslag werden samen met de onderweg gemaakte foto’s verwerkt in de dummy China, please smile!.
In de jaren dat Ellen en Willem Thorbecke in China woonden (van 1932 tot 1941, met een onderbreking in 1935) werd het land geteisterd door conflicten. De nationalistische regeringsleider Chiang Kai-shek was verwikkeld in een burgeroorlog met de communisten van Mao Tse-toeng. Tevens was er de expansiedrang van Japan, dat Mandsjoerije claimde en in 1937 een grootschalige invasie zou inzetten op China. Net zoals zijn grote voorganger Sun Yat-sen, die de nationalistische Kwomintang partij had opgericht, wilde Chiang Kai-shek de Chinese republiek op een moderne, westerse leest schoeien. Daartoe hield hij vast aan de drie principes die Sun Yat-sen had geïntroduceerd, nadat in 1912 de laatste Chinese keizer was afgetreden: nationalisme, democratie en socialisme (verbeterde levensomstandigheden van het volk). In psychologisch opzicht werd de Chinese samenleving verscheurd door de tweespalt tussen de traditionele confuciaanse waarden en het westerse denken met bijbehorend moderne levenstijl, waartoe een jonge generatie zich voelde aangetrokken. ‘East meets west’ werd een begrip en beginjaren dertig stond China erg in de belangstelling bij een aantal westerse schrijvers, filmmakers en beeldend kunstenaars. De Amerikaanse schrijfster Pearl Buck publiceerde in 1931 haar succesvolle roman The Good Earth, waarin zij aan de hand van het aangrijpende levensverhaal van de boer Wang Lung de traditionele waarden van de Chinese plattelandsbevolking voor een westers publiek inzichtelijk maakte. Joseph von Sternberg en Mariene Dietrich situeerden hun tweede film Shanghai Express (1932) in Peking. De dichter Slauerhoff werd aangetrokken door het mystieke en spirituele China, maar vond uiteindelijk zijn spleen in de ‘Oost-Aziatische wespennesten’ Shanghai en Macao, die hij als scheepsarts van de Java-China-Japan-Lijn bezocht. De havenstad Shanghai was ook het decor voor het Kuifjeverhaal De Blauwe Lotus (1936) van de Belgische striptekenaar Hergé, waarin deze de jonge reporter ten strijde laat trekken tegen een internationale smokkelaarsbende en en passant de westerse, racistische vooroordelen over ‘het gele ras’ aan de kaak stelt. Echt kritisch was André Malraux, die in zijn roman La condition humaine (1933) de enorme tegenstellingen schetste tussen de verpauperde Chinese stadsbevolking en de decadente levenstijl van de buitenlanders.
Minder bekend is het werk van de Oostenrijkse avonturier en kunstenaarbohémien Friedrich H. Schiff, die in de jaren dertig in China naam maakte met humoristische cartoons en waterverfstudies van het dagelijkse leven in Peking en Shanghai. Zowel het gedrag van westerlingen als van Chinezen wist hij in in zijn pentekeningen raak te typeren. Schiff was goed bevriend met Ellen en Willem Thorbecke en leverde een belangrijke bijdrage aan de fotoboeken.
In de publicaties van Ellen Thorbecke vormt ‘east meets west’ eveneens het centrale thema. Een eerste resultaat was de dummy China, please smile!, waarbij zij nauw samenwerkte met Schiff. Dit album, bedoeld als voorbeeld voor een uitgever, bevat een curieuze combinatie van ingeplakte foto’s, teksten en tekeningen. Op de eerste pagina maken we kennis met de twee getekende hoofdpersonages: de Engelsman Mr. Pim – het prototype van de westerse koloniaal met tropenhelm, pijp en camera – en de gastvrije Chinees Mr. Wu. Samen maken zij een reis door China. Aan de hand van hun gesprekken wordt de (westerse) lezer geïnformeerd over Chinese gewoonten en gebruiken en de betekenis van oude monumenten. Doel was om meer begrip voor eikaars culturen te kweken en het negatieve beeld dat er in het westen van China bestond – een barbaars land waar voortdurend werd gevochten – bij te stellen. Dit kon volgens de auteurs het beste worden bereikt door aandacht te besteden aan de gewone mens en zijn dagelijkse leven. Ellen Thorbecke schrijft in de inleiding: “What Mr. Wu shows to his friend Mr. Pim is not CHINA nor all its problems, it is neither politics nor sinology but the way of men with hearts full of affection and curiosity for this strange country of China which Mr. Pim is eager to see and to understand. Let us go with them, (…) let us admire China’s determination to struggle out of war, poverty and misery into a future of progress, peace and prosperity.”
In de daarop volgende dubbele pagina krijgt de kijker een grote diversiteit aan onderwerpen voorgeschoteld, variërend van kleine reportages over het openbaar vervoer – ‘transportation’, ‘road construction’ – tot impressies van de burgeroorlog met foto’s van vernielde gebouwen en wachtende soldaten op een station. Ook is er aandacht voor bijgeloof en godsdienstige rituelen (waarzeggers, de taoïstische ‘Tempel van Helse Martelingen’) en voor typisch Chinese bevolkingsgroepen als bootzigeuners, eunuchen en bedelaars. De foto’s getuigen van een warme belangstelling voor deze mensen. Waar mogelijk zocht Ellen Thorbecke direct oogcontact of vroeg hen een moment voor de camera te poseren, om zo hun gemoedstoestand te kunnen vastleggen. Sommige gezichten zijn getekend door hard werken, andere door armoede en verdriet. Maar ook is er de blijdschap over de geboorte van een kind en wordt er veel gelachen, zoals in het charmante portret van de raadselachtige Mongoolse prinses Nirgidma Torhout, die Ellen in een bijschrift karakteriseerde als ‘the smiling Mona Lisa’.
Anders dan de foto’s van Ellen Thorbecke zijn de tekeningen van Schiff veel clichématiger en krijgen de sketches met Mr. Pim en Mr. Wu hier en daar zelfs een badinerende ondertoon. Zo laat hij het duo kijken naar een foto van een karavaan van kamelen, terwijl op de achtergrond een krabbel staat van een stoomlocomotief, symbool van westerse vooruitgang. En tegenover foto’s van sjouwende koelies plaatst hij een druk gesticulerende Mr. Pim, die Mr. Wu attendeert op het moderne vervoer per autobus en vrachtwagen. Hier wordt het neokoloniale gedachtegoed uitgedragen. Maar de suggestie dat door economische samenwerking met het westen het leven in China beter zal worden, is in tegenspraak met de onbevangen foto’s en journalistieke teksten van Ellen Thorbecke.
De dummy China, please smile! is een mengeling van sociaal document, schetsboek, toeristische gids en reisverslag en misschien dat juist vanwege de grote diversiteit uitgeverijen geen belangstelling toonden. Soms, zoals in de pagina’s over het Chinese platteland, roepen de foto’s en teksten associaties op met Pearl Bucks roman The Good Earth. De intentie van beide auteurs was dezelfde, namelijk met respect en inlevingsvermogen verslag doen van de traditionele leefwijze en het lijdzame karakter van de Chinese boerenbevolking. Daarbij was Ellen Thorbecke zich bewust van haar eigen voyeuristische rol als fotografe en journaliste, zoals blijkt uit een pagina met twee foto’s van een oude vrouw en drie kinderen zittend voor hun boerenwoning. In de tweede opname beschermt de vrouw een van de kinderen tegen de camera. Het bijschrift luidt: “Chinese country people have a marked aversion for having their pictures taken. It is the fate of many foreign photo enthusiasts, to discover just a pair of disappearing legs on the negative, where they had expected to see a wonderful snap shot of Chines life. Chinese people, who are too old or too weak to escape, try to hide their beloved descendants from the Bad Spirits which they believe live in the small black box.”
Kinderen spelen een belangrijke rol in China, please smile! Zo werd Ellen Thorbecke geraakt door de uitdrukking op het gezicht van een meisje dat met houten stokjes een rijstkommetje leeg at. Ook had zij oog voor kinderarbeid in een weverij en voor de sculpturen in de Tempel van Vruchtbaarheid, waar vrouwen offers brachten om zwangerschap af te dwingen.
In dezelfde periode startte Ellen Thorbecke met het schrijven van kinderverhalen. In 1934 verscheen Three in one met illustraties van Schiff. Samen zouden zij nog vier andere boekjes samenstellen, die soms in China waren gesitueerd en waarbij de kinderen zelfde tekeningen moesten afmaken en inkleuren.
Na het ongepubliceerde China, please smile! volgde in 1934 bij uitgeverij Kelly & Walsh het fraai verzorgde plaatwerk Peking studies. De publicatie past in het rijtje boeken over toerisme en etnografie waarvoor tijdens het interbellum een markt was ontstaan door de expansie-politiek van de koloniale mogendheden. Peking studies kende eenzelfde opzet als zijn voorganger, met als verschil dat de ingeplakte originelen nu waren vervangen door hoogwaardige koperdiepdruk reproducties. Opnieuw duiken de stripfiguren Mr. Pim en Mr. Wu tussen de foto’s op om de kijker rond te leiden langs de monumenten en de inwoners van Peking. Ellen Thorbecke richtte haar camera nu op de architectuur van de Verboden Stad en de Hemelse Tempel, fotografeerde een boeddhistisch begrafenisritueel en portretteerde jonge leerlingen en acteurs uit het Chinese theater. Maar het meest treffend zijn haar opnamen van Chinese straattypen, waaronder waarzeggers, kappers, marktlieden, schoenmakers en riksja-koelies. Zij toont hen als hard werkende mensen die zich trachten te ontworstelen aan hun armoedig bestaan. Westerse bewoners en ‘moderne’ Chinezen zijn in haar reportage geheel afwezig, evenals het moderne straatbeeld. Dit geldt niet voor de tekeningen van Schiff, die een mondain Peking schetst en op luchtige wijze commentaar levert op de in de foto’s vastgelegde mensen en situaties. Zo voorzag hij het portret van een Chinese bruid met een krabbel van een westers bruidspaar gekleed in zwart kostuum, hoge hoed en witte sluier. En naast de foto van een snoepverkoper staat een tekening van Mr. Pim en Mr. Wu die aan het lunchen zijn in een snackbar. Als ‘running gag’ is de toerist Mr. Pim constant in de weer met zijn camera.
In de curieuze, collageachtige lay-out van Peking studies lopen de tekeningen soms letterlijk over in de foto’s en zorgen zwarte en rode balken ervoor dat de tekst- en beeldelementen tot een geheel worden. De lay-out refereert aan de dynamische ‘typo-foto’ experimenten van Laszlo Moholy-Nagy uit de jaren twintig en aan geïllustreerde tijdschriften uit de jaren dertig. Op de laatste pagina van Peking studies staat vermeld dat alle opnamen werden gemaakt met een Rolleiflex. De firma Franke & Heidecke te Braunschweig, die de camera in 1928 op de markt had gebracht, was blijkbaar zo onder de indruk van de foto’s dat zij het boek sponsorde.
Met haar vierkante matglas en 6×6 rolfilm negatieven was de Rolleiflex een multifunctionele camera, die zowel kon worden gebruikt voor reportagedoeleinden als voor architectuur, landschappen en portretten. Daarom en vanwege het bedieningsgemak was zij tot ver in de jaren zestig geliefd bij professionals en amateurs. Ook de nauwelijks in fotografie geschoolde Ellen Thorbecke herkende in de Rollei de ideale camera voor haar journalistieke en etnografische projecten. In China beoefende zij er alle genres mee, alhoewel haar hart uitging naar het portret en de sociale reportage.
Anders dan de Leica 35mm kleinbeeld, die vanwege zijn compactheid en lichtheid uitgroeide tot de favoriete camera voor fotojournalisten, bood de Rollei het voordeel dat situaties met mensen ongestoord vanaf buikhoogte konden worden gefotografeerd. De camera had een minder jachtig en agressief karakter dan de Leica. Zowel ongedwongen snapshots als geposeerde foto’s waren mogelijk. En als het moest kon met de Rollei ook snel worden gewerkt, zoals Ellen Thorbecke aantoonde in enkele portretseries over spelende kinderen.
Een andere kwaliteit van de Rolleiflex was dat het heldere matglas het hele beeld toonde, waardoor fotografen reeds bij de opname rekening konden houden met de compositie. De 6×6 negatieven boden echter ook de mogelijkheid om pas in de donkere kamer zonder noemenswaardig verlies aan scherpte de uitsnede te bepalen. In een vergelijking tussen de resterende negatieven en de koperdiepdruk reproducties in de boeken blijkt dat Ellen Thorbecke vaak een iets krappere kadrering koos vanwege de compositie en om storende beeldelementen weg te laten. Haar negatieven zijn goed belicht en ontwikkeld. Afdrukken werden gemaakt op Agfa Brovira papier en van een zwarte rand voorzien. Waarschijnlijk liet zij het ontwikkelen en afdrukken over aan vakmensen, die daarbij haar aanwijzingen opvolgden.
In het derde boek People in China (1935), uitgegeven bij Harper & Brothers in Londen, kwam het dubbeltalent van Ellen Thorbecke als schrijfster en fotografe volledig tot zijn recht. De publicatie is een sociologische studie naar verschillende mensentypen die beginjaren dertig in China leefden. Ellen Thorbecke maakte tweeëndertig portretten van – zoals de tekst op het stofomslag vermeldt -“(…) men and women in different walks of life who represent the old and the new order, from the aristocrat and the philosopher to the humble rickshawcoolie and the sing-song girl of the tea-house.” Samen met de puntige teksten geven de foto’s een illustratie van de “(…) varying characteristics of the Chinese (…)” en de “(…) psychological peculiarities and customs of the people (…)”.
Voorafgaand aan de foto’s schetst Willem Thorbecke in een inleidend essay de geschiedenis en cultuur van China, toegespitst op de grote veranderingen die na het verdwijnen van de laatste keizer onder leiding van de ‘vader des vaderlands’ Sun Yat-sen hadden plaatsgevonden. Thorbecke constateert een verval van religieuze waarden, karakteriseert het Rode Leger en de communisten als bandieten en signaleert de opkomst – onder Chiang Kai-shek – van een nieuwe generatie Chinezen die met westerse ideeën is opgevoed. Door al deze ingrijpende veranderingen verkeert China in een identiteitscrisis die hopelijk in de toekomst zou worden opgelost wanneer “(…) een nieuw credo de vijfhonderdmiljoen wakker schudt uit hun apathie (…)”.
Deze door liberale opvattingen gekleurde inleiding vormt het raamwerk voor de portretten van Ellen Thorbecke. Haar stijl is opvallend modern. Behoudens een enkele traditionele pose ten voeten uit (The thirteen-year-old husband, The cameldriver) en reportageachtige snapshots van Chinezen uit de lagere sociale klassen (The Rickshaw-Coolie) worden de meeste portretten gekenmerkt door extreme close-ups. Deze beeldtaal refereert aan het Bauhaus en de Nieuwe Fotografie, maar ook aan Helmar Lerski’s invloedrijke publicatie Köpfe des Alltags (1931), een serie expressieve portretten van anonieme Duitse arbeiders en ambachtslieden.
De teksten bij de foto’s zijn door Ellen Thorbecke met inlevingsvermogen geschreven en leiden vaak tot rake psychologische karakteriseringen. Zo is er The Ultra-modern girl, die vanuit laag standpunt in close-up is gefotografeerd en – gelet op haar gezichtsuitdrukking – een stralende toekomst tegemoet gaat. Uit de tekst vernemen we dat zij van rijke komaf is, een goede opleiding heeft gehad, maar “(…) she talks fast and loud, is formidably independent and capable, very intelligent, and mostly very unhappy (…)”• Dezelfde existentiële twijfel wordt toegeschreven aan The Student, die in moderne kleding en met westers kapsel buiten op een bank zit en peinzend voor zich uit staart. Ellen Thorbecke schrijft dat hij in conflict leeft met zijn vader, een rijke handelaar die tegen westerse vernieuwing is: “The student is twenty years of age and has everything in life -youth, wealth and chances for a great career. Yet his soul is torn by the problems and sorrows which are typical of the spirit of his age. (…) He sits, hour after hour, staring into the waters, groping for what youth has been seeking since the world existed – for understanding and truth.” Het fraai beschreven gevoel van eenzaamheid en vervreemding wordt versterkt door de lege ruimte van een aangrenzende bank, die in de compositie is opgenomen.
Soms lijkt het alsof Ellen Thorbecke haar fotografische stijl heeft afgestemd op de sociale status en moderniteit van de mensen. Zo is er het traditionele portret van The thirteen-year-old husband en zijn bruid, die statig en ten voeten uit poseren in de geest van negentiende-eeuwse etnografische opnamen van niet-westerse volkstypen. Het bruidspaar toont uiterlijk weinig affectie voor elkaar.
Daartegenover staat de close-up foto van The happy couple, een modern echtpaar – hij dokter en beiden in het buitenland gestudeerd – die elkaar innig verliefd aankijken.
Wellicht heeft Ellen Thorbecke zich bij de opzet van People in China laten beïnvloeden door het befaamde fotoboek Antlitz der Zeit van August Sander, dat in 1929 in Berlijn verscheen als eerste deel van zijn grootschalige project Menschen des Zwanzigsten Jahrhundert. In beide uitgaven zijn mensen uit één land typologisch ingedeeld naar beroep, leeftijd en sociale herkomst. Sander wilde het veranderende twintigsteeeuwse bewustzijn van zijn Duitse landgenoten vastleggen aan de hand van hun gezichten, houdingen en kleding. Bij de foto’s staat de status van de geportretteerde vermeld: Proletariermutter, Kommunistische Führer, Der Herrenbauer, Bürgerliche Familie, Bohème. Ellen Thorbecke toonde in haar portretten van representanten van het oude en nieuwe China dezelfde ambitie. Maar waar Sander de mens in zijn eigen omgeving plaatst en op objectieve wijze het bewijs tracht te leveren van sociale spanningen in de Duitse samenleving, daar concentreert Ellen Thorbecke zich op het gezicht om zo de psychologische gesteldheid van ieder individu te tonen in een land waar oosterse en westerse denkbeelden met elkaar botsen. In haar ‘subjectiverende’ portretten trachtte zij in taal en beeld door te dringen tot de ziel van de Chinees. Wat denkt of voelt hij? In de close-ups en de teksten worden de innerlijke gedachten gevangen en aaneengesmeed tot ‘word-pictures’, zoals de omslagtekst vermeldt.
August Sander registreerde in Antlitz der Zeit een wil tot stabiliteit, een sociologie die in strijd lijkt met het verdere verloop van de geschiedenis wanneer in 1932 de Nazi’s aan de macht komen. Ook Ellen Thorbeckes classificatie van de Chinese samenleving werd achterhaald door de geschiedenis, nadat in 1949 Mao Tse-toeng de communistische Volksrepubliek China stichtte en alle westerse ideeën overboord gooide. Vanwege hun trouwplannen maar ook vanwege ruimere opvattingen over de Nederlandse koloniale politiek ten aanzien van Nederlands- Indië nam Willem Thorbecke in 1935 ontslag bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, en reisde de familie terug naar Den Haag. In Nederland greep Ellen Thorbecke de gelegenheid aan om enkele toeristische plekken te bezoeken en een reportage te maken over het vissersdorp Volendam. Net zoals in China richtte zij haar camera op het volksleven en fotografeerde vissers in klederdracht in de haven. Voor de Amsterdamse Java-China-Japan-Lijn stelde zij de gelegenheidsuitgave Het geheimzinnige China samen, het enige boek dat in Nederland verscheen.
In 1936 keerden de Thorbeckes terug naar China. Willem kreeg een aanstelling als bedrijfsadviseur bij Philips. Samen met hun kinderen woonden zij eerst in Hongkong en later Shanghai. Over beide steden maakte Ellen Thorbecke informatieve boekjes met eigen foto’s en tekst. Artistiek gezien waren deze populaire uitgaven van minder niveau dan de eerdere publicaties. Ook fotografeerde zij nu haar kinderen. Vanwege de oorlog verliet de familie in 1941 China en vestigde zich in Zuid-Afrika.
Het fotograferen kwam tijdelijk op een laag pitje te staan en pas in 1944 pakte Ellen Thorbecke de camera weer op. In Zuid-Afrika werd zij gevraagd om in de stijl van haar boeken over Hongkong en Shanghai een reportage te maken over de opbouw van Israël; dat wil zeggen op een populaire manier en zonder in te gaan op de politiek. De familie verbleef een jaar lang in Jeruzalem waar Ellen de stroom van immigranten fotografeerde. Na het uitroepen van de joodse staat verscheen in 1947 bij uitgeverij Harper & Brothers in Londen Promised land met een inleiding van Willem Thorbecke. In de teksten en aan de hand van de foto’s – nu gereduceerd tot illustraties – beschrijft Ellen Thorbecke de geschiedenis van het joodse volk en schetst zij een optimistisch beeld over de toekomst van Israël.
Na hun verhuizing in 1946 naar Amerika kwam een einde aan de fotografische activiteiten van Ellen Thorbecke.
Fotografie was voor Ellen Thorbecke een hobby die zij goed kon inpassen in haar journalistiek werk. Haar archief is klein, maar bijzonder. Slechts weinig fotografen hebben zich beginjaren dertig zo intens bezig gehouden met China. Of Ellen Thorbecke contacten onderhield met ander fotografen is onzeker. Ongetwijfeld heeft zij het werk gekend van de Duitse fotografen August Sander en Helmar Lerski en was ze op de hoogte van de ideeën van de Nieuwe Fotografie en de fotojournalistiek in Duitse kranten en tijdschriften. Hoogtepunten in haar oeuvre vormen de etnografische fotoboeken Peking studies en People in China, waarmee zij haar talent als schrijfster en fotografe etaleerde en tegelijkertijd getuigde van haar kennis en liefde voor de Chinese cultuur.
Ellen Thorbecke begaf zich in de internationale wereld van de journalistiek en de diplomatie en liet zich bij haar projecten leiden door het liberale gedachtegoed. Net als haar man stond zij terughoudend tegenover de westerse missionarisgeest. Zij heeft haar foto’s nooit geëxposeerd en evenmin getheoretiseerd over fotografie als artistieke expressie. De camera bood haar in de eerste plaats een venster op de wereld. En die wereld was China.
Documentatie
Primaire bibliografie
Diverse artikelen, in Berliner Tageblatt 1928-1935 (vanaf 1932 met foto’s).
Diverse artikelen, in Neue Freie Presse 1928-1935 (vanaf 1932 met foto’s).
Diverse artikelen, in Deutsch-Chinesische Nachrichten 1932-1935 (met foto’s).
Ellen Catleen (foto’s en tekst) en Schiff (tekeningen), China. Please smile!, z.j. (ongepubliceerd).
Ellen Catleen (tekst en foto’s) en Schiff (tekeningen), Peking studies, Shanghai (Kelly &Walsh) 1934.
Ellen Thorbecke (tekst en foto’s), Schiff (tekeningen) en W.J.R. Thorbecke (inl.), People in China, Londen (Harper & Brothers) 1935.
Ellen Thorbecke (tekst en foto’s) en Schiff (tekeningen), Het geheimzinnige China/Mysterious China. Aangeboden door de/presented by the Java-China-Japan-Lijn, z.p. [Den Haag] (Leopolds) z.j. [1937].
Ellen Thorbecke (tekst en foto’s) en Schiff (tekeningen), Hong Kong, Shanghai/Hong Kong/Singapore (Kelly &Walsh) z.j. [1939].
Ellen Thorbecke (tekst en foto’s) en Schiff (tekeningen), Shanghai, Shanghai (North China Daily News & Herald) 1941.
Ellen Thorbecke (tekst en foto’s) en W.J.R. Thorbecke (inl.), Promised land, New York/Londen (Harper & Brothers Publishers) 1947.
kinderboeken:
Ellen Catleen (tekst) en Schiff (tekeningen), Three in one, Tientsin-Peking (Peiyang Press) z.j. [1934].
Ellen Catleen (tekst) en Schiff (tekeningen), Beetleland, Tientsin- Peking (Peiyang Press) z.j.
Ellen Catleen (tekst) en Schiff (tekeningen), Raggie’s Adventures in China, Tientsin-Peking (Peiyang Press) z.j.
Ellen Thorbecke (tekst) en Schiff (tekeningen), KingHenry, Shanghai (Kelly &Walsh) zj.
Ellen Thorbecke (tekst) en Schiff (tekeningen), Williams trip to Asia, Shanghai (Kelly & Walsh) zj.
foto ‘s in:
Berliner Tageblatt 1932-1935.
Deutsch-Chinesische Nachrichten 1932-1935.
Neue Freie Presse 1932-1935.
Tentoonstellingen
1999 (e) Leiden, Rijksmuseum voor Volkenkunde, Ellen Thorbecke: foto’s van China (1932-1935).
Bronnen
Amsterdam, mevr. E. Thorbecke.
Collecties
Rotterdam, Nederlands Fotomuseum
Auteursrechten
De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Ellen Thorbecke worden beheerd door het Nederlands Fotomuseum te Rotterdam.