Fotolexicon, 16e jaargang, nr. 32 (november 1999) (nl)

Wiel van der Randen

Carla van der Stap

Extract

Wiel van der Randen is als persfotograaf en journalist in de voetsporen getreden van Dr. Erich Salomon. Vanaf 1937 fotografeerde hij onder meer zittingen van de ministerraad. Niet alleen in de Eerste en Tweede Kamer, maar ook in societykringen werd Van der Randen met zijn Leica een geaccepteerde verschijning. Daarnaast maakte hij voor fotopersbureaus opnamen van sociaalcharitatieve onderwerpen in het katholieke zuiden des lands en via zijn opdrachtgever Drukkerij De Spaarnestad leverde hij talrijke reportages aan geïllustreerde bladen.

Biografie

 

1897

Wilhelmus Hubertus Jacobus (Wiel) van der Randen wordt op 10 maart te Venlo geboren als zoon van Anna Geertruda Meijers en Peter Hubert van der Randen.

ca.1915-‘18

Omstreeks 1915 legt Wiel zijn gymnasiumopleiding met goed gevolg af. Daarna volgt hij deels de opleiding aan de Grafische School te Utrecht. Hij is naar eigen zeggen volontair bij een Roermondse fotograaf Koch.

1918

Wiel van der Randen treedt in militaire dienst en is gelegerd in Breda. In deze periode leert hij zijn toekomstige, in Antwerpen woonachtige vrouw Angela Anna Teuns (geboren 24 juni 1898) kennen.

1920

Op 27 januari trouwen zij. Van der Randen staat bij het bevolkingsregister te boek als ‘teekenaar bij de telegrafie’ in Maasschriksel (later doorgestreept en vervangen door boekhouder). Het echtpaar vestigt zich aan de Dr. Mathijssenstraat in Venlo.

Op 16 november wordt zoon Petrus Robertus Adrianus geboren.

In de Nieuwe Venlosche Courant adverteert Van der Randen als tekenaar, graficus, fotograaf en chemograaf.

Van der Randen wordt actief lid van de Venlose kunstkring ‘De Blauwe Bloem’.

1921

Op 30 november wordt dochter Anna Josepha Adriana geboren.

1923

Op 8 juni wordt als tweede dochter Maria Antoinette geboren.

1924

Voor een tentoonstelling in Venlo ter ere van de Venlose kunstenaar Jean Garjeanne (1860-1930) maakt Van der Randen een affiche.

1925

Op 15 januari wordt als laatste kind Jan Willem geboren. In het handelsadresboek van de Kamer van Koophandel van Noord-Limburg en in het adresboek van de gemeente Venlo, Maasbree en Tegelen adverteert Van der Randen als ‘reclame-teekenaar’.

1926-‘28

Van der Randen is tot 1928 redacteurfotograaf bij de Nieuwe Venlosche Courant.

1927

Op 19 oktober verhuist de familie naar ‘s-Hertogenbosch en gaat wonen aan de Graafscheweg 37. Bij deze gemeente staat Van der Randen geregistreerd als boekhouder.

In feite is hij fotojournalist bij Fotopersbureau Het Zuiden, dat in ‘s-Hertogenbosch is gevestigd, en fotografeert hij voor de Nieuwe Venlosche Courant (na 1945 Dagblad voor Noord-Limburg geheten).

1928

Op 26 april verhuist het gezin naar Amsterdam en vestigt zich aan de Admiraal de Ruyterweg 388.

Van der Randen werkt als fotograaf voor Het Internationaal Fotopersbureau (opgave aan het Verbond van Nederlandse Journalisten in 1941, bewaard bij het NIOD (voorheen RIOD). Welk fotopersbureau dit is geweest, is niet bekend.)

1929-34

Hij is als fotograaf verbonden aan N.V. Vereenigde Fotobureaux. Van 1929 tot 1934 is hij als fotojournalist werkzaam voor het dagblad De Telegraaf.

1934

Het gezin verhuist naar de Admiraal de Ruyterweg 36. Van der Randen gaat in vast dienstverband werken bij NV Drukkerij De Spaarnestad in Haarlem. Hij maakt reportages, vaak inclusief tekst, voor de Katholieke Illustratie en Panorama.

Voor de Katholieke Illustratie fotografeert hij onder andere de begrafenis van Prins Hendrik en het Jordaanoproer.

1937

Van der Randen en zijn gezin verhuizen binnen Amsterdam naar Leidsegracht 42.

1938

Wiel van der Randen wordt fotoredacteur bij Panorama.

1944-’48

Hij volgt de avondcursus schilderen aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam.

1945

In september exposeert Van der Randen met zijn schilderwerk in het Venlose stadhuis.

Op 7 mei fotografeert hij, evenals een aantal collega-fotografen, het drama van de schietpartij op de Dam in Amsterdam.

1949

Wiel van der Randen overlijdt op 24 juli na een kort ziekbed te Amsterdam.

Beschouwing

Wiel van der Randen was, naar overlevering, een echte Bourgondische levensgenieter met een positieve levenshouding. In zijn schilderijen en tekeningen heerst daarentegen een totaal andere sfeer; zij zijn donker en somber van toon en merendeels religieus van aard.

In eerste instantie was Van der Randen persfotograaf bij diverse dagbladen, later bij geïllustreerde weekbladen, zoals de Katholieke Illustratie en Panorama van NV Drukkerij De Spaarnestad in Haarlem (vanaf 1973 Uitgeverij De Spaarnestad bv geheten, vanaf 1986 Stichting Nederlands Foto- en Grafisch Centrum (NFGC)/Spaarnestad Fotoarchief). Hij was daar een belangrijke fotograaf, speciaal aangetrokken als vertegenwoordiger van het katholieke zuiden van Nederland, voor onderwerpen als bedevaarten, processies, katholieke folklore en kloosters. Van der Randen was echter inzetbaar voor een veel breder scala aan onderwerpen. Hij fotografeerde bijvoorbeeld het Jordaanoproer in 1934, een uit de hand gelopen demonstratie van werklozen tegen de aangekondigde steunverlaging, waarbij de politie hardhandig ingreep. Ook was Van der Randen als fotograaf aanwezig bij de begrafenissen van Prins Hendrik en Koningin Emma, portretteerde hij grootheden als Arturo Toscanini en Albert van Dalsum en fotografeerde hij de schietpartij op de Dam van 7 mei 1945. Verder maakte hij uitgebreide en afwisselende reportages over bijvoorbeeld het productieproces van perkament, de Nederlandse eierbranche en de zich ontwikkelende luchtvaart.

Zijn fotografische verslaglegging onderscheidt zich van die van zijn toenmalige collega’s vanwege zijn oorspronkelijke visie en zijn vooruitstrevende fotografische opvattingen, die overeenkomen met die van de Nieuwe Fotografie in de jaren dertig.

Volgens een opgave van Van der Randen aan het Verbond van Nederlandsejournalisten in 1941 (bewaard bij het NIOD) zou hij direct na zijn gymnasiumopleiding als volontair in dienst zijn getreden bij een Roermondse fotograaf Koch. Dit kan niet de portretfotograaf Mathieu Koch (1900-1976) zijn geweest, die toen nog veel te jong was om een bedrijf te hebben, tenzij Van der Randen zich in de periode heeft vergist.

Omstreeks zijn achttiende jaar was hij werkzaam als chemigraaf, ook wel clichémaker genoemd. Bij dit chemische proces worden negatieven gemaakt in hoogdruk waarbij geëtst wordt op een metalen plaat. Het ligt voor de hand dat Van der Randen door met dit procédé te werken het belang van een perfect negatief inzag en minder waardering kon opbrengen voor het bewerken van een opname of afdruk in de doka. In 1926 deed hij als fotograaf bij de Venlosche Courant de nodige ervaring op in fotojournalistiek werk. Daarnaast werkte hij als tekenaar en graficus voor dit dagblad.

In zijn vrije tijd schilderde hij en maakte grafisch werk. Landschappen met apocalyptische voorstellingen en religieuze onderwerpen waren zijn favoriete thema’s en af en toe tekende of schilderde hij een (zelf) portret. Het is opvallend dat in zijn fotografie een sterke nadruk ligt op het progressieve, terwijl hij zich als schilder en graficus juist erg conservatief uitdrukte.

Tijdens zijn lidmaatschap van de kunstkring ‘De Blauwe Bloem’ verzorgde hij regelmatig affiches voor diverse evenementen. Bovendien betuigde hij zich er ook een enthousiast amateurtoneelspeler. Deels om tijdens de bezetting de tijd te vullen, deels om zich nog verder te bekwamen in het schilderen en tekenen volgde Van der Randen vanaf 1944 een opleiding aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam.

Hij onderbouwde zijn beeldend vermogen door technische kennis. Zijn getalenteerde en geschoolde visie en zijn sterk ontwikkelde sociale en contactuele vaardigheden waren de ingrediënten voor zijn technisch en inhoudelijk veelzeggende journalistieke fotografisch werk.

In 1934 kwam Van der Randen bij NV Drukkerij De Spaarnestad te werken. Hij werd daar naar toe gehaald door E. Lautenslager, hoofdredacteur van de Katholieke Illustratie. Lautenslager kende Van der Randen van de dagbladpers uit het zuiden. Voor De Spaarnestad was Van der Randen, met zijn ervaring bij de Venlosche Courant, een goede vertegenwoordiger voor het katholieke zuiden.

De Spaarnestad had in de jaren dertig connecties met een aantal fotobureaus die elkaar ‘bedienden’ van foto’s voor publicaties in dagbladen en tijdschriften. De Vereenigde Fotobureaux, Hollandia (Alkmaar), Polygoon (Amsterdam), Fotopersbureau het Zuiden (‘s-Hertogenbosch) hadden bijvoorbeeld allemaal een abonnement bij De Spaarnestad. Regel was dat een foto na aankoop niet bij anderen mocht verschijnen. In dienst van Drukkerij De Spaarnestad verruilde Wiel van der Randen de dagbladjournalistiek voor de reportagefotografie. Zijn reportages voorzag hij met grote regelmaat van eigen teksten die getuigen van een soepele schrijfstijl.

Het grootste deel van Van der Randens werk is bewaard gebleven. Bij het NFGC/Spaarnestad Fotoarchief worden ruim 1200 Leica kleinbeeldfilms met circa 1000 reportages van Van der Randen bewaard en geconserveerd. Door goede documentatie is veel van zijn gepubliceerde werk terug te vinden in de diverse tijdschriften. Zijn werk van vóór die periode is helaas niet meer te achterhalen.

Maatschappelijke conflicten maakten nauwelijks deel uit van de berichtgeving in de geïllustreerde pers in het algemeen. Bij de Katholieke Illustratie werd het toenmalige sociaalcharitatieve klimaat voluit onder de aandacht gebracht van het lezerspubliek. Van der Randen was een belangrijke leverancier van onderwerpen als doofstommen- en blindeninstituten, liefdadig kloosterwerk en pastorale zorg. Van deze alledaagse reportages – over de toewijding van de zusters, onderwijzers en ijverige leerlingen van een kweekschool voor machinisten of over een glasblazerschool – wist hij met zijn fotografie een veelzijdig en verfrissend beeld te geven. Hij was in staat om de kern van een situatie treffend te vertalen in acht of twaalf beelden.

Voor de meeste redacteuren was het een eer om met Wiel van der Randen op reportage te gaan. Zij wisten zich niet alleen verzekerd van goed gezelschap maar ook van goede fotografie, die meer waarde gaf aan hun artikelen. Van der Randen was een veelgevraagd fotograaf en hij had een grote productie. Zo fotografeerde hij – om een voorbeeld te geven – in maart 1936 achtereenvolgens in Muiden (zeevissers), Utrecht (postkantoor), Denekamp (boerinnenschool), IJmuiden (trawlervloot), Breda (dienstmeisjesschool), bij minister Goseling thuis, Smakt (St.Jozefbedevaart), Amsterdam (filmbal), Amsterdam (RAI), Amsterdam (voetbal) en de vestingwerken in Muiden, Weesp en Naarden.

Jarenlang verschenen reportages over dorpen en steden in de Katholieke Illustratie. Samen met Rie Sinnighe, die verantwoordelijk was voor de tekst, maakte Van der Randen de serie Stad en Land. Binnen een week na de Duitse inval, op 16 mei 1940, meldde de Katholieke Illustratie dat de omvang van het tijdschrift tijdelijk verminderde. Op 2 mei 1941 werd het journalistenbesluit afgekondigd. De fotografen die geen lid van het pro-Duitse Verbond van Nederlandse Journalisten wilden of mochten worden, raakten hierdoor brodeloos. Van der Randen werd lid en kon doorwerken tot maart 1942, toen de Katholieke Illustratie ophield te verschijnen. De fotografen met een vast dienstverband bij De Spaarnestad werden daarna doorbetaald. Vanaf die tijd bestaat de (sterk beperkte) productie van Van der Randen nagenoeg alleen uit stadsgezichten van Amsterdam. Deze werden na 1946 hier en daar gepubliceerd.

Pas in 1946 kwam de uitgave van de tijdschriften weer langzaam op gang vanwege de perszuivering. Van der Randen werd ook gezuiverd en zijn werk verscheen daarna weer in diverse bladen.

Op 7 mei 1945 ging Wiel van der Randen van zijn woonhuis aan de Leidsegracht in Amsterdam naar de Dam, naar aanleiding van de alom verwachte bevrijding. De Canadezen waren in aantocht. Van der Randen had geen opdracht van zijn Haarlemse werkgever om daar te gaan fotograferen. Zoals later zou blijken was hij niet de enige fotograaf ter plekke. Een heel leger fotografen was op diverse plaatsen rond de Dam aanwezig, onder wie Carel Blazer, Cas Oorthuys, Hans Sibbelee, Bert Haanstra, Kryn Taconis, Ad Windig en Frits Lemaire. Om half vier werd vanaf het balkon van de Grote Club op de Dam (hoek Kalverstraat-Dam), waar nog Duitse militairen van de Kriegsmarine zaten, met mitrailleurs gericht gevuurd op het massaal toegestroomde publiek. Bij de schietpartij vielen 22 doden en 122 gewonden. In het boek De Dam 7 mei 1945 van F. Bool en V. Hekking, een uitgave die de betekenis van de foto als historische bron wil aantonen, wordt ruime aandacht besteed aan onder andere Van der Randens foto’s van deze gebeurtenis.

Wiel van der Randen had op het dak van de kosterij van de Nieuwe Kerk een superieure plek gevonden en vanuit die positie maakte hij 54 opnamen. Enkele van de opnamen, vooral de foto van mensen die als een lint achter lantaarnpalen liggen, zijn vanwege hun grote zeggingskracht vele malen gepubliceerd. Zijn verslag hiervan (in beeld en geschrift) verscheen pas op 8 mei 1947 in de Katholieke Illustratie met als kop: ‘De bloedige maandag van 7 mei 1945’ (in verband met de perszuivering verscheen het tijdschrift pas weer vanaf 6 juni 1946).

Na de oorlog zijn de bevrijdingsfeesten door Van der Randen in heel Nederland gefotografeerd, evenals de leden van De Ondergedoken Camera dat in opdracht van Frits Kahlenberg in Amsterdam deden. Daarna maakte Van der Randen opnamen van de oorlogsschade (voor drukkerij De Spaarnestad in het zuiden en oosten van Nederland). Over de verwoestingen in zijn geboorteplaats Venlo maakte hij een hartverscheurende reportage in woord en beeld. Hij meldt over het zwaar geteisterde Venlo: “Een eindeloos schijnende rit over stukgeschoten wegen, langs mijnenvelden, puinhoopen, uitgebrande tanks en vele, vele soldatengraven, brengt ons ten laatste voor de silhouet van de stad. Mijn God dit is geen weerzien, dit is een lijkschouwing. Zooals de familieleden van een verongelukte soms hun dierbare alleen kunnen herkennen aan een halsketting, een rozenkrans, zoo herken ik mijn vaderstad slechts aan de torens van haar stadhuis.” De daarbij gepubliceerde foto’s tonen de enorme puinhopen en het grote en kleine leed.

Het onderwerp luchtvaart, met name de luchthaven Schiphol, Fokker en zijn fabriek en de Uiver, keert met grote regelmaat terug in Van der Randens oeuvre. Vooral in dit onderwerp veroorlooft Van der Randen zich een grote vrijheid in camerastandpunten en beelduitsneden. Dynamiek en expressie, zoals bij de Russische avant-garde veel gebruikt, zijn in deze fotografie nadrukkelijk aanwezig. Of hij van deze Russische stroming op de hoogte was is niet bekend, zeker zal hij kennis genomen hebben van Het Bauhaus. Af en toe zien we ook in de rest van zijn reportages opvallende beelden die als kunstzinnig bestempeld kunnen worden. Hij gaf de opnamen een verrassingseffect mee door een speciaal gekozen opnamehoek of de bijzondere plaatsing van de onderwerpen. Vogelperspectieven, diagonale composities en gewaagde afsnijdingen zijn beeldende middelen waarvan hij gebruik maakte. Hierin toonde hij zich verwant met de geest van de Nieuwe Fotografie. Van de tentoonstelling foto ’57 in Amsterdam maakte de persfotografie geen deel uit, hoewel het werk van Van der Randen hier op zijn plaats zou zijn geweest.

Het informele en de rechtstreekse weergave van het leven hebben een belangrijke plaats in zijn werk. De anekdotiek en het sentiment die in veel van zijn onderwerpen vaak op de loer liggen, wist hij te vermijden. Een enkele keer koos hij er uitdrukkelijk voor, bijvoorbeeld in reportages over markten.

Behalve bij de luchtvaart lag zijn liefde ook bij het theater. Zijn theaterfotografie toont een dynamiek en een theatrale emotie die naar de toenmalige mogelijkheden opvallend is. Een goed voorbeeld zijn de opnamen van de dirigent Arturo Toscanini uit 1937. De expressieve musicus werd door Van der Randen op een bijna filmische manier gefotografeerd. De fotograaf toont Toscanini in verschillende houdingen en gezichtsuitdrukkingen waaruit opperste concentratie en geestdrift spreekt.

De revue, een vorm van theater die in de jaren dertig populair was, legde van der Randen in al zijn zwierigheid vast. Veel van de Bouwmeester-revues liet hij in zijn fotografie goed tot hun recht komen door aandacht te geven aan dansers, decors, figuranten in een donkere achtergrond, maar vooral aan het spelplezier. De sfeer van de spelers onderling op het toneel is soms bijna voelbaar gefotografeerd. Belangrijke acteurs onder wie Albert van Dalsum en Jan Musch werden in karakterrollen door Van der Randen geportretteerd in een plastische houding en met een indringende uitdrukking. Met afwisseling in houding, in lichtval en in standpunt gaf hij fotografische impressies die de toeschouwer nieuwsgierig maakten.

Sinds 1930 werkte Van der Randen met de handzame, lichtgevoelige Leica camera met verwisselbare lenzen en een flitslamp. Hiermee was hij een van de meest vooruitstrevende journalistieke fotografen. De Spaarnestad had een vaste groep van fotografen in dienst die elke dag op reportage ging. Veel fotografen gingen nog met een Speed Graphic op stap, vaak per trein glasplaten en lampen meesjouwend. Het fotograferen moest economisch gebeuren want de fotografen kregen beperkt fotomateriaal mee. Van der Randen droeg weinig ballast en gebruikte nagenoeg geen lampen, want hij prefereerde te werken met bestaand licht. Hij ontwikkelde zijn reportages ‘s avonds in zijn eigen doka in Amsterdam en drukte ze daarna direct af.

In fotoperskringen genoot Van der Randen een grote reputatie als Leica specialist. Het duurde nog lang voordat de kleinbeeldcamera in perskringen geaccepteerd werd. Pas in 1938 namen de persfotografen F.C. de Haan en W. Zeijlemaker, in dienst van de N.V. Vereenigde Fotobureaux, daar als eersten Leica’s in gebruik (informatie uit C. van de Harten, Gemengd Nieuws, Amsterdamse persfoto’s 1920-1940). Van Dr. Erich Salomon is bekend dat hij vanaf de jaren dertig met een Leica werkte. In februari 1936 fotografeerde hij met deze camera minister-president Colijn tijdens een redevoering in de Tweede Kamer. Meestal kocht het tijdschrift Het Leven de foto’s van Salomon exclusief, tot groot ongenoegen van de andere persorganen. Deze journalistieke concurrentiestrijd zette uitgeverij De Spaarnestad ertoe aan om ook toegang te vragen tot vergaderingen in Eerste en Tweede Kamer, met als resultaat dat vanaf eind 1937 alle persfotografen onbelemmerd toegang kregen. Wiel van der Randen en zijn collega Henk Smit fotografeerden in 1937 de eerste zitting van de Ministerraad met minister Colijn. Door zijn ervaring met de Leica, het toestel dat veel bewegingsvrijheid biedt en met zijn voorkeur voor fotograferen met bestaand licht was Van der Randen de aangewezen man voor dit werk. Bovendien bezat hij een grote dosis intuïtie, een onontbeerlijke eigenschap voor fotojournalisten. Van der Randen leverde van dit onderwerp foto’s af die een treffende gelijkenis vertonen met die van Salomon. Ook raakte hij net als Salomon bedreven in het fotograferen van de leden van de high society op onbewaakte momenten.

Dat zijn inzicht en technische kennis op het gebied van de kleinbeeldfotografie werd gewaardeerd, blijkt uit de plaatsing van een artikel (1940) van zijn hand in het gerenommeerde tijdschrift Kleinbeeldfoto. Hierin geeft hij de amateurfotograaf advies bij het fotograferen in theaters, een van zijn geliefde onderwerpen.

Ondanks de vele publicaties in het interbellum is de fotografie van Wiel van der Randen na zijn dood in de vergetelheid geraakt en kreeg zijn oeuvre nooit de aandacht die het verdient. Met zijn visie drukte Van der Randen een herkenbaar stempel op de geïllustreerde pers in de voor- en naoorlogse jaren. Hij was met zijn observatietalent en inlevingsvermogen in staat om een thema met een sterk menselijk gezicht neer te zetten.

Door moderne beeldende middelen te gebruiken was hij een van de weinige ‘vernieuwende’ reportagefotografen. Hij vormde als het ware een trait-d’union tussen de avant-garde en de journalistieke fotografen en om die reden verdient hij een plaats in de geschiedenis van de Nederlandse fotografie.

Documentatie

Primaire bibliografie

Concertgebouworkest op de grammofoonplaat, in ‘s-Gravenhage in beeld (regionale editie van Panorama) 1 juli 1935, p. 26 (met foto’s).

Aan de boorden van de Dinkel, in ‘s-Gravenhage in beeld (regionale editie van Panorama) 1 juli 1935, p. 28 (met foto’s).

Zoete most, in ‘s-Gravenhage in beeld (regionale editie van Panorama) 18 juli 1935, p. 6-7 (met foto’s).

‘Als het scherm rijst’. W. van der Randen vertelt over tooneelfotografie voor den amateur, in Kleinbeeldfoto 6 (november 1940) 4, p. 241-243 (met foto’s).

in Katholieke Illustratie:

Veemarkt, 68 (5 september 1934) 49, p. 1261-1263 (met foto’s).

Een schip wordt gebouwd. Met de camera bij de Nederl. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam, 70 (5 december 1935) 10, p. 326-327 (met foto’s).

De bijbel in den schouwburg, 70 (19 maart 1936) 25, p. 890-891 (met foto’s).

Een ochtend bij de zegenvisscherij, 70 (2 april 1936) 27, p. 948-949 (met foto’s).

Sint Jozef van de Smakt, 70 (23 april 1936) 30, p. 1054-1055 (met foto’s).

Vliegtuigen in de lucht, 70 (4 juni 1936) 36, p. 1273 (met foto’s).

De omgang van de zoete lieve vrouw. ‘n Bossche plechtigheid van Brabantse Godsvrucht, 70 (23 juli 1936) 43, p. 1538-1539 (met foto’s).

Automarkt Amersfoort, 70 (20 augustus 1936) 47, p. 1666-1667 (met foto’s).

Voor de redding van het onvolwassen kind. Sint Maartenskliniek te Nijmegen, 70 (10 september 1936) 50, p. 1784-1785 (met foto’s).

Legermanoeuvres in Noord-Brabant, 70 (24 september 1936) 52, p. 1855 (met foto’s).

Halali. Op den Sint Hubertusdag in Brabant, 71 (12 november 1936) 7, p. 214-215 (met foto’s).

Varen in Amsterdam, 72 (18 augustus 1938) 46, p. 1812-1813 (met foto’s).

Grave. De meest belegerde vestingstad des lands, 72 (18 augustus 1938) 46, p. 1836-1837 (met foto’s).

De drijvende bazaar, 73 (6 oktober 1938) 1, p. 4-5 (met foto’s) (idem in: W.H.J. Steeghs, Venlo’s verleden geïllustreerd, Hulst (Van Geijt productions) 1992, p. 50-51).

De Koninklijke Militaire Academie te Breda, 73 (24 november 1938) 8, p. 308-309 (met foto’s).

Douane, 73 (1 december 1938) 9, p. 352-353 (met foto’s).

De Amsterdamse verkeerspolitie, 73 (29 december 1938) 13, p. 536-537 (met foto’s).

Hoogovens, 73 (16 februari 1939) 20, p. 812-814 (met foto’s).

De blinde op veiligen weg, 73 (30 maart 1939) 26, p. 1048-1049 (met foto’s).

Het korps politietroepen, 73 (20 april 1939) 29, p. 1176-1177 (met foto’s).

Een werk van liefde, 73 (27 april 1939) 30, p. 1224-1225 (met foto’s).

De grenzen worden bewaakt, 73 (27 april 1939) 30, p. 1228-1229 (met foto’s).

Lichtlooze oogen, 73 (11 mei 1939) 32, omslag, p. 1300, 1302-1303 (met foto’s).

Fort ‘Prins Hendrik’, 73 (28 september 1939) 52, p. 2140-2141 (met foto’s),

‘n Romantisch kasteel als missiecentrum. De paters van den H. Geest in het kasteel Gemert, 74 (19 oktober 1939) 3, p. 94-95 (met foto’s).

Werksters op velerlei gebied. De Dominicanessen van het St. Catharinagasthuis te Zwolle, 74 (23 november 1939) 8, p. 288-289 (met foto’s).

De kweekschool voor machinisten, 74 (1 februari 1940) 18, p. 708-709 (met foto’s).

Rubber. Een reportage bij den Rijksvoorlichtingsdienst voor den rubberhandel en den rubbernijverheid te Delft, 75 (20 juni 1941) 38, p. 1456-1457 (met foto’s).

Achter de coulissen van het modespel. Hoe de katoen bedrukt wordt, 76 (23 oktober 1941) 4, p. 106-107 (met foto’s).

Het kapelletje aan den stroom, 76 (13 november 1941) 7, p. 208-209 (met foto’s).

Venlo doodenstad, 80 (20 juni 1946) 2, p. 24-25 (met foto’s) (idem in: Rob Camps e.a. (samenstelling), Venlo vijftig jaar bevrijd, Venlo (Gemeentearchief Venlo), 1995 (Publicaties van het Gemeentearchief Venlo, no. 2).

Van het groote zwijgen, 80 (29 augustus 1946) 7, p. 104-105 (met foto’s).

Pioniers, 80 (24 oktober 1946) 11, p. 166-167 (met foto’s).

Meer dan duizend, 80 (19 december 1946) 15, p. 232-233 (met foto’s).

Allemaal voor onze jongens, 81 (13 februari 1947) 4, p. 50-51 (met foto’s).

De Oosterhoutsche nachtegalen, 81 (13 februari 1947) 4, p. 56-57 (met foto’s).

De bloedige maandag van 7 mei 1945, 81 (8 mei 1947) 10, p. 148-149 (met foto’s).

Bevrijdingsdag, 81 (8 mei 1947) 10, p. 150 (met foto’s).

Hoe God de vader het Leu-dal schiep, 81 (19 juni 1947) 13, p. 200-201 (met foto’s).

Hoe de pastoor van Well zijn noodklok kreeg, 81 (28 augustus 1947) 18, p. 288.

Allerzielen, 81 (23 oktober 1947) 22, p. 338-339 (met foto’s).

HBS-ers zetelen op het raadhuis, 81 (6 november 1947) 23, p. 358-359 (met foto’s).

‘De zwarte bende’ van Lobith, 81 (28 december 1947) 26, p. 406-407 (met foto’s).

Tussen de kleuters. Kleuterheil te Tilburg, 82 (19 februari 1948) 5, p. 70-71 (met foto’s).

Een jeep hobbelt door het veen, 82 (20 mei 1948) 11, p. 184-185 (met foto’s).

Op pelgrimstocht naar Maastricht, 82 (15 juli 1948) 15, p. 254-255 (met foto’s).

De gondels van het zuiden, 82 (23 september 1948) 23, p. 396-397 (met foto’s).

Mijnwerkerskinderen zingen de Leender Choralen, 82 (9 december 1948) 34, p. 618-619 (met foto’s).

Een vertrek op Schiphol, 82 (9 december 1948) 34, p. 639 (met foto’s).

in Panorama:

De kampeertocht van de Tarakan, (8 augustus 1935) 31, p. 20-21 (met foto’s).

De kampeertocht van de Tarakan, (15 augustus 1935) 32, p. 2-3 (met foto’s).

Mijmeringen eener pinguïn, (26 september 1935) 38, p. 4-5 (met foto’s).

Goederede en zijn nachtwaker, (2 januari 1936) 1, p. 1-2 (met foto’s).

Waar Rijn en Maas ons land binnenvallen, (9 januari 1936) 2, p. 2-3 (met foto’s).

Hoe leert een kellner serveren?, (27 februari 1936) 9, p. 2-3 (met foto’s).

Het autokerkhof, (14 mei 1936) 20, p. 2-3 (met foto’s).

De ‘waker’, de ‘slaper’ en de ‘dromer’, (4 augustus 1938) 31, p. 2-3 (met foto’s).

Op jacht en ter vischvangst. Op de Hooge Veluwe, (3 november 1938) 44, p. 1-2 (met foto’s).

Het nieuwe opleidingsschip ‘Koningin Wilhelmina’, (10 november 1938) 45, p. 1-2 (met foto’s).

foto ‘s in:

Libelleca.. 1930-1950 (o.a.: 4 februari 1938, no. 5, p. 11. en 1 juli 1938, no. 26, p. 43).

(reportage over bloei en verval van de Amsterdamse diamanthandel), in Groot Amsterdam (uitgave van Panorama) (1934) 13, p. 1598.

‘s-Gravenhage in beeld (regionale editie van Panorama) (11 juli 1935) 27, p. 1-2, 16.

‘s-Gravenhage in beeld (regionale editie van Panorama) (25 juli 1935) 29, p. 20-21.

Beatrijs (augustus 1935) 15, p. 32.

Beatrijs (7 september 1939) 34, p. 16-17.

Roomse jeugd ca. 1940-1950 (enkele fotopublicaties).

Beatrijs (28 juni 1946) 5, p. 12-13.

Beatrijs (19 september 1947) 19, p. 12-13.

DJ. van der Ven, Inleiding tot de heemcultuur van Asselt aan de Maas, Eindhoven (De Pelgrim) 1948, p. 112.

Beatrijs (5 maart 1948), p. 1.

Beatrijs (2 april 1948), p. 1.

Beatrijs (16 december 1948) 35, p. 26-28.

Taptoe (1963) 1, p. 16-17.

Taptoe ca. 1970-1980 (enkele fotopublicaties).

De schietpartij op de Dam, in de Volkskrant 5 mei 1990, Het Vervolg, p. 11.

Leo Divendal, De paarderuggen van Kertész of oponthoud in een vrije val, Haarlem/Amsterdam (Spaarnestad-Fotoarchief/Luna Negra) 1992, p. 43.

W.J.H. Steeghs, Venlo’s verleden geïllustreerd, Hulst (Van Geijt Productions) 1992, p. 59.

L. Zweers en T. Luijendijk, Foute foto’s. De geïllustreerde pers tijdens de Tweede Wereldoorlog, Zutphen (Walburgispers) 1993, p. 49, 57, 64-65.

P/F. Vakblad voor Fotografie en Imaging (1998) 6, p. 59.

in Katholieke Illustratie:

68 (14 september 1934) 37, p. 24-25.

69 (7 november 1934) 6, p. 250-251.

69 (8 augustus 1935) 45, p. 2118-2120.

69 (29 augustus 1935) 48, p. 2262-2263.

70 (6 februari 1936) 19, p. 674-675.

70 (19 maart 1936) 25, p. 890-891.

70 (2 april 1936) 27, p. 953, 965.

70 (30 april 1936) 31, p. 1102-1103.

70 (21 mei 1936) 34, p. 1204-1205, 1220.

70 (28 mei 1936) 35, p. 1234-1235.

70 (4 juni 1936) 36, p. 1270-1271, 1273.

70 (11 juni 1936) 37, p. 1318-1319.

70 (18 juni 1936) 38, p. 1346-1347.

70 (2 juli 1936) 40, p. 1426-1427.

70 (10 juli 1936) 42, p. 1506-1507.

70 (23 juli 1936) 43, p. 1538-1539.

70 (13 augustus 1936) 46, p. 1648-1649.

70 (27 augustus 1936) 48, p. 1706-1707.

70 (3 september 1936) 49, p. 1738-1739.

71 (1 oktober 1936) 1, p. 16-17.

71 (12 november 1936) 7, p. 214-215.

71 (24 december 1936) 13, p.480.

71 (11 maart 1937) 23, p. 834-835,859.

71 (5 augustus 1937) 45, p. 1642-1643, 1655-1656.

71 (12 augustus 1937) 46, p. 1878-1879.

72 (21 oktober 1937) 3, p. 16-17.

72 (17 februari 1938) 20, p.768-771.

72 (24 februari 1938) 8, p. 6-7.

72 (28 juli 1938) 43, omslag, p. 1695-1697.

73 (5 januari 1939) 14, p. 576-577.

73 (12 januari 1939) 15, p. 614-615.

73 (2 maart 1939) 22, p. 900-901.

73 (23 maart 1939) 25, p. 1019.

73 (4 mei 1939) 31, p. 1263-1265.

73 (18 mei 1939) 33, p. 1344-1345.

73 (6 juli 1939) 40, p. 1650-1651.

74 (4 april 1940) 27, p. 1080-1081.

74 (2 mei 1940) 31, p. 1232-1235.

74 (9 mei 1940) 32, p. 1288-1289.

74 (1 augustus 1940) 44, p. 1652-1653, 1660-1661.

74 (8 augustus 1940) 45, p. 1688-1689.

74 (22 augustus 1940) 47, p. 1746-1747.

74 (5 september 1940) 49, p. 1806-1807.

75 (30 januari 1941) 18, p. 558-559.

75 (20 maart 1941) 25, p. 790-791.

75 (12 juni 1941) 37,p. 1174-1175.

75 (24 juli 1940) 43, p. 1372-1373.

75 (14 augustus 1941) 46, p. 1462-1463.

75 (21 augustus 1941) 47, p. 1486-1487.

75 (28 augustus 1941) 48, p. 1532-1533.

75 (4 september 1941) 49, p. 1554- 1555, 1565-1566

75 (11 september 1941) 50, p. 1582-1583.

75 (25 september 1941) 52, p. 1647-1649.

80 (6 juni 1946) 1, p. 16.

80 (1 augustus 1946) 5, p. 65-69.

80 (12 september 1946) 8, p. 116.

80 (26 september 1946) 9, p. 136-137.

80 (10 oktober 1946) 10, p. 152-153, 164-165.

80 (21 november 1946) 13, p. 203.

80 (5 december 1946) 14, omslag, p. 212-213.

81 (16 januari 1947) 2, p. 24-25.

81 (14 augustus 1947) 17, p. 262-263.

82 (22 april 1948) 9.

82 (19 augustus 1948) 18, p. 300-301.

82 (7 oktober 1948) 25, p. 428-430.

82 (11 november 1948) 30, p. 532-533.

82 (16 december 1948) 35, p. 646-648.

82 (23 december 1948) 36, p. 684-685.

83 (27 januari 1949) 4, p. 124.

83 (3 februari 1949) 5, p. 132-133.

in Panorama [voor zover getraceerd]:

(22 augustus 1935) 33, p. 6-7.

(2 januari 1936) 1, p. 20-21.

(9 januari 1936) 2, p. 2-3.

(30 januari 1936) 5, p. 16-17.

(30 april 1936) 18, p. 28-29.

(11 juni 1936) 24, p. 10.

(17 februari 1938) 7, p. 1-3.

(16 juni 1938) 24, p. 4-5, 28.

(10 oktober 1947) 21, p. 2-3.

Secundaire bibliografie

Auteur onbekend, Kunst in gehavend Venlo, in De Tijd 20 september 1945.

L., In memoriam Wiel van der Randen, in Katholieke Illustratie 83 (4 augustus 1949) 31, p. 971.

Alex Campaert, De schilder Wiel van der Randen, in De Linie 2 september 1949.

Tineke Luijendijk e.a., Het Spaarnestad Fotoarchief. Twee miljoen foto’s, Haarlem (Stichting Nederlands Foto- & Grafisch Centrum) 1986, p. 50, 54.

Tineke Luijendijk en Louis Zweers, Parlementaire fotografie … van Colijn tot Lubbers, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1987, p. 103.

Frido Troost, Wiel van der Randen. Een onbekende grootheid, in Madame de Vue 1 (1990) 1, p . 14-25.

Leo Divendal, Het glazen oog, Haarlem/Amsterdam (Spaarnestad-Fotoarchief/Luna Negra) 1991, p. 8-11.

Flip Bool en Veronica Hekking, De Dam 7 mei 1945. Foto’s en documenten, Amsterdam (Focus) 1992, p. 11, 15-16, 22, 25, 28-29, 33, 36, 42, 46-49, 52, 65 (met foto’s).

Sergio Derks, Verleden tijd. Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog, Zaltbommel (Robas) 1992, p. 167, 174-175.

R.B., De reconstructie, in Focus (mei 1992) 5, p. 34-37.

A. de Goede, Het feest werd een hel, in VPRO gids (1-7 mei 1993) 18.

Louis Zweers, ‘Had ik maar een machinegeweer in plaats van een camera’. Het verslag van fotograaf Wiel van der Randen, in Vrij Nederland 56 (29 april 1995) 17, p. 32-34 (met foto’s).

K. Gottlieb, Beelden van een schietpartij op de Dam. 7 mei 1945, in Het Parool 2 mei 1995.

F. Hermans, Dit is geen weerzien in het leven … Fotograaf Wiel van der Randen bezoekt zijn geboortestad (juli 1945), in Photohistorisch Tijdschrift (1996) 4, p. 101-103.

Lidmaatschappen

Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten (NVF).

Kunstvereniging De Blauwe Bloem 1920.

Tentoonstellingen

1939 (g) Den Haag, Arti et Amicitiae, Kleinbeeld ’39.

1987 (g) Den Haag, Haags Historisch Museum, Parlementaire fotografie … van Colijn tot Lubbers.

1991/1992 (g) Haarlem, Spaarnestad Fotoarchief, Het glazen oog (tentoonstelling in de serie: Uit Het archief in Het archief).

1992/1993 (g) Haarlem, Spaarnestad Fotoarchief, De paarderuggen van Kertész of oponthoud in een vrije val (tentoonstelling in de serie: Uit Het archief in Het archief).

1998 (g) Haarlem, Spaarnestad Fotoarchief, Diva ‘s van de Nederlandse opera.

Bronnen

Amerongen, M. van der Randen, mondelinge informatie.

Amersfoort, Mevr. G.B.A.M. Bakker-van der Randen, mondelinge informatie.

Amsterdam, Gemeentearchief, schriftelijke informatie.

Haarlem, Stichting Nederlands Foto- & Grafisch Centrum (Spaarnestad Fotoarchief), schriftelijke en mondelinge informatie.

Haarlem, F. Troost, mondelinge informatie.

Houten, H. Pijffers, mondelinge informatie.

Velden, A. van der Randen en W. van der Randen, mondelinge informatie.

Venlo, Gemeentearchief, schriftelijke en mondelinge informatie.

Venlo, P.M.F. Jansen, (ongepubliceerde scriptie culturele wetenschappen: De Nieuwe Blauwe Bloem. Cultureel leven in Venlo tussen 1938 en 1957, Open Universiteit 1997).

Collecties

Haarlem, Stichting Nederlands Foto- & Grafisch Centrum (Spaarnestad Fotoarchief).

Auteursrechten

De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Wiel van der Randen berusten bij de Stichting Nederlands Foto- & Grafisch Centrum/Spaarnestad Fotoarchief te Haarlem.