FotoLexicon, 14e jaargang, nr. 29 (november 1997) (nl)

Henk Jonker

Patricia Pince van der Aa

Extract

Henk Jonker was in de Tweede Wereldoorlog tijdens zijn werkzaamheden binnen het verzet in aanraking gekomen met fotografie. Na de oorlog werd hij vooral een documentair fotograaf. Zijn reportages maakte hij meestal in opdracht van kranten en tijdschriften, maar hij werkte ook freelance. Jonker maakte deel uit van de maatschap Particam Pictures met Maria Austria, Aart Klein en Wim Zilver Rupe. Naast onderwerpen met betrekking tot de wederopbouw fotografeerden zij veel voorstellingen op het gebied van theater, toneel, opera en ballet.

Biografie

.

1912

Hendrik Pieter (Henk) Jonker wordt geboren in Berkhout, Noord-Holland, als zoon van Marijtje Kistemaker en Klaas Jonker. Zijn vader is timmerman en heeft daarnaast een opleiding gevolgd bij het Polytechnisch Bureau Nederland Arnhem (PBNA) voor bouwkundig architect.

1918

Het gezin Jonker verhuist naar Apeldoorn.

1920

Het gezin Jonker verhuist naar Warmond.

1925

Het gezin Jonker verhuist naar Amsterdam, en gaat wonen aan de Bestevaerstraat 188.

1929

Na de HBS te hebben afgerond volgt Henk Jonker een driejarige opleiding aan de dagschool voor radiotelegrafie in Amsterdam.

ca. 1935

Jonker kan op zijn vakgebied geen werk vinden en wordt na een aantal kortlopende betrekkingen aangenomen als schrijver op de schrijfkamer van de gemeente Amsterdam aan de Oudezijds Achterburgwal.

ca. 1937-‘44

Vanaf ongeveer 1937 werkt Jonker op het bevolkingsregister van de gemeente Amsterdam. Tijdens de bezetting is hij daar in de gelegenheid om voor het verzet werkzaamheden te verrichten. Hierbij werkt hij veel samen met de loketbediende Henk van Vliet.

Jonker woont aan de Jacob van Lennepstraat 194hs.

1944

Jonker duikt onder en komt in contact met Maria Austria die voor hem koeriersdiensten verricht en pasfoto’s voor de te vervalsen persoonsbewijzen maakt. Zij leert hem de fijne kneepjes van het fotograferen.

1945

Vlak na de bevrijding wordt Particam (samentrekking van de woorden Partizanen Camera) opgericht door Maria Austria, Aart Klein, Wim Zilver Rupe en Henk Jonker. De maatschap wordt gevestigd aan de Willemsparkweg 120, waar Henk Jonker en Maria Austria wonen.

1953

Henk Jonker trouwt met Maria Austria. Wim Zilver Rupe verlaat Particam. Particam wordt omgedoopt in Particam Pictures.

1955

Edward Steichen selecteert onder andere een foto van Henk Jonker voor de tentoonstelling en de catalogus The Family of Man.

1956

Aart Klein stapt uit Particam Pictures en gaat voor zichzelf beginnen.

1959

Jonker wint de tweede prijs van World Press Photo in de categorie Features met een foto van het Nederlands Ballet.

1963-‘68

Jonker verlaat Maria Austria en gaat in Spanje werken als patatbakker. In de wintermaanden komt hij terug naar Nederland om te fotograferen. Hij maakt onder andere foto’s voor Shot ’65, een boekje van en voor de KRO.

1968

Jonker sluit zich in oktober aan bij fotostudio Harry Pot in Bentveld, waar hij samenwerkt met Harry Pot en George van de Wijngaard. Hij woont in Wormerveer.

1969

Jonker verhuist naar Wormer.

1970

Na zijn officiële scheiding van Maria Austria trouwt Jonker met Manja Rootselaar. Zij hebben een dochter Manja (1964).

ca. 1971-‘77

De Verenigde Nederlandse Uitgeversbedrijven (VNU) neemt studio Harry Pot over die nu gevestigd is in Cruquius bij Heemstede. Jonker blijft tot zijn pensioen in 1977 bij de VNU in dienst, niet meer als fotograaf maar als leider van de decorafdeling.

1981

Het Gemeentearchief Amsterdam koopt werk aan van Jonker uit de periode 1949-1962 in het kader van de Historische Documentaire Foto-opdrachten van het Amsterdams Fonds voor de Kunst.

ca. 1982

Henk Jonker verhuist naar Amsterdam.

1985

Na zijn scheiding van Manja Rootselaar trouwt Jonker met Tineke Jeannette Hooft.

ca. 1986

Jonker gaat zich toeleggen op kunstschilderen.

1995

De Nederlandse Programma Stichting zendt een televisiedocumentaire uit over het leven van Henk Jonker.

2002

Henk Jonker overlijdt op 24 september.

Beschouwing

Henk Jonker werkte vanaf ongeveer 1937 op het bevolkingsregister van de gemeente Amsterdam aan de Plantage Kerklaan. Hier had hij toegang tot alle persoonsgegevens. Zijn verzetsactiviteiten op het bevolkingsregister begonnen op kleine schaal. Hij vervalste onder andere trouwboekjes en geboorte-uittreksels. Na contact met Gerrit van der Veen en Johan Limpers werden zijn activiteiten omvangrijker; Jonker hielp vele onderduikers aan de benodigde papieren. Hij specialiseerde zich in het vervalsen van persoonsbewijzen en maakte daarbij gebruik van oude stempels die door het verzet waren gestolen of maakte stempels na evenals de benodigde handtekeningen. Samen met zijn collega Henk van Vliet bracht hij de valse papieren ‘s avonds rond. Half juli 1944 dook Jonker onder na een tip dat de Sicherheitsdienst een inval zou doen in het bevolkingsregister. De inval vond enige dagen later plaats met als gevolg dat op 4 augustus 1944 zes van zijn collega’s werden gefusilleerd. Vanaf het moment dat hij onderdook werkte Jonker voor de Persoonsbewijs Sectie van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers. Hij was werkzaam onder verschillende verzetsnamen; meestal gebruikte hij de naam Gerrit Boersma. Ook gaf hij zich uit als de opsporingsambtenaar Frans Kreder en als verpleegster onder de naam Hélène Annie Smitshuisen. Tijdens het verzetswerk op zijn onderduikadres in de Vondelstraat 110 kwam Jonker in contact met Maria Austria die voor hem koeriersdiensten verrichtte en pasfoto’s maakte voor de persoonsbewijzen die hij vervalste. Van Maria Austria leerde Henk Jonker de fijne kneepjes van het fotograferen. Naar eigen zeggen was hij vóór de oorlog, door zelfstudie, al een goede amateurfotograaf. Tijdens het laatste oorlogsjaar maakte hij evenals andere fotografen, onder wie Maria Austria en Aart Klein, met de Rolleiflex onder de jas talloze series. Deze reportages, die verzameld werden door de schrijver Albert Helman (pseudoniem voor Lou Lichtveld) en naar Londen zouden worden gestuurd, zijn allemaal verloren gegaan.

Vlak na de oorlog werd het fotobureau Particam opgericht op de Willemsparkweg 120. Albert Helman organiseerde een bijeenkomst waar een aantal fotografen en filmers aanwezig was. Helmans bedoeling was dat deze filmers en fotografen de wederopbouw van Nederland – herstel van het openbaar vervoer, de bouw van wegen, bruggen, woningen, kantoren, etc. met financiële hulp uit het Marshallplan – zouden vastleggen. Van deze fotografen zijn er vier gaan samenwerken onder de naam Particam: Henk Jonker, Maria Austria, Aart Klein en Wim Zilver Rupe. Andere fotografen, aanwezig bij deze bijeenkomst, waren onder meer Paul Huf, Lood van Bennekom en Puck Voüte. De fotografen van Particam legden een belangrijk deel van het culturele leven in Amsterdam vast. Hun foto’s werden gepubliceerd in talloze dagbladen en tijdschriften zoals het Algemeen Handelsblad, Margriet, De Spiegel en De Katholieke Illustratie. De fotografen van Particam werkten meestal in opdracht. Omdat Particam – Aart Klein en Maria Austria – de eerste toneelvoorstelling na de oorlog fotografeerde in de Amsterdamse Schouwburg werd vanaf dat moment bijna iedere voorstelling als vanzelfsprekend door Particam vastgelegd. De eerste voorstelling betrof Vrij Volk door acteurs die in het verzet hadden gezeten, verenigd in de Toneelgroep 5 mei 1945.

Andere gezelschappen waar Particam regelmatig voor werkte waren de Nederlandse Opera, het Nederlands Ballet, het Concertgebouworkest en verschillende toneel- en theatergroepen zoals Ensemble, Toneelgroep Arena en Theater. Met sommige gezelschappen werden afspraken gemaakt dat alleen de fotografen van Particam de voorstellingen mochten fotograferen. In tegenstelling tot nieuwsfotografen fotografeerden zij de gehele voorstelling. Vanaf 1948 tot de dood van Maria Austria in 1975 legde Particam alle voorstellingen van het Holland Festival vast. Wim Zilver Rupe was de enige die zich niet met theaterfotografie bezig hield. Hij stapte in 1953 uit het collectief, drie jaar later gevolgd door Aart Klein. Inmiddels was in 1953 de naam Particam veranderd in Particam Pictures. Henk Jonker en Maria Austria werkten nog tot 1963 samen in dit genootschap. Na het vertrek van Jonker werkte Maria Austria verder onder deze naam. Jonker beloofde bij zijn vertrek aan Maria Austria zich niet meer bezig te houden met theaterfotografie. Zijn negatieven bleven in het Particam-archief. Na de dood van Maria Austria verkocht Jonker zijn negatieven aan de Stichting Fotoarchief Maria Austria Particam. Zijn archief bevat naar schatting ongeveer honderdduizend negatieven.

Henk Jonker maakte in zijn periode bij Particam Pictures talloze reportages van zeer uiteenlopende onderwerpen. Eind mei 1945 fotografeerde hij de opgravingen van de gefusilleerden in Overveen. (Ad Windig kreeg een zelfde opdracht voor opgravingen op de Leusderhei). Van de series die hij in 1950 in gezelschap van de journalist Bram van Echt maakte in Ierland, verkocht hij er een aantal aan De Katholieke Illustratie en aan De Spiegel. Eveneens voor De Spiegel fotografeerde Jonker in de periode van de wederopbouw vele steden en dorpen in Nederland waaronder Heerlen, Doorn, Brielle, Nieuwpoort, Delfzijl, Sleen, Grouw, Kerkrade, Aalsmeer en Middenmeer.

Freelance werkte hij voor Life. Hij verkocht aan dit tijdschrift foto’s van de watersnoodramp in 1953, van de kinderen die model hadden gestaan voor de kinderpostzegels uit 1951 van Cas Oorthuys en van een bruiloft in de Jordaan uit 1953.

Vanaf eind jaren veertig tot zijn vertrek bij Particam Pictures werkte Henk Jonker met grote regelmaat voor het Algemeen Handelsblad. Deze krant, die tweemaal daags verscheen, besteedde wekelijks een halve pagina aan een fotoserie. De thema’s waren verschillend van aard: ‘Dit is ook Amsterdam’, ‘Aankomst van minister Luns op Schiphol’, ‘Even tijd voor een kopje koffie’, ‘Herschepping van verdronken land’ (Zeeland), ‘Lente in Amsterdam’, ‘De Schooltandarts’, ‘Lachende mensen op straat’, ‘Jordaan-kinderen’ en de tentoonstelling Bewogen Beweging in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Deze thema’s werden door de redactie van het Algemeen Handelsblad of door de fotografen zelf bedacht.

Bij het maken van reportages werkte Jonker met een draaiboek. Hij vroeg zich van tevoren af wat hij wilde laten zien. Evenals andere GKf-leden, zoals Carel Blazer, zag Jonker fotografie als een toegepaste kunst. Zoals zijzelf beweerden in de catalogus van Foto ’48 waren de GKf-fotografen, onder wie Jonker die in 1948 lid was geworden van de GKf, van mening dat de reportagefotografie een dienende rol vervulde en de opdracht was hierin van wezenlijk belang. De sociale betrokkenheid van de GKf-fotografen van het eerste uur was groot en in dit kader kozen zij voor voornamelijk reportagefotografie. Jonker zegt daarentegen nooit bewust te hebben gekozen voor maatschappelijk engagement. Hij verkoos reportagefotografie boven nieuwsfotografie omdat hij hierin zijn creativiteit beter kon uiten.

Jonker kreeg regelmatig opdrachten voor het maken van (bedrijfs-) reportages van onder andere Louwman en Parqui (auto-importeur van o.a. Alfa Romeo), de Stichting voor het Kind, American Overseas Airlines en Philips. Deze reportages werden gebruikt voor jaarverslagen, kalenders en boeken.

Voor Louwman en Parqui fotografeerde Jonker onder andere tentoonstellingen in de RAI. Aankomsten en vertrek van internationale beroemdheden werden door Jonker gefotografeerd voor American Overseas Airlines. Bekenden uit de muziekwereld onder wie Benny Goodman en Eduard van Beinum legde hij vast voor Philips. Voor de Stichting voor het Kind fotografeerde Jonker de kaartverkoop van de kinderpostzegels en verder kindertehuizen en scholen. Kranten en tijdschriften bleven voor hem eveneens belangrijke opdrachtgevers. Voor tijdschriften maakte hij reportages van kinderen in bijvoorbeeld weeshuizen en sanatoria. Zijn foto’s van kinderen laten betrokkenheid zien. Hij fotografeerde hen ongeposeerd en ongedwongen in hun bezigheden, soms ook in voor hen moeilijke situaties, maar tegelijk toonde hij dan hun optimisme en kracht. De omgeving van het kind en de interactie met anderen was van belang voor Jonker. Hij wist dit in zijn foto’s treffend tot uitdrukking te brengen.

In opdracht van onder andere De Spiegel legde Jonker eind jaren veertig sportwedstrijden vast. Hij fotografeerde zaalsporten, voetbalwedstrijden en honkbalwedstrijden. Jonker leerde hierdoor het goede moment te pakken. Deze timing bleek later bij zijn theaterfotografie goed van pas te komen.

Soms alleen, maar veelal samen met Maria Austria fotografeerde Jonker theater-, opera- en balletvoorstellingen. Omdat hij net na de oorlog als enige Particam-fotograaf in het bezit was van een auto fotografeerde hij voorstellingen buiten Amsterdam. Vaak werden opnamen gemaakt gedurende generale repetities, maar ook bevonden de fotografen zich tijdens de voorstellingen in de zaal of tussen de coulissen. De voorstellingen werden gefotografeerd met een Rolleiflex die bij het maken van de foto bijna geen geluid maakte. De Particam-fotografen maakten meestal gebruik van bestaand licht om een zo groot mogelijke contrastwerking te krijgen. Het fotograferen zonder flits was mogelijk doordat Aart Klein een manier had gevonden om langzame films lichtgevoeliger te maken. De films werden opgewaardeerd door ze langer te ontwikkelen. In 1959 won Jonker voor zijn inzending naar World Press Photo de tweede prijs in de categorie Features met een opname van het Nederlands Ballet die hij vanuit de nok van de Koninklijke Schouwburg in Den Haag had gemaakt. Deze opname had hij in scène gezet. Hij stelde de danseressen in een cirkel op. Na een sein maakten ze tegelijkertijd een pirouette waardoor de tutu’s mooi uitwaaierden. De foto werd nog vaak gebruikt voor allerlei doeleinden, zoals voor de omslag van programma’s van het Nederlands Ballet en voor platenhoezen. Ook werd deze foto regelmatig aangekocht door (buitenlandse) tijdschriften.

De vormgeving van de theaterfotografie leek in de periode dat Jonker voor Particam werkte nog sterk op die van voor de oorlog. De sleutelscènes en hoofdpersonen dienden zo duidelijk en herkenbaar mogelijk gefotografeerd te worden.

De composities in de reportagefotografie van Henk Jonker zijn sober. Het hoofdonderwerp is meestal centraal afgebeeld. Naast reportagefotograaf was Jonker een fotograaf van gewone mensen, straattaferelen en kleine momenten. Hij had een feilloos gevoel voor het fotogenieke in alledaagse onderwerpen en hij was in staat om in één enkel beeld een verhaal te vertellen. Jonker isoleerde zijn onderwerpen niet. Hij plaatste ze in een context. Een voorbeeld is Lof der nieuwe bouwkunst. De vormen van het beeld van Erasmus, lezend in zijn Lof der zotheid, worden benadrukt door de lijnen van het achterliggende gebouw van de Hollandse Bank Unie (HBU). Het spelen met context en toevallige samenhang is ook te zien in de foto’s die hij eind jaren vijftig maakte voor het Bruna boekje Rotterdam met teksten van Herman Besselaar. Kunst bij de koffie is een foto uit dit boekje. De foto toont twee jonge mensen in de lunchroom van de nieuwe Bijenkorf. Ze lijken zich niets aan te trekken van het om aandacht vragende liggende naakt van Henri Moore dat zich als ‘t ware naast hen heeft neergevleid.

Wat opvalt bij het bekijken van de vele afdrukken van Henk Jonker zijn de beelduitsneden die werden gemaakt. Zelden werd een 6×6 cm negatief in zijn geheel afgedrukt; in de doka werd het kader bepaald. Het lijkt alsof Jonker op deze manier zijn onderwerp meer wilde benadrukken. De behoefte aan het maken van uitsneden is eveneens te zien bij zijn expositiefoto’s. Waarschijnlijk heeft de fotoredactie van opdrachtgevers ook een rol gespeeld bij het maken van uitsneden.

Een van de vele tentoonstellingen waaraan Henk Jonker heeft deelgenomen is The Family of Man die in 1955 in het Museum of Modern Art in New York te zien was. De foto van Jonker die daar werd getoond betreft een Amsterdamse bruiloft in de Jordaan uit 1953. Jonker was niet de enige Nederlandse exposant; er was ook werk van fotografen als Emmy Andriesse, Eva Besnyö, Ed van der Elsken, Cas Oorthuys en Nico Jesse. In 1956 was de tentoonstelling in Amsterdam te zien onder de titel Wij Mensen. De samensteller van de tentoonstelling, Edward Steichen, had tijdens zijn bezoek aan Nederland in 1955 ter voorbereiding van de tentoonstelling geen werk van Jonker geselecteerd. Hij was – zoals de catalogus vermeldt – via het tijdschrift Life in het bezit gekomen van de foto van Henk Jonker.

Enige jaren later, in 1961, werd in de kritieken Dag Amsterdam – een expositie in het Stedelijk Museum -vergeleken met The Family of Man. In september 1960 had directeur Sandberg van het Stedelijk Museum aan een aantal fotografen, onder wie Henk Jonker, verzocht Amsterdam in al haar facetten te fotograferen. Sandberg deed dit omdat het eerder ingestuurde fotografische werk voor deze tentoonstelling niet voldeed aan de kwaliteitseisen van de jury. De serie van Jonker bestond uit werkende mensen in Amsterdam: van balletdansers en kunstschilders tot bouwvakkers en effectenhandelaren.

Voor het fotograferen van theater, ballet en opera gebruikte Jonker een Rolleiflex met een standaard 80 mm lens en een Rolleiflex-tele met een 135 mm lens.

Bij reportages die hij voor Life maakte, gebruikte hij op hun verzoek soms een Leica kleinbeeldcamera. Bij andere reportages fotografeerde hij met een Rolleiflex en een Hasselblad met verschillende lenzen. Hij gebruikte Ilford en Kodak films. Het archief van Jonker is op basis van de oorspronkelijke negatiefstroken chronologisch geordend. De negatiefstroken zijn van een constante kwaliteit en goed belicht. Er zijn weinig mislukte opnamen op te vinden.

Voor zijn vertrek naar Torredembarra in Spanje in 1964 deed Henk Jonker de belofte aan Maria Austria geen opdrachten meer aan te nemen op het gebied van theater, opera, ballet en toneel. Gedurende een aantal jaren bakte Jonker in de zomer patat en kwam in de winter naar Nederland om te fotograferen. Omstreeks 1968 besloot hij zich aan te sluiten bij de, in hetzelfde jaar opgerichte, fotostudio van Harry Pot en George van de Wijngaard in Bentveld. Zij fotografeerden voor tijdschriften als VT Wonen, Eigen Huis en Libelle. Binnen korte tijd liep de studio goed en werden meer fotografen aangenomen. Er werd een nieuw onderkomen gevonden in een loods in Cruquius. Nadat omstreeks 1972 de studio was overgenomen door de VNU fotografeerde Jonker niet meer. Tot aan zijn pensioen in 1977 had hij de leiding over de decorafdeling, verrichtte boekhoudkundige activiteiten en droeg zorg voor de dagelijkse gang van zaken.

Tot op de dag van vandaag is aan het werk van Henk Jonker weinig aandacht besteed. Dit is niet terecht omdat zijn reportages niet in kwaliteit onder doen voor die van zijn GKf-collega’s in de jaren vijftig. Ongetwijfeld heeft zijn vertrek bij Maria Austria en bij de GKf ertoe bijgedragen dat hij enigszins in de vergetelheid is geraakt. Jonker was een typische fotograaf van de wederopbouw, in die zin dat hij het optimisme van de jaren vijftig toonde. Hij wist uitstekend kleine momenten vast te leggen, het gewone bijzonder te maken. Zijn werk kenmerkt zich door een sobere, maar trefzekere registratie van het onderwerp.

Documentatie

Primaire bibliografie

foto’s in:

1945-1963 incidenteel foto’s in:

Aktuell, Picture Post, Le Soir, Noir et Blanc, Billed Bladet, Sie und Er, Life, Now, Leader Magazine.

De Spiegel ca. 1946-1959.

Algemeen Handelsblad ca. 1948-1963.

De Katholieke Illustratie ca. 1949-1954.

Elsevier ca. 1949-1959.

Ariadne ca. 1951-1955.

Revue ca. 1953-1958.

Margriet ca. 1955-1963.

Vredesfeest 1946, Arnhem (Koninklijk Nederlands Gymnastiek Verbond) 1946.

Auteur onbekend, Robben, in Ons Vrije Nederland 6 (17 augustus 1946) 7, p. 3-5.

Nederland jubelt. Herdenkings-album van het gouden jubileum en de troonsbestijging, Amsterdam (Scheltens & Giltay) 1948, ongepag.

Catalogus tent. Foto ’48, Kroniek van Kunst en Kuituur 1948 (speciale editie), p. 16, 24, 28.

Nederlands Jaarboek voor Fotokunst 1948/49, p. 58-59.

R. Marsman, Vier koningskinderen, Baarn/Den Haag (Bosch & Keuning/Daamen) z.j. [ca. 1950], [foto Particam Pictures] t.o. p. 56.

Catalogus tent. Schoonheid in huis en hof, Amersfoort (Amersfoortse Gemeenschap) 1950, ongepag.

Drukkersweekblad (december 1950) kerstnummer, ongepag.

U.S. Camera Annual 1950, p. 45.

U.S. Camera Annual 1951, p.102-103.

Nederlands Theater Jaarboek 1 (1951-1952) t/m 12 (1962-1963).

Catalogus tent. Welt-Ausstellung der Photographie, Luzern 1952.

Catalogus tent. Fotoschouw ’52, Den Haag (Haags Gemeentemuseum) 1952, ongepag.

Auteur onbekend, Speaking of pictures. Dutch kids pose for postage and their faces go round the world, in Life 32 (14 januari 1952) 2, p. 8-9.

Auteur onbekend, Dutch force way into church, in Life 32 (28januari 1952) 4, p.31,32.

Auteur onbekend, De Ramp, Amsterdam (Vereeniging der Bevordering van de Belangen des Boekhandels te Amsterdam) 1953, ongepag.

Photography Annual 1953, p. 86, 263.

Sj. Groenman, Land uit zee. De Zuiderzee bedwongen. De indijking, de drooglegging, de nieuwe samenleving, Meppel (Roelofs van Goor) 1954, p. 11.

Eric van der Steen, Alkmaar, Amsterdam (De Bezige Bij) 1954, ongepag.

E. Straat, Amsterdam as a center of culture, Amsterdam (Stadsdrukkerij) 1954, p. 26, 30, 35.

Uit Rijnstreek en merengebied, Woerden (Gemeente Rijnstreek) 1954.

Catalogus tent. The Family of Man, New York (Museum of Modern Art) 1955, p. 116.

Photography Year Book 1955, afb. 60, p. 166.

Hella S. Haasse e.a. (tekst), Beatrix 18 jaar, Amsterdam (De Bezige Bij) 1956, p. 24-26,29.

Janet Sinclair, Ballet der Lage Landen, Haarlem (Gottmer) 1956, p. 96, 114.

Ben Albach, Het huis op het plein. Heden en verleden van de Amsterdamse Stadsschouwburg, Amsterdam (Stadsdrukkerij van Amsterdam) 1957, p. 114, 142.

Catalogus tent. Hand en machine, Amsterdam (Stedelijk Museum) 1957, p. 15, 20-21.

Balletjaarboek 2 (1957-1958), p. 49, 52, 55-56,62,64.

Max Dendermonde, Het water tot de lippen. Wat wij deden via het Nationaal Rampenfonds, Amsterdam (De Bezige Bij) 1958, p. 48, 84, 102, 147, 168.

Willem Boswinkel, David Koning en Joop Schultink, Het Nederlands ballet, Haarlem/Antwerpen (Gottmer) z.j. [1958], p. 5, t.o. p. 65, 81, 96-97, na 120, t.o. p. 128-129, 160-161, 176, 188-189, 196.

Gids Holland Festival, Amsterdam (Bureau Holland Festival) 1958, ongepag.

[Programmaboekje] Het Nederlands Ballet. Holland Festival 1958, Amsterdam 1958, ongepag.

Catalogus tent. Klei en vuur. Potterie van Meindert Zaalberg, Amsterdam (Stedelijk Museum) 1958, ongepag.

Kijkprikkels. Foto’s van GKf-fotografen, in Prikkels (november/december 1958) 231.

Photography Year Book 1958, afb. 134, p. 195.

J.P. Berghuis en J. Don (inl.), Kampen. Stad aan de IJssel, Kampen (Kok) 1959, 2de dr., p. 77.

K.Ph. Bernet Kempers en Marius Flothuis (red.), Eduard van Beinum, Haarlem etc. (Gottmer) z.j. [1959], ongepag.

Klaas Graftdijk, Paspoort voor de delta, Den Haag (Shell Nederland Verkoopmaatschappij) 1959, p. 8.

Corrie Hartong, Mijn balletboek, Haarlem/Antwerpen (Gottmer) 1959, p. 59.

David Koning en Joop Schultink (red.), Maria Austria en Henk Jonker (foto’s), Balletfacetten, Haarlem/Antwerpen (Gottmer) 1959.

Joost A.M. Meerloo, Alle leven danst. Van primitieve dans tot Rock ‘n’ Roll en modern ballet, Amsterdam (De Brug/Djambatan) 1959, afb. 54, 85.

Hans Snoek (red.), Dans en ballet, Amsterdam (Querido) 1959 (serie: Geïllustreerde Salamander G43), p. 2, 87, 96, 129, 198.

Photography Year Book 1959, afb. 20-23, p. 198.

Lucebert (gedichten), Dag en nacht. Vijftig stadsfoto’s van ‘s-ochtends tot ‘s-avonds, in Forum (1959/1960) 12, p. 4-5, 15, 18-19, 22, 24, 26.

Herman Besselaar (tekst) en Henk Jonker (foto’s), Rotterdam, Utrecht (A.W. Bruna & Zoon) 1960 (serie: Zwarte Beertjes 292/293).

Willem O. Duys, Muzikanten van nabij. 250 Openhartige foto’s uit de wereld van lichte en zware muziek, Baarn (Wereldvenster) 1960.

H. George Franks, Pocket Holland, Amsterdam (J.H. de Bussy) 1960, [o.a. foto’s Particam Pictures].

Klaas Graftdijk, Paspoort voor de delta, Baarn (Wereldvenster) 1960, 2de dr., p. 24. 37.

Holland Photo-Almanac 1960, Lochem (Nijha) 1960, ongepag.

Holland Festival, Amsterdam (Uitgeverij Holland Festival) 1960, ongepag.

J.W. Rengelink en I. Mug (samenstelling), Volk in verdrukking en verzet, 1940-1945, Amsterdam (MUBRO/ N.V. Drukkerij Dico) 1960, p. 59.

Photography Year Book 1960, p. 84, 208.

Han Hoekstra, Dag Amsterdam (N.V. Het Parool) 1961, p. 38,52, 54-55. 57, 68, 70, 73, 107.

Wim Alings e.a., Wij bouwen, Utrecht (A.W. Bruna & Zoon) z.j. [1962], p. 30, 80, 87, 102, 116, 119, 141 (serie: Zwarte Beertjes 600).

Gerard H. Hoek (tekst), Maria Austria en Henk Jonker (foto’s), “Hier Hilversum, de N.C.R.V.”, Wageningen (Nederlandse Christelijke Radio Vereniging) 1962.

Holland Festival, Amsterdam (Uitgeverij Holland Festival) 1962, ongepag.

Jacques de Sugny, L’Atlas des voyages. Pays-Bas, z.j. (Editions Rencontre ’62) 1962, ongepag.

Tjits Veenstra en R. Kramer (tekst) en Maria Austria en Henk Jonker (foto’s), Ikke pikke porretje. Methode voor organisch onderwijs voor de lagere school voor de eerste helft van het tweede leerjaar, Zeist (Dijkstra) 1962.

B. Stroman en Robert de Vries, Toneelgroep Theater 1953-1962, Amsterdam (De Bezige Bij) z.j. [ca. 1962].

Herman Hofhuizen (tekst) en Henk Jonker (foto’s), Shot ’65, Hilversum (KRO) 1965.

G.J. de Voogd (samenstelling), Facetten van vijftig jaar Nederlands toneel 1920-1970, Amsterdam (Moussault’s Uitgeverij) 1970, p. 160, 187.

P.J. Meertens (inl.), Achterberg in kaart, Den Haag (Bert Bakker/Daamen) 1971, p. 10, 20-21.

Michel van der Plas en Jan Roes, De kerk gaat uit. Familiealbum van een halve eeuw katholiek leven in Nederland, Bilthoven (Ambo) 1973, p. 17.

Ellen Eggels (red.), 90 jaar Carré, Bussum (De Gooise Uitgeverij) 1977, [foto Particam Pictures].

Koen Aartsma (red.), Nederland en de zee. Een eeuwigdurende strijd, Wageningen (Zomer en Keuning) 1978, p. 34.

Tony van Verre, Tony van Verre ontmoette Ko van Dijk. Uit het leven van een komedie-speler…, Bussum (De Gooise Uitgeverij) 1978, [foto’s Particam] p. 39, 54, 61.

R.L.K. Fokkema e.a. (red.) en Henk Jonker (foto’s), Noodtrappen naar het morgenlicht, in Achterbergkroniek 3 (november 1984) 2.

Catalogus tent. Het Spaarnestad Fotoarchief. Twee miljoen foto’s, Haarlem (Vishal van het Frans Hals Museum) 1986, p. 49.

Jan Blokker, ‘Wij zullen dan maar hopen dat we er met een kleiner bedrag afkomen’. Het Holland Festival en de Hollandse samenleving, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1987, [o.a. foto’s Stiching Fotoarchief Maria Austria Particam].

Han Peekel, Fridtjof Meerlo en Han Santing, 100 jaar Carré, Amsterdam (Loeb) 1987, p. 148.

Luuk Utrecht, Het Nationale Ballet 25 jaar. De geschiedenis van het Nationaal Ballet van 1961 tot 1986, Amsterdam (Allert de Lange bv/Het Nationaal Ballet) 1987, [foto’s Stichting Fotoarchief Maria Austria Particam], p. 6, 186-187, 191, 202, 208, 233, 242.

Yolande Melsert, Een vroom bedrog. Het karakteristieke in het acteren van Siem Vroom, Amsterdam (Nederlands Theater Instituut) 1990, p. 7.

Rob van Gaal, Een bolwerk voor de muzen. 50 Jaar Stadsschouwburg Utrecht 1941-1991, Utrecht (Broese Kemink/Kwadraat) 1991, [o.a. foto’s Particam Pictures].

Luuk Utrecht (tekst), Rudi van Dantzig. Een omstreden idealist in het ballet, Zutphen (Walburg Pers) 1991, p. 43.

Leo Divendal, De Paarderuggen of oponthoud in een vrije val, Amsterdam/Haarlem (Spaarnestad Fotoarchief/Luna Negra) 1992, p. 44.

Cécile van der Harten (samenstelling), Lezen & schrijvers. Foto’s van lezende schrijvers, Amsterdam (Penguin Books) 1992, p. 22.

Annet Zondervan, Met volle kracht vooruit de jaren vijftig in de fotografie, in Kunstschrift (1992) 2, p. 40.

Hans Vogel, Amsterdam fotografeert Rotterdam, in Het Parool 29 oktober 1992.

Kees Slager, De Ramp. Een reconstructie, Goes (De Koperen Tuin) 1992, p. 211, 214, 339.

Richter Roegholt, Amsterdam na 1900, Den Haag (Sdu Uitgeverij) 1993, p. 235.

Simon Vinkenoog (inl.), Boekenbal-boekje. Foto’s van Particam Pictures, Amsterdam (Voetnoot) 1993, ongepag.

Taco Anema e.a. (red.), GKf 50. Fotografie 1945-1995, Amsterdam (De Verbeelding) 1995, p. 46-47.

Catalogus tent. GKf. Vijftig jaren van toekomst, Groningen (Stichting Aurora Borealis) 1995, ongepag.

Martin Harlaar en Jan Pieter Koster, Stilstaan bij de oorlog. De gemeente Amsterdam en de Tweede Wereldoorlog 1945-1995, Bussum (Thoth) 1995, p. 22.

Annemieke Hendriks, Huis van Illusies. De geschiedenis van paviljoen Vondelpark en het Nederlands Filmmuseum, Amsterdam (Bas Lubberhuizen) 1996, p. 56.

Piet Hein Honig (eindred.), Annalen van de Operagezelschappen in Nederland 1886-1995, Amsterdam (Theater Instituut Nederland) 1996.

Hilde de Haan en Ids Haagsma, in Waterland-Zuid, bijgenaamd Amsterdam-Noord: de oever van geboorte en dood, Amsterdam (Woningbouwvereniging Het Oosten) 1996.

Flip Bool, De verwoeste Stad van Zadkine, in Transito (1997) 1, p. 33.

Eva van Schaik, Hans van Manen. Leven & Werk, Amsterdam (Arena) 1997, p. 228.

Secundaire bibliografie

Auteur onbekend, Honderden toneelfoto’s worden in Den Haag tentoongesteld, in Algemeen Dagblad 10 juni 1953.

Auteur onbekend, Interessante theaterfoto’s in Stedelijk Museum, in de Volkskrant 26 juni 1953.

Peter Hunter, The GKf. A generation of Photographers in Amsterdam, in Photography oktober 1958.

Theo Ramaker, World Press Foto ’59. Opening van de tentoonstelling in Den Haag, in Focus 44 (3 oktober 1959) 20, p. 570.

Theo Ramaker, Vliegende estheten. Henk Jonker en Maria Austria aan de Rivièra, in Focus 45 (20 februari 1960) 4. p. 93-95 (met foto’s).

H.F. van Loon en Jan Punt, Wij presenteren u: Onze camera adel, in De Telegraaf 19 maart 1960.

Auteur onbekend, Dertig fotografen zwermden uit over Amsterdam, in Het Parool 16 september 1960.

J.D. de Jong, Foto-expositie in Stedelijk Museum Amsterdam, in Friese Koerier 19 november 1960.

Auteur onbekend, Foto-kerstsalon in Arti, in Het Parool 18 december 1961.

Auteur onbekend, De mens in de lens. Fototentoonstellingen in Amsterdam, in Trouw 21 december 1961.

E. Werkman (samenstelling), Ik néém het niet! Hoogtepunten uit het verzet 1940/1945, Leiden (Sijthoff) 1965, na p. 96, 128.

Ursula den Tex (eindred.), De bevrijde camera, in Vrij Nederland-Bijvoegsel (15 mei 1976) 20, p. 38.

Els Barents (red.), Fotografie in Nederland 1940-1975, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1978, p. 24 (met losse bibliografie).

Remco Campert (inl.), 1950-1959 Amsterdam 20 fotografen, Amsterdam (uitgeverij Fragment) 1985, ongepag. afb. 32,63.

Pauline Terreehorst, Gemeentearchief Amsterdam boort met collectie goudmijn aan, in de Volkskrant 12 oktober 1985.

Leonoor Wagenaar, Fotograaf wordt patatbakker. Patatbakker wordt schilder, in Het Parool 21 oktober 1989.

Ingeborg Leijerzapf e.a. (tekst), Het beslissende beeld. Hoogtepunten uit de Nederlandse fotografie van de 20e eeuw, Amsterdam (BIS) 1991, p. 76, 195-196.

Veronica Hekking, Een bezoek aan de Historisch Topopgrafische Atlas van Amsterdam. De iconografie van een stad in het gemeentearchief, in GKf Bulletin (1991) 3, p. 13.

Aad Speksnijder en Willem van Zoetendaal, Rotterdam 1950-’60, Rotterdam (DUO/DUO) 1992, p. 9-10, 62-72 (met foto’s).

René Kok, Herman Selier en Erik Somers, Fotografie in bezettingstijd, Zwolle/Ansterdam (Waanders Uitgevers/Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie) 1993, p. 108.

Luc Verkoren, Nederland en de Tweede Wereldoorlog, in P/F (1993) 1, p. 52-55.

Auteur onbekend, Maria Austria Instituut, in Ons Amsterdam 45 (januari 1993) 1,p. 18.

Bram Wisman, Argusogen, Amsterdam (Voetnoot) 1994, p. 96, 98-100, 102 (met foto’s).

Emilie Escher, Fotograferen uit verzet tegen de tijdgeest, in Het Parool 21 oktober 1995.

Veronica Hekking en Flip Bool, De illegale camera 1940-1945. Nederlandse fotografie tijdens de Duitse bezetting, Naarden (V+K Publishing/Inmerc) 1995, p. 77.

Nicole Robbers, Hommage aan avonturier roept nodige irritatie op, in NRC Handelsblad 31 maart 1995.

Lidmaatschappen

GKf, 1948-ca. 1965.

NVF, 1948-ca. 1963.

Onderscheidingen

1959 Tweede prijs categorie Features, wedstrijd World Press Photo ’59.

Tentoonstellingen

1948 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Foto ’48.

1950 (g) Amersfoort, Amersfoortse Gemeenschap, Schoonheid in huis en hof (GKf-tentoonstelling op uitnodiging van Amersfoortse Gemeenschap).

1950 (g) Eindhoven, Stedelijk Van Abbe Museum, Vakfotografie 1950.

1952 (g) Den Haag, Haags Gemeentemuseum, Fotoschouw ’52.

1952 (g) Luzern, Kunsthaus, Welt-Ausstellung der Photographie.

1954 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, 2e Internationale theater-fototentoonstelling ter gelegenheid van het Holland Festival 1953 [rondreizende tentoonstelling: Wiesbaden, Bordeaux, Den Haag, Scheveningen, Aix-en-Provence, Bayreuth, München, Luzern, Venezia, Perugia].

1954 (g) Utrecht, Jaarbeurs, Voorjaarsbeurs.

1955 (g) New York, Museum of Modern Art, The Family of Man.

1956 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Wij Mensen.

1958 (g) Leiden, Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit Leiden, Foto’s GKf.

1958/1959 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, [foto’s uit eigen collectie].

1959 (g) Den Haag, Haags Gemeentemuseum, World Press Photo ’59.

1960 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, [foto’s uit eigen collectie].

1960 (g) Hengelo, Hengelose Kunstzaal, [77 foto’s uit de collectie van het Stedelijk Museum te Amsterdam].

1961 (g) Amsterdam, Arti et Amicitae, 23e Nationale Foto Tentoonstelling (Kerstsalon) [reizende tentoonstelling].

1961 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Dag Amsterdam.

1978/1979 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Fotografie in Nederland 1940-1975.

1985 (g) Amsterdam, Gemeentearchief, Amsterdam 1950-1959 20 fotografen.

1986 (g) Haarlem, Vishal van het Frans Hals Museum, Het Spaarnestad Fotoarchief. Twee miljoen foto’s.

1992 (g) Amsterdam, Golden Tulip Barbizon Centre Hotel, [foto’s uit collectie van het Maria Austria Instituut].

1992 (g) Haarlem, Spaarnestad Fotoarchief, De paarderuggen van Kertész of oponthoud in een vrije val.

1992 (g) Rotterdam, Kunsthal, Amsterdam fotografeert Rotterdam.

1993 (g) Amsterdam, Maria Austria Instituut, [foto’s uit eigen collectie].

1993 (g) Burg-Haamstede, Ir.J.W. Tops-huis, De Ramp.

1994 (g) Rotterdam, Chabotmuseum, De Verwoeste Stad.

1995 (g) Amsterdam, Amsterdams Centrum voor Fotografie, De GKf fotografeert de jaren ’50.

1995 (g) Groningen, Der Aa-Kerk, GKf. Vijftig jaren van toekomst (Noorderlicht manifestatie).

1995 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, Lichtjaren. 50 jaar GKf-fotografie.

1995 (g) Utrecht, Vredenburg, Het oog van de meester.

1997 (g) Amsterdam, Concertgebouw, Hollandfestivalfoto ‘s.

Televisieprogramma

31 maart 1995, Henk Jonker: avonturier (NPS).

Bronnen

Amsterdam, Henk Jonker, mondelinge informatie.

Amsterdam, Maria Austria Instituut, bibliotheek.

Leiden, Prentenkabinet, bibliotheek en documentatiebestand.

Collecties

Amsterdam, Gemeentearchief Amsterdam.

Amsterdam, Maria Austria Instituut.

Amsterdam, Theater Instituut Nederland.

Haarlem, Stichting Nederlands Foto- & Grafisch Centrum (Spaarnestad Fotoarchief).

Leiden, Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit Leiden.

Auteursrechten

De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Henk Jonker worden beheerd door het Maria Austria Instituut te Amsterdam.