Rineke Dijkstra
Hripsimé Visser
Extract
Rineke Dijkstra kreeg de laatste jaren internationale bekendheid met haar serie strandportretten. Haar benadering in deze en in hierna gerealiseerde series is in principe sober en klassiek. Uitgaand van een streng concept dat gebaseerd is op frontaliteit en op de afwezigheid van anekdotische details concentreert zij zich voornamelijk op de zich ontwikkelende individualiteit van veelal jonge mensen in de hedendaagse cultuur. Mede door Dijkstra’s terughoudend gebruik van kleur en de grote formaten hebben haar foto’s een eigentijds en monumentaal karakter.
Biografie
1959 |
Rineke Dijkstra wordt op 2 juni geboren in Sittard. |
1978 |
Na het doorlopen van de middelbare school in Castricum en Alkmaar schrijft Rineke Dijkstra zich in aan de Vrije Leergangen der Vrije Universiteit (VLVU) in Amsterdam voor de lerarenopleiding handvaardigheid en textiele werkvormen. |
1979 |
Deze opleiding bevalt haar niet. Zij gaat een oriëntatiecursus volgen bij het Christelijk Cultureel Studiecentrum in Rijswijk. Daarnaast doorloopt zij een cursus fotografie, georganiseerd door jongerencentrum Het Paard van Troje in Den Haag. |
1980 |
Wederom begint zij aan de docentenopleiding handvaardigheid en textiele werkvormen, ditmaal aan lerarenopleiding d’Witte Lelie in Amsterdam. Tegelijkertijd volgt zij bij Cultureel Centrum De Moor een cursus fotografie. De fotografen Hans Aarsman en Corinne Noordenbos zijn haar docenten. |
1981-‘83 |
Rineke Dijkstra neemt deel aan een werkweek van d’Witte Lelie in Rome onder leiding van Corinne Noordenbos. |
Zij stapt definitief over naar fotografie en schrijft zich in bij de Rietveld Academie in Amsterdam. Haar docenten zijn eerst Kees Heemskerk en André Pierre Lamoth, in latere jaren Anthon Beeke en Boudewijn Neuteboom. Daarnaast volgt zij tot 1983 nog cursussen bij De Moor. |
|
1984 |
Haar eerste afgeronde serie portretten, foto’s gemaakt van jeugdige bezoekers van jongerencentrum Paradiso, wordt geëxposeerd in De Moor. Tot 1985 blijft zij regelmatig portretten in Paradiso maken. |
1986 |
Rineke Dijkstra voltooit haar opleiding aan de Rietveld. Haar eindexamenwerk bestaat uit een droomachtig, geënsceneerd beeldverhaal, geïnspireerd op het sprookje De Kikkerkoning van de gebroeders Grimm. Na haar afstuderen maakt zij in samenwerking met fotografe Annaleen Louwes foto’s voor brochures van het Golden Tulip Barbizon Hotel Amsterdam en van ontwerpbureau BRS/ Premsela/ Vonk. |
1987 |
Rineke Dijkstra wint de Kodak Award Nederland. |
Dijkstra’s Paradiso-portretten worden geëxposeerd op de tentoonstelling Gemeente-aankopen in Museum Fodor en twee foto’s worden in dat kader aangekocht ten behoeve van de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam. |
|
Rineke Dijkstra concentreert zich op het maken van portretten in de studio. Zij publiceert de nu volgende jaren foto’s in tijdschriften en jaarverslagen en maakt werk voor publicaties van culturele instellingen, voor dans- en theatergroepen en modecampagnes. |
|
Tot 1993 geeft zij zelf fotografieles bij De Moor. Onder haar leerlingen bevinden zich toekomstige fotografen als Esther Kroon, Jasper Wiedema en Geerten Verheus, mensen die zij met succes stimuleert naar de Rietveld Academie te gaan. |
|
1988 |
Voor een publicatie van de Stopera maakt Rineke Dijkstra portretten van kunstenaars die in het kader van de percentageregeling werk hebben gerealiseerd voor het gebouw. |
1990-‘91 |
Voor het Zaterdags Bijvoegsel van NRC Handelsblad portretteert zij kunstenaars onder wie Gerald van der Kaap, Jiri Kilian en Rob Scholte. Daarnaast maakt zij voor verschillende tijdschriften, jaarverslagen en brochures portretten van zakenmensen, modefoto’s en kunstenaarsportretten. |
Voorjaar 1991 maakt Rineke Dijkstra haar eerste strandfoto voor NRC Handelsblad. |
|
1992-heden |
Via Willem van Zoetendaal wordt zij aangesteld als docente aan de Rietveld Academie aan welke opleiding zij tot heden verbonden is. In datzelfde jaar begint zij consequent te werken aan de serie strandportretten, foto’s van jonge mensen op stranden in Europa en de Verenigde Staten waaraan zij tot 1996 blijft werken. Daarnaast fotografeert zij in opdracht van onder andere Elle, Avenue, NRC Handelsblad en Quote. |
Samen met Willem van Zoetendaal verzorgt zij een uitgave en maakt een tentoonstelling (beide in 1993 gerealiseerd) van het werk van de veelbelovende en tragisch om het leven gekomen jonge fotografe Esther Kroon. |
|
1993 |
Voor het Amsterdams Fonds voor de Kunst portretteert zij de winnaars van de kunstprijzen. Deze foto’s worden in de vorm van projecties ter introductie van deze kunstenaars tijdens de prijsuitreiking in Paradiso getoond en worden gepubliceerd in het Stedelijk Jaarverslag 1993 onder de titel ‘Bekroonde Kunstenaars’. |
Een eerste selectie van haar strandportretten wordt geëxposeerd op de tentoonstelling De Kracht van Heden in Loods 6 te Amsterdam en op het Fotofestival Naarden en gepubliceerd in Vrij Nederland. Zowel in dit jaar als in 1994 portretteert zij een periode lang wekelijks voor het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad een acteur of actrice onder de titel ‘Anti-sterren’. |
|
Voor haar vrije werk, de strandportretten, ontvangt zij de Aanmoedigingsprijs van de Gemeente Amstelveen en de Werner Mantzprijs. |
|
In het kader van De Nieuwe Wereldcampagne: Kunstproject Kinderen van Asielzoekers ‘A Pressing Engagement’, maakt zij portretten van jonge vluchtelingen. Daarnaast fotografeert zij op eigen initiatief stierenvechters na de strijd, vrouwen die zojuist van een kind zijn bevallen en scholieren op middelbare scholen in Krakow en Liverpool. |
|
1995 |
Voor NRC Handelsblad fotografeert Rineke Dijkstra ‘ontheemde kunstenaars’ en vanaf september ‘schrijversportretten’ ten behoeve van het Literair Supplement. |
De strandportretten worden in verschillende galeries en musea in binnen- en buitenland tentoongesteld, onder andere in Stedelijk Museum Bureau Amsterdam en tijdens het fotofestival Encontros da Imagem in Braga, Portugal. |
|
Voor de Stichting Basalt maakt zij portretten van Groningers voor de uitgave Stofgoud (Rineke Dijkstra/ Jacob Molenhuis). In het kader van het Kunstproject ‘Vlinderslag’ in het Zuiderbad in Amsterdam fotografeert zij groepen mensen in het zwembad. |
|
Samen met Gerald van der Kaap maakte zij in december video-opnamen in Vrieshuis Amerika en in april van het volgende jaar in de Roxy in Amsterdam. |
|
1996 |
In opdracht van Rijkswaterstaat Limburg vervaardigt zij werk voor het project ‘Oog op A73, Tien Visies op de Weg’. De PTT Post Filatelie vraagt haar portretten te maken voor Unicef 1946-1996. Hiertoe reist zij naar Afrika en maakt portretten van Ghanese jongeren in de stijl van haar strandportretten. |
In de Buzzclub in Liverpool portretteert Rineke Dijkstrajonge discobezoeksters. Daarnaast vervaardigt zij er ook videoportretten die zij samen met Gerald van der Kaap monteert tot een korte film. Deze wordt voor het eerst getoond op een tentoonstelling bij galerie Paul Andriesse in Amsterdam. |
|
Eind 1996 krijgt zij een van de opdrachten van het documentaire fotografieproject Photo Work(s) in Progress, een initiatief van het Nederlands Foto Instituut in samenwerking met de Mondriaan Stichting. |
|
1997 |
In het kader van de voor PhotoWork(s) in Progress opgegeven thematiek ‘Constructing Identity’ maakt zij een videofilm van discobezoekers in Nederland (Mysteryworld, Zaandam) en Engeland (Buzzclub, Liverpool) en van middelbare scholieren in Amsterdam en Alphen aan den Rijn die naar hun favoriete muziek luisteren. |
Rineke Dijkstra breekt internationaal door: haar werk wordt gepubliceerd in Camera Austria en in Artforum en geëxposeerd op de Biënnale van Venetië. Werk van haar is eveneens te zien op de tentoonstelling Framed Area in Hoofddorp, in het Nederlands Foto Instituut in Rotterdam, in de Photographers’ Gallery in Londen en op de dertiende editie van de New Photography tentoonstellingen in het Museum of Modern Art in New York. |
Beschouwing
Het werk van Rineke Dijkstra toont op zijn minst dat klassieke vormen van fotografie niet dood zijn zoals het afgelopen decennium door aanhangers van postmodernistische theorieën of adepten van digitale technieken wel werd beweerd. Hoewel zij vooral door gebruik van kleur en fors formaat nadrukkelijk autonome, museale pretenties heeft, stoelt haar benadering op tradities die van meet af aan in de portretfotografie een rol hebben gespeeld.
Na een aantal wisselingen in creatieve opleidingen koos Rineke Dijkstra in 1981 uiteindelijk voor de opleiding fotografie aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Minstens zo belangrijk voor haar vorming waren de cursussen die zij al eerder volgde bij Het Paard van Troje in Den Haag en vooral die bij Cultureel Centrum De Moor in Amsterdam. In haar vroegste werk concentreerde zij zich op het maken van composities van betrekkelijk lege binnen- en buitenruimten. Deze foto’s van wachtkamers en zwembaden, van stoeptegels en hoogspanningskabels roepen herinneringen op aan het licht surreële werk van Paul den Hollander die beginjaren tachtig met zijn Moments in Time in Nederland een hele generatie fotografen inspireerde. Bij De Moor was het Hans Aarsman die haar stimuleerde mensen te gaan fotograferen. Aanvankelijk waren, net als bij Den Hollander, personen op haar foto’s niet meer dan de stoffering van zeer bedachte composities. Rineke Dijkstra fotografeerde mensen op de rug gezien of het beeld uitlopend als formeel element in een uitgebalanceerde vlakverdeling. Pas in 1981, tijdens een werkweek onder leiding van Corinne Noordenbos in Rome, durfde zij de frontale confrontatie met mensen aan. In de publicatie die de resultaten van een portretwerkgroep van De Moor in 1983 bundelen kijken de mensen op Rineke Dijkstra’s foto’s direct in de lens. Naast de ruimte waarin de geportretteerden geplaatst zijn, spelen op deze foto’s bewuste toevoegingen zoals een beweging van andere mensen, de sprong van een kat, een felle lichtbundel, een vrijwel gelijkwaardige rol. Pas later tijdens haar studie aan de Rietveld richtte zij zich op situaties waarin mensen zoals zij dat zelf formuleert “[…] losgeweekt zijn uit het dagelijkse […]”. Een groeiende voorkeur voor het ongewone manifesteerde zich in een belangstelling voor travestieten, transseksuelen en wat later voor het extraverte gedrag van bezoekers van jongerencentrum Paradiso. De met de Rolleicord gemaakte Paradisoportretten bezitten, ondanks de compositorische concentratie die dit beeldformaat oplegt, een enigszins journalistiek karakter door de losse omgang met kader en uitsnede.
Rineke Dijkstra’s afstudeerproject uit 1986 was daarentegen veel meer verwant aan de destijds heersende mode van het ensceneren die gestimuleerd werd door haar eindexamenbegeleider Anthon Beeke. Haar beeldverhaal was geïnspireerd op het sprookje De kikkerkoning en – vooral in lichtgebruik – op filmstills uit de jaren vijftig en zestig.
Ook in de affiches die zij na haar studie maakte voor het kledingmerk Sandwich en voor Theaterstudio’s Hinderik en Mark Kingsford spelen illustratieve en anekdotische elementen een belangrijke rol. Haaks hierop staan de portretten van zakenmensen die zij begon te maken in opdracht van tijdschriften als Quote, Elle en Elegance. In de late jaren tachtig concentreerde zij zich in toenemende mate op zorgvuldig vormgegeven portretten in de studio en op locatie, strak gecomponeerd, opgenomen met de Hasselblad en effectvol met verschillende lampen uitgelicht. Hoewel zij redelijk succesvol was bevredigden deze opdrachten haar steeds minder vanwege de geringe ruimte voor eigen initiatief en visie: “Die mensen weten precies hoe ze op een foto willen staan, daar gaat het mij niet om.” Deze uitspraak illustreert een aloud dilemma in de portretfotografie, het genre dat immers bestaat bij de gratie van de complexe relatie tussen de fotograaf en zijn onderwerp. Voordat Rineke Dijkstra haar persoonlijke oplossing in dit spanningsveld vond, maakte zij verschillende series portretten van kunstenaars voor onder andere NRC Handelsblad, voor de Stichting Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst en voor een boek van de Stopera in het kader van de 1% regeling. In toenemende mate ontwikkelde zij in deze portretten de sobere, confronterende benadering die de kern van haar huidige visie vormt.
De strandportretten, haar eerste volledig zelfgeïnitieerde reeks, ontstond vanuit Rineke Dijkstra’s behoefte zich los te maken uit het keurslijf dat opdrachtenwerk, zeker voor tijdschriften en kranten, nu eenmaal is. Wel had zij dankzij deze training inzicht gekregen in de pose, een van de meest bepalende aspecten van een portret naast de positie die de fotograaf zelf inneemt. Vooral pose en standpunt maken een portret immers monumentaal, glamourvol, psychologisch of intiem. Omdat volwassenen zich deze aspecten meestal zeer bewust zijn, richtte Rineke Dijkstra zich hoofdzakelijk op kinderen en jonge mensen. Zij was op zoek naar posen die niet verwijzen naar status of geaccepteerde schoonheidsidealen. Op stranden in Europa en in de Verenigde Staten probeerde zij momenten vast te leggen waarop een pose zich vormt of juist desintegreert, aarzeling en onzekerheid zichtbaar zijn in houding en oogopslag. Zij deed dat met de zee als achtergrond, een ruimte zonder andere begrenzing of houvast dan het kader. Haar keuze voor bepaalde mensen was naar zij zegt intuïtief en betrekkelijk willekeurig, al blijken achteraf vooral de beelden van kinderen en pubers het meest te beantwoorden aan wat zij zich voorstelde: portretten waarin de fotografe – en de kijker – haar (zijn) eigen besef van alleenzijn, van existentiële eenzaamheid herkent.
Vanaf het moment dat zij met de strandportretten begon, gebruikt Rineke Dijkstra een 4 bij 5 inch camera. Voor zij de later uit te vergroten opnamen maakt, legt zij de situatie vast op een polaroid ter controle van licht, scherpte en compositie. Aanwijzingen met betrekking tot houding of uitdrukking geeft zij niet, hetgeen in de meeste gevallen na enige tijd wachten resulteert in een houding die eerder ontspannen dan dynamisch is en waarbij de aandacht van de geportretteerden geheel geconcentreerd lijkt op de fotografe.
Bij de strandportretten nam Rineke Dijkstra steeds een vrij laag standpunt in op een afstand die de persoon ten voeten uit laat zien. Zij gebruikte één enkele flash, hetgeen een enigszins kunstmatig effect oplevert, alles op de foto een grote scherpte verleent en in principe mensen helder afzet tegen een donkere achtergrond. Die donkere achtergrond wordt door Dijkstra gecorrigeerd en het kunstmatige effect blijkt vaak pas in tweede instantie, namelijk wanneer de kijker zich realiseert dat die neutrale belichting wat wonderlijk is op een plek waar de zon vaak fel weerkaatst wordt en sterke schaduwen kan veroorzaken. Tot nu toe controleert en retoucheert Rineke Dijkstra al haar afdrukken persoonlijk vanuit een grote liefde voor de details en effecten van een perfect gebruik van de ambachtelijke fotografische techniek.
In zijn niets verhullende frontaliteit en scherpte heeft Rineke Dijkstra’s benadering iets meedogenloos, een kritiek die haar herhaaldelijk voor de voeten is geworpen. In zekere zin maakt zij mensen tot het object van een haast antropologische blik. Het ogenschijnlijke gebrek aan empathie plaatst haar werk in de traditie van een door haar zeer bewonderde fotografe als Diane Arbus. Anders dan Arbus, maar vergelijkbaar met Irving Penn, kiest zij geen omgeving die iets over de geportretteerde duidelijk zou kunnen maken. Zij biedt de kijker nauwelijks houvast: aan hun lot overgelaten tonen haar onderwerpen in eerste instantie vooral ongemakkelijkheid, onzekerheid en onvolmaaktheid. Toch wordt die genadeloze confrontatie in balans gehouden door betekenisvolle details die ontroering opwekken, al is het maar het zo nadrukkelijk ontbreken van modieus badgoed in Polen en Oekraïne of de wat stoere slungeligheid van Amerikaanse pubers, de handen quasi-stoer in de zakken gestoken. Vaak verwijzen de posen op haar foto’s naar een cultuur, zoals het geval is bij het Amerikaanse meisje dat geen andere ‘natuurlijke’ houding lijkt te kennen dan die van een sexy pin-up. Op een andere opname gaat het hoekige van een tienermeisje over in iets gracieus, in een houding die onmiskenbaar doet denken aan de elegantie van de Venus van Botticelli. Het is in het gevoel voor dit soort details en in een sober gebruik van kleur dat Rineke Dijkstra zich onderscheidt van het sarcasme van haar Engelse collega’s die net als zij een sociologisch gerichte belangstelling hebben. Tegelijkertijd mist haar fotografie de strengheid van een ‘Becherschüler’ als de Duitse fotograaf Thomas Ruff met wie zij een zekere conceptuele consequentheid gemeen heeft.
Waar Ruff zich in zijn portretten uit de jaren tachtig concentreerde op wezenloze anonimiteit, staat Dijkstra emotionaliteit toe in haar portretten, zeker in de na de strandportretten gemaakte series van stierenvechters en van vrouwen die zojuist bevallen zijn. Rineke Dijkstra maakte deze portretten omdat zij in haar eigen woorden “[…] mensen wilde vastleggen direct na een ingrijpende ervaring […]”. Vooral laatstgenoemde serie is in zekere zin genadeloos maar tegelijkertijd op een indrukwekkende manier empathisch. De foto’s tonen niet de in onze cultuur zo vaak voorkomende beelden van lieftallige jonge madonna’s maar vrouwen met geschonden lichamen, frontaal in kale ruimten poserend, met gezichten die zowel uitputting laten zien als trots over de tegen hen aan geknelde rode wurmen.
Het is onjuist de betekenis van deze serie uitsluitend te zien als het doorbreken van een taboe of als een uitnodiging tot een enigszins meewarige houding. De ruimte waarmee Rineke Dijkstra haar onderwerpen visueel en psychologisch omgeeft biedt de kijker gelegenheid voor respect, voor een vorm van empathie zonder neerbuigendheid.
Dankzij haar strandportretten kreeg Rineke Dijkstra verschillende opdrachten die direct aansloten bij de door haar ontwikkelde benadering. Zowel de portretten voor het Amsterdams Fonds voor de Kunst als de foto’s van vluchtelingen voor Vrij Nederland en de opnamen die de basis vormden voor postzegels zijn in eerste instantie het resultaat van opdrachten. Daarnaast begon zij, met name in Engeland, jongeren te fotograferen op scholen en in disco’s. De portretten van Engelse schooljongens zijn door hun concentratie op alleen het gezicht het sterkst verwant aan de vroege portretten van Thomas Ruff al benadrukt Dijkstra ook hierin weer puberale onmacht en onzekerheid. Diezelfde onzekerheid blijkt uit de portretten die zij in 1996 maakte van zeer jonge discomeisjes in Liverpool. Van een decor is nu zelfs totaal geen sprake meer. De meisjes zijn vrijwel ten voeten uit gefotografeerd, staand tegen een wand van een onbestemde lichte kleur, hun mollige lichamen geperst in kleding die sexy en uitdagend beoogt te zijn maar uiteindelijk niet meer illustreert dan de wat onbeholpen interpretatie van een mode-ideaal.
Dijkstra’s fascinatie voor pose en jongerencultuur leidde in 1996 tot een project met Gerald van der Kaap. Samen maakten zij video-opnamen van jonge discobezoeksters in het clubcircuit van Amsterdam en omstreken. Ook nu plaatsten Van der Kaap en Dijkstra hun modellen, die uitgenodigd werden voor z.g. ‘screentests’, in een kale omgeving met als enig houvast voor de geportretteerden een sigaret of een fles drank. Wezenloos deinen de meisjes die stoned of dronken zijn mee op een monotone muziekdreun. Het opvallende is dat de dwingend monotone video-opnamen de kijker minder ruimte geven voor een emotionele respons dan de foto’s, alsof de statische fotografische opname beter in staat is de eigen fantasie te prikkelen dan het bewegende filmische beeld. Pam Emmerik noemde dit werk in haar artikel in De Groene Amsterdammer “aangenaam moraalloos” omdat “[…] niet de indruk wordt gewekt een psychologisch portret te willen schetsen van – alweer en nieuwe! – verloren generatie”. Het verschil met de fotografische portretten is dat deze videobeelden, vooral door de herhaling en het tijdsverloop waarin nauwelijks iets verandert, lijken te suggereren dat elke mogelijkheid tot het ontwikkelen van een eigen individualiteit in de huidige massacultuur ten dode opgeschreven is. In die zin gaat dit werk niet over een verloren generatie maar wel over de onderhorigheid van een groep jongeren aan de media, aan mediabeelden, aan het alomtegenwoordige cameraoog en – niet in de laatste plaats – over de voyeuristische fascinatie van de kijker.
In het afgelopen jaar heeft Rineke Dijkstra dit project zelfstandig verder ontwikkeld. Voor een solotentoonstelling bij Paul Andriesse maakte zij videoportretten in de Buzzclub in Liverpool. Van der Kaap werkte nog slechts mee bij de montage. Voor PhotoWork(s) in Progress maakte zij onder het thema ‘Constructing Identity’ video-opnamen in verschillende clubs in Engeland en Nederland. Daarnaast maakte zij videoportretten van scholieren in Amsterdam en Alphen aan den Rijn die naar hun favoriete muziek luisteren. Voor de catalogus van dit project maakte zij via computermanipulatie stills uit de video-opnamen. Deze werkwijze bood haar de mogelijkheid een ander type momenten te kiezen dan zij voor haar foto’s gewoon was. Technisch leverde deze omzetting haar problemen op daar de door haar nagestreefde perfectie in afdrukken moeilijk haalbaar is.
Naast dit werk vervaardigt zij met tussenpozen portretten van dezelfde kinderen. Een van haar onderwerpen is een Joegoslavisch meisje dat zij voor het eerst in maart 1994 in het asielzoekerscentrum in Leiden fotografeerde. De opeenvolgende portretten tonen, vooral door houding en blik, verschillende stadia van ouder worden en van groeiend zelfbewustzijn, mede door het geworteld raken in de Nederlandse samenleving.
Binnen het klassieke genre van de portretfotografie heeft Rineke Dijkstra de afgelopen jaren een zeer overtuigende vorm gevonden. Haar foto’s bezitten een vanzelfsprekende, op directe observatie gebaseerde monumentaliteit die kenmerkend is voor de Nederlandse (documentaire) fotografie. Tegelijkertijd is zij door de visuele afstand die zij schept en door de nadruk op een streng concept een typische representant van een (internationale) generatie die moeiteloos het museale circuit veroverd heeft. Deze acceptatie heeft ongetwijfeld te maken met een herwaardering van typisch fotografische eigenschappen als transparantie, precisie en de suggestie van authenticiteit, terwijl de formele karakteristieken van haar foto’s het mogelijk maken haar werk te omschrijven in termen als stijl en oeuvre.
Waar Gerald van der Kaap in het kielzog van Amerikaanse popart en geconstrueerde fotografie in de vroege jaren tachtig de kunstwereld binnentrad met zijn brutale, ironische en mediakritische ‘postmodernistische’ ensceneringen, baseerde Rineke Dijkstra zich een decennium later op de analytische, beschrijvende mogelijkheden van de fotografie. Die stap is minder radicaal dan zij lijkt. Al in het werk van de Nederlander Hans Aarsman vond, in landschap en stadsgezicht, eind jaren tachtig een vergelijkbare heroriëntatie plaats. Net als Aarsman in die periode deed, maakt Dijkstra gebruik van zeer hoogwaardig professioneel materiaal hetgeen wijst op een haast ouderwets geloof in de kracht van zuivere registratie. Kleur verhoogt de suggestie van realisme terwijl tegelijkertijd juist het subtiele spel met belichting, contrast en ruimte haar portretten losrukken uit een alledaagse, ervaren werkelijkheid.
In Nederland staat haar werk door het ontbreken van een verhalende omgeving tegenover het documentair subjectivisme van een fotografe als Bertien van Manen. De schijnbare argeloosheid waarmee Dijkstra de kijker confronteert plaatst haar werk eveneens tegenover de extreme, cynische computermanipulaties van modefotografe Inez van Lamsweerde.
Documentatie
Primaire bibliografie
Nieuw lid: Rineke Dijkstra, in GKf Bulletin (oktober 1988) 3, p. 9.
NRC Handelsblad 13 december 1991, Cultureel Supplement.
Rineke Dijkstra e.a. (samenstelling), Esther Kroon, 1966-1992, Rotterdam/ Naarden (Uitgeverij DUO/ DUO/ Stichting Kroon Fotografie) 1993.
Rineke Dijkstra en Jacob Molenhuis, Stofgoud, Amsterdam (Basalt) 1995 (serie: Lindereeks, nr. 2) (idem Engelse ed.: Gold Dust).
Rineke Dijkstra’s Wall Street, in Vrij Nederland 56 (11 februari 1995) 6, p. 50-53.
Fotografe Rineke Dijkstra over A Pressing Engagement, in Leids Nieuwsblad 19 (20 oktober 1995) 1563, bijlage Culturele manifestatie Human Rights and Refugees, ongepag.
Beaches, Zürich (Codax Publishers) 1996.
foto’s in:
Elegance mei 1988, p. 75.
NRC Handelsblad 4 oktober 1991 (Cultureel Supplement).
Eric van Onna, Het oog van de vrouw, in NieuweRevu (12 mei 1993) 20, p. 36.
Fotofestival Naarden, in Trouw 13 mei 1993, Kunst, p. 1.
Felix [uitgave van Felix Meritis] juli/augustus 1994, p. 14.
Marijke Hilhorst (tekst) en Rineke Dijkstra (foto’s), Echt acht. Foto-essay, in Elsevier 50 (24 december 1994) 51/52, p. 102-115.
Taco Anema e.a. (red.), GKf 50. Fotografie 1945-1995, Amsterdam (De Verbeelding) 1995, p. 178-179.
Don Duyns e.a. (tekst), Vlinderslag. Beeldende kunst in het Zuiderbad te Amsterdam, Amsterdam (Stichting De Zuiderzee) 1995, p. 6, 31, 50.
Daniëlle Cuppens (samenstelling), Ontheemde kinderen, Leiden (Stichting Art & Engagement) 1995, p. 19-27.
Connie Palmen, De vriendschap, Amsterdam (Prometheus) 1995, omslag.
de Volkskrant 21 januari 1995.
Vlinderslag, in Het Parool 16 augustus 1995, p. 1.
Ageeth Scherphuis (tekst) en Rineke Dijkstra (foto’s), Verkracht voor volk en vaderland, in Vrij Nederland 56 (2 december 1995) 48, p. 38-44, 46-48.
Vrij Nederland 56 ( 23 december 1995) 51/52, omslag, p. 7, 11- 12.
Catalogus tent. Habitus: Rineke Dijkstra, Berhard Fuchs, Nancy Honey […], Salzburg (Galerie Fotohof) 1996, p. 12-13.
Connie Palmen, De wetten, Amsterdam (Prometheus) 1996, omslag.
Vrij Nederland 58 (3 mei 1997) 18 t /m 58 (29 mei 1997) 29 [foto’s bij serie ‘In de luwte’ van Marjo van Soest].
NRC Handelsblad 6 september 1997.
Opdrachten
[na het jaar staat vermeld de opdrachtgever en tussen haakjes het onderwerp en/of het doel waarvoor de foto’s gemaakt zijn]
1986 Golden Tulip Barbizon Hotel Amsterdam (brochure i.s.m. Annaleen Louwes).
1987 BRS Premsela Vonk (portretten ontwerpers BRS Premsela Vonk t.b.v. brochure, i.s.m. Annaleen Louwes).
1987 Nederlands Theater Instituut (festiviteiten en voorstellingen Amsterdam Culturele Hoofdstad 1987).
1987 Quote (portretten van zakenmensen).
1988 Stichting Kunst en Bedrijf (kunst in het Muziektheater en Stadhuis en kunstenaarsportretten t.b.v. boek voor British American Tobacco Company).
1988 BRS Premsela Vonk (Jaarverslag IBM Nederland NV 1987).
1988 Dansgroep Krisztina de Chatel (publiciteitsfoto’s).
1988 KMPG (foto’s werksituaties t.b.v. brochure, i.s.m. Annaleen Louwes).
1988 Quote (portretten van zakenmensen).
1989 Bull Nederland NV (portretten van zakenmensen).
1989 1e Klas Magazin (portretten en illustaties).
1989 Elle (portretten van operazangeressen).
1989 IBM Nederland NV (Sociaaljaarverslag 1989).
1989 KPMG (algemene brochure KPMG).
1989 NV Nederlandse Spoorwegen (Jaarverslag 1989).
1989 Quote (portretten van zakenmensen).
1989 Stichting Fonds voor Beeldende Kunsten, Bouwkunst en Vormgeving (kunstenaarsportretten t.b.v. nieuwsbrief bij een tentoonstelling).
1989 Stichting Kunst en Bedrijf (kunstwerken).
1989 Studio Dumbar (groepsportret Raad van Bestuur t.b.v. Jaarverslag Aegon 1989).
1989 Rudolf Veldhoven BV (posters voor het modemerk Sandwich).
1990 Avenue (portret Ryuichi Sakamoto).
1990 Beeldenstorm (theateraffiche Mark Kingsford ‘De Gang van Zaken’).
1990 Bull Nederland NV (portretten van zakenmensen).
1990 1e Klas Magazin (portretten en illustaties).
1990 Elle (portretten).
1990 Flying Dutchman International (portretten).
1990 KPMG (algemene brochure KPMG, i.s.m. Annaleen Louwes).
1990 Mac & Maggie (modefoto’s in Jordanese interieurs t.b.v. brochure ‘Wol’).
1990 NRC Handelsblad (portretten, o.a. Rob Scholte en Jiri Kilian, t.b.v. Zaterdag Bijvoegsel).
1990 O Magazin (portretten in de P.C. Hooftstraat).
1990 Quote (portretten van zakenmensen).
1990 Studio Dumbar (groepsportret Raad van Bestuur t.b.v. Jaarverslag Aegon 1990).
1990 Studio Hinderik (theateraffiche).
1991 Dr. Adams schoenen (dames- en herenschoenen t.b.v. eigen brochure).
1991 Maarten Altena Emsemble (publiciteistsfoto groepsportret).
1991 BRS Premsela Vonk (portretten t.b.v. brochure ‘Inzicht’).
1991 Dansgroep Krisztina de Chatel (publiciteitsportret Krisztina de Chatel).
1991 Elle (portretten).
1991 Flying Dutchman International (portretten).
1991 KPMG (algemene brochure KPMG, i.s.m. Annaleen Louwes).
1991 Quote (portretten van zakenmensen).
1991 Studio Dumbar (illustraties t.b.v. Jaarverslag Aegon 1991).
1991 Toonder Studio’s (portretten t.b.v. Agfa bedrijfsfilm).
1991 Ruud Veldhoven (groepsportret Raad van Bestuur t.b.v. Jaarverslag Pirelli).
1992 Avenue (portret Jan Meng).
1992 Elle (portretten ‘Baanbrekende moeders’).
1992 Quote (portretten).
1993 Avenue (modefoto ‘Jurk met hond’).
1993 Barbara Duifjes (theateraffiche).
1993 NRC Handelsblad (6 schoolklassen en portrettenserie ‘Anti-sterren’ voor Cultureel Supplement).
1993 Randstad Uitzendburo (portretten t.b.v. Randstad data).
1993 Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst (‘bekroonde kunstenaars voor Stedelijk Jaarverslag 1993 van de Gemeente Amsterdam en diapresentatie bekroonde kunstenaars in Paradiso).
1993 VNO (Jaarverslag VNO 1993).
1994 Elsevier (portretten van achtjarigen).
1994 Hogeschool Beeldende Kunsten Utrecht (portretten t.b.v.jaarboek).
1994 Nederlandse Omroep Stichting (affiche voor programma Kunstmest).
1994 De Nieuwe Wereldcampagne (portretten i.k.v. kunstproject Kinderen van asielzoekers).
1994 NRC Handelsblad (portretten ‘ontheemde kunstenaars’ en portretserie ‘Anti-sterren’ voor Cultureel Supplement).
1995 Arcade (CD-hoes Lois Lane).
1995 Le Cri Néerlandais (modefoto’s m.b.t. CD-rom).
1995 Elle (Elle Studio ‘Het mannelijk naakt’).
1995 Montezuma’s Revenge (publiciteitsportret).
1995 NRC Handelsblad (portretten ‘ontheemde kunstenaars’).
1995 Stichting Zuiderzee (kunstproject ‘Vlinderslag’ in Zuiderbad, augustus/september 1995).
1995 Uitgeverij Contact (publiciteitsportret Margriet de Moor).
1995-1996 NRC Handelsblad (schrijversportretten t.b.v. Literair Supplement september 1995-september 1996).
1996 Miracles (portretten ontwerpers).
1996 PTT Post Filatelie (postzegels 70 en 80 cent Unicef 1946-1996).
1996 Rijkswaterstaat Limburg (i.k.v. het project Oog op A73. Tien visies op de weg; met o.a. Erwin Olaf, Teun Hocks).
1996 SQ (portretten Thom Hoffman, Pim Fortuyn).
1996 Theaterbureau Berbee & Rudolfi (portretten theatergroepen, o.a. Curver, Karina Holla).
1996 Uitgeverij Prometheus (portretten Gerrit Komrij, Ronald Giphart en Sietze van der Zee).
1997 Framed Area (kunstenaarsproject in Hoofddorp van Paul Kamp en Ellen de Bruyne).
1997 NFI (portretten kunstenaars en auteurs voor catalogus PhotoWork(s) in Progress en opdracht i.k.v. PhotoWork(s) in Progress/ Constructing Identity).
1997 Opzij (portretten van lezeressen t.b.v. reclamecampagne Opzij 25jaar).
1997 Vrij Nederland (portretten van o.a. Dries van Agt, Fedor den Hertog, Christina Deutekom en Alexandra Radius, bij serie ‘In de Luwte’ van Marjo van Soest).
Secundaire bibliografie
Auteur onbekend, De mooiste foto’s van lieve, leuke, lekkere mannen, in Viva (6 november 1981) 45, p. 26-31.
Corinne Noordenbos (tekst), Themanummer portret, Amsterdam (De Moor) 1983, ongepag. (met foto’s).
Renée Steenbergen, Tieners in badpak en een computer die vloekt, in NRC Handelsblad 15 mei 1993.
Adriaan Morriën/ Hans Aarsman, Bij de vloedlijn. De strandportretten van Rineke Dijkstra (Adriaan Morriën, Een blik van blaam gezuiverd/ Hans Aarsman, Geoorloofd naakt), in Vrij Nederland 54 (15 mei 1993) 19, omslag, p. 56-61 (met foto’s).
Auteur onbekend, Kunstprijs voor Rineke Dijkstra, in Leidsch Dagblad 13 september 1993.
Catalogus tent. De kracht van heden, Amsterdam (Stichting Fonds voor Beelden Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst) 1993, p. 77-82.
Auteur onbekend, Visie van 5 vrouwen, in Focus 80 (mei 1993) 5, omslag, p. 51-61 (met foto’s).
H. Visser, Rineke Dijkstra, in ‘de ander, der Andere, 1’autre’ [catalogus Werner Mantz-prijs], Sittard (Het Domein) 1994, p. 7-10.
Johan de Vos, Rineke Dijkstra, in Johan de Vos, Nogal onfatsoenlijk maar zeker verleidelijk. Over de onvergetelijke foto’s, Amsterdam/Leuven (Mets/Kritak) 1994, p. 130-131.
Tjalling van Dijk, De schoonheid van het volmaakte, in Algemeen Dagblad 24 januari 1994.
Mariska van de Berg en Tanja Wallroth, Rineke Dijkstra, in Ruimte 11 (1994) 3/4, p. 9-10 (met foto).
Renée Steenbergen, Eenzaamheid vastgelegd in een moment voor de camera, in NRC Handelsblad 18 juli 1994.
Willem K. Coumans, Werner Mantz Prijs voor Rineke Dijkstra, in Foto 49 (december 1994) 12, p. 60-61.
H. Visser, Rineke Dijkstra, in Nieuwsbrief van Bureau Amsterdam (17 december 1994) 10, p. 3-4.
Leontine Coelewij, Rineke Dijkstra, Tom Claassen. Bureau Amsterdam, in Stedelijk Museum Bulletin december 1994/januari 1995, p. 6-7.
M. Koemans, Lachen is niet interessant, in Het Parool 17 december 1994 (met foto’s).
Mariëtte Haveman, Het bijzondere van het gewone. Portretten van Rineke Dijkstra, in Vrij Nederland 55 (24 december 1994) 51/52, p. 50-53 (met foto’s).
Catalogus tent. A Europa e o Mar. Encontros da Imagem, Braga 1995.
Catalogus tent. The European Face. Portrait Photography from the fifteen member states of the European Union, Edinburgh 1995.
Catalogus tent. Wim Janssen, Rineke Dijkstra en Jan Koster, Amsterdam (Galerie Paul Andriesse) 1995.
T. Seelig, Rineke Dijkstra, in Pakt (januari/februari 1995) 5, p. 29.
Arno Haijtema, Fotografen portretteren jonge vluchtelingen in asielzoekerscentra. Kinderen in een niemandsland, in de Volkskrant 2 januari 1995.
Ineke Schwartz, Meedogeloze camera van Rineke Dijkstra, in de Volkskrant 7 januari 1995.
M. Wilson, Rineke Dijkstra. Stedelijk Museum Bureau, in Flash Art maart/april 1995, p. 114-115.
I. Leenheer, De naakte man, in Elle april 1995.
Paul Groot, De geboorte van een nieuwe muze. Bij de foto’s van Rineke Dijkstra, in Metropolis M (april 1995) 2, p. 44-47 (met foto’s).
Jhim Lamoree, De manipulators, in Het Parool 15 april 1995.
Kristien Hemmerechts, Het taboe van het hoogstpersoonlijke. De SLAA-lezing van Kristien Hemmerechts, in Vrij Nederland 56 (27 mei 1995) 21, p. 50-52.
Auteur onbekend, In het Zuiderbad duikt kunst op, in Algemeen Dagblad 21 augustus 1995.
Mirelle Thijsen, Europa en de zee. Encontros da Imagem 1995: zee als materie en toevluchtsoord, in Foto 50 (september 1995) 9, p. 76-81.
TH (= Ton Hendriks), Voor de vorm. Rineke Dijkstra: Echtheid en ontroering, in Hollands Licht (1995) 4, p. 43.
Auteur onbekend, Jacob Molenhuis en Rineke Dijkstra, in Noorderlichtkrant 7 oktober t /m 5 november 1995, p. 28.
Auteur onbekend, Human Rights en Refugees, in C.B.K. nieuwsbulletin november 1995, ongepag.
Rolf Bos, Ook elitefotograaf moet bikken, in de Volkskrant 14 november 1995.
S. Boecker, Art Cologne. Angebot grösser denn je, in Kölner Stadt-Anzeiger (17 november 1995) 267, p. 31.
Ineke Schwartz, Engagement tussen Leidse herenhuizen, in de Volkskrant 24 november 1995.
W. van Zoetendaal, Rineke Dijkstra/ Jacob Molenhuis, in Het Parool 21 december 1995, p. 17.
Catalogus tent. Fotofiktion, Kassei (Kasseler Kunstverein) 1996.
Catalogus tent. Gynaika, Knokke (Cultureel Centrum Knokke-Heist) 1996.
100x Foto. Catalogus tent. 100 Foto’s uit de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam, Amsterdam/Bussum (Stedelijk Museum/Thöth) 1996, p. 206-207.
Catalogus tent. Prospect. Photographie in der Gegenwartskunst, Kilchberg/Zürich (Edition Stemmle) 1996, p. 104-107, 380. (met foto’s).
Catalogus tent. Zeitgenössische Fotokunst aus den Niederlanden, Berlijn (Neuer Berliner Kunstverein) 1996, p. 56-61.
Leontine Coelewij (samenstelling), Sublieme vormen met zicht vanaf 5M: Tim Ayres, Bill Breckenridge, Caroline Coehorst, Rineke Dijkstra, Janneque Draisma, […], Amsterdam (Stedelijk Museum) 1996, p. 10-11 (Catalogus Stedelijk Museum Amsterdam nr. 794).
M. Thijsen, Rineke Dijkstra, in Catalogus tent. Le Printemps de Cahors. Photograpie & Arts Visuels 1996, Cahors 1996, p. 49-51.
M. Thijsen, Prospect 96 blijft overeind dankzij thematische ordening, in Het Financieele Dagblad [editie 65] 1996, p. 12.
Auteur onbekend, Drie fotografen krijgen opdracht voor fotoproject, in de Volkskrant 2 april 1996, p. 14.
Lucette de Borg, Onbehagen op het drukste punt van Nederland, in de Volkskrant 6 juni 1996, p. 12.
B. Ollier, 6ème Printemps de Cahors, photographie et arts visuels, in Liberation 26 juni 1996, p. 32.
C. Wauters, Prospect 96, in Arts Press (juni 1996) 214, p. 70-71.
Han Singels, Fotograferen op het strand, in Kunstschrift 40 (juli/augustus 1996)4, p. 41-44.
C. Vögele, Rineke Dijkstra in der Galerie Bob van Orsouw, in Das Kunst-Bulletin (september 1996) 9.
S. Maurer, Zwischen Magie und Sachlichkeit, in Tages-Anzeiger [Zürich] 9 september 1996.
M.A. Lindo, Ik zie meteen een Botticelli voor me, de fotocollectie van het Stedelijk, in Het Parool 14 september 1996, p. 49.
Jan Paul Bresser, Het Poolse meisje, in Elsevier 52 (28 september 1996), p. 105.
J. Steiner, Such nach Würde – Fotografie von Rineke Dijkstra in Zürich, in Neue bildende Kunst 5/6 oktober 1996, p. 112.
Blindspot (1996) 8, omslag, p. 10-13.
Ineke Schwarz, Couleur locale. Galerie Paul Andriesse. Lolita’s uit Liverpoolse disco, in de Volkskrant 30 oktober 1996, p. 15.
B. van der Haak, Fotografe Rineke Dijkstra ‘iedereen is alleen’, in Elle november 1996, p. 68-69.
Bianca Stigter, Fotografie stoot het schilderij van de troon. Galeries tonen hedendaagse kunst op twee kleine beurzen in Berlijn, in NRC Handelsblad 1 november 1996.
Bianca Stigter, Rineke Dijkstra, in NRC Handelsblad 1 november 1996, Cultureel Supplement, p. 6.
S. Lütticken, Lichaamstaal in de Engelse disco, in Het Parool 1 november 1996, p. 19.
Pam Emmerik, Bezopen meisjes, in De Groene Amsterdammer 13 november 1996, p. 33 (met foto’s).
Linda Roodenburg (red.), Photo-Work(s) in Progress. Constructing Identity, Rotterdam (Nederlands Foto Instituut) 1997, omslag, p. 24-37.
Martijn van Westerop, Beter heftig fout dan een halfzacht compromis. Het verhaal van uitgeverij Basalt, in Hollands Licht (1997) 3, p. 4-6.
Hripsimé Visser, On Rineke Dijkstra/ Über Rineke Dijstra, in Camera Austria. International (1997) 57/58, p. 21-31 (met foto’s).
Dominic van den Boogerd, Pubers aan zee, in HP/De Tijd 25 april 1997, p. 72-75.
Andy Grundberg, Out of the Blue, in Artforum 35 (1997) 9, omslag, p. 85-87.
Ineke Schwartz, Grimmig, groezelig en glamoureus, in de Volkskrant 14 mei 1997, p. 12.
Ineke Schwartz, Bij KPN komt na de lunch een kunstenaarsfilm, in de Volkskrant 16 mei 1997, p. 1 2.
Hans den Hartog Jager, Speurtocht naar kunst in bietenvelden, in NRC Handelsblad 12 juli 1997, p. 9.
David Brittain en Joanna Lowry, [Introduction], in Creative Camera (augustus/september 1997) 347, omslag, p. 4, 22-23 (met foto’s).
Auteur onbekend, Rineke Dijkstra/ Mike Kelley, in Aap Noot Kunst over, voor en door kinderen. 18 september – 7 december 1997. Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam.
Najaarsberichten (augustus/september 1997) 7/8, ongepag.
Holland Cotter, Adolescents, in New York Times 1 augustus 1997.
Peter Schjeldahl, Young Lions, in Village Voice 19 augustus 1997, p. 93.
Jhim Lamoree, De jeugd van Tegenwoordig, een avondje uit met Rineke Dijkstra, in Het Parool 29 augustus 1997 (Uitmarkt krant).
Iris Dik, Chaos en toeval bepalen het lot, Photoworks in Progress: Dijkstra, Ewald, Seawright, in Vrij Nederland 58 (30 augustus 1997) 35, p. 50-52 (met foto’s).
Auteur onbekend, PhotoWork(s) in Progress, in Focus 84 (september 1997) 9, p. 9.
Rianne van Dijk, Een nieuwe identiteit. Resultaten van PhotoWork(s) in Progress, in Foto 52 (september 1997) 9, p. 10-13.
Onderscheidingen
1981 Hoofdprijs, wedstrijd uitgeschreven door het tijdschrift Viva.
1987 Kodak Award Nederland.
1990 Nominatie voor Young European Photographers.
1991 Epica Award voor Best European Advertising Photography.
1993 Kunst Aanmoedigingsprijs Amstelveen.
1994 Werner Mantz Prijs
Lidmaatschappen
GKf, vanaf 1988.
Tentoonstellingen
1981 (g) Amsterdam, De Moor, Reisfoto’s uit Rome.
1982 (g) Amsterdam, De Moor, Portret.
1984 (e) Amsterdam, De Moor, Paradiso Portraits.
1987 (g) Amsterdam, Museum Fodor, Gemeente Aankopen.
1988 (e) Amsterdam, De Moor, Het ontstaan van vorm.
1993 (g) Amstelveen, Cultureel Centrum, [genomineerden Kunst Aanmoedigingsprijs Amstelveen].
1993 (g) Amsterdam, Beurs van Berlage/ Bloom Gallery, Ieder kind is van marmer.
1993 (g) Amsterdam, Loods 6 [KNSM-laan 143], De Kracht van Heden.
1993 (g) Naarden, Vestingmuseum Dependance, Mensen op het strand (Fotofestival Naarden).
1994 (g) Aken, Ludwig Forum für Internationale Kunst, de ander, der Andere, l’autre.
1994 (e) Amstelveen, Aemstelle, Art Encouragement Award Amstelveen.
1994 (g) Sittard, Het Domein, de ander, der Andere, l’autre.
1994/1995 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum Bureau Amsterdam, [Rineke Dijkstra en Torn Claassen].
1995 (g) Amsterdam, Galerie Paul Andriesse, [Wim Janssen, Rineke Dijkstra en Jan Koster].
1995 (g) Amsterdam, Zuiderbad, Vlinderslag. Beeldende kunst in het Zuiderbad.
1995 (g) Braga, Cadados Crivos, A Europa e o Mar. Encontros da Imagem.
1995 (g) Brussel, Galerie Jan Mot en Oscar van den Boogaert, [i.k.v. Kunstbeurs].
1995 (g) Den Haag, [foto’s ‘ontheemde kinderen’ op billboards langs Hofvijver].
1995 (g) Edinburgh, Talbot Rice Gallery, The European Face. Gent, Museum van Hedendaagse Kunst, Time Festival. Rineke Dijkstra [foto’s van Rineke Dijkstra en sculpturen van Hugo Debaere].
1995 (g) Groningen, Kunstcentrum Niggendijker, Stofgoud [Rineke Dijkstra/ Jacob Molenhuis] (Fotomanifestatie Noorderlicht).
1995 (g) Leiden, Centrum Beeldende Kunst, A pressing Engagement.
1995 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, Eichtjaren. 50 Jaar GKf-fotografie.
1996 (e) Amsterdam, Galerie Paul Andriesse.
1996 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, 100 Foto’s uit de collectie.
1996 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Sublieme vormen met zicht vanaf 5 M (Gemeente Aankopen 96).
1996 (g) Basel, Eiste 96 (Art Fair Basel)
1996 (g) Berlijn, Neuer Berliner Kunstverein (NBK), Zeitgenössische Fotokunst aus den Niederlanden.
1996 (g) Cahors, Le Printemps de Cahors.
1996 (e) Dijon, Ee Consortium.
1996 (g) Dudelange, Galerie Nei Liicht, Contemporary Dutch Photography.
1996 (g) Frankfurt am Main, Schirn Kunsthalle, Prospect 96.
1996 (g) Karlsruhe, Badischer Kunstverein, Zeitgenössische Fotokunst aus den Niederlanden.
1996 (g) Kassei, Kasseier Kunstverein, Fotofiktion.
1996 (e) Keulen, Galerie Sabine Schmidt.
1996 (g) Knokke, Cultureel Centrum Knokke-Heist, Gynaika.
1996 (g) Kopenhagen, Portalen Koge Bugt Kulturhus, Ee Printemps de Cahors.
1996 (g) Milaan, Galleria Photology, Colorealismo: Rineke Dijkstra, Wolfgang Tillmans, Inez van Lamsweerde, Nan Goldin.
1996 (g) Salzburg, Galerie Fotohof, Habitus.
1996 (g) Schwaz (Oostenrijk), Schwaze Kunstverein, Aufnahmen der Normalitdt.
1996 (e) Zürich, Galerie Bob van Orsouw.
1997 (e) Brussel, Galerie Jan Mot en Oscar van den Boogaert.
1997 (g) Alkmaar, Grote St. Laurenskerk, The European Face.
1997 (g) Den Haag, PTT Museum, Observaties, recente kunstaankopen van de KPN.
1997 (g) Dresden, Stadtische Galerie Ranitzgasse, Distanz und Domizil. Fotografie der Gegenwart.
1997 (g) Halle, Hallescher Kunstverein, Zeitgenössische Fotokunst aus den Niederlanden.
1997 (g) Hoofddorp, Café Flora, Framed Area.
1997 (g) Innsbruck, Kunstraum, Tussen de Mazen.
1997 (e) Londen, Photographers’ Galerie.
1997 (g) New York, Museum of Modern Art, New Photography 1997.
1997 (g) Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen, Nan Goldin, Rineke Dijkstra, Mike Kelley, Sharon Lockhart (R Festival 1997- Aap Noot Kunst- over, voor en door kinderen).
1997 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, Face to face.
1997 (g) Rotterdam, Nederlands Foto Instituut, PhotoWork(s) in Progress. Constructing Identity [Rineke Dijkstra, Wendy Ewald en Paul Seawright].
1997 (g) Venetië, Corderie, Biënnale.
1997 (g) Weesp, Weesper Synagoge, The European Face.
Video
1996 Zonder titel, [discotheekbezoekers in het clubcircuit van Amsterdam en omstreken], i.s.m. Gerald Van Der Kaap.
1996 Zonder titel, [discotheek The Buzzclub in Liverpool].
1997 Zonder titel [discotheek Mysteryworld in Zaandam en de Buzzclub in Liverpool], i.k.v. Photo Work (s) in Progress.
Bronnen
Amsterdam, Rineke Dijkstra.
Leiden, Prentenkabinet, bibliotheek en documentatiebestand.
Collecties
Amsterdam, Stedelijk Museum.
Bern, Kunstmuseum Bern.
Den Haag, Koninklijk PTT Nederland (KPN).
Essen, Museum Folkwang.
Essex, Tim Dawson Collection.
Gent, Museum van Hedendaagse Kunst.
Hamburg, Gundlach Collection.
Keulen, Hoffman Collection.
Kopenhagen, Det kongelige Bibliotek (The Royal Library).
Parijs, Maison Europeenne de la Photographie.
Rotterdam, Caldic Collection.
Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen.
Sittard, Het Domein.
Auteursrechten
De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Rineke Dijkstra berusten bij Rineke Dijkstra te Amsterdam.