Fotolexicon, 14e jaargang, nr. 28 (april 1997) (nl)

Sam Waagenaar

Loes van Harrevelt

Extract

Sam Waagenaar heeft een groot deel van zijn leven in het buitenland doorgebracht. Begonnen als bediende bij een schoenenimportfirma, belandde hij echter al binnen korte tijd als publiciteitsdirecteur voor Nederland bij de filmmaatschappij Metro Goldwyn Mayer (MGM). Hij was vervolgens filmacteur, (foto)journalist, filmer en auteur.

Vanaf 1945 is Waagenaar als journalist professioneel gaan fotograferen. Over de hele wereld maakte hij documentaires die hij aan kranten en tijdschriften in binnen- en buitenland verkocht. Zijn humanistische fotografie werd vooral in fotopockets gepubliceerd.

Biografie

 

1908

Samuel (Sam) Waagenaar wordt op 10 januari in Amsterdam geboren aan de Blasiusstraat 123 A. Hij is de derde zoon van Godschalk (Gerrit) Waagenaar (1870-1942), een joodse diamantbewerker en Duifje de Jong (1870-1942).

1926-’27

Nadat hij de Hogere Burgerschool heeft doorlopen werkt Sam Waagenaar bij schoenenimporteur Smit & Co aan de Oudezijds Achterburgwal in Amsterdam.

1927

In 1927 schrijft Waagenaar zijn eerste artikel in opdracht van De Telegraaf. Hij wordt ‘publicity director’ voor Metro Goldwyn Mayer (MGM) en werkt op het kantoor aan het Damrak. Waagenaar had deze baan verworven dankzij zijn succesvolle bijdrage aan de publiciteitscampagne voor de speelfilm Ben Hur.

1929

Waagenaar heeft bij het Amerikaans consulaat aangemeld dat hij naar de Verenigde Staten wil emigreren. Hij ontvangt vervolgens bericht, dat hij vóór 30 januari 1930 moet vertrekken. Op 29 december verlaat hij Nederland.

1930

Waagenaar maakt zijn eerste foto’s met een Rolleiflex.

MGM benoemt hem tot ‘publicity and public relations director’ voor Europa. Na zes maanden gaat hij naar Parijs. Hij woont de eerste weken in een hotel aan de Champs Elysées en verhuist vervolgens naar de Boulevard des Capucines 24.

1934

Hij reist naar Algerije, Marokko en Tunesië en fotografeert in deze landen. Aan het einde van dit jaar vertrekt hij naar Hollywood.

1935

Waagenaar neemt ontslag bij MGM en verruilt Hollywood opnieuw voor Parijs. Daar schrijft hij ondertitels voor films en hij werkt er voor kranten. Eén van zijn opdrachtgevers is persbureau Vaz Diaz.

1939

Waagenaar verblijft bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Eauze (Zuid-Frankrijk). Vanuit Frankrijk reist hij naar zijn familie in Amsterdam. Vervolgens neemt hij de trein naar Bordeaux waar hij eind oktober per schip naar de Verenigde Staten vertrekt. Zijn broer Salomon (Sam I) emigreert eveneens. Van 1939 tot 1942 woont Waagenaar in Hollywood.

1942

In november speelt Waagenaar een Duitse soldaat in de film Secret Mission. Hij vertolkt dit jaar de rol van de vijand in nog zeven andere anti-nazi films: Action in the North Atlantic, Bombers Moon, Five Graves to Cairo, Hangmen also die, Hitlers Madmen (later bekend als Hitlers Hangmen), Unconquered en The Moon is down.

De Duitsers deporteren zijn ouders. Zij worden in Auschwitz om het leven gebracht.

1943

Aan het begin van dit jaar krijgt hij via het Office of War Information (OWI) een functie in het Amerikaanse leger. Hij verblijft in een trainingskamp voor spionage in de omgeving van Oshawa in Canada (Ontario), waar hij gedurende drie weken wordt geschoold in psychologische oorlogsvoering. Vervolgens is hij als Press Reconnaissance Officer werkzaam bij de propaganda afdeling van het Amerikaanse leger. Waagenaar vertrekt naar Londen en vertegenwoordigt daar de Verenigde Staten in de redactie van Vrij Nederland (niet te verwarren met het gelijknamige blad dat in Nederland verscheen). Daarnaast schrijft hij ‘leaflets’ ofwel vlugschriften die boven de bezette gebieden worden uitgeworpen.

1944

Nadat Waagenaar getuige is geweest van de invasie in Normandië, verleent hij hulp bij het opzetten van nieuwe radiostations en hij schrijft teksten voor het Metrotone News.

Op 25 augustus 1944 fotografeert hij de bevrijding van Parijs. Hij keert in december terug naar Amerika en schrijft daar voor de Los Angeles Times over zijn ervaringen als correspondent in Londen en Parijs.

1945

In mei en juni is hij als correspondent voor International News Service (INS) aanwezig bij de oprichting van de Verenigde Naties in San Francisco. In opdracht van dit persagentschap vertrekt hij in juli naar Europa. Op doorreis verblijft hij in Amsterdam, waar hij na enkele maanden nogmaals zal terugkeren. Waagenaar is tien maanden in Berlijn. Tijdens de eerste drie weken en de laatste week verzorgt hij de verslaglegging van de Neurenbergse processen. In oktober bezoekt hij Auschwitz, Breslau, Danzig en Warschau. Waagenaar begint regelmatig te fotograferen.

1946-’92

In april beëindigt Waagenaar zijn werk voor INS en vertrekt hij naar Rome.

Tot 1992 zal deze stad zijn thuishaven blijven. Hij werkt als freelance (fotojournalist voor ABC, Camera Press, Newsweek, de North American Newspaper Alliance, Pix Inc (Photo Agency), Rapho, La Tribune des Nations en Die Weltwoche.

1947

Waagenaar bezoekt Caracas, Cuba, Curaçao, de Dominicaanse Republiek, Guatemala, Haïti, Honduras, Mexico, Panama en Port au Prince. In Europa reist hij van Italië naar Joegoslavië.

1949

In oktober vertrekt hij naar Iran, Afghanistan, Pakistan en India. Hierop volgt een reis van zes maanden door Frankrijk, Spanje, Marokko, Algerije, Tunesië, Libië en Malta.

1951

Waagenaar fotografeert Tripoli.

1952

Hij maakt een wereldreis van elf maanden. Zijn reis loopt van Rome naar Amsterdam, New York, Hawaii, Canton Island, Fiji, Australië, Nieuw Zeeland, Indonesië, Singapore, de Filippijnen, Hongkong, Macau, Japan, Thailand, Burma, India, Libanon en Griekenland.

Tijdens zijn verblijf in Hongkong en Bangkok maakt hij twee documentaire films.

1953

Hij maakt vier documentaire films in Europa. Gedurende opnamen in Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino en het Vaticaan maakt Waagenaar ook foto’s die in de fotopocket De kleine vijf (1960) bij Bruna zullen verschijnen.

1956

Waagenaar maakt voor het Süddeutscher Verlag in München een selectie van zijn foto’s uit Azië. Bovendien krijgt hij een contract om een fotoboek samen te stellen over de landen rond de Rode Zee. Hij reist hiervoor zes maanden door Egypte, Soedan, Ethiopië, Somalië, Aden, Jemen en Saudi-Arabië. In Saudi-Arabië maakt hij een filmdocumentaire in opdracht van de National Broadcasting Company voor de Amerikaanse televisie.

1957

Hij maakt gedurende acht maanden een tweede wereldreis en bezoekt onder meer Sri-Lanka, Korea en Vietnam. Waagenaar fotografeert president Soekarno in diens paleis in Jakarta.

1958-’60

In 1958, 1959 en 1960 reist Waagenaar naar Spanje. Hij maakt foto’s voor de nooit verschenen fotopocket Vrouwen van Spanje. Van 1 november tot 30 december 1959 fotografeert hij de bevolking – met name vrouwen en kinderen – van Israël.

1961

De Women’s International Zionist Organisation organiseert in Museum Fodor een reizende solotentoonstelling van de foto’s die Waagenaar in Israël maakte.

1962

Waagenaar is jurylid tijdens het Internationale Documentaire Film Festival in Venetië.

1964

Hij publiceert de biografie van Mata Hari. De BBC en de Duitse televisie maken documentaires die gebaseerd zijn op dit boek. Waagenaar schrijft eveneens een script voor een toneelstuk dat door de Duitse televisie wordt gebruikt.

1967

Hij maakt een reis door Egypte.

1972-’74

Na een onderzoek van vierjaar, onderbroken door vakanties naar Bulgarije, Griekenland, Joegoslavië en Roemenië, publiceert Waagenaar bij uitgeverij Mondadori in Milaan het boek Il ghetto sul Tevere. In 1974 verschijnt er een Nederlandse editie, De Joden van Rome, en een Engelstalige onder de titel The Pope’s Jews.

1974

De geïllustreerde editie van Mata Hari verschijnt.

1976

Hij reist naar Maleisië, Bangkok, India, Nepal en de Himalaya.

1983

Waagenaar zet onder de titel Never a dull Moment zijn memoires op papier. De autobiografie wordt niet uitgegeven.

1992

Hij keert terug naar zijn geboorteland en vestigt zich in het Rosa Spierhuis te Laren.

1993

Op 18 november schenkt hij een gedeelte van de opnamen die hij in Israël maakte aan het museum van Tel Aviv. Op 11 december exposeert Waagenaar in het Rosa Spierhuis onder de titel Sam Waagenaar kijkt naar mensen.

1994

In Parijs worden zijn foto’s van de bevrijding van de stad tentoongesteld.

Het Nederlands Fotoarchief (nu Nederlands Fotomuseum) neemt contact op met Waagenaar die zijn overige negatieven en afdrukken daar onderbrengt.

1997

Sam Waagenaar overlijdt op 16 april te Blaricum.

Beschouwing

Sam Waagenaar bracht zijn jeugd door in Nederland, maar voor zijn ondernemende en nieuwsgierige aard was slechts de hele wereld groot genoeg. In 1929 vertrok hij als éénentwintigjarige – midden in de periode van economische depressie – naar de Verenigde Staten. Pas in 1992 keerde hij na vele reizen over de wereld naar zijn geboorteland terug om hier zijn oude dag door te brengen. Zijn gedrevenheid om met eigen ogen te zien en te registreren wat er in de wereld gebeurde, bracht een boeiend fotoarchief tot stand.

Waagenaar maakte zijn eerste foto’s in de periode dat hij de publiciteit voor de speelfilms van MGM verzorgde. Misschien dat hij hierin door zijn broer Salomon werd gestimuleerd. Zijn broer was enige tijd vertegenwoordiger geweest voor de fotograaf Aisner, die in Parijs de foto’s voor MGM vergrootte. Deze billboards werden uit een groot aantal deelvergrotingen samengesteld, zodat er altijd naden zichtbaar waren. Salomon Waagenaar wist een systeem te ontwikkelen waarmee hij zeer grote formaten in een keer kon afdrukken. Hij gebruikte hiervoor een vergrotingskoker met een doorsnede van ongeveer een meter. In Amsterdam richtte hij de Photex Company op en maakte onder meer de vergrotingen voor het Nederlands paviljoen tijdens de Wereldtentoonstelling van 1937, waarmee hij een onderscheiding verwierf. De oorsprong van Sam Waagenaars professionele fotografische loopbaan dateert uit de periode rond 1945, toen hij als correspondent voor INS werkte en langzamerhand ook de fotografische verslaglegging op zich nam. Hij fotografeerde in Amsterdam, Berlijn en Polen de bevolking in de verwoeste stadswijken en maakte opnamen in Auschwitz en tijdens de Neurenbergse processen. In april 1946 nam Waagenaar ontslag bij INS en begon zijn loopbaan als freelance (foto)journalist.

Waagenaar maakte zijn eerste reisreportages in de Verenigde Staten en tijdens een vakantiereis naar Algerije, Marokko en Tunesië (1934). Deze foto’s tonen net als zijn latere werk zijn belangstelling voor volkeren met hun specifieke leefwijzen. Hij werd geboeid door gelaatsuitdrukkingen en fysionomische kenmerken. Zijn reizen resulteerden in een grote verzameling portretten, ofwel een visuele inventarisatie van de wereldbevolking. Een voorbeeld hiervan waren de portretten voor het nooit gerealiseerde boek People at Crossroads.

Waagenaar was altijd op zoek naar de kleine menselijke emoties en het alledaagse leven, soms in de context van belangrijke maatschappelijke of politieke omwentelingen. Onder meer in de fotopocket Kinderen kennen geen grenzen (Bruna, 1958) liet Waagenaar de innerlijke verbondenheid van de wereldbevolking zien. Deze fotografie sluit naadloos aan bij de traditie van het universalisme en humanisme die in Steichens vermaarde tentoonstelling The Family of Man (1955) een hoogtepunt vond.

In de tweede helft van de jaren vijftig beleefde het fotoboek een bloeiperiode. Langzamerhand verschoof daarom ook Waagenaars aandacht van tekst naar afbeelding.

In 1957 verscheen zijn eerste fotoboek (Asien) bij het Süddeutscher Verlag in München. Rudolf Reymer had Waagenaar gevraagd om voor dit fotoboek een selectie van de foto’s uit Azië te maken. Reymer had een fotoagentschap in Berlijn en verkocht destijds Waagenaars foto’s van Bali aan Quick Magazine, een weekblad dat ook door het Süddeutscher Verlag werd uitgegeven. Het contact met de Duitse uitgeverij resulteerde in hetzelfde jaar in een tweede fotoboek: Lander am Roten Meer.

Asien onderscheidde zich van Lander am Roten Meer door het grote aantal portretten. De selectie en groepering van de foto’s in Lander am Roten Meerwaren meer esthetisch dan documentair. Er werd naast de ‘human interest’ fotografie een belangrijke plaats ingeruimd voor de formele (grafische) kwaliteiten van de opnamen en er werden meer foto’s van de architectuur en het landschap in het boek opgenomen.

Waagenaar publiceerde eveneens foto’s in pockets die door uitgeverij Bruna op de markt werden gebracht. Bruna onderscheidde zich van de toeristische fotoboekjes van Contact door de aandacht geheel naar de mens te verschuiven. In de reeks waarin de vrouwelijke bevolking van landen en steden aan bod kwam, was Nico Jesses Vrouwen van Parijs een groot succes. De opnamen van Waagenaar vertonen overeenkomsten met die van zijn voorganger. Beiden kozen voor een stadsbeeld dat wordt beheerst door karakteristieke individuen en bevolkingsgroepen. Markante typen zoals marktvrouwen spraken tot de verbeelding van de lezers, die zich door middel van de fotopocket een toerist waanden en vanuit hun luie stoel in staat werden gesteld om de wereld te verkennen. De aandacht voor vrouwen en kinderen, werd vooral ingegeven door commerciële motieven, maar paste ook goed binnen de optimistische en soms propagandistische thematiek van de fotopockets van Bruna. Het tamelijk eenzijdige beeld van dit fotografisch genre werd bij Waagenaar enigszins opgeheven door zijn aandacht voor de achtergronden van de mensen die hij fotografeerde.

Bruna liet Waagenaar zelf zijn onderwerpen kiezen en de beeldredactie verzorgen. Voor enkele fotopockets schreef Waagenaar zelfde inleiding in de vorm van een gedramatiseerd reisverslag. De foto’s werden meestal paginavullend in een thematische rangschikking gedrukt.

Hein Kohn benaderde Waagenaar om zorg te dragen voor een fotopocket met de titel Vrouwen van Rome (1959). Deze foto’s werden ingeleid met een tekst van de met Waagenaar bevriende Alberto Moravia. De fotopocket De kleine vijf (1960) bevat foto’s van de landen waarin hij de documentaire film Letter to Five Countries had opgenomen: Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino en het Vaticaan. In dit boekje werd eveneens landschapsfotografie opgenomen en besteedde Waagenaar meer aandacht aan de formele kwaliteiten van de opnamen.

Hij schreef zelf de inleiding, waardoor tekst en beeld een grotere samenhang vertonen.

De propagandistische ondertoon die de fotopockets vaak kenmerkte, was vooral aanwezig in de laatste boekjes die Waagenaar voor Bruna maakte: Vrouwen van Israël en Kinderen van Israël (1961). In deze foto’s is het optimisme aanwezig van een natie die aan haar opbouw werkt. De teksten voor de fotopockets over de kinderen en vrouwen van Israël werden door Waagenaar zelf geschreven.

Toen Waagenaar zijn serie over vrouwen van Spanje (1958-’60) had voltooid – die met een inleiding van Don Salvador de Madariaga had moeten verschijnen – had de ‘vrouwenreeks’ van Bruna zijn commerciële grenzen bereikt, waardoor het niet tot een publicatie kwam. Er werden bovendien andere eisen aan de fotografen gesteld; de boekjes over de vrouwen van de Islam en de vrouwen van Japan werden uit werk van Magnum fotografen samengesteld.

Waagenaar maakte in 1927 kennis met de journalistiek, toen hij voor De Telegraaf zijn eerste artikel schreef over een Kuo Min-tang bijeenkomst in Amsterdam, waar hij een lezing had gegeven.

Na de Tweede Wereldoorlog maakte hij als (fotojournalist vanuit een groot historisch bewustzijn reportages van volkeren en actuele gebeurtenissen. Voor Waagenaar was geschiedenis een beleving. Hij kon zich door zijn gevoelsmatige betrokkenheid laten leiden, omdat hij zijn fotografie zelf financierde en achteraf tezamen met teksten en ‘captions’ aan persbureaus en fotoagentschappen verkocht. Voorbeelden van zijn journalistieke fotografie zijn de opnamen die hij maakte van de primitieve levensomstandigheden in een kamp voor Chinese vluchtelingen in Hongkong (1952) en de foto’s van Indonesische politici in de jaren vijftig. Waagenaar beperkte zich niet alleen tot documentatie, maar bepaalde eveneens zijn eigen standpunt door waarnemingen en achtergronden te analyseren. De reportages werden vrijwel altijd van gedetailleerde ‘captions’ en (politieke) commentaren voorzien.

Het was voor Waagenaar vanzelfsprekend om van de journalistieke reportages en documentaires naar de documentaire film over te stappen. Tijdens de wereldreis van 1952 maakte hij zijn eerste films. In Hongkong filmde hij het grensgebied, de vluchtelingen, de economie en het leven in de kolonie. Naast deze documentaire maakte hij een amusementsfilm in Bangkok.

In 1953 maakte hij vier steden- en landendocumentaires. Hiertoe behoorde onder andere Hans Brinkers Return, een film over Nederland die door de KLM werd aangekocht. Letter to Five Countries werd in Liechtenstein, Andorra, Monaco, San Marino en in het Vaticaan opgenomen. In deze film werd in ieder land de komst van een reiziger door een brief aangekondigd. Deze brieven werden bezorgd door locale postbodes die allen een omschrijving gaven van de kenmerken van hun land.

In Griekenland volgde Athens Interlude, een film over een oude fotograaf die toeristen portretteerde en hen over zijn land vertelde.

Hunting Giants toonde de walvisvangst op de Noordelijke IJszee.

The Miracle of the Midnight Sun maakte hij in Scandinavië. In de laatste film vertelde een oude Lap een sage die een verklaring moest geven voor het ontstaan van de middernachtszon. De film werd door de SAS aangekocht. In 1956 maakte Waagenaar voor de Amerikaanse televisie een documentaire over Saudi-Arabië (Ryadh. The New Oil Capital of Saudi-Arabia).

De documentaire films maakte hij met een 16mm camera. Alle films waren eenmansproducties: financiering, script, opname en montage werden door Waagenaar uitgevoerd.

De acteurs en actrices zocht hij onder de plaatselijke bevolking. Deze werkwijze waarbij een documentaire werd gedramatiseerd, sluit aan bij de fotoboeken uit de jaren vijftig waarin de werkelijkheid steeds vaker werd vermengd met fictie en met een persoonlijke visie.

Waagenaar fotografeerde met een Rolleiflex en een Leica M-3. Omdat hij zijn projecten zelf financierde sprong hij zuinig met zijn negatiefmateriaal om en fotografeerde selectief. Hij maakte meestal 6×6 zwart/wit opnamen en gebruikte een enkele maal 6×6 kleurendiafilm (Ektachrome).

Waagenaar stuurde artikelen voorzien van negatieven en contactafdrukken naar persbureaus, die er zelf vergrotingen van lieten maken. Op de contactafdrukken gaf hij aan welke uitsnede hij verkoos, waarbij zelden het gehele beeld werd afgedrukt. Portretten werden doorgaans krap gekaderd.

Waagenaar portretteerde mensen het liefst ongeposeerd en in hun natuurlijke omgeving. Een enkele keer maakte hij opnamen tegen een egale achtergrond zoals een muur.

In niet-Westerse landen was het moeilijk om mensen in hun dagelijkse bezigheden te betrappen. Vaak nam de bevolking op eigen initiatief een gedwongen pose aan, of er werd een financiële vergoeding gevraagd. Waagenaar probeerde deze poses te vermijden.

Waagenaars leven en fotografie waren veelbewogen. In woord en beeld legde hij zijn uitzonderlijke belevenissen vast en toonde zich hiermee een groot en humoristisch verteller. Hij documenteerde en analyseerde de wereldbevolking en wat haar bezighield in de traditie van de humanistische fotografie. De vaak wat lieflijke en esthetische fotografie die in fotopockets werd gepubliceerd vond een goede afzetmarkt in de jaren vijftig, toen er nog optimisme heerste over de wederopbouw en er geloof aan een betere toekomst werd gehecht. Het commerciële succes van deze pockets vormde echter geen einddoel voor Waagenaar. Hij fotografeerde onafhankelijk, gedreven door nieuwsgierigheid, betrokkenheid en zijn bewustzijn van de historische waarde van het beeld.

Documentatie

Primaire bibliografie

Kwomintang-bijeenkomst te Amsterdam. Verjaardag der Chineese Republiek, in De Telegraaf 10 oktober 1927.

Hollywood Portrait: George Pal, in Knickerbocker Weekly 7 september 1942, p. 10.

70.000.000 Enemies of the Japanese, in Knickerbocker Weekly 14 september 1942, p. 8.

The Story of Dr. Wassell, in Knickerbocker Weekly 8 maart 1943, p. 20-24.

The Heaviest Cross to Bear, in Los Angeles Times 8 mei 1943.

Gloria Jean, A Dutch Singer in Hollywood, in Knickerbocker Weekly 7 juni 1943, p. 18-24.

Plight of Japs’ Slaves Told, Editorials, in Los Angeles Times 16 juni 1943.

Inside France, in Los Angeles Times 20 januari 1945.

Zlowroga kreatura Hitlera, in Gros Wielkopolski 1946.

Berlin Art Colony Goes to a ‘Bawl’, in The Stars and Stripes 8 maart 1946.

GI Night Life in Berlin, Fun-starved Servicemen make most of Brief Play Period, in New York “See”Magazine mei 1946.

Germanica Inquieta, II Fantasia di Hitler a Danzica, in Supergiallo 1 december 1946.

Uit het puin van het Ghetto herrijst een nieuw Warschau, in Beiaard 17januari 1948.

Tussen Berlijn en Moskou (I). ‘Militia” beheerst Polen, in Ons Vrije Nederland 24 januari 1948, p. 3-5.

Tussen Moskou en Amsterdam (II). Frau Schulz en het Porcelein, in Ons Vrije Nederland 21 februari 1948.

Tussen Moskou en Amsterdam (Slot). De “Volkstuintjes” van Berlijn, in Ons Vrije Nederland 28 februari 1948.

Holland left-wingers open anti-U.S. offensive to sabotage Marshall Plan, in Los Angeles Daily News 9 juni 1948.

Italië geraakt in het drijfzand. Zal het Marshall-plan redding brengen?, in Vrij Nederland 12 februari 1949.

Kandahar is Traveler’s Oasis in Trip Through Afghanistan, in New York Herald Tribune 27 december 1949.

Ferien in Afghanistan, in Atlantis oktober 1951, p. 442 e.v.

Een Boeddhist wordt tot priester gewijd. Een veteraan uit Korea keerde huiswaarts, in Vizier 29 november 1952.

Festa al tempio di Bedulu, in Le Vie del Mondo juni 1953, p. 643-649.

Orkenbyen Hadramauth, in Aalborg Styftstidendes Sondag [1956], lm Lande des Königs Saud, in lllustrierte fü̈rAlle [1956], p. 8.

Hadramaut, in lllustrierte fü̈r Alle [1956]. Saudi Arabia: Portrait in Oil, in New York Times Magazine ïojuni 1956, p. 10-11.

Liechtenstein, in Hören und Sehen 8 juli 1956, p. 46-47.

Andorra. Ein Paradies hinter den Wolken, in Hören und Sehen 15 juli 1956, p. 46-47.

Vatikan. Ein Staat des Friedens in einer ruhelosen Welt, in Hören und Sehen26 augustus 1956, p. 46-47.

Decameré, vent’anni dopo, in Le Ore 3 november 1956.

De oliewoestijn van koning Saud. Diner met Koning Saud, in De Telegraaf 14 november 1956.

De oliewoestijn van koning Saud. De Vriendschap in de Arabische Liga, in De Telegraaf 15 november 1956.

De oliewoestijn van koning Saud. Riyadh: stad van splinternieuwe bouwvallen, in De Telegraaf 16 november 1956.

Ontwikkeling gesmeerd door olie, in De Telegraaf 17 november 1956.

Koning Saud: Vast in het zadel, in De Telegraaf 19 november 1956.

Hadramaut. “Land des Sonnenbrandes”, in Sieund Er 29 november 1956.

Wer Öl hat, kann Paläste bauen, in Schweitzer lllustrierte 3 december 1956, p. 44-45.

A “Lost Tribe” of Israël?, in The Sphere 8 december 1956, p. 418-419.

Der Sudanesische Salomon, in Schweitzer lllustrierte 31 december 1956.

Asien, München (Süddeutscher Verlag) 1957.

Lander am Roten Meer, München (Süddeutscher Verlag) 1957 (met foto’s).

Au pays des Mille et Une Nuits. L’Enfer de pétrole est pavé d’or, in L’Illustre 17 januari 1957, p. 9.

La zucca d’oro del deserto Arabo, in II Giorno 19 februari 1957.

Am Ölstrom der Welt, in Z.B. Illustrierte 1 mei 1957, p. 20-21.

Frei aber Obdachlos, in Schweizer Illustrierte 2 oktober 1957.

Hillary verdeelt zijn tijd tussen bijen en bergen, in De Telegraaf 26 oktober 1957.

Hillary gaat “gewoon” wandelen, in De Telegraaf 28 oktober 1957.

Bibeb e.a. (tekst), Kinderen kennen geen grenzen, Utrecht (A.W. Bruna & Zoon) 1958 (met foto’s) (serie: Zwarte Beertjes 155/156).

La Settimana più difficile 1958.

I colonelli di Giakarta: una nuova Corea?, in L’Europeo 23 februari 1958, p. 12-13.

Finale für Sukarnos (miß)gelenkte Demokratie?, in Die Woche 24 februari 1958, p. 9-11.

Nur ein König kann die Braut vor dem Unhold Retten!, in Die Woche 23 maart 1958, p. 2.

Amore e zucche in una vecchia leggenda maori, in L’Europeo 20 april 1958.

Saudi Arabien zwischen Mittelalter und Gegenwart, in Atlantis mei 1958, p. 249-257.

Eine Geisterstadt in Iriträa, in Atlantis juni 1958, p. 304-306.

Alberto Moravia (tekst), Vrouwen van Rome, Utrecht (A.W. Bruna & Zoon) 1959 (met foto’s) (serie: Zwarte Beertjes 267/268).

Egypten I Dag, in Sondag – Copenhagen 11 januari 1959.

Egypt Today, in Illustrated Weekly 8 maart 1959.

Vrouwen van Israël, Utrecht (A.W. Bruna & Zoon) 1960 (met foto’s) (serie: Zwarte Beertjes 319-320).

The little fïve/De kleine vijf/Les cinq petits/Die kleinen fünf. Liechtenstein San Marino Monaco Vatican Andorra, San Marino, Utrecht (A.W. Bruna & Zoon) 1960 (met foto’s) (serie: Zwarte Beertjes 157/158).

Kinderen van Israël, Utrecht (A.W. Bruna & Zoon) 1961 (met foto’s) (serie: Zwarte Beertjes 475/476).

Mata Hari, in Radio Corriere 9 april 1961.

Joannis, der Sanfte Kellner, Eine wahre Geschichte von Sam Waagenaar, in Elegante Welt april 1962.

Mauro, in King augustus 1962, p. 94-95.

De laatste week van Mattei, in Elseviers Weekblad 3 november 1962.

Bantzinger tekent Karsh, in Elseviers Weekblad 1 december 1962.

The murder of Mata Hari, Londen (Barder) z.j. [1964] (Ned. ed.: De moord op Mata Hari, Amsterdam (Becht) 1964; verschillende herz. ed. en vertalingen).

Bertuzzi non c’entra, in Messagero 30 november 1970.

Fu 1’OAS a uccidere Mattei, in L’Europeo 2 maart 1972.

Anti-Semitism in Italy, in Hadassah Magazinejuni 1973.

Il ghetto sul Tevere, Milaan (Mondadori) 1972 (Eng. ed.: The Pope’s Jews, Londen (Alcove Press) 1974; Ned. ed.: De Joden van Rome, Bussum (Van Holkema & Warendorf) 1974).

Il segreto di papa Pacelli, in Il Mondo 4 april 1974.

Ecumenism: Writer finds US leading the way, in Daily American 26 mei 1974.

An Unknown War Hero, in America 19 oktober 1974, p. 210-211.

L’Ebreo che salvò 1’Impero Romano, in La Rassegna Mensile di Israël september/oktober 1975.

Sam Waagenaar (samenstelling), Holland op z’n malst. Koddige en ernstige opschriften op luifels, wagens, glazen, borden, graven, en elders, Delft (Elmar) 1978.

Memorbook: History of Dutch Jewry from the Renaissance to 1940, in Hadassah Magazine augustus/september 1978.

De Mille – the mogul and the man, in Holland Herald (1978) 7, p. 26-33.

Tullia Zevi en Sam Waagenaar, In the Catacombs of Rome, in Jewish Chronicle 28 september 1979, p. 28-30.

Tullia Zevi en Sam Waagenaar, The Jewish Catacombs of Rome, A neglected Treasure of our Past, in Hadassah Magazine (december 1979) 4, p. 12-39.

Flying with Fokker, in International Herald Tribune 5 oktober 1982.

Hulp aan Joden nooit order Vaticaan, in Haarlems Dagblad 27 juni 1984.

Letters to the editor. When Yul Was Still Jules, in International Herald Tribune 2 november 1985.

Brieven. Mata Hari, in NRC Handelsblad 23 november 1985.

Insieme un’ultima settimana, in Synchron 6 oktober 1987, p. 12-18.

Zeep-verhaal uit nazi-tijd berust op waarheid, in NRC Handelsblad 11 mei 1990 (idem, in Ma’ariv 17 mei 1990).

Quella volta che lo Sceicco mi disse…, in Shalom 31 maart 1991.

Het wonder van Sannicandro: Groep katholieke Italianen ging leven naar joodse riten, in Nieuw Israelietisch Weekblad 6 september 1991, p. 17-19.

Rina. Pro Memoriam opgedragen aan Rosa Spier, in Rosa Proza 1 (1994) 2, p. 7-9.

Mata Hari. Geslepen spionne of onschuldige schoonheid, Baarn (Tirion) 1995.

in La Tribune des Nations:

Hollywood: crise ou evolution, 28 mei 1948.

“Les protestations francaises n’y changeront rien”, déclare Ie général Lucius D. Clay dans une interview avec Sam Waagenaar, 3 december 1948.

Lettre d’Italie. L’Italie en quête de solutions, 25 februari 1949.

Les constituants Allemands sont sous pression, 11 maart 1949.

Les Allemands aux portes de la France. Une interview exclusive avec M. Tarbé de Saint Hardouin, 18 maart 1949.

‘L’Intéret de 1’Amerique est dans Ie relèvement rapide de 1’Allemagne” déclare Ie général Clay dans une interview exclusive avec notre envoyé spécial Sam Waagenaar, 1 april 1949.

Les grands reportages exclusifs de “La Tribune des Nations”. Brouillard sur Ie pays de mille et une nuits (I), Les Eaux de Teheran, 4 november 1949.

Les grands reportages exclusifs de la “Tribune des Nations”. Brouillards au pays des mille et une nuits (III). Il n’y a plus de la vie politique en Perse, 18 november 1949.

Les grands reportages exclusifs de “La Tribune des Nations”. A travers le désert Afghan, 9 december 1949.

Le voyage en Oriënt de Sam Waagenaar (VI). De Ghirisk a Kaboul… et soudain le désert disparait, 16 december 1949.

Le voyage en Oriënt de Sam Waagenaar (VII). Chah-I-Angier, un barrage dans le désert, [1949].

Le voyage en Orient de Sam Waagenaar (VIII). Sur les pavés de Kaboul, [ 1949].

Le voyage en Orient de Sam Waagenaar (IX). Le gouvernement afghan: une grande familie, [ 1949].

Le voyage en Orient de Sam Waagenaar (X). A Lahore on ne voit pas le sultan, 20 januari 1950.

Le voyage en Orient de Sam Waagenaar (XI). Inde et Pakistan: chiens de faience, 27 januari 1950.

Le voyage en Orient de Sam Waagenaar (XII). Avant de quitter 1’Inde, conseils aux touristes, 3 februari 1950.

in Die Weltwoche:

Konig Saud und die Aegypter, 14 december 1956, p. 17.

England halt an Aden fest, 15 februari 1957, p. 17.

Fidji-verlorenes Paradies, 8 november 1957, p. 33.

Zweigeteilter Sudan, 13 december 1957, p. 45.

Vom Everest zum Sudpol: Sir Edmund Hillary, 10 januari 1958.

Machtkampf in Indonesien. Finale für Sukarnos (miß)gelenkte Demokratie?, 2 maart 1958.

Yul Brynner, ein Schweizer Filmstar in Hollywood, 21 november 1958, p. 31.

Sardinien – die vergessene Insel, 22 april 1960.

Joannis der sanfte Kellner, 11 november 1960, p. 39.

Der letzte Gefangene auf Ustica, 20 oktober 1961.

Wie man Filme nicht machen soll. Das internationale Dokumentarfilm-Festival in Venedig, 27 juli 1962.

Bulgarien, Russland en miniature, 15 november 1963, p. 49, 51.

foto’s in:

Hinab Madchen tauch!, in Kristall [1952], p. 728-729.

Tempelfest auf Bali, in Feuerritter 2 mei 1952.

Fishing in Fiji, in The Star Weekly Toronto 23 augustus 1952.

Bali Rice God who ran Amuck, in Star Weekly Toronto oktober 1952, p. 10.

A refugee Baby of Hong Kong Slums, in Chicago Tribune [ca. 1952].

Chinesische Flüchtlinge in Hong Kong, in Der Tagesspiegel [ca. 1952] 3573, p- 30.

Roppo, Sabino, Singapore, in Le Vie del Mondo juli 1953, p. 709-720.

The Fiji “Do”, in Xcitement in Pictures november 1956, p. 72-75.

Hal Lehrman, Arab Nationalism: A Reporter’s Notebook, in The New York Times Magazine [1956], p. 10.

Storks above the Nile, in Wolkenridder 9 februari 1957.

Schwarze Manner-Weisses Salz, in Z.B. Illustrierte juni 1957, p. 11.

Japan – Eisenbahn erster Klasse, in Neues Osterreich 9 juni 1957.

Rita Morton, Sinai. The Mountain where God Spoke to Moses, in The Word juli 1957.

Keyes Beech, Struggle for Power under the Palms, in Saterday Evening Post 12 oktober 1957, p. 36-37, 103.

Australiens Rundfunk. “Madchen für Alles”, in Hören und Sehen 26 oktober 1957, p. 60-61.

Alle drei sind zufrieden, in Frankfurter Illustrierte 12 april 1958.

Sam Waagenaar: Voor de kinderen van al mijn vrienden, in Het Vrije Volk 18 december 1958.

The Dead Depart on Bali, in The Malayan Monthly februari 1959, p. 32-33.

The Observer 24 mei 1959, p. 11.

Two of the pictures in Children of the World a “photo book” by Sam Waagenaar and others, in The Observer 6 september 1959.

The New York Times 6 maart 1960.

Auteur onbekend, Vrouwen van Israël, in Ma’ariv [1961].

Griechische Inselweine, in Merian november 1961.

Le Vie d’Italia augustus 1962, p. 983.

L.A. to Rome. With Nostalgia, in West 11 maart 1967, p. 30-31.

Unicef Nieuws (juni 1983) 180, omslag.

Unicef Nieuws (februari 1985) 190, omslag.

Rivista, in The Bologna Center Alumni Newsletter for Academie Year 1991-’92.

Marie de Thézy en Thomas Michael Gunther (red.), Images de la Liberation de Paris, z.p. [Parijs] z.j. [1994].

Secundaire bibliografie

Hedda Hopper, Looking at Hollywood, in Los Angeles Times 22 februari 1945.

Auteur onbekend, Sam Waagenaar Back, in The Hollywood Reporter 12 januari 1945.

Auteur onbekend, Rambling Reporter, in The Hollywood Reporter 24 januari 1945.

J.A. ‘Vrouwen van Israël’, in Vrij Nederland 2 november 1960.

Auteur onbekend, Sam Waagenaar – totale oplage: 200.000 boeken, in Het Vrije Volk 12 juli 1960.

Auteur onbekend, Vrouwen van Israël stellen zich voor in Goois Museum. Collectie foto’s van formaat, letterlijk en figuurlijk, in Gooi en Eemlander 24 maart 1961.

Barney Glazer’s Hollywood Hotline, in The Toronto Jewish Voice 12 november 1965.

Auteur onbekend, Bravo ma spericolato il pilota di Mattei, in Messagero 26 november 1970.

Sylvie Genevoix, Nous avons retrouvé le “press-book” de Mata Hari, in Figaro Madame 16 maart 1985.

Auteur onbekend, Mata Hari – Stichting gebelgd over uitspraak ‘twijfelachtige musea’, in NRC Handelsblad 26 november 1993.

Han Vogel, Honderd portretten uit de hele wereld, in Het Parool 9 december 1993, p. 18.

Auteur onbekend, Een veelbewogen leven, in De Telegraaf 14 december 1993.

Ben van der Velde, Het vege lijf I, in NRC Handelsblad 18 januari 1994.

Nicoline Baartman, Rosa Spierhuis vol bruisende jonkies, in de Volkskrant 8 oktober 1994, Vervolg, p. 3.

Miriam Notenboom, ‘Voor mij is geschiedenis absoluut een beleving’. Sam Waagenaar, ooggetuige van de twintigste eeuw, in Historisch Nieuwsblad 3 (1994) 5, p. 4-6.

Monique Marreveld, Globetrotter kwam overal op de juiste tijd, in Nieuw Israelietisch Weekblad 2 maart 1995, p. 5-7.

Anne-Rose Bantzinger, Betaalbare grafiek in Rosa Spierhuis, in Het Parool 30 maart 1995.

Jan Blokker, Een onontwarbare knoeiboel, in de Volkskrant 8 juli 1995.

Pauline Micheels, Kiekjes van de vrijheid, Zenz Fotoalbum 5, in Trouw 18 mei 1996, p. 35.

Paul Arnoldussen, Een bestaan als in een jongensboek, in Het Parool 16 november 1996.

Auteur onbekend, Sara Waagenaar overleden, in Algemeen Dagblad 18 april 1997.

Lidmaatschappen

Jury Internationaal Documentaire Film Festival, Venetië 1962.

Tentoonstellingen

1960 (e) Amsterdam, Museum Fodor, Vrouwen van Israël. Foto’s van Sam Waagenaar.

1960 (e) Rotterdam, gebouw van Het Vrije Volk, Vrouwen van Israël. Foto’s van Sam Waagenaar.

1961 (e) Hilversum, Goois Museum, Vrouwen van Israël. Foto’s van Sam Waagenaar.

1993 (e), Laren, Rosa Spier Huis, Sam Waagenaar kijkt naar mensen.

1994 (g) Parijs, Hotel de Ville, Images de la Liberation de Paris.

Films

1953 Hans Brinkers Return.

1953 Letter to Five Countries.

1953 Athens Interlude.

1953 Hunting Giants.

1953 The Miracle of the Midnight Sun.

1956 Ryadh. The New Oil Capital of Saudi-Arabia.

Radioprogramma’s

1995 (23 februari) Een leven lang (NPS). ‘

Bronnen

Laren, Sam Waagenaar (mondelinge informatie, autobiografie, knipselcollectie en diverse fotoalbums).

Rotterdam, Stichting Nederlands Fotoarchief (nu Nederlands Fotomuseum. Archief Sam Waagenaar, aantekeningen Flip Bool, bibliotheek en documentatiebestand).

Collecties

Amsterdam, Nederlands Filmmuseum (zeven films).

Jeruzalem, Beth Hatefutsoth. Museum of the Jewish Diaspora.

Jeruzalem, Israël Museum.

Rotterdam, Nederlands Fotomuseum.

Tel Aviv, Tel Aviv Museum (negatieven Vrouwen van Israël).

Washington, Holocaust Museum.

Auteursrechten

De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Sam Waagenaar worden beheerd door het Nederlands Fotomuseum te Rotterdam. Een uitzondering hierop vormen de rechten op de negatieven van Vrouwen van Israël, die beheerd worden door het Tel Aviv Museum in Israël.