FotoLexicon, 12e jaargang, nr. 26 (december 1995) (nl)

Wies Meertens

Solange de Boer

Extract

Wies Meertens behoorde tot de kleine groep vrouwelijke persfotografen die in de jaren vijftig in Nederland actief was. Zij maakte voor onder andere Eva. Het Rijk der Vrouw, Het Vrije Volk en de Toeristen Kampioen reportages waarin een beeld van het dagelijks leven ten tijde van de wederopbouw in Nederland werd gegeven. Daarnaast maakte zij enkele reportages in het buitenland.

Rond 1956 begon Wies Meertens twee dagen in de week bij Cas Oorthuys als assistente in de donkere kamer te werken. Vanaf de jaren zestig legde zij zich geheel toe op het afdrukken voor anderen. De goede kwaliteit van haar afdrukken werd alom geroemd.

Biografie

.

1915

Wieteke Geesje (Wies) Meertens wordt geboren op 11 juni te Klazienaveen als tweede kind van Jan Meertens en Idskje Dijkstra. Haar vader is hoofdonderwijzer en haar moeder is onderwijzeres aan de lagere school in Klazienaveen. Jan Meertens neemt het initiatief tot oprichting van de plaatselijke afdeling van de SDAP in Emmen en wordt vervolgens voorzitter.

1930

Het gezin verhuist naar Rotterdam waar Jan Meertens voorzitter wordt van de Centrale Nederlandse Ambtenaars Bond.

1932

Wies Meertens blijft voor de tweede keer zitten in de tweede klas van de HBS aan de ‘s-Gravendijkwal en verlaat vervolgens de middelbare school. Zij gaat in de leer bij de fotograaf C.A.G. Leyenaar op de Mathenesserlaan in Rotterdam, bij wie zij een gedegen fotografische opleiding krijgt.

ca. 1933-ca.’40

Tot het begin van de oorlog is Wies Meertens als assistent werkzaam bij verschillende fotografen, onder wie J.J. van der Rijk in Rotterdam, A.C. Stokhuyzen in Apeldoorn en G.C. (Godfried) de Groot in Amsterdam.

1940

Wanneer de oorlog uitbreekt, is Wies Meertens net een week op proef bij een fotograaf in Oosterwolde. Zij gaat terug naar haar familie in Rotterdam en krijgt werk bij een fotograaf in Dordrecht.

1945-‘48

Wies Meertens verhuist naar Amsterdam en gaat voor drie jaar een dienstverband aan met de fotograaf M.C. (Marius) Meijboom.

1946

Zij trouwt met de schilder Jan Overduyn en gaat wonen in de Gaaspstraat in Amsterdam.

1947

Op 1 januari wordt haar zoon Peter Overduyn geboren.

1948

Wies Meertens werkt bij de fotograaf R. Melchers op de Prinsengracht 845. Zij verhuist met haar gezin naar de Amstel 308.

ca. 1949

Zij is werkzaam in de donkere kamer van het fotobureau Particam Pictures.

1950-‘53

De fotograaf Sem Presser brengt haar in contact met Emmy Andriesse voor wie zij op afroep in de donkere kamer werkt. Vervolgens werkt ze op een zelfde basis voor Cas Oorthuys.

Daarnaast fotografeert ze onder andere de wederopbouw van Rotterdam.

ca. 1951-ca.’60

Wies Meertens vestigt zich als zelfstandig fotografe en werkt in opdracht van dag- en weekbladen.

1955

Met een gezelschap onder leiding van de vrijdenker en humanist Anton Constandse reizen Wies Meertens en de journaliste Bertha van der Horst-Dikker door Joegoslavië om een reportage te maken voor Eva en Het Parool.

1956

Bertha van der Horst en Wies Meertens ondernemen gezamenlijk een tweede reis naar Joegoslavië. Dit keer verschijnt een publicatie in de Toeristen Kampioen.

Wies Meertens is definitief gescheiden van haar man. Voor twee dagen in de week gaat zij bij Cas Oorthuys werken als assistente in de donkere kamer.

1958

In La Cave Internationale op de Herengracht 561 in Amsterdam is van 30 mei tot 27 juni een tentoonstelling met kinderfoto’s van Wies Meertens te zien.

Zij levert haar eerste foto’s aan Het Vrije Volk.

Het Stedelijk Museum in Amsterdam koopt acht foto’s van haar aan.

ca.1961-‘76

Wies Meertens treedt in vaste dienst bij Cas en Lydia Oorthuys en blijft tot een jaar na Cas’ dood in 1975 voor Lydia werken.

1975

In de doka van het Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit Leiden maakt Wies Meertens de afdrukken voor de tentoonstellingen van Emmy Andriesse in het Van Goghmuseum en in Galerie Fiolet in Amsterdam.

1991

Wies Meertens overlijdt op 4 juli in Rijswijk.

Beschouwing

Wies Meertens was gedurende de jaren vijftig actief als zelfstandig fotografe. Voor dag- en weekbladen maakte zij reportages die tot het zogenaamde achtergrondnieuws behoorden. Het vastleggen van het nieuws van de dag lag haar niet. Zij merkte daar zelf over op: “Je moet er een gehaaidheid voor hebben die mij waarschijnlijk helemaal ontbreekt.” Zij zwierf bij voorkeur door de stad en fotografeerde mensen in hun dagelijkse omgeving. Daarbij hield zij, wellicht vanwege haar bescheiden karakter, vaak enige afstand tot haar onderwerp; de mensen op haar foto’s staan niet op de voorgrond, maar worden geplaatst in een breder kader.

Wies Meertens genoot haar fotografische opleiding op jonge leeftijd bij diverse studiofotografen. Zij begon als retoucheuse bij de fotograaf Cornelius Leyenaar op de Mathenesserlaan in Rotterdam. Het bleef echter niet bij retoucheren. Als assistent in de portretstudio kreeg zij een gedegen technische opleiding. Na twee jaar trad zij in dienst van de Rotterdamse fotograaf Johannes van der Rijk, die zij voornamelijk assisteerde bij ontvangsten en recepties. Vervolgens werkte zij voor verschillende studiofotografen, van wie Godfried de Groot in Amsterdam de bekendste was.

Bij het uitbreken van de oorlog was Wies Meertens net een week werkzaam bij een fotograaf in Oosterwolde. Zij ging terug naar haar familie in Rotterdam en kreeg werk bij een fotograaf in Dordrecht. Tijdens de hongerwinter bracht zij haar moeder naar Groningen en keerde vervolgens na enkele omzwervingen terug naar Rotterdam. Na de oorlog vestigde Wies Meertens zich in Amsterdam. Zij trad in dienst bij de fotograaf Marius Meijboom. In de drie jaar dat zij bij Meijboom werkte, leerde zij op diens atelier de verfijningen van het retoucheren.

Rond 1950 kwam Wies Meertens via Sem Presser in contact met Emmy Andriesse, wier foto’s haar deden beseffen dat er buiten de fotostudio een wereld voor haar open lag. Zij ontdekte een andere manier van fotograferen: “dat was niet gekunsteld, dat leefde, dat was echt”, en zij besloot als zelfstandig fotografe te gaan werken.

Het eerste onderwerp waar Wies Meertens zich op toelegde, was de wederopbouw van Rotterdam. Haar vader was in deze stad van 1946 tot 1958 wethouder van Wederopbouw en Volkshuisvesting, later verenigd in de portefeuille van Openbare Werken. Waarschijnlijk kreeg zij door zijn bemiddeling de opdracht van de gemeente Rotterdam de wederopbouw te documenteren.

In deze serie foto’s stond de architectuur centraal. Rotterdam transformeerde van een kale vlakte tot een moderne stad, waarin de Lijnbaan en het Groothandelsgebouw verrezen. Dat zij niet alleen omdat zij opgroeide in deze stad affiniteit had met de wederopbouw van Rotterdam, gaf zij duidelijk te kennen: “Ik ben verzot op nieuwe gebouwen. Daar kunnen ze me altijd op afsturen.”

Ook de foto’s die Wies Meertens van de Deltawerken maakte, geven blijk van deze voorliefde; zij concentreerde zich op de bouwactiviteiten en niet op de arbeiders. De heldere opbouw van de compositie waarin de diagonale lijn en het kikvorsperspectief overheersen, verraden bovendien dat de principes van de Nieuwe Fotografie ook bij haar nog doorwerkten. Waarschijnlijk had zij deze leren kennen door het werk van onder andere Emmy Andriesse, die in de jaren dertig door de voorvechters van de Nieuwe Fotografie was opgeleid. De foto’s van de wederopbouw in Rotterdam tonen, zij het minder nadrukkelijk, eveneens invloed van de Nieuwe Fotografie.

Het thema de wederopbouw werd in 1955 afgesloten met een reportage over de tentoonstelling E 55 in de Rotterdamse Ahoy-hal, die een kentering in de Nederlandse economie markeerde.

In 1951 werden voor het eerst foto’s van Wies Meertens in het tijdschrift Eva gepubliceerd. Voor het artikel ‘Kinderen en kunst’ fotografeerde zij schoolkinderen die werden rondgeleid in het Stedelijk Museum van Amsterdam. In de daarop volgende jaren maakte zij in opdracht van Eva nog een aantal fotoseries. Met onderwerpen als ‘Hoe besteden ze hun zakgeld’ en ‘Huishouden is een vak’ waren deze duidelijk gericht op het lezerspubliek van dit damesblad. Een uitzondering vormde de reportage die zij in 1955 in het voormalige Joegoslavië maakte.

In 1958 werd Wies Meertens door haar zwager, Rienk Idenburg, bij Het Vrije Volk geïntroduceerd. Idenburg was in de jaren vijftig bij deze krant chef van de nieuwsdienst en chef van de Amsterdamse stadsredactie. In eerste instantie werd een aantal losse foto’s van Wies Meertens gepubliceerd en vanaf 1959 verschenen haar reportages over het leven in Amsterdam en omgeving op de achterpagina van Het Vrije Volk.

In 1953 leerde Wies Meertens via haar zuster in Den Haag de journaliste Bertha van der Horst-Dikker kennen, die onder andere schreef voor de Toeristen Kampioen en de Wereldkroniek. Waarschijnlijk introduceerde Bertha van der Horst – de weduwe van de in 1942 in het verzet omgekomen fotograaf Henk van der Horst – Wies Meertens bij de redactie van deze tijdschriften. Een foto van een hoedenverkoper op een markt in Zuid-Frankrijk verscheen nog dat zelfde jaar op het omslag van de Toeristen Kampioen. Deze foto maakte deel uit van een serie die naast een uitgebreide reeks foto’s van markten in Zuid-Frankrijk, beelden van het leven in Arles en omgeving toonde. In 1953 verscheen eveneens het boek De Wereld van Van Gogh met daarin foto’s die Emmy Andriesse in de Provence had gemaakt. Hoewel Emmy Andriesse naar aanleiding van het werk van de schilder Vincent van Gogh had gefotografeerd en Wies Meertens het dagelijks leven in Zuid-Frankrijk wilde vastleggen, heeft het boek van Emmy Andriesse onmiskenbaar zijn sporen in haar werk achtergelaten. Wies Meertens gaf in deze reportage de bewoners van de streek een centrale plaats en dat was voor haar uitzonderlijk. Daarmee kwam zij dicht bij de zogenaamde ‘human interest’ fotografie, die in de jaren vijftig typerend was voor zowel Emmy Andriesse als vele van haar generatiegenoten.

In de daarop volgende periode maakten Wies Meertens en Bertha van der Horst gezamenlijk enkele reportages: voor de Wereldkroniek over de medewerkers van het radioprogramma de familie Doorsnee en voor Eva, Het Parool en de Toeristen Kampioen over Joegoslavië.

Voor deze laatste reportage vertrokken Wies Meertens en Bertha van der Horst in mei 1955 met een gezelschap onder leiding van de vrijdenker en humanist Anton Constandse naar het land van bestemming. Joegoslavië werd toen door de socialist Tito geregeerd. Wies Meertens behoorde in Nederland tot de linkervleugel van het democratisch socialisme en nam met belangstelling kennis van Tito’s communistische experiment met de arbeidersraden. Het gezelschap maakte een rondreis door Joegoslavië waarbij tevens het door toeristen nauwelijks bezochte binnenland werd aangedaan. Na eerst Dubrovnik te hebben bezocht, gingen zij met de bus naar Hercegovni, Kotor, Cetinje, Budva en vervolgens met de trein naar Sarajevo, Belgrado en Zagreb. In 1956 maakten Wies Meertens en Bertha van der Horst gezamenlijk een tweede reis naar Joegoslavië waarbij zij Split, Solin en Trogir bezochten. De foto’s die Wies Meertens in Joegoslavië maakte, tonen naast de diverse nationale monumenten enerzijds het nog primitieve binnenland met herders in de bergen en boerenmarkten in de dorpen en steden. Anderzijds laten haar foto’s het moderne leven in het kustgebied zien, dat met zijn boulevards met palmbomen en terrassen met uitzicht op zee niet voor de Cöte d’Azur onderdeed. De reportage gaat echter het niveau van een gemiddeld fotografisch reisverslag ver te boven en kan als een hoogtepunt in het oeuvre van Wies Meertens worden beschouwd. De eerder genoemde invloed van de Nieuwe Fotografie en de ‘human interest’ fotografie zijn versmolten tot een eigen stijl. Deze wordt gekenmerkt door een zorgvuldig opgebouwde compositie, waarbinnen de mensen niet overheersen, maar in hun omgeving lijken op te gaan. Op sommige foto’s wist zij daardoor een bijna surrealistische sfeer te creëren.

Wies Meertens fotografeerde vaak kinderen: in opdracht, voor familie en kennissen of voor zichzelf. De ongedwongen manier waarop zij kinderen wist vast te leggen, oogstte veel waardering en leidde ertoe dat een brochure van Pro Juventute geïllustreerd werd met haar foto’s. Bovendien werd zij in 1958 uitgenodigd haar foto’s van kinderen te exposeren bij La Cave Internationale in Amsterdam. De tentoonstelling werd geopend door Gerda Brautigam, een goede vriendin die zij nog kende van de Arbeidersjeugd Centrale in Rotterdam. Het was de eerste en enige keer dat een tentoonstelling uitsluitend aan haar werk was gewijd. In het zelfde j a a r kocht het Stedelijk Museum in Amsterdam acht foto’s van haar aan. Vijf van de acht waren portretten van kinderen.

Wies Meertens fotografeerde bijna uitsluitend met een Rolleicord. Haar archief bevat ruim 13.000 zwart-witnegatieven en circa 350 kleurnegatieven van 6×6 cm. De Rolleicord was, evenals de Rolleiflex, een zeer geëigend toestel voor haar manier van werken. Het bood haar namelijk de mogelijkheid van bovenaf op het matglas de uitsnede nauwkeurig te bepalen en een weloverwogen compositie te maken.

Gedurende de periode waarin zij als zelfstandig fotografe actief was, bleef Wies Meertens ook voor andere fotografen afdrukken maken. Haar bescheiden karakter maakte dat zij het moeilijk vond fotografieopdrachten te verwerven en zij besloot haar inkomsten met het donkere-kamerwerk zeker te stellen.

Bij velen is Wies Meertens vooral bekend als de assistente van Cas Oorthuys, bij wie zij ruim twintig jaar heeft gewerkt. Waarschijnlijk leerde hij haar begin jaren vijftig kennen, toen zij voor Emmy Andriesse werkte. Rond 1956 begon zij twee dagen per week voor Oorthuys te werken en begin jaren zestig was zij de hele week bij hem in dienst. Zij werkte echter niet alleen voor Oorthuys. Met enige regelmaat werd ze ook door andere fotografen of ABC-Press Service gevraagd voor het donkere-kamerwerk. In 1975 maakte zij op verzoek van de zoon van Emmy Andriesse, Joost Elffers, alle afdrukken voor de tentoonstellingen van Andriesse in het Rijksmuseum Vincent van Gogh en Galerie Fiolet in Amsterdam. Daaruit bleek nog eens de grote waarde die aan haar donkere-kamerwerk werd toegekend.

Wies Meertens werkte niet snel (haar grote voorbeeld bij het afdrukken was Ata Kando en die maakte volgens zeggen maar vijf afdrukken per dag). Het feit dat zij toch zo veel gevraagd werd, heeft behalve met haar vakmanschap waarschijnlijk te maken met haar kijk op het afdrukken. Michiel Kort werkte van 1965 tot 1969 als assistent onder haar leiding in de donkere kamer van Oorthuys en ondervond wat deze inhield. Toen hij een afdruk maakte van een foto van Oorthuys in Puttershoek met daarop een tractor op het land en meeuwen in de lucht, keurde Wies Meertens deze af en zei: ‘Voel je niet hoe zwaar die klei is, hoor je het krijsen van de meeuwen niet’. Het was volgens haar niet de bedoeling een mooie afdruk te maken, maar de interpretatie van de fotograaf zo goed mogelijk over te brengen.

De kwaliteiten van Wies Meertens als specialiste in het maken van afdrukken zijn in het verleden meermalen geroemd. Haar fotografie is echter steeds in de schaduw van haar werk in de donkere kamer blijven staan. Zij heeft, in de voetsporen van fotografen als Emmy Andriesse en Cas Oorthuys, het leven in de jaren vijftig uitgebreid vastgelegd. Het oeuvre dat zij heeft opgebouwd is weliswaar niet uniek, maar draagt wel haar persoonlijk stempel, doordat zij -juist in een tijd waarin de humanistische visie in de fotografie hoogtij vierde – de mensen niet centraal stelde, maar hen op een bijna vanzelfsprekende manier deel liet uitmaken van de gehele voorstelling of hen soms zelfs daaraan ondergeschikt maakte.

Documentatie

Primaire bibliografie

foto’s in:

(Brochure) Jan W. Holsbergen, Een kind in de wereld, Amsterdam (Projuventute) z.j.

Auteur onbekend, Kinderen en kunst, in Eva. Het Rijk der Vrouw 8 (31 maart 1950) 13, p . 14-15.

Toeristen Kampioen 16 (15 augustus 1953) 16, omslag.

Clinge Doorenbos, Bloemen voor Moederdag, in Margriet (7 mei 1955) 19, p . 70-71.

B. v. d. Horst, Rei/Prij zen in Joegoslavië, in Toeristen Kampioen 18 (15 mei 1955) 10, p . 301-303.

Bertha van der Horst, Joego-Slavië in de mode bij toeristen, in Het Parool 4 juni 1955, PS, p. 3.

B. v. d. Horst, Dubrovnik is anders, in Toeristen Kampioen 18 (1 j u n i 1955) 11, omslag, p. 338-340.

B. v. d. Horst, Dagjesmens in Montenegro, in Toeristen Kampioen 18 (1 juli 1955) 13, P. 389-392.

Auteur onbekend, Anika wees ons de weg, in Eva. Het Rijk der Vrouw 12 (9 juli 1955) 14, p. 35-37.

Bertha v. d. Horst, Zondag in Dalmatië, in Toeristen Kampioen 19 (15 april 1956) 8, p. 240-242.

Auteur onbekend, Hoe besteden ze hun zakgeld, in Eva. Het Rijk der Vrouw 14 (17 augustus 1957) 33, p . 4-5.

The Manchester Guardian 4 januari 1958, p. 3.

Auteur onbekend, Huishouden is een vak. Wordt een ruimtevaarder in Uw eigen huis, in Eva. Het Rijk der Vrouw 15 (1958) 11, p . 6-9, 34.

Auteur onbekend, Huishouden is een vak. Samenwerking en organisatie zijn onmisbaar, in Eva. Het Rijk der Vrouw 15 (1958) 12, p . 2 – 4 .

Auteur onbekend, Huishouden is een vak. ‘n Goed systeem is het halve werk, in Eva. Het Rijk der Vrouw 15 (1958) 14, p. 5-7.

Auteur onbekend, Huishouden is een vak. De keuken-prinses moet zich koningin voelen, in Eva. Het Rijk der Vrouw 15 (1958) 15, p . 65-67.

Auteur onbekend, Vizier presenteert in Ubachsberg en in den Haag “Boeven en madeliefjes”, in Vizier 7 september 1958, ongepag.

Het Vrije Volk 27 november 1958, p. 7.

Het Vrije Volk 5 december 1958, p. 1.

Het Vrije Volk 23 december 1958, p. 5.

Auteur onbekend, Amstel. Rivier met karakter, in Het Vrije Volk 3 juni 1959, p. 18.

Auteur onbekend, Hier zijn ze goed verzorgd, in Het Vrije Volk 23 juni 1959, p. 14.

Het Vrije Volk 28 juli 1959, p. 18. Auteur onbekend, De poppendokter maakt het wel weer in orde…, in Het Vrije Volk 27 november 1959, p. 24.

B. v. d. H., Jeugd graaft in de geschiedenis, in Toeristen Kampioen 23 (1960) 17, p. 549.

Han Hoekstra (tekst), Dag Amsterdam, Amsterdam (N.V. Het Parool) 1961, p. 70.

Secundaire bibliografie

K.G., Wies Meertens weet kinderen te vangen, in Het Vrije Volk 31 mei 1958.

Auteur onbekend, Goede kinderfoto’s van Wies Meertens, in Het Parool 2 juni 1958.

J.J. Hens, Wat ik zag en hoorde, dat mij trof…, in Foto 13 (6juni 1958) 6, p. 216-221.

Jan A. Kleyn, Wies Meertens in La Cave, in Focus 43 (16 augustus 1958) 17, p. 455.

Adam, Acht fotograferende vrouwen: expositie in de Gijsbert Hal, in Het Vrije Volk 26 november 1958, p. 5.

Auteur onbekend, Voor Wies Meertens is donkere kamer even belangrijk als keuken, in Het Vrije Volk 6 mei 1960, p. 12.

Auteur onbekend, Emmy Andriesse (1914-1953), in Het Financieele Dagblad 13juni 1975.

Marga Altena en Solange de Boer, Historische foto’s van vier Nederlandse fotografen, in Artoteek den haag 20 april 1994. ongepag.

Lidmaatschap

NVF

Tentoonstellingen

1955 (g) World Press Photo.

1956 (g) World Press Photo.

1958 (e) Amsterdam, La Cave Internationale, Kinderfoto’s van Wies Meertens.

1958 (g) Amsterdam, Gijbert Hal.

1961 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Dag Amsterdam.

1994 (g) Den Haag, Artoteek, Joegoslavië bestaat niet meer.

Bronnen

Amsterdam, Michiel Kort, mondelinge informatie.

Amsterdam, Bert Nienhuis, mondelinge informatie.

Amsterdam, Lydia Oorthuys-Krienen, mondelinge informatie.

Amsterdam, Peter Overduyn, mondelinge informatie.

Den Haag, Geesje Idenburg-Meertens, mondelinge informatie.

Rotterdam, Nederlands Fotoarchief.

Collecties

Amsterdam, Stedelijk Museum.

Rotterdam, Nederlands Fotomuseum.

Auteursrechten

De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Wies Meertens worden beheerd door het Nederlands Fotomuseum te Rotterdam.