Teun Hocks
Lotte Menkman
Extract
Het oeuvre van Teun Hocks neemt een eigen plaats in tussen fotografie en schilderkunst. Sinds het einde van de jaren zeventig heeft Hocks een verhalende stijl ontwikkeld. Hij speelt in zijn ‘fotoschilderijen’ met de werkelijkheidspretentie van de fotografie door de opname te beschilderen. Met theaterenscenering, humor en melancholie laat hij doorschemeren dat er in werkelijkheid andere dingen aan de hand zijn dan we denken te zien.
De erkenning voor zijn werk breekt in de tweede helft van de jaren tachtig door: eerst in het buitenland en pas daarna in Nederland.
Biografie
1947 |
Teun Hocks wordt te Leiden geboren. Van zijn vader, onderwijzer en enthousiast amateurfotograaf, leert hij al op jeugdige leeftijd fotograferen en afdrukken. |
1966-‘70 |
Hocks begint zijn studie aan de kunstacademie St. Joost in Breda. Het eerste jaar volgt hij lessen aan de afdeling publiciteit, waarbij fotografie een onderdeel van het programma vormt. Na een jaar stapt hij over naar ‘monumentaal en grafiek’, een vrijere richting. |
Tijdens zijn academietijd leert hij onder anderen Pieter Laurens Mol en de latere performancekunstenaars Moniek Toebosch en Harrie de Kroon kennen. |
|
1970 |
Teun Hocks studeert af met pop-art-achtige schilderijen en zeefdrukken. Hij vestigt zich als beeldend kunstenaar te Breda. |
1970-‘79 |
Op zoek naar een eigen werkwijze experimenteert Hocks met verschillende media zoals super-8 films, tekenen, zeefdrukken en fotografie. |
1979 |
Hij maakt zijn eerste fotoschilderijen in een techniek die hij later verder ontwikkelt. |
Hocks’ eerste tentoonstelling wordt gehouden in Galerie Lóa te Amsterdam. |
|
1978-‘85 |
Hocks treedt op met performances zoals Eeuwig Zingen de Zagen, en neemt deel aan verschillende theateractiviteiten onder andere als gast bij Moniek Toebosch en Michel Waisvisz. |
1989-heden |
Vanaf 1980 is Hocks werkzaam als docent tekenen (visualisatie/presentatie) aan de Akademie voor Industriële Vormgeving te Eindhoven. |
1984 |
Hocks neemt deel aan de tentoonstelling Geconstrueerd voor foto’s, samengesteld door de Nederlandse Kunststichting (NKS) en aan een tentoonstelling in De Beyerd te Breda (samen met zijn vriend Mathieu Meijers). |
1986 |
Het werk van Hocks wordt opgenomen in een groepstentoonstelling bij Galerie Torch te Amsterdam en maakt onder andere deel uit van de tentoonstelling Fotografia Buffa die in het Groninger Museum begint en vervolgens rondreist door het buitenland. |
Teun Hocks wordt voortaan vertegenwoordigd door Galerie Torch te Amsterdam. |
|
1987 |
Hocks neemt deel aan verschillende groepstentoonstellingen onder andere La Photographie Hollandaise in het Institut Néerlandais te Parijs. De presentatie op de Kunstbeurs te Keulen en zijn deelname aan Fotografia Buffa- onder andere te zien in Bonn, Keulen en Edinburgh -vormen het begin van zijn erkenning als kunstenaar. |
1989 |
Hocks neemt deel aan L’invention d’un Art in het Centre Pompidou te Parijs en aan de door Duitsland reizende tentoonstelling Das konstruierte Bild. |
1990 |
Hij krijgt van het Prins Bernard Fonds de opdracht een van de acht foto’s voor het Jaarverslag 1990 te maken. |
1991 |
De monografie Teun Hocks wordt door Art Unlimited uitgebracht. |
1992 |
Teun Hocks ontvangt de Capi-Lux Alblas prijs. Ter gelegenheid daarvan wordt een videodocumentaire over hem gemaakt. |
Het Prins Bernhard Fonds geeft hem een opdracht voor het maken van acht foto’s voor het Jaarverslag 1992. |
|
Hocks verhuist van Breda naar Breukelen. In Nieuwer Ter Aa vindt hij aan het eind van het jaar een stal die hij verbouwt tot atelier. |
|
1993 |
Hij ontwerpt voor PTT-Telecom de telefoonkaart voor december 1993 en fotografeert stoffen voor het tijdschrift Avenue. |
1993-heden |
Hocks geeft les aan de afdelingen fotografie en textiele werkvormen van de Rietveld Academie te Amsterdam. |
Beschouwing
De fotoschilderijen van Teun Hocks hebben een verhalend karakter door de evocerende wijze waarop hij met attributen de hoofdrol speelt in door hem zelf gecreëerde omgevingen.
De werkelijkheidsbeleving van het gefotografeerde beeld is groot, maar bij nadere beschouwing blijken een of meer elementen niet te ‘kloppen’. Daardoor rijst het vermoeden dat er iets anders verteld wordt dan er is afgebeeld. De associaties die Teun Hocks oproept zijn niet eensoortig, de betekenis is ook niet voor één uitleg vatbaar. De beschouwer kan zijn eigen interpretatie, zijn onderschrift in gedachten invullen.
De vader van Teun Hocks was een hartstochtelijk amateurfotograaf. Hij maakte opnamen met een platencamera, bouwde zelf een vergrotingsapparaat en werkte met eigen recepten. Teun Hocks kreeg de fotografie met de paplepel ingegoten.
Na de dood van zijn vader vond Teun Hocks een opname waarop zijn vader met een pistool staat afgebeeld die zichzelf- zijn dubbelportret met de handen omhoog – onder schot houdt. Teun Hocks zette deze dubbelopname over in zeefdruk. Het is een hommage aan zijn vader en een bewijs van het herkennen van een spoor waarop hijzelf doorgaat.
Aan de kunstacademie St. Joost in Breda volgde Teun Hocks lessen aan de afdeling publiciteit. Met de fotografische techniek was hij al vertrouwd, maar nieuw voor hem was het werken met een technische camera. Na het eerste jaar stapte hij over naar de afdeling ‘monumentaal en grafiek’. Tijdens zijn opleiding aan de kunstacademie leerde Teun Hocks een aantal mensen kennen, onder wie Pieter Laurens Mol en de latere performance kunstenaars Harrie de Kroon en Moniek Toebosch. Deze en andere vriendschappen spelen tot op heden wellicht een belangrijker rol dan de academie waar hij zich niet echt op zijn plaats voelde. Na zijn afstuderen werkte hij in verschillende theateractiviteiten samen met vrienden uit zijn academietijd.
Op zoek naar een eigen stijl experimenteert Hocks vanaf 1970 met verschillende technieken zoals zeefdrukken, tekenen, super-8 films, performances en fotografie. In de films en performances speelt hij in een geënsceneerde omgeving verschillende rollen. In deze sketches kan hij veel ideeën kwijt. De mogelijkheid om visuele vondsten te combineren met beweging, geluid en muziek spreekt hem aan. Hocks treedt op verschillende locaties op met zijn verrassende programma Eeuwig Zingen de Zagen Uit Het Donkere-Kamerorkest, onder andere in het Prentenkabinet te Leiden bij de presentatie van het losbladige lexicon Geschiedenis van de Nederlandse fotografie op 24 november 1984. In de performance Eeuwig Zingen de Zagen //laat hij een schimmenspel zien, waarbij hij schaduwen van dieren en voorwerpen, van een banjo tot een auto, te voorschijn tovert. De schaduw als partner of als tegenspeler wordt, ook in zijn latere fotoschilderijen, een terugkerend thema dat zich leent om verschillende betekenissen in beeld te brengen. Een geënsceneerde omgeving, attributen en publiek -wezenlijke ingrediënten bij film en performance – leveren Hocks mogelijkheden om te experimenteren met beelden, effecten en reacties. In zijn fotowerken gebruikt hij deze ervaringen. Hij ontwikkelt een stijl met een verhalend karakter, waarin hij de hoofdrol speelt in een geënsceneerde omgeving. In de fotoschilderijen werkt het ensceneren verrassend omdat het tegen het documentaire, schijnbaar waarheidsgetrouwe karakter, van oudsher zo’n belangrijke karakteristiek van de fotografie, in lijkt te gaan.
De foto’s van Teun Hocks ontstaan naar aanleiding van tekeningen en schetsen die hij bijna dagelijks maakt. Daarin brengt hij onmogelijke situaties, beeldgrappen of treffende illustraties van een bepaald gevoel in beeld. De boekjes waarin hij deze schetsen en tekeningetjes maakt, vormen een reservoir aan beeldideeën. Af en toe is er een idee bij dat hem bevalt en dan zet hij dat om in een foto. Sommige beeldideeën blijven hem intrigeren en komen in verschillende tekeningen, steeds anders uitgewerkt, terug.
Aan de hand van een tekening of schets bouwt Hocks een driedimensionale situatie op. De achtergrond is meestal een door hemzelf geschilderd decor, meters breed en meters hoog. De speurtocht naar de benodigde attributen kost veel tijd maar levert vaak niet het gewenste resultaat op. Meestal maakt hij de attributen uiteindelijk zelf. Hij schildert ze in kleur – ondanks de zwart-wit opnamen – om de situatie zó te maken als hij het uiteindelijke fotoschilderij wil hebben. In dit geheel plaatst Hocks zichzelf als hoofdpersoon. Kleding, schmink en allerlei details kiest hij zo dat deze zijn rol onderstrepen. Eerst worden proefopnamen met polaroid gemaakt. Daarna maakt hij met de zelfontspanner een serie van acht foto’s, waaruit hij er één kiest die hem bevalt. Als er maar iets in de foto’s niet naar zijn zin is, maakt hij ze over. De goedgekeurde foto wordt afgedrukt op barietpapier dat bij het afdrukken een zachte nuancering in de grijstonen en diepe zwarten oplevert. Deze zwart-wit afdruk kleurt hij om met sepiatoner omdat dit mooi door de transparante verflagen heen speelt en toch de kleuren helder houdt. De nog natte ondergrond wordt met zuurvrije lijm op geprepareerd hout gemonteerd. Deze technische voorbereidingen worden door een assistent uitgevoerd, maar nauwlettend gecontroleerd. Na het drogen beschildert Hocks de foto met transparante olieverf; de foto blijft zichtbaar door de aangebrachte verflagen heen. De kleuren worden al schilderend aangepast aan het beeld dat hij voor ogen heeft.
Van de geselecteerde negatieven worden meestal drie afdrukken gemaakt, waarvan Hocks er in eerste instantie slechts één beschildert. De resterende twee afdrukken worden later beschilderd en wijken soms in de kleuren iets af van de eerste versie. Aan de voorstelling wordt tijdens het schilderen geen detail veranderd om het documentaire karakter te handhaven.
De werkwijze van Teun Hocks is bijzonder arbeidsintensief. Soms kost het opbouwen van de te fotograferen situatie een week, maar het kan ook een maand of langer duren voor hij tevreden is met het resultaat. Zijn jaarlijkse productie beperkt zich dan ook tot enkele foto’s.
De achtergrondschilderingen en de attributen hebben een archetypisch karakter: een ‘echt Hollands landschap’ met slootjes en knotwilgen, zoals in Mathematische notatie, of een onmiskenbaar Hollands interieur waarin een stoel ‘de’ stoel is. De attributen – een spinnewiel, lampenkap, koffer, paraplu, vliegenmepper of bureau – worden zo gekozen dat zij het karakter van de hoofdpersoon of de situatie onderstrepen. De archetypische beelden hebben hun oorsprong in onze visuele traditie en zijn daar door Hocks als het ware ‘uitgelicht’. Hij gebruikt ze om een verhaal in herkenbare, heldere beeldtaal neer te zetten. In het beste geval laten de fotowerken echter zoveel ruimte dat de beschouwer er een eigen titel, bijschrift of interpretatie aan kan geven. Een voorbeeld daarvan is het werk waarop de hoofdpersoon op een slap touw staat dat door een vliegende uil in de lucht wordt gehouden. Het doet denken aan een nachtmerrie. Is het een slaapwandelaar die koord danst? Of probeert de hoofdpersoon de uil, het symbool van de wijsheid, te vangen? In de inleiding van de monografie over Teun Hocks (Amsterdam, 1991) worden zijn fotowerken “emblemata” genoemd en “emblemata zonder woorden”, omdat ze geheel voor zichzelf spreken. De reactie van Hocks daarop is dat hij nieuwe emblemata zou willen vinden, liefst in zijn eigen gedachten.
De herkenbaarheid van de situatie, het decor en de attributen verhogen de werkelijkheidsbeleving van het fotoschilderij. Raadsels en misverstanden zijn in eerste instantie door het gebruik van heldere beeldtaal niet aan de orde. Duidelijk is dat het gebeurde niet ‘echt’ is, al is het gefotografeerd. Niemand zal bij het zien van het fotoschilderij Het late uur geloven dat de duivels en engeltjes die de hoofdpersoon tarten, echt zijn. De werkelijkheid waarnaar deze allegorie verwijst is echter voor ieder te interpreteren.
Een ander voorbeeld is een fotoschilderij waarin een tentje in een burgerlijk aandoende kamer is opgezet. De stoelen, het schilderij, het vloerkleed, de lamp en de plaatsing van de onderdelen in de ruimte stralen een grote saaiheid uit. Midden in de ruimte is een tentje opgezet, waarin de in pyjama geklede hoofdpersoon in slaapzak, steunend op zijn ellebogen, naar niet bestaande verten ligt te turen. Het feitelijk onechte in de absurde, sprookjesachtige of dramatische taferelen die Teun Hocks uitbeeldt, maakt plaats voor de illusie van echtheid. Hij creëert zo een nieuwe verbinding tussen fictie en werkelijkheid.
De directe leesbaarheid van de fotowerken en het ongerijmde van de situatie gebruikt Hocks om de suggestie van een verhaal op te roepen. Dat verhaal gaat over een andere werkelijkheid dan de zichtbare. Het zijn verhalen over menselijke ervaringen, over moed, lafheid en twijfel. De hoofdpersoon speelt zijn rol in een tragedie, als het om innerlijke conflicten gaat, of in een melodrama, wanneer hij tegen een ongewenste situatie in gaat. Hij is niet dapper of slecht, geen mens uit één stuk, maar een iemand die ten prooi is aan onzekerheden of conflicten. Het lijken allegorieën van de mens die voortdurend bezig is zonder te weten waarmee of zonder te weten wat hij moet kiezen. Deze ‘zinnebeelden van het leven’ bevatten geen zedenpreken, maar roepen vragen op die de beschouwer zelf kan beantwoorden.
Teun Hocks’ inspiratiebronnen zijn divers en hebben te maken met zijn interesse in de populaire beeldcultuur, slapsticks uit de jaren dertig, tekenfilms en stripverhalen. Ook toneeldecors en theatrale B-films liggen hem na aan het hart. Muziek en dan vooral muziek die voor tekenfilms is gemaakt en waarin timing een belangrijk aspect is, inspireert hem tijdens het werken.
Daarnaast laat hij zich door uiteenlopende voorbeelden uit de kunstgeschiedenis inspireren zoals de Vlaamse Primitieven met hun glacerende manier van schilderen. Caravaggio wordt bewonderd om zijn spel van licht en donker en de Nederlandse schilders van de zeventiende eeuw om hun rijke kleurschakeringen. In de twintigste eeuw zijn het vooral schilders die een vertellende inslag hebben bijvoorbeeld Magritte en James Ensor. Hocks’ liefde voor de verhalende tekening wordt bovendien weerspiegeld in zijn bewondering voor de Belgische striptekenaar Hergé. Jacques Tati en Buster Keaton, sterren van het witte doek, prikkelen eveneens zijn fantasie.
Teun Hocks herkent een verwante mentaliteit in de ingekleurde etsen en tekeningen van Pieter Holstein. Ook diens werk bevat veelal een dubbele bodem. Duidelijk verwantschap is er met het vroege werk van Pieter Laurens Mol, Ger van Elk en Sigurdur Gudmundsson, kunstenaars die de fotografie op een conceptuele manier gebruiken. In vele tentoonstellingen en publicaties wordt Teun Hocks’ werk tot de geënsceneerde fotografie gerekend. Hoewel bij Hocks in het werkproces het schilderen de meeste tijd vraagt – om te beginnen wordt het decor geschilderd, daarna de attributen en uiteindelijk volgt de beschildering van de foto – , is het gebruik van de fotografie een onmisbaar ingrediënt.
Het fotograferen is in het uiteindelijke fotoschilderij van cruciale betekenis. Het waarheidsgehalte van de fotografie en de idee van illusie of fictie in de schilderkunst gaan een nieuwe verbinding aan. “Het schilderij is echt, de foto is nèt echt” merkt Hocks op.
Hocks ziet zichzelf niet als fotograaf, maar ook niet als schilder. Hij zegt zelf heel bescheiden: “ik kan alles een beetje, niets echt goed, en dat komt in mijn geval goed uit”.
Sinds 1987 wordt het werk van Teun Hocks gewaardeerd, hetgeen blijkt uit de vele tentoonstellingen en publicaties in binnen- en buitenland. In zijn spel met de werkelijkheid ontwikkelt hij een telkens verrassende maar herkenbare persoonlijke stijl, met humor, kwinkslagen en drama. Zijn puur artificiële beelden – als verpakking voor de ‘waarheden van het leven’ – vormen emblemata zonder woorden. Daarmee zet hij een beeldtraditie voort – in de lijn van Ger van Elk, Pieter Holstein, Sigi Gudmundsson en Pieter Laurens Mol – waarin associatieve en narratieve elementen de inhoud op een ander niveau tillen.
Documentatie
Primaire bibliografie
Stoomboot, Breda (Galerie de Luxe) 1977.
Serie van 25 ansichtkaarten, Amsterdam (Art Unlimited) 1982-1994.
Affiche, Amsterdam (Prins Bernhardfonds en Anjerfondsen) 1990.
Antje von Graevenitz (inl.), Teun Hocks, Amsterdam (Art Unlimited Books) 1991, (met foto’s en schetsen).
Serie ansichtkaarten, Amsterdam (Prins Bernhardfonds en Anjerfondsen) 1993.
Affiches, Amsterdam (Prins Bernhardfonds en de Anjerfondsen) 1993.
Telefoonkaart, Den Haag (PTTTelecom) december 1993.
Hoes CD SoftBomb, The Chills, Slash/Reprise, Warner Bros Records, zj.
Hoes Casette Boomslang, Lathe of Heaven Music, Seattle, The Shepard Company, 1994.
foto’s in:
De Appel (1981-1982) 1-4.
Perspektief (september 1986) 25, p. 42.
NRC Handelsblad 19 februari 1988,
Cultureel Supplement, p. 9.
Clichés (april 1988) 45, p. 40-47.
Holland Herald 24 (september 1989) 9, p. 20.
Jaarverslag Prins Bernhard Fonds en Anjerfondsen 1990, Amsterdam 1991.
19NU27 (september 1991) 5, p. 10-11.
Man 19 (oktober 1991) 10, omslag, p. 7.
Le Monde 6 december 1991, p. 12.
Avenue 28 (oktober 1993) 10, p. 42-48.
Jaarverslag Prins Bernhard Fonds en Anjerfondsen 1992, Amsterdam 1993.
19NU29 (maart 1993) 2, p. 30-31.
Integral (Esp.) 7 (juni 1993) 162, p. 34.
Holland Herald 29 (maart 1994) 3, p. 48.
Secundaire bibliografie
Auteur onbekend, Teun Hocks, in Vis a Vis International. Revue trimestrielle d ‘art photographique, z.j., no. 11, p. 61-63 (met foto’s).
Truus de Ruiter, (rubriek Beeldende kunst), in De Volkskrant 9 november 1979.
Erik Terlouw, Teun Hocks. Fotografie in dienst van de schilderkunst, in Trouw 10 november 1979, Kwartet, p. 4.
Catalogus tent. Teun Hocks, fotowerken en tekeningen; Adrie Manten, installaties, Utrecht (‘t Hoogt) 1981.
Catalogus tent. Geconstrueerd voor foto’s, Rotterdam (Centrum Beeldende Kunst) 1983.
(Brochure tent.) Verlichte fotografie. Geconstrueerd voor foto’s, Rotterdam (Perspektief/Centrum Beeldende Kunst), 1984.
Linda Roodenburg en Hripsimé Visser, Fotografie is “net echt”: Teun Hocks’ tragikomische spel met een geënsceneerde werkelijkheid, in Perspektief (juni 1985) 21, p. 16-17 (met foto’s en schetsen).
Catalogus tent. Fotografia Buffa. Geënsceneerde fotografie in Nederland, Groningen (Groninger Museum) 1986, p. 10-11, 16-21,30-31 (met foto’s).
Catalogus Foto Biennale Enschede, Enschede 1986, p. 48, 70.
Hripsimé Visser, Fotowerken uit Holland, in Camera Austria (1986) 21, p. 62-63 (met foto).
Nancy Stoop, Teun Hocks: regisseur tragi-komische momenten, in Leidsch Dagblad 13 mei 1986.
Mariëtte Haveman, Teun Hocks: ‘een soort meneertje in je eigen theater’, in Twee N. Personeelsblad Nationale Nederlanden juni/juli 1986, p. 25-26, 35.
Klaus Honnef, Die Imagination als Welt, in Kunstforum (juni/juli/augustus 1986) 84, p. 174-175.
Ellen Kok, Teun Hocks. “Alles in mijn hoofd kan ik fotograferen”, in Foto 41 (september 1986) 9, p. 66-71 (met foto’s en schetsen).
Bas Roodnat, Fantasieën op de grens van fotografie. Confrontatie Nederlanders en Westduitsers op Tweede Biennale van Enschede, in NRC Handelsblad 9 september 1886.
Paul Steenhuis, ‘Plotseling ben ik hier koning van de avant-garde’. De Engelse theaterfotograaf Angus McBean, in Vrij Nederland. Bijvoegsel (18 oktober 1986) 42, p. 26-29.
Paul Steenhuis, Fotografia Buffa. ‘Gewoon rock ‘n’ roll met het fototoestel: click-a-go-go’, in Vrij Nederland. Bijvoegsel (15 november 1986) 46, p. 14-18.
Louwrien Wijers, ‘Fotografia Buffa’ in Groningen, in Het Financieele Dagblad 15 november 1986, p. 14.
Catalogus tent. Kunst over de vloer. Foto-video-installaties, Amsterdam (Stichting Kunst over de vloer) 1987.
Bas Roodnat, Melancholie van vergeefs wachten. Virtuose schilderingen met een fotografisch uitgangspunt, in NRC Handelsblad 21 februari 1987.
Christine Vuegen, Fijne foto’s, in De Streekkrant (Brusselse editie) 15 april 1987, p. 8.
Mariëtte Haveman, Ongerijmde zaken, in De Volkskrant 23 oktober 1987.
Rob Klinkenberg, Teun Hocks. Vroeger mocht kunst niet verhalend zijn, in Avenue 22 (december 1987) 12, p. 186-189 (met foto’s).
(Brochure tent.) Teun Hocks, Parijs (Institut Néerlandais), 1988.
Paul Evers, Teun Hocks. Geniale Rommel, in Oor (16 juli 1988) 14/15, p. 54-59 (met foto’s).
Michael Köhler (red.), Das konstruierte Bild. Fotografie -arrangiert und inszeniert, Schaffhausen etc. (Stemmle) 1989, p. 56-58, 149-150 (met foto’s).
Klaus Honnef, Ongewone kunst in een verschoven wereld, in Kunst & Museumjournaal 1 (1989) 2/3, p.12-19.
Catalogus tent. “Door het oog van de camera”, Oirschot (Nieuwe Brabantse Kunststichting) 1990.
Cristian Eigner, Das konstruierte Bild. Fotografie arrangiert und inszeniert, in Camera Austria (1990) 33/34, p. 94.
Henk Egbers, Teun Hocks op reizende tentoonstelling NKS: “Mensen nemen kunst te serieus”, in De Stem 13 februari 1990.
Vera Illès, Intens alleen. De verbeeldende werkelijkheid van Teun Hocks, in Elsevier 46 (2 juni 1990), p. 84-85.
Paul Steenhuis, Galerie, in NRC Handelsblad 8 juni 1990.
Auteur onbekend, Teun Hocks, in Photojournal Asahicamera (augustus 1990) 8, p. 33.
Maandblad o 11 (oktober 1990) 1, p. 70-77 (met foto’s).
Renée Steenbergen, Teun Hocks: ‘Humor maakt achterdochtig”, in NRC Handelsblad 16 oktober 1990.
Catalogus tent. Metamorfose, Den Haag (H.C.A.K.), 1991.
Catalogus tent. Op het eerste gezicht, Oss (Jan Cunencentrum) 1991.
Catalogus tent. Narcissism and Photography, Antwerpen (Galerie Campo) 1991.
Brochure tent. Teun Hocks. Recent Werk, Vlissingen (Bellamy 19) 1991.
Catalogus L’invitation au Voyage, Brussel (E.E.G.-Gebouw) 1991.
Ingeborg Leijerzapf e.a. (tekst), Het beslissende beeld. Hoogtepunten uit de Nederlandse fotografie van de 20e eeuw, Amsterdam (BIS) 1991, p. 137, 193.
Catalogus tent. Fantastische foto’s uit de collectie van het Groninger museum, Groningen (Groninger Museum) 1991.
Brochure tent. Eigen collectie, Apeldoorn (Gemeentelijk van Reekum Museum) 1991.
Catalogus Gemeentecollectie, Breda (De Beyerd) 1991.
Anne Wauters, Théatres du moi, in Art & Culture januari 1991, p. 15.
Robert Lefèvre, Theun Hocks, in La semaine d’Anvers 18 januari 1991.
Robbert Roos, Teun Hocks: “Ik wil het liefst alles in een beeld vatten”, in Beelding (februari 1991) 1, p. 4-5.
Brochure tent. DEBEELDENDEFOTO, Librije Hedendaagse Kunst Zwolle 9 (maart 1991), p. 13-15.
IJsbrand van Veelen, Winkelen in het universum, in Het Parool 9 maart 1991.
Ellen Kok, “Zachte krachten” van De Harde kern. Hocks: zelfs de schaduwen zijn van mijzelf, in Het Utrechts Nieuwsblad 23 maart 1991.
Carly Broekhuis, Teun Hocks, in Focus 76 (juli/augustus 1991) 7/8, p. 17.
Mark Peeters, Gelaten beeld van een verwend ettertje. Serie exposities van Nederlandse kunstenaars in Museum Jan Cunen in Oss, in NRC Handelsblad 31 oktober 1991.
Eddie Marsman, Das konstruierte Bild, in Foto 46 (november 1991) 11, p. 28.
Auteur onbekend, Teun Hocks in Bellamy 19, in De Faam/De Vlissinger 6 november 1991.
Nico Out, Een andere kijk op de werkelijkheid, in P.Z.C. 15 november 1991.
Linda Roodenburg (samenstelling), Fotowerk. Fotografie in opdracht 1986-1992, Rotterdam (Uitgeverij 010) 1992.
Catalogus tent. Double Dutch. Il realismo nell’ arte contemporanea Olandese, Rome (Sala 1) 1992.
Catalogus tent. Dutch Manners (Houston Fotofest 1992), Houston 1992.
Brochure tent. Capi-Lux Alblas prijs, Rotterdam (Perspektief) 1992.
Catalogus tent. Meesterlijk gedekt, Oss (Jan Cunencentrum) 1992.
Catalogus 2. Internationale Foto-Triënnale Esslingen 1992, Esslingen 1992.
Catalogus tent. Dubbel spoor, Heerlen (Stadsgallerij) 1992.
Catalogus tent. Real-ities, Madrid (Circulo Belles Artes) 1992.
Leo Delfgaauw, Teun Hocks, in Perspektief (februari 1992) 43, p. 67.
Christopher Hume, Galleries, in The Toronto Star 5 maart 1992.
Kate Taylor, Art About, in The Globe and Mail 13 maart 1992.
Ella Reitsma, Te leuk mag niet. Balanceren tussen raak en mis, in Vrij Nederland (21 maart 1992) 12, p. 58-61 (met foto’s).
Henrico Prins, Gemaskerd mannetje steelt halve maan, in De Volkskrant 27 maart 1992.
Renée Steenbergen, De lachwekkende en poëtische ernst van Teun Hocks, in De Volkskrant 31 maart 1992.
Chris Reinewald, De zonderlinge heerschappen van Teun Hocks, in De Journalist 43 (10 april 1992) 7, p. 32-33.
Rob Vermeulen, Teun Hocks, acteur van de kromme werkelijkheid, in Haagsche Courant 29 mei 1992 (met foto).
Christopher French en Terrie Sultan, Report from the Netherlands. A New Internationalism, in Art in America juli 1992, p. 43-50 (met foto’s).
Mariëtte Haveman, Intensieve kunst rond een misverstand, in De Volkskrant 22 juli 1992.
Catalogus tent. Vrij Spel. Hedendaagse Nederlandse fotografie 1970-1990, Nijmegen (Nijmeegs Museum Commanderie van Sint-Jan) 1993, p. 116-117 (met foto).
Catalogus tent. Teun Hocks. Recent werk, Parijs (Galerie 15) 1993.
Catalogus tent. Recent Werk, Brussel (Art Fair/Galerie 121) 1993.
Catalogus tent. Photovision, Montpellier (Musée Fabre) 1993.
Brochure tent. Galerie Torch presenteert Edition Beckers Amsterdam (Galerie Torch) 1993.
Catalogus tent. Urgent Nostalgia, Seattle/USA (Center on Contemporary Art) 1993.
Catalogus tent. Uit de Collectie van Het Nederlands Fotomuseum, Sittard (Het Nederlands Fotomuseum) 1993.
Jukka Kemppinen, Teun Hocks. Kadessa Nalli, in Image (januari 1993) 29, p. 62-63.
Charles Hagen, Teun Hocks, in The New York Times 8 juni 1993.
Auteur onbekend, Teun Hocks, in Aperture (november 1993) 130, p. 32-37 (met foto’s).
Catalogus tent. Niet alleen voor de sier, Leeuwarden (Keunstwurk) 1994.
Catalogus tent. Zuge, Zuge, Esslingen (Galerie der Stadt Esslingen) 1994.
Catalogus tent. Kus me, Kus me, Zeeman, Haarlem (De Vishal) 1994.
Catalogus tent. Hedendaagse Nederlandse Kunst, Wroclaw (Polen) (Museum Naradowe) 1994.
Catalogus tent. Teun Hocks. Recent Werk, Boulder/USA (Boulder Art Center) 1994.
Jonathan Turner, Double Dutch: Realism & Visual Fraud from the Netherlands, in Art and Text (januari 1994) 47, p. 18-21.
Marius de Beer, Kunstenaars uit het grensgebied, in Kunstschrift 38 (maart/april 1994) 2, p. 29-41.
Onderscheidingen
1992 Capi-Lux Alblas prijs 1991.
Tentoonstellingen
1979 (e) Amsterdam, Galerie Lóa.
1980 (g) Den Bosch, Brabant Biennale.
1982 (g) Utrecht, Cultureel Centrum ‘t Hoogt.
1982 (g) Dordrecht, Teekengenootschap Pictura.
1983 (g) Den Bosch, Hedendaagse Kunst uit Noord-Brabant.
1984 (g) Rotterdam, Centrum Beeldende Kunst, Geconstrueerd voor foto’s.
1984 (g) Breda, De Beyerd, (Teun Hocks en Mathieu Meijers).
1985 (g) Apeldoorn, Gemeentelijk Van Reekum Museum, (deel van in 1984 met subsidie van het Rijk verworven aanwinsten op het gebied van fotografie).
1985 (e) Eindhoven, Technische Hogeschool, Teun Hocks. Studies 1977-1985.
1985 (g) Zaragoza, Vanguardia ’85.
1986 (e) Amsterdam, Galerie Torch, Teun Hocks fotowerken en tekeningen.
1986 (e) Leiden, Galerie Fotomania, Teun Hocks.
1986 (g) Amsterdam, Galerie Torch.
1986 (g) Enschede, Rijksmuseum Twenthe, Foto Biennale.
1986 (g) Graz, Fotogalerie im Forum Stadtpark, Fotowerken aus Holland.
1986 (g) Groningen, Groninger Museum, Fotografia Buffa.
1986 (g) Londen, Air Gallery, The Self Imagined.
1986 (g) Charleroi, Photographie Ouverte, Chassecroise Photographie/Bande Dessinée.
1986 (g) Apeldoorn, Gemeentelijk Van Reekum Museum, Grafiek, tekeningen, fotografie uit de eigen collectie.
1987 (g) Bonn, Rheinisches Landesmuseum, Fotografia Buffa.
1987 (g) Helmond, Gemeentemuseum ‘t Meyhuis, Fotografia Buffa.
1987 (g) Keulen, Galerie Gugu Ernesto, Fotografia Buffa.
1987 (g) Leiden, Stedelijk Museum De Lakenhal, Aanwinsten Moderne kunst van Museum De Lakenhal.
1987 (g) Brussel, Galerie Plus-kern.
1987 (g) Brugge, Galerie de Lege Ruimte.
1987 (g) München, Dany Keiler Galerie.
1987 (g) Zwolle/Emmen, Geënsceneerde Fotografie (Project Kunstlijn).
1987 (g) Amsterdam, Entrepotdok, Kunst over de vloer.
1987 (g) Groningen, Groninger Museum, Zomer op stelling.
1987 (g) Stuttgart, Architecturmuseum.
1987 (g) Metz, La Photographie Hollandaise (Metz pour la Photographie).
1987 (g) Metz, (Anja de Jong, Teun Hocks).
1987 (g) Parijs, Institut Néerlandais, La Photographie Hollandaise.
1988 (e) Brussel, Beursschouwburg.
1988 (g) Apeldoorn, Gemeentelijk Van Reekum Museum, Vluchtwegen van de werkelijkheid.
1988 (g) Stuttgart, Galerie der Stadt, Gruppen-Ausstellung Atlantis.
1988 (g) Frankfurt, Architecturmuseum, Gruppen-Ausstellung Atlantis.
1988 (g) Glasgow, Collins Gallery, Fotografia Buffa.
1988 (g) Edinburgh, Stills Gallery, Fotografia Buffa.
1988 (g) Cardiff, Photo Gallery, Fotografia Buffa.
1989 (e) Antwerpen, Galerie 121.
1989 (e) München, Danny Keiler Gallery.
1989 (e) Stuttgart, Hansjürgen Muller, Atlantis.
1989 (g) Stuttgart, Galerie Kaess-Weiss, Meeresbilder.
1989 (g) Milaan, Galerie Murnik, Meeresbilder.
1989 (g) Parijs, Centre Pompidou, L’Invention d’un Art.
1989 (g) München, Kunstverein, Das konstruierte Bild.
1989 (g) Nürnberg, Kunsthalle, Das konstruierte Bild.
1989 (g) Bremen, Forum Böttcherstrasse, Das konstruierte Bild.
1989 (g) Karlsruhe, Badischer Kunstverein, Das konstruierte Bild.
1990 (e) Amsterdam, Galerie Torch, Teun Hocks. Recent Werk.
1990 (g) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Door het Oog van de Camera (rondreizende tentoonstelling NES).
1990 (g) Antwerpen, MUHKA, Beeldenstorm (Zuid-Nederlandse ontmoetingen).
1990 (g) Rotterdam, Brutto Gusto (Nieuwe Binnenweg 162b), Tulpen.
1990 (g) Amsterdam, Artis, Landschap.
1990 (g) Den Haag, H.C.A.K., Metamorfoses.
1990 (g) Antwerpen, Galerie Campo, Narcissism and Photography.
1990 (g) Rotterdam, Galerie Snoei.
1991 (g) Zwolle, Librije, DEBEELDENDEFOTO.
1991 (g) Groningen, Tentoonstellingszaal Harmoniegebouw, Fantastische Foto ‘s.
1991 (g) Turijn, Galerie NOVA.
1991 (e) Antwerpen, Galerie 121.
1991 (e) New York, P.P.O.W. Gallery.
1991 (g) Chicago, Chicago Art Fair/P.P.O.W. Gallery.
1991 (e) Vlissingen, Bellamy 19, Teun Hocks
1991 (g) Oss, Jan Cunencentrum, Op het eerste gezicht.
1991 (g) Breda, De Beyerd, Gemeentecollectie.
1991 (g) Rotterdam, Galerie Fotomania, Fotosalon (overzichtstentoonstelling t.g.v. het eerste lustrum van Fotomania).
1991 (g) Apeldoorn, Gemeentelijk Van Reekum Museum, (eigen collectie).
1991 (g) Den Haag, Rijksdienst Beeldende Kunst.
1991 (g) Brussel, E.E.G.-Gebouw, L ‘invitation au Voyage.
1991 (g) Amsterdam, Nieuwe kerk, Het beslissende beeld. Hoogtepunten uit de Nederlandse fotografie van de 20e eeuw (Collectie Dutch Photography).
1992 (e) Toronto, Cold City Gallery.
1992 (g) Houston, Dutch Manners (Houston Fotofest).
1992 (e) Rotterdam, Perspektief, Teun Hocks, fotowerken 1982-1992 (Capi-Lux Alblas prijs 1991).
1992 (e) Rome, Galerie NOVA.
1992 (g) Chicago, Chicago Art Fair/ P.P.O.W. Gallery.
1992 (e) Amsterdam, RAI, KunstRAI (Torch-presentatie).
1992 (e) Antwerpen, Galerie 121.
1992 (g) Oss, Jan Cunencentrum, Meesterlijk Gedekt.
1992 (g) New York, P.P.O.W. Gallery.
1992 (e) Parijs, Galerie 15.
1992 (g) Esslingen, 2. Internationale Foto-Triënnale Esslingen.
1992 (g) Haarlem, Frans Hals Museum.
1992 (g) Heerlen, Stadsgalerij, Dubbel spoor.
1992 (g) Madrid, Circulo Belles Artes Madrid, Real-ities.
1992 (g) Rome, Sala Uno, Doublé Dutch.
1992 (g) Amsterdam, Galerie Torch, Discount Show.
1992 (g) Haarlem, Frans Hals Museum.
1993 (e) New York, P.P.O.W. Gallery.
1993 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, Real-ities.
1993 (e) Parijs, Galerie 15, Recent Werk.
1993 (g) Brussel, Galerie 121/ArtFair, Recent Werk.
1993 (e) Montpellier, Musée Fabre, Photovision.
1993 (g) Almeria (Spanje), Photovision.
1993 (g) Amsterdam, Galerie Torch, Torch presenteert Edition Beckers.
1993 (e) Antwerpen, Galerie 121.
1993 (g) Seattle, Center on Contemporary Art, Urgent Nostalgia.
1994 (g) Brussel, Galerie Coppens.
1994 (e) Brussel, Galerie Coppens.
1994 (g) Esslingen, Galerie der Stadt Esslingen, Züge, Züge.
1994 (g) Göppingen, Stadtische Galerie, Züge, Züge.
1994 (g) Rotterdam, Brutto Gusto (Nieuwe Binnenweg 162b).
1994 (g) Haarlem, De Vishal, Kus me, kus me, Zeeman.
1994 (g) Wroclaw, Museum Naradowe.
1994 (g) Parijs, Galerie 15.
1994 (e) Amiens, Maison de la Culture d’Amiens, Teun Hocks.
1994 (g) Basel, Galerie Torch/Art fair, 20:20 Vision.
1994 (e) Boulder, Boulder Art Center, Teun Hocks.
1994 (e) Amsterdam, Galerie Torch, Teun Hocks, Recent Werk.
Theateractiviteiten, Performances
1979 Gastoptreden in de Moniek [Toebosch] & Michel [Waisvisz] Show, Meervaart, Amsterdam.
1980 Optreden in Aanvallen van Uitersten, Lantaarn, Rotterdam.
1981 Optreden in Kijk Pompoenen, Hotel Britannie, Vlissingen.
1982 Optreden in De Slungels van Michel Waisvisz, Holland Festival.
1983 Eeuwig Zingen de Zagen, Perfotijd, Lantaarn, Rotterdam.
1984 Het Donkere-Kamerorkest [bij Verlichte Fotografie], Centrum Beeldende Kunst, Rotterdam.
1984 Eeuwig Zingen de Zagen Uit Het Donkere-Kamerorkest, Melkweg, Amsterdam.
1984 Eeuwig Zingen de Zagen Uit Het Donkere-Kamerorkest, Prentenkabinet Leiden.
1985 Eeuwig Zingen de Zagen Uit Het Donkere-Kamerorkest, Arnhem.
1985 Eeuwig Zingen de Zagen Uit Het Donkere-Kamerorkest, Rotterdam.
1985 Optreden in Talking Back to the Media met Eeuwig Zingen de Zagen II, Shaffy-theater/Kabel T.V. Amsterdam (videoband).
Super-8 films
(alle films kleur/geluid, m.u.v. * = zwart-wit/stom)
1977 Op een ochtend … (circa 3 minuten).
1977 Atlas (circa 3 minuten).
1979 Fragmenten en korte schetsen. Spoel met zeven korte films, o.a. Rainbow cleaning service.
1980-’81 Nieuwe avonturen. Spoel met vijftien korte films, waarvan de eerste zes uit 1980, de anderen uit 1981, o.a. Scenario, Concerto Introverto, Etude en Surfer on the beach.
1984 En hoe het verder ging (narcissen voor een spiegel). Spoel met twaalf films, o.a. Pluto, Saturnus, Vrienden en kennissen*, Just another pair of shoes en Protest.
Video
1992 Teun Hocks. Documentaire van Joop de Jong n.a.v. zijn onderscheiding met de Capi-Lux Alblas prijs 1991 (uitgezonden op 7 juli 1994 door de NOS).
Bronnen
Amsterdam, Galerie Torch.
Breukelen, Teun Hocks.
Leiden, Prentenkabinet, bibliotheek en documentatiebestand.
Rotterdam, Nederlands Foto Instituut (nu Nederlands Fotomuseum), bibliotheek en documentatiebestand.
Collecties
Amsterdam, Stichting Dunhill Dutch Photography.
Apeldoorn, Gemeentelijk Van Reekum Museum.
Breda, De Beyerd.
Den Haag, Rijksdienst Beeldende Kunst.
Groningen, Groninger Museum.
Leiden, Stedelijk Museum De Lakenhal.
Rotterdam, Artotheek Rijnmond.
Rotterdam, Rotterdamse Kunststichting.
Sittard, Het Nederlands Fotomuseum.
Zwolle, Nederlandse Spoorwegen.
Auteursrechten
De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Teun Hocks berusten bij Teun Hocks te Breukelen. Teun Hocks wordt in Nederland vertegenwoordigd door Galerie Torch te Amsterdam.