Hans Staal
Marga Altena
Extract
Hans Staal – van oorsprong amateurfotograaf- besloot pas op latere leeftijd de fotografie als beroep te gaan uitoefenen.
In zijn vrije werk was hij een picturaal fotograaf met een voorkeur voor landschapsfotografie. Hij fotografeerde rustieke boerderijen en de fraaie natuur van Twente.
In de Hengelose Amateur Fotografen Vereniging (HAFV) was hij zeer actief als (bestuurs)lid. Hij gaf fotolessen en trad vaak op als jurylid bij wedstrijden en tentoonstellingen. Jarenlang was hij examinator aan de Nederlandse Fotovakschool te Den Haag. Behalve door zijn bekroonde fotowerk, werd Staal bekend door de talrijke artikelen die hij schreef.
Biografie
1890 |
Johannes Gerardus (Hans) Staal wordt geboren op 27 april te Smilde, als zoon van Gerardus Benardus Staal (1842), hoofdonderwijzer van beroep en Catharina Adriana Brouwer (1852). Als hoofd van de school behoort zijn vader tot de notabelen van het dorp. Staal doorloopt de cursus timmeren aan de ambachtsschool en werkt enige tijd als timmerman. Ook krijgt hij enige jaren onderricht in brug- en waterbouwkunde van de hoofdopzichter van Fortificatiën te Assen en volgt hij onderwijs aan de Eerste Technische School voor de Bouwkunde te Zwolle. |
1910 |
Na de pensionering van vader Staal verhuist de familie op 10 mei naar Assen. Vader Staal koopt er een winkelpand, waar zijn zoon Rein Staal een drogisterij annex optiek en fotohandel begint. In de drogisterij komt Hans Staal in aanraking met de fotografie. |
Op 3 februari vertrekt Hans naar Nieuwerkerk (Zeeland), waar hij als ‘opzichter-teekenaar bij huisbouw’ werkt. |
|
1912-’15 |
Van 1 augustus 1912 tot 15 juni 1915 is Staal werkzaam als buitengewoon opzichter bij ’s Rijks Waterstaat op verschillende plaatsen in het land. |
1915 |
Staal is als opzichter-tekenaar in dienst van het Technisch Bureau Ir. W.K. van Oort c.i. te Groningen. Hij woont in Groningen aan de Vlasstraat 14A. |
1919-‘31 |
In Assen trouwt Staal op 27 maart met Aaltje Leeuwe (1896) uit Groningen. Kinderen uit dit huwelijk zijn: Gerard Adriaan (1922), Jacob Cornelis (1926) en Willemina Katharina (1932). |
1920 |
Op 1 november solliciteert Staal naar de vacature ‘landmeter teekenaar voor de afdeeling uitbreidingsplannen en onteigeningen’ bij Gemeentewerken van Hengelo. Staal wordt aangesteld als opzichter eerste klasse in tijdelijke dienst. |
1921 |
Op 21 januari wordt hij bij de burgerlijke stand als inwoner van Hengelo ingeschreven. |
Op 1 februari treedt hij in dienst bij zijn nieuwe werkgever. Hij woont dan aan de Twekkelerweg 147, maar op 1 april verhuist hij naar het Wilderinksplein 6. |
|
1922 |
Staal publiceert vanaf dit jaar regelmatig artikelen in fototijdschriften. Ook exposeert hij werk op fototentoonstellingen. De Hengelose Amateur Fotografen Vereniging (HAFV) wordt op 31 maart opgericht; Hans Staal is een van de oprichters. Op 27 oktober wordt hij gekozen tot tweede secretaris van de HAFV. |
1923 |
Op 28 september wordt Staal eerste secretaris van de HAFV. |
1924-’25 |
Op 9 mei wordt Staal “wegens inkrimping van den dienst (…) eervol ontslag verleend als tijdelijk opzichter eerste klasse bij de Gemeentewerken met ingang van 1 januari 1925.” Als gevolg van dit ontslag is hij “in het tijdvak van 1 januari 1925 tot 27 mei 1925 zonder inkomsten van eenige beteekenis”. Mevrouw Staal werkt enige tijd als onderwijzeres. |
Het lukt Staal niet een nieuwe betrekking in de bouw te vinden en hij overweegt uit Hengelo te vertrekken. |
|
Met wat spaargeld en een lening huurt Staal een winkelpand met bovenhuis in het centrum van Hengelo, Enschedeschestraat 6. Op 27 mei wordt ‘De Twentsche Fotohandel’ geopend, de eerste fotospeciaalzaak in Hengelo. Na de opening van de zaak volgt Staal een cursus ‘fotohandel’. Vanwege drukke werkzaamheden stapt Staal uit het bestuur van de HAFV. Hij krijgt het erelidmaatschap aangeboden. Zijn vrouw wordt lid. |
|
1927 |
Staal houdt zich naast fotografie bezig met smalfilm. |
1930 |
De fotozaak is uitgegroeid tot een bloeiend bedrijf en er moet worden omgezien naar een groter pand. Aan het Marktplein 7 wordt een woning gekocht en omgebouwd tot een winkel met twee woonlagen. Op 11 november gaat de familie Staal boven de fotozaak aan het Marktplein wonen. Mevrouw Staal komt nu hele dagen in de zaak werken. |
1932 |
De Filmgroep Staal wordt opgericht, met als doel “de productie, de projectie, huur- en verhuur van smalfilms, benevens de verhuur van daarbij behorende apparaturen.” |
1936 |
Voor het Verbond voor Veilig Verkeer maakt Hans Staal samen met zijn leerling Hille Kleinstra de filmdocumentaire Veilig Verkeer. |
1942-’45 |
Vanaf 1942 verbergt het gezin Staal twee onderduikers. In het laatste oorlogsjaar komt daar nog een echtpaar bij. Allen komen de oorlog goed door. |
1947 |
Na een verbouwing wordt een portretstudio in gebruik genomen, onder de naam Foto Studio Staal. |
1948 |
Jaap Staal, de jongste zoon, inmiddels gediplomeerd fotograaf-fotohandelaar, komt als bedrijfsleider in de zaak. Hij krijgt later andere ambities en verlaat de zaak in 1953. |
1955 |
Staals oudste zoon Gerard neemt de zaak over. |
1956 |
Vanwege de geringe belangstelling wordt de Filmgroep Staal opgeheven en ondergebracht in De Twentsche Fotohandel. Staal beperkt zich voortaan tot de fotografie. |
1959 |
Het pand aan het Burgemeester Jansenplein (voorheen Marktplein) wordt onteigend en gesloopt in verband met de bouw van een nieuw gemeentehuis. Vanaf 19 november woont Staal aan het Stationsplein 47 in Hengelo. De zaak is eveneens gevestigd aan het Stationsplein en heet nu ‘Staal Foto Film’. |
Hans Staal blijft als fotograaf actief, maar niet meer beroepshalve. In deze tijd maakt hij vooral dia’s. |
|
1968 |
Het pand aan het Stationsplein brandt af, wat het einde betekent van de fotozaak. |
1971 |
Staal is een van de weinigen in Nederland die nog steeds de edeldrukprocédés beoefent. Samen met zijn vrouw werkt hij aan een fotoboek over Hengelo, dat echter nooit wordt uitgegeven. |
1972 |
Vanaf 8 juni woont Staal aan ‘t Swafert 66. |
1979 |
Op 17 februari overlijdt mevrouw Staal-Leeuwe. Op 8 maart overlijdt Hans Staal op achtentachtigjarige leeftijd te Hengelo. |
Beschouwing
Hans Staal stond in Hengelo bekend als een zachtaardig en bescheiden man. Evenals zijn vader was hij muzikaal; hij was een enthousiast pianospeler en zanger. Tevens hield Hans Staal van schilderkunst. In de fotografie trokken heb de kunstzinnige mogelijkheden aan. Vooral de landschapsfotografie had zijn liefde en met edeldrukprocédés als de broomoliedruk en de broomolieoverdruk wist hij romantische resultaten te bereiken.
Niet alleen werd zijn fotowerk geprezen en bekroond, ook dankzij zijn vele artikelen in de fotobladen werd Staal nationaal en internationaal bekend en gewaardeerd.
Staal kwam voor het eerst met de fotografie in aanraking door zijn broer Rein Staal, die in Assen een drogisterij, optiek en fotozaak had. Daar leerde hij de beginselen van de fotografie. Bij gebrek aan foto-onderwijs moest Staal de techniek onder de knie krijgen door praktische oefeningen en zelfstudie. Hans Staal wist zich te ontwikkelen tot een bekwaam fotograaf, want toen hij in 1922 lid werd van de HAFV begeleidde hij vrijwel meteen de overige amateurs. Van Staals fotografische activiteiten vóór 1922 is niets bekend. Zeker is, dat hij dan al enige jaren als amateurfotograaf actief moet zijn geweest.
Staal was in 1922 een van de oprichters van de Hengelosche Amateur Fotografen Vereniging (HAFV) en zou een zeer actief lid worden. Hij fungeerde als secretaris, gaf fotolessen, hield lezingen en organiseerde tentoonstellingen.
Het feit dat Staal in 1925, toen hij plannen had om Hengelo te verlaten, een erelidmaatschap door de HAFV kreeg aangeboden, bewees dat hij zich in korte tijd zeer geliefd had gemaakt.
De HAFV vervulde in die jaren een prominente rol binnen de Nederlandse amateurfotografenkring . Behalve Staal kwamen er andere succesvolle fotografen uit de HAFV voort. De namen van K.G. Bijlstra, Henk Mersel en GJ. Speekhout werden regelmatig in tentoonstellingsverslagen genoemd. De romantische landschapsfotografie van deze fotografen maakte naam als ‘De Hengelosche School’. Hun foto’s werden geregeld in Focus gepubliceerd en verschenen in het Nederlandsch Jaarboek voor Fotokunst.
Speekhout, die enige tijd bestuurslid van de HAFV was, kwam als huisvriend van Staal met de fotografie in aanraking. Hij werd de eerste redacteur van het Nederlandsch Jaarboek voor Fotokunst en zou later bekend worden als hoofdredacteur van Kleinbeeld-foto.
J.C. Mol, mederedacteur van Focus, maakte kennis met het werk van Staal toen hij een lezing voor de HAFV hield in maart 1922. Hij adviseerde hem mee te doen aan wedstrijden. Blijkbaar is deze ontmoeting voor Staal een aanleiding geweest om als fotograaf meer naar buiten te treden. Mogelijk hebben ook Staals successen bij de HAFV bijgedragen aan zijn zelfvertrouwen. Vanaf 1922 waren de foto’s van Staal regelmatig terug te vinden in de fotobladen en leverde hij geregeld bijdragen over fotografie.
In 1922 werden de lezers van het blad Focus attent gemaakt op het fotowerk van “den cameradichter” J.G. Staal. Al eerder was zijn werk geprezen om de zeer goede techniek en de schilderachtige kwaliteiten: “op bijzonder gelukkige wijze (werd) voldaan aan den wensch om met behulp van de fotografie een afbeelding te scheppen, die de kwaliteiten heeft van een schilderij”. In het tijdschrift De Camera werd Staal in 1923 als fotograaf voorgesteld. Aan beide tijdschriften leverde hij nadien regelmatig bijdragen. Hij schreef onderhoudende artikelen, waarbij hij zich opwierp als promotor van de edeldrukprocédés en de landschapsfotografie. Hij nam met succes deel aan wedstrijden en tentoonstellingen en zag zijn werk niet alleen in Nederland gepubliceerd en bekroond, maar ook in Engeland en Duitsland. In 1943 publiceerde Staal een artikel over landschapsfotografie in het Nederlandsch Jaarboek voor Fotokunst. In dezelfde periode schreef Staal op verzoek van J.C. Mol een verhandeling over edeldrukprocédés. Hoewel deze verspreid werd over Nederland en België is het niet duidelijk of het hier een gedrukt boekje, dan wel een gestencild exemplaar betrof.
In de jaren zestig verscheen een Korte Handleiding voor Broomverfdruk of Pigmogravure van de hand van Staal.
Het echtpaar Staal trachtte in de jaren zeventig een fotoboek samen te stellen met topografische fotografie van het vooroorlogse Hengelo. Omdat de financiële risico’s te groot bleken, kwam het niet tot een uitgave.
Toen Staal in 1925 ontslag kreeg als bouwkundig tekenaar, besloot hij van zijn hobby zijn beroep te maken. Het blad Focus meldde de opening van ‘De Twentsche Fotohandel’ te Hengelo op 27 mei: “Op eersten stand in deze industriestad”. Het was tevens de eerste fotospeciaalzaak in Twente, omdat het tot dan toe gebruikelijk was om fotozaken te combineren met een drogisterij of een lijstenmakerij.
De fotohandel bleek al snel succesvol, niet in de laatste plaats dankzij mevrouw Staal, die het zakelijk beheer voor haar rekening nam. Ofschoon Hans Staal zich uitsluitend voor kunstzinnige fotografie interesseerde, moest hij zich als vakfotograaf ook bezighouden met de opdrachten die hij kreeg. Onder zijn klanten bevonden zich de fabrikanten en winkeliers in het zich snel uitbreidende Hengelo. Hij fotografeerde bedrijven en winkels en legde feestelijke openingen en jubilea vast. Portretfotografie kon Staal niet boeien en hij liet dit werk het liefst over aan zijn personeel.
De crisisjaren zorgden voor een terugval. De oorlogsjaren kwam het bedrijf echter redelijk door. Pasfoto’s voor persoonsbewijzen vormden een bron van inkomsten. Tevens ruilde Staal met boeren fotoportretten voor levensmiddelen. Mede dankzij de klandizie van Duitse en na de bevrijding van Engelse soldaten, kon eind 1945 de zaak weer redelijk normaal draaien.
Hans Staal zag de fotografie als een vorm van kunst. Hij was ervan overtuigd, dat de algemene waarden die in de schilderkunst gelden, voor de fotografie van evenveel belang zijn. Méér dan fotograaf voelde hij zich een eenvoudig kunstenaar. Hoewel Staal gedurende zijn fotocarrière meermalen bekroningen in de wacht sleepte, had hij de bescheiden opvatting dat wat hij maakte door elke amateur gemaakt zou kunnen worden. Hij vond de uitwerking van de foto belangrijker dan de onderwerpskeuze. Tevens stelde hij de emotie die de fotograaf bij zijn keuze motiveerde boven een perfecte techniek.
De titel van een foto’s moest de betekenis van de foto als uitdrukkingsmiddel onderstrepen. Romantische titels waren gebruikelijk in de picturale fotografie. Ook Staal gaf zijn foto’s vaak dichterlijke namen. Een foto uit 1922 kreeg zelfs een hele strofe uit een gedicht van Guido Gezelle mee: “De avond komt zoo stil, zoo stil zoo traagzaam aangetreden”. Gezien zijn fotografische opvatting is het niet verwonderlijk dat Staal de fotografie van Henri Berssenbrugge bewonderde. Diens vrije opvatting van fotografie en gevarieerde aanpak van het medium spraken hem zeer aan. Het werk van Berssenbrugge en dat van Franz Ziegler, die eveneens met de fotografische vormgeving experimenteerde, werd tijdens de bijeenkomsten van de HAFV meermalen uitvoerig besproken.
Na een lezing van Erwin Quedenfeldt voor de HAFV over de toepassingsmogelijkheden van de gomdruktechniek, deed Staal enthousiast verslag in De Camera van 1923. Quedenfeldt meende dat de fotograaf tot ingrijpen in het beeld gedwongen was, omdat de natuur teveel weergaf. Als bij een “klavier” waaruit willekeurig de tonen gekozen konden worden om akkoorden te vormen, zou de fotograaf zijn toonwaarden kunnen kiezen om zijn eigen persoonlijke visie te kunnen weergeven.
Staal bewonderde het oeuvre van Henri Berssenbrugge en Franz Ziegler, maar ook het werk van Adriaan Boer, K.G. Bijlstra en Henk Mersel. Toch had niet alleen de picturale fotografie Staals belangstelling, ook het werk van een fotograaf als Cas Oorthuys kon hij waarderen. Als fotograaf van schilderachtige landschappen vond Staal zijn idolen niet alleen in de fotografie, maar ook in de schilderkunst. Landschapsschilders als Meindert Hobbema en Jacob van Ruysdael bewonderde hij zeer.
Hoe sterk Staal de landschapsfotografie als een persoonlijk uitdrukkingsmiddel ervoer, werd duidelijk toen hij de criteria beschreef, waaraan deze fotografie naar zijn mening moest voldoen. Aan een fraaie landschapsfoto lag volgens hem liefde voor de natuur ten grondslag. De onderwerpskeuze hield nauw verband met karakter en temperament en daarmee met de uitbeeldingsopvatting van de fotograaf. De verregaande veranderingen die Staal toepaste in het oorspronkelijke beeld, zijn voor een belangrijk deel door deze persoonlijke benadering te verklaren.
In de loop van de jaren dertig onderging het werk van Staal een verandering, die hij als volgt verklaarde: “Welke fotowerker, wien het vergund is langere tijd te arbeiden, versobert niet zijn werk, omdat hij leert zien dat een enkel motief op de juiste plaats vaak beter spreekt dan een overvloed van bijzonderheden?”
Behalve als een natuurlijke ontwikkeling van zijn werk, is Staals keuze voor een eenvoudiger vormentaal te zien als een eigentijdse invloed van de Nieuwe Fotografie. De Nieuwe Fotografie, die rond 1930 in opkomst was, had een voorkeur voor zakelijk weergegeven industriële onderwerpen. Zij richtte zich tegen de esthetisering van de fotografie waarvan Hans Staal met zijn schilderachtige landschappen een vertegenwoordiger bij uitstek was. Toch toonde Staal zich geïnteresseerd en experimenteerde met deze nieuwe vormentaal.
Voorbeelden hiervan zijn de foto’s Brugleuning bij het Twente-kanaal en Noodkabeltje. Hij hanteerde een sobere vormgeving, waarbij hij gebruik maakte van onverwachte beeldafsnijdingen en extreme perspectivische blikpunten. Ook dit werk van Staal was van een verdienstelijke kwaliteit, zoals mag blijken uit het feit dat hij met dit werk bekroningen wist te behalen.
Mogelijk voelde hij zich als creatief fotograaf toch te veel beperkt door de richtlijnen van de moderne vormgeving, aangezien hij in zijn vrije werk de edeldruktechnieken bleef hanteren.
Staal was vanaf het begin van zijn lidmaatschap van de HAFV actief in het onderwijzen van medeamateurs. Ook nadat hij zijn winkel geopend had, bleef hij een raadsman voor ieder die zich met fotografie wilde bezighouden. Verschillende ouderen uit Hengelo weten zich nog te herinneren hoe zij voor een rijksdaalder hun eerste ‘boxje’ bij Staal kochten. Behalve de fotolessen die ze dan van Staal kregen, konden zij tevens leren ontwikkelen en afdrukken.
Staal gaf veel lezingen en diende zijn klanten graag van advies. Voor zijn personeel, onder wie Bert Haanstra, Hille Kleinstra, Jan Bouwhuis en Gerard Eman, bleven de leeractiviteiten echter beperkt tot de gebruikelijke foto-opdrachten, het afwerken van materiaal en de verkoop. Zijn donkere kamer was voor zijn medewerkers verboden terrein.
Staal was vooral buitenshuis als leraar actief. Naast zijn werkzaamheden voor de HAFV was hij gedurende vijfentwintig jaar examinator aan de Nederlandse Fotovakschool te Den Haag in het vak materiaalkennis. De Nederlandse Fotovakschool was opgericht op verzoek en met hulp van de gevestigde fotografen en fotohandelaren om het vakpeil te verhogen en ongewenste concurrentie te voorkomen. Men gaf er overwegend schriftelijke lessen.
Reeds vroeg was Staal geïnteresseerd in smalfïlm. Rond 1927 legde hij uitstapjes van de fotoclub vast. Staal trachtte ook van deze hobby een bron van inkomsten te maken. In 1932 kwam de Filmgroep Staal tot stand. De filmgroep bestond uit een producent in de persoon van Hans Staal, een filmer, Hille Kleinstra en een opdrachtenwerver. Men richtte zich op het maken van commerciële films en de verhuur van smalfilms en apparatuur. Er kwamen enkele voorlichtingsfilms in opdracht van het Ministerie van Landbouw en Veeteelt tot stand.
In 1932 maakte Staal in opdracht van het Verbond voor Veilig Verkeer, de filmdocumentaire Veilig Verkeer, onder mederegie van Hille Kleinstra. Een andere film voor dezelfde opdrachtgever werd enige tijd later gemaakt door Bert Haanstra als medewerker van de Filmgroep Staal.
Omstreeks 1956 moest echter worden geconstateerd dat er onvoldoende belangstelling bestond om het bedrijf voort te zetten en de Filmgroep Staal werd ontbonden.
Staal had een brede fotografische interesse. Gedurende zijn leven hield hij vele lezingen over landschapsfotografie en edeldrukprocédés, maar ook over het maken van lantaarnplaatjes, de kleurenfotografie en over film. Staal ging met zeer veel geduld te werk wanneer hij fotografeerde. Wanneer de lichtval of een wolkenlucht hem niet beviel, kon hij tien of twintig keer naar een afgelegen boerderij fietsen en met lege handen thuiskomen voordat deze naar zijn zin was. Een perfecte techniek stond bij hem hoog in het vaandel. Met name werkte hij met de broomoliedruk. Deze druk komt tot stand door een vergrote bromidedruk te bleken, waardoor de gelatine looit. Daarna kan het papier met vette verf worden getamponneerd. Er verschijnt dan een beeld met schilderachtige kwaliteiten. Men kan bij de broomoliedruk zowel uitgaan van een niet gefixeerde als een gefixeerde afdruk. Staal gebruikte de ontwikkelde foto als uitgangspunt, waarmee zijn werkwijze overeenkwam met de ‘indirecte methode’ zoals die door Idzerda beschreven is. Van de natte broomoliedruk kan vervolgens met een etspers weer een afdruk worden gemaakt op absorberend papier. Deze techniek wordt broomolieoverdruk genoemd. Staal sprak van een pigmogravure. Hierna volgt de uiteindelijke afwerking. Staal retoucheerde niet alleen de schoonheidsfoutjes uit de donkere kamer weg, maar ook de storende elementen in de compositie, zoals elektriciteitskabels en hekwerken. Een voorbeeld van deze manier van werken is de foto Winterzon. Staal moet hebben gedacht dat het pittoreske effect van de afbeelding meer gediend was met een vrouwenfiguur en gaf de man op het oorspronkelijke negatief een muts en een rokje.
Met een langere belichtingstijd kwam een diepere zwarting tot stand. Om delen van een foto te versterken, werden deze plaatselijk langer belicht. Een voorbeeld van deze werkwijze vormt de foto Doesburg, achter de kerk, waarbij de contouren van de gebouwen doorgedrukt zijn.
Door de belichting te temperen met een gaasje kon men ook een zekere onscherpte of soms zelfs een wazig beeld doen ontstaan. Een andere wijze van bewerking was het gebruik van meerdere negatieven bij het maken van één broomoliedruk. Op deze wijze kon Staal een wolkenloze hemel van fraaie wolken voorzien, zoals bij de foto Stormachtige lucht, Kuinre.
Staal voelde zich vrij om alles wat een evenwichtig romantisch beeld verstoorde te veranderen, onder voorbehoud dat het fotografisch karakter behouden bleef. “Het is niet het geval maar de toestand ervan die de stemming bepaalt”, zo vond Staal.
In de jaren twintig trok Staal zoals andere fotografen met een zware platencamera het land in, op zoek naar fraaie landschappen.
Vanwege de onhandelbaarheid van de apparatuur en het kostbare materiaal moest met overleg worden gefotografeerd en was het niet ongebruikelijk dat men slechts met twee of drie platen thuis kwam. Staal belichtte glasplaten van verschillend formaat met behulp van kleurenfilters. Deze filters gebruikte hij vrijwel altijd bij zijn landschapsfoto’s.
Met de komst van de handzamere rolfilm- of kleinbeeldapparaten nam de vrijheid van de fotografen toe. De apparatuur werd lichter en de glasplaten werden vervangen door rolfilm. Toch gebruikte Staal bij zijn landschapsfotografie bijna altijd een hoog statief en een draadontspanner. In 1934 werkte Staal met een 6×9 klapcamera, een vouwbare rolfilmcamera met een Kodak Verichrome rolfilm. Ook hier gebruikte hij kleurenfilters en een diffusiefilter.
Hoewel Staal in 1942 een Leica, een Exacta en een Rolleiflex bezat, fotografeerde hij nog steeds (zeker tot 1947) het liefst met een eenvoudige klapcamera.
De lens van zijn camera was een ongekitte dubbel-anastigmaat, waarbij door reflectie tussen de vrijstaande lensvlakken een fijne overstraling optrad. Vooral bij opnamen met veel contrast was dit van belang daar de lens steeds een zacht doortekend beeld gaf.
De betekenis van Hans Staal als fotograaf is voor een deel bepaald door zijn rol als promotor van de fotografie. Afgezien van het feit dat hij in zijn eigen tijd een gewaardeerd en veelvuldig onderscheiden fotograaf was, heeft hij met zijn publicaties zowel de landschapsfotografie als het gebruik van de edeldrukprocédés weten te bevorderen.
Staal was één van de stuwende krachten van de Hengelosche School en van de HAFV, die doordat ze geruime tijd werk van hoge kwaliteit afleverde, in de jaren dertig een bepalende rol speelde in de wereld van de amateurfotografie. Daarnaast fungeerde Hans Staal in de amateurwereld als leraar en inspirator en was hij gedurende vijfentwintig jaar examinator van de Bond van Nederlandse Fotohandelaren en van de Nederlandse Fotovakschool.
Hoewel Hans Staal vakfotograaf was, werd hij bekend met werk dat niet commercieel bedoeld was. Hij voelde zich het meest verwant met de amateurfotografie en vond binnen deze kring een enthousiast publiek. Dat kon er toe leiden dat Staal, toen zijn hoogtijdagen voorbij waren, bij zijn zestigste verjaardag in 1950 door het tijdschrift Foto gehuldigd werd als één van de “weinige werkelijk grote Nederlandse landschapsfotografen (die) de fotografie in ons land omhoog stuwde en droeg”.
De naoorlogse generatie beroepsfotografen benadrukte de communicatieve waarde van fotografie en zag haar werk liever gereproduceerd in een boek of in een tijdschrift dan aan een tentoonstellingswand. Staal bleef landschappen maken met behulp van de broomoliedruk. Het einde van de belangstelling voor de picturale fotografie na de oorlog betekende tevens het einde van Staals fotografische succes.
Hoewel Staal van zijn hobby zijn beroep had gemaakt, is de fotografie zijn leven lang zijn grote liefhebberij gebleven.
Documentatie
Primaire bibliografie
Uit de Vereenigingen. Hengelosche Amateurfotografen Vereeniging, in De Camera 16 (15 december 1923) 4, p. 55.
Over landschapsfotografie, in Nederlandsch Jaarboek voor Fotokunst 1942/43, p. 32-34.
in Focus:
Geïllustreerde critiek, 9 (16 november 1922) 23, p. 537.
Tochten voor landschapsfotografie. Hengelo’s omgeving, 10(31 mei 1923) 11, p. 261-262.
Berken in het landschap, 10 (12 juli 1923) 14, p. 345.
Tochten voor landschapsfotografie. Groningen, 10 (9 augustus 1923) 16, p. 411-412.
De fotografie en het bedrijfsleven, 10 (15 november 1923) 23, p. 613.
Grenzen, 11 (3 april 1924) 7, p. 185-186.
Fotografische onderwerpen, 11 (2 oktober 1924) 20, p. 528-529.
Stralenbundels in den herfst, 11 (16 oktober 1924) 21, p. 555-556.
Ochtendnevelen, 11 (13 november 1924) 23, p. 609-610.
Wazige en andere foto’s, 11 (27 november 1924) 24, p. 640.
Emotie, 12 (7 februari 1925) 3, p. 55-56.
Voorjaarsverlangen, 12 (4 april 1925) 7, p. 157-158.
Bloesempracht, 12 (18 april 1925) 8, p. 184-185.
Harmonie, 12 (30 mei 1925) 11, p. 261-262.
Purisme?, 12 (5 september 1925) 18, p. 431-432.
Plaatselijke na-ontwikkeling en verzwakking op het positief, 12 (19 september 1925) 19, p. 451-452.
Nachtfotografie, 12 (28 november 1925) 24, p. 579-580.
Tentoonstelling Hengelosche A.F. V., 13 (17 april 1926) 8, p. 199-200.
Dennen, 14 (16 april 1927) 8, p. 216-217.
Winterfeest, 16(16 februari 1929) 4, p. 105-106.
Fotografie in kleur of kleurenfotografie?, 27 (17 februari 1940) 4, p. 100-101.
foto’s in:
De Camera 15 (1 oktober 1923) 23, p. 216, 220.
W.H. Idzerda, Neerland’s fotokunst, Amsterdam-Sloterdijk (Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur) 1923, p. 15, 59.
I. Boudier-Bakker e.a., Derde Winterboek van de Wereldbibliotheek 1924-1925, Amsterdam (Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur) z.j. (ca. 1925), p. 72.
Deutscher Camera Almanach 16 (1926), p. 155.
Deutscher Camera Almanach 17 (1927), p. 51,73.
Deutscher Camera Almanach 18 (1928), p. 65.
Lux-De Camera 40 (9 maart 1929) 5, p. 83.
Cosmorama 4 (juli 1938) 7, p. 138.
Cosmorama 5 (april 1939) 4, p. 66, pl. 75.
Adriaan Boer, Foto’s met inhoud, Bloemendaal (Focus) 1940, p. 118-119.
Nederlandsch Jaarboek voor de Fotokunst 1941, pl. XXXI.
Nederlandsch Jaarboek voor de Fotokunst 1942/43, pl. LIV, LXIV.
Nederlandsch Jaarboek voor de Fotokunst 1943/44, pl. XLIII.
Nederlandsch Jaarboek voor Fotokunst 1946, pl. XLVII.
Foto 1 (maart 1946) 3, p. 46.
Nederlandsch Jaarboek voor Fotokunst 1947, pl. XLVII.
Foto 4 (februari 1949) 2, p. 55.
in Focus:
9 (10 augustus 1922) 16, p. 353-356.
9 (21 september 1922) 19, p. 429-430.
9 (2 november 1922) 22, p. 508.
9 (28 december 1922) 26, p. 607.
10 (5 april 1923) 7, p. 147.
10 (19 april 1923) 8, p. 175.
12 (2 mei 1925) 9, p. 217.
12 (22 augustus 1925) 17, p. 407.
13 (9 januari 1926) 1, p. 15.
13 (1 mei 1926) 9, p. 229.
13 (11 december 1926) 25, p. 655.
14 (2 april 1927) 7, p. 192.
15 (26 mei 1928) 11, p. 300.
15 (1 september 1928) 18, p. 484.
15 (27 oktober 1928) 22, p. 602.
19 (30 april 1932) 9, p. 273.
19 (14 mei 1932) 10, p. 307.
21 (27 oktober 1934) 22, p. 617.
22 (11 mei 1935) 10, p. 289-290.
27 (20 januari 1940) 2, p. 33.
Secundaire bibliografie
Biografieën, Den Haag (Algemeen Nederlands Persbureau) z.j. De Camera 15 (1 oktober 1923) 23, p. 222.
Auteur onbekend, Fotosalon Klank en Beeld, in Lux-De Camera 43 (4 juni 1932) 12, p. 190-197.
Auteur onbekend, De Haarlemsche Jubileums-Tentoonstelling, in Lux-De Camera 44 (1 april 1933) 7, p. 103.
Concentratie van Licht en Schaduw, in Adriaan Boer, Foto’s met inhoud, Bloemendaal (Focus) 1940, p. 119.
K. (= Hille Kleinstra), J.G. Staal: 60, in Foto 5 (mei 1950) 5, p. 158-160 (met foto’s).
H., Vijf foto’s uit een periode van 40 jaar van de hengelose landschapsveteraan J.G. Staal, in Foto 14 (juni 1959) 6, p. 255-258 (met foto’s).
J.J . Hens, Kritische speurtocht, Hengelo, in Foto 15 (augustus 1960) 11, p. 391-392.
Auteur onbekend, Zwart op wit, Hengelose Amateurfotografen Vereniging bestaat veertig jaar, in Twentsche Courant 12 januari 1962.
KI., Over de nuttige invloed van een fotoclub, zijnde: enkele beschouwingen naar aanleiding van het veertigjarig bestaan van de ‘Hengelose’, in Foto 17 (maart 1962) 3, p. 128.
Auteur onbekend, Hengelo 40 jaar, in Foto 17 (maart 1962) 3, p. 148.
Auteur onbekend, “Heel Hengelo in bad gehad”. Bejaard echtpaar maakt boek over oud Hengelo, in Twentsche Courant 13 maart 1971.
Auteur onbekend, Staal: een oude meester in de pigmogravure, in Twentsche Courant 1976.
Flip Bool en Kees Broos, Fotografie in Nederland 1920-1940, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1979, p. 95, 157.
Thomas Leeflang, Bert Haanstra, nog steeds een cineast pur sang, in Profile (februari 1992) 25, p. 52-54.
Marga Altena, Een romanticus in Twente, de landschapsfotograaf Hans Staal (1890-1979), in Foto 47 (oktober 1992) 10, p. 39-43.
Auteur onbekend, Gedenkteken voor fotograaf Hans Staal, in Twentsche Courant 12 oktober 1992.
Auteur onbekend, Lindeboom geplant voor familie Staal, in Twentsche Courant 13 oktober 1992.
Auteur onbekend, Koningslinde als eerbetoon, in Hengelo’s Dagblad 13 oktober 1992.
Auteur onbekend, Expositie van fotograaf Staal in Beekstraat, in Hengelo’s Dagblad 14 oktober 1992.
Bert Diphooren, De herontdekking van Hans Staal, in Twentsche Courant 17 oktober 1992 (met foto’s).
Theo Hakkert, Expositie van werk oude meester-fotograaf in Oudheidkamer Hengelo. De zwangere luchten van Hans Staal, in Hengelo’s Dagblad 24 oktober 1992.
Auteur onbekend, ‘Een romanticus in Twente’ bij Oald Hengel, in Hengelo Aktueel 26 oktober 1992.
Auteur onbekend, Expositie Staal, in Hengelo’s Dagblad 5 november 1992.
in Focus:
Auteur onbekend, Onze platen, 9 (10 augustus 1922) 16, p. 345.
Auteur onbekend, Vee in de weide. Een praatje over den uitslagen onzer prijsvraag, 9 (21 september 1922) 19, p. 422-425.
Auteur onbekend, Vacantieopnamen, 9 (19 oktober 1922) 21, p. 475-477.
Auteur onbekend, Fotografie tentoonstelling te Eindhoven, 9 (30 november 1922) 24, p. 549-552.
A.M.C., Fotoclub Borne, 9 (14 december 1922) 25, p. 593.
Auteur onbekend, Herfst-tegenlichtopnamen, 9/28 december 1922) 26, p. 597-599.
Auteur onbekend, “Focus” prijsvraag “voorlente”, 10 (5 april 1923) 7, p. 139-140.
Auteur onbekend, Focus prijsvraag winterfoto’s, 10 (1923) 8, p. 172.
Auteur onbekend, Succes in Engeland, 10 (31 mei 1923) 11, p. 255.
Auteur onbekend, De tiende tentoonstelling van fotowerken te Amsterdam, 11 (1 mei 1924) 9, p. 262.
A.B. (= Adriaan Boer), “Focus”-prijsvraag augustus. Vrije onderwerpen, 11 (18 september 1924) 19, p. 501-503.
Auteur onbekend, Uit handel en industrie, De Twentsche Fotohandel, Hengelo, 12 (30 mei 1925) 11, p . 278.
W.J.H. Hagelen, Tochten voor Landschappen. Mooi Twente, 12 (22 augustus 1925) 17, p. 406-407.
Auteur onbekend, De nationale elfde tentoonstelling der NAFV, 14 (12 november 1927) 23, p. 636-637.
Adriaan Boer, De Fotokunstsalon van “Klank en Beeld”, 19 (30 april 1932) 9, p. 259-262.
Adr. B. (= Adriaan Boer), Jubileumtentoonstelling van den Kennemer Fotokring, 20 (1 april 1933) 7, p. 202-203.
A. Boer, De Jubileumtentoonstelling der Zwolsche AFV, 21 (15 september 1934) 19, p. 520-523.
A. Boer, Jubileumstentoonstelling der Hengelosche AFV, 21 (29 september 1934) 20, p. 551.
Auteur onbekend, Attentie voor korte berichtjes!, 21 (29 september 1934) 20, p. 554.
Auteur onbekend, Beknopte analyse der platen in dit nummer, 22 (11 mei 1935) 10, p. 288.
A. Boer, Fotoschouw NAFV op “Mooi Nederland”, 22 (11 mei 1935) 10, p. 313.
D.B. (= Dick Boer), NAFV-Salon “Het Baken”, 27 april tot 5 mei 1940, 27 (27 april 1940) 9, p. 256-258.
Lidmaatschappen
HAFV, van 1922-1979 (erelid vanaf 1 mei 1925).
Jury, Fototentoonstelling van de Fotoclub Borne, 1922.
NAFV.
Hengelose Kunstkring.
Jury, Derde tentoonstelling van fotowerken van de HAFV, Hengelo 1926.
Jury, Nationale Fotosalon, Arnhem 1929.
Jury, Jubileumtentoonstelling der Zwolsche AFV, Zwolle 1934.
Onderscheidingen
1922 Eervolle vermelding, Focusprijsvraag maart.
1922 Eerste prijs (gevorderden), Focusprijsvraag ‘Vee in de Weide’ en ‘Hooien’.
1922 Vierde prijs (bronzen medaille) (seniores), Focusprijsvraag ‘Vacantieopnamen’.
1922 Eervolle vermelding (seniores), Focusprijsvraag ‘Herfsttegenlichtopnamen’.
1923 Eerste prijs (seniores), Focusprijsvraag ‘Voorlente’.
1923 Eerste prijs (seniores), Focusprijsvraag ‘Winterfoto’s’.
1923 Special Mention, Artificial Light Competition van het tijdschrift The Amateur Photographer.
1924 Prijs, Tweede tentoonstelling van fotowerken van de HAFV, Hengelo.
1924 Eerste prijs (seniores), Focus augustus-prijsvraag ‘Vrije onderwerpen’.
1925 Tweede prijs (seniores), Focusprijsvraag ‘Architectuur’.
1928 Eerste prijs en een wisselplaquette, Vijfde tentoonstelling van fotowerken van de HAFV, Hengelo.
1928 Prijs, Focusprijsvraag ‘Vrije onderwerpen’.
1928 Tweede prijs (seniores), Onderlinge wedstrijd der NAFV ‘Vrije onderwerpen’.
1928 Verzilverde nieuwe “Focus” plaquette (meesterklasse), Focusprijsvraag ‘Vrije onderwerpen’.
1932 Tweede prijs (verguld zilveren plaquette), tentoonstelling Klank en Beeld, Amsterdam.
1933 Eerste prijs en een wisselplaquette, Tentoonstelling van fotowerken van de HAFV, Hengelo.
1933 Derde prijs (afd. Vrije onderwerpen), Nationale Fotowedstrijd Kennemer Fotokring.
1934 Bekroning, Wedstrijd der Nederlandsche Amateurfotografen Vereeniging.
1936 Zilveren plaquette AAFV, Derde Amsterdamsche Kerstsalon van Fotografische Kunst, Amsterdam.
1939 Eerste prijs voor HAFV-inzending (foto’s van Staal, Mersel, Speekhout en Bijlstra), prijsvraag ‘Deuren en Vensters’.
1940 Eervolle vermelding, Focus-kleinbeeldwedstrijd voor fotohandelaren.
1941 Diploma van de AAFV, Zevende Amsterdamsche Salon van Fotografische Kunst (AAFV), Amsterdam.
Tentoonstellingen
1922 (g) Eindhoven, Chicago Bioscoop, (Eindhovensche AFV).
1923 (g) Londen, (Jaarlijkse tentoonstelling van door het tijdschrift The Amateur Photographer bekroonde foto’s).
1923 (g) Hengelo, Concertgebouw, Eerste tentoonstelling van fotowerken van de HAFV.
1924 (g) Hengelo, Concertgebouw, Tweede tentoonstelling van fotowerken van de HAFV.
1924 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Tiende fotosalon der N.A.F. V.
1924 (g) Amsterdam, Fotokring.
1924 (g) Denekamp, “Natura Docet”, Fotolanddag (tentoonstelling van Twentsche fotoverenigingen).
1925 (g) Arnhem, (AFV-De Camera).
1926 (g) Haarlem.
1926 (g) Hengelo, Concertgebouw, Derde tentoonstelling van fotowerken van de HAFV.
1927 (g) Amsterdam, Gebouw Heystee, Elfde Nationale Tentoonstelling der N.A.F. V.
1927 (g) Hengelo, Concertgebouw, Vierde tentoonstelling van fotowerken van de HAFV.
1928 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Nederland in Beeld.
1928 (g) Hengelo, Concertgebouw, Vijfde tentoonstelling van fotowerken van de HAFV.
1928 (g) Arnhem, Artibus Sacrum, Internationele Fotosalon (BNAFV) (rondreizende tentoonstelling).
1929 (g) Hengelo, Zesde tentoonstelling van fotowerken van de HAFV.
1929 (g) Arnhem, Groote Sociëteit, Nationale Fotosalon.
1932 (g) Amsterdam, RAI, Klank en Beeld.
1932 (g) Hengelo, C.T. Storkschool, Nationale Jubileumtentoonstelling 1922-32, HAFV.
1933 (g) Haarlem, Frans Halsmuseum, Jubileumtentoonstelling van de Kennemer Fotokring.
1933 (g) Hengelo, C.T. Storkschool, Tentoonstelling vanfotowerken van de HAFV.
1934 (g) Amsterdam, Verenigingsgebouw AAFV (Keizersgracht 428-430), Eerste Nationale Kerstsalon van Fotografische Kunst.
1934 (g) Hengelo, C.T. Storkschool, Tentoonstelling van fotowerken van de HAFV.
1934 (g) Zwolle, Heerenlogement, Jubileumtentoonstelling der Zwolsche AFV.
1935 (g) Amsterdam, Apollohal, Mooi Nederland (NAFV).
1935 (g) Amsterdam, Verenigingsgebouw AAFV (Keizersgracht 428-430), Tweede Amsterdamsche Kerstsalon van Fotografische Kunst.
1936 (g) Amsterdam, Verenigingsgebouw AAFV (Keizersgracht 428-430), Derde Amsterdamsche Kerstsalon van Fotografische Kunst.
1936 (g) Düsseldorf, Tentoonstellingszalen aan de Rijnkade, Film en Foto.
1936 (g) Nijmegen, Waaggebouw (Groote Markt), Waalbrug 1936 (tentoonstelling t.g.v. de opening van de Waalbrug).
1937 (g) Amsterdam, Verenigingsgebouw AAFV (Keizersgracht 428-430), 4de Amsterdamsche Kerstsalon van Fotografische Kunst.
1937 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, Nationale Gouden Fotoschouw der N.A.F.V.
1937 (g) Hengelo, Concertgebouw, Tentoonstelling van fotowerken van de HAFV.
1939 (g) Amsterdam, Gebouw Leesmuseum, Nederland Fotografisch Gezien.
1940 (g) Amsterdam, Gebouw Heystee, NA.F. V-salon “Het Baken”.
1940 (g) Hengelo, Concertgebouw, Tentoonstelling van fotowerken van de HAFV.
1941 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, Zevende Amsterdamsche Salon van Fotografische Kunst (AAFV).
1941 (g) Hengelo, Concertgebouw, Kerstsalon van de HAFV.
1948 (g) Nijmegen, Stadhuis (Raadzaal), Internationale Jubileum Tentoonstelling AFV “Meer Licht”.
1969 (g) Hengelo, Stadhuishal, Tentoonstelling van beeldende kunst ‘Exposietsie ’69’.
1972 (g) Eindhoven, Fotomundi Philips Fotodub.
Bronnen
Amsterdam, Nederlands Filmmuseum (documentatie).
Amsterdam, Stedelijk Museum (documentatie).
Assen, Gemeentearchief (documentatie).
Boxtel, fam. J. Staal (documentatie en mondelinge informatie).
Groningen, Gemeentearchief (documentatie).
Hengelo, F. Bakker (documentatie en mondelinge informatie).
Hengelo, W. Bosch (documentatie, ongepubliceerd typoscript door Hans Staal: Korte Handleiding voor Broomverfdrukof Pigmogravure, z.j.).
Hengelo, fam. G. Bouwhuis (documentatie en mondelinge informatie).
Hengelo, fam. G. Eman (documentatie en mondelinge informatie).
Hengelo, Gemeentearchief (documentatie).
Hengelo, Hans Hamberg (archief HAFV: Notulen van de Hengelosche Amateur Fotografen Vereniging, 1922-1955).
Leiden, Prentenkabinet, bibliotheek en documentatiebestand.
Mook, K. Roosenboom (mondelinge informatie).
Smilde, Gemeentearchief (documentatie) Zwolle, Rijksarchief Overijssel (documentatie).
Collecties
Hengelo, Oudheidkamer Oald Hengel.
Auteursrechten
De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Hans Staal berusten bij J. Staal te Boxtel.