Henk van der Horst
Annet Zondervan
Extract
De Hagenaar Henk van der Horst was één van de jonge fotografen die in de jaren dertig de beginselen van de Nieuwe Fotografie, zoals geformuleerd door een voorgaande generatie, in praktijk bracht. Zijn bescheiden oeuvre, in onderwerpkeuze nogal fragmentarisch van aard, is stilistisch gezien een eenheid.
Van der Horst heeft slechts korte tijd gefotografeerd. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werd hij wegens verzetsactiviteiten opgepakt en hij stierf één jaar later in het Poolse concentratiekamp Gross-Rosen.
Biografie
1912 |
Hendrik Johannes Wilhelmus (Henk) van der Horst wordt op 22 augustus in ’s-Gravenhage geboren. |
1931-‘34 |
Na de middelbare school gaat Henk van der Horst naar de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in ‘s-Gravenhage. Op deze school waar zijn vader administratief medewerker is, volgt hij lessen aan de afdeling Bouwkunde. Binnen vier jaar haalt hij zijn getuigschrift. |
1934-‘35 |
In september 1934 begint hij aan dezelfde academie met de vervolgopleiding ‘Constructietekenen’. In maart 1935 schrijft hij zich weer uit. Een notitie op zijn leerlingenkaart noemt als reden de militaire dienstplicht. Desondanks werkt hij van juli tot november als aankomend bouwkundig tekenaar bij de Delftse bouwonderneming D. Huurman en begint hij opnieuw met een vervolgopleiding aan de Academie, ditmaal ‘Architectuur en Constructieberekening’. |
1936 |
Met ingang van oktober stopt Van der Horst met zijn architectuurlessen. In plaats daarvan volgt hij in de avonduren, als tweedejaarsleerling, onderwijs aan de afdeling ‘Reclameontwerpen’. |
1937 |
Op basis van zijn behaalde cijfers slaat Van der Horst een klas over. Hij wordt bevorderd naar de vierde klas van de dagopleiding ‘Reclameontwerpen’ en volgt de lessen als toehoorder. |
1938 |
Zonder de opleiding voor reclameontwerper met een diploma af te ronden, verlaat Van der Horst op 11 januari de Academie van Beeldende Kunsten. Voor korte tijd werkt hij als bouwkundig tekenaar bij de Rijksgebouwendienst. Nog in hetzelfde jaar kiest hij voor een bestaan als freelance fotograaf en reclameontwerper. Zijn atelier is gevestigd in het ouderlijk huis aan de Thomsonlaan 208 in ‘s-Gravenhage. |
1938-‘39 |
Met zijn jeugdvriend, de schilder Kees Andrea, reist Van der Horst in 1938 naar Hongarije. Als fotograaf en reclameontwerper heeft hij contacten met Cas Oorthuys, Piet Zwart en Henri Pieck. |
Hij voert onder meer opdrachten uit voor de Economische Voorlichtingsdienst en het Rijksbureau voor Oude Materialen en Afvalstoffen. Voor de fotograaf Hans Polderman uit Heemstede maakt hij portretten. Daarnaast publiceert hij zijn foto’s in verschillende tijdschriften waaronder Wereldkroniek. |
|
1940 |
Op 2 november trouwt Henk van der Horst met Bertha Adela (Bertha) Dikker (geb. 13 mei 1907 te Antwerpen). De communistisch georiënteerde Bertha Dikker is onderwijzeres Frans en woonde voor haar huwelijk in het Gemeenschapshuis te Amsterdam. Ze is bevriend met de communistische politicus Ko Beusemaker en is verbonden aan het secretariaat van het Comité Hulp aan Spanje. |
Het huwelijk tussen de katholieke Van der Horst en de joodse Dikker moet haar tevens beschermen tegen de Duitse bezetter. Vanaf de Duitse bezetting is Henk van der Horst lid van de illegale Communistische Partij Holland. |
|
1941-‘42 |
Op 5 augustus 1941 wordt Van der Horst gearresteerd wegens verzetsactiviteiten. Via Scheveningen en Amersfoort wordt hij getransporteerd naar het Poolse Gross-Rosen. Na een kort verblijf in Buchenwald wordt hij weer overgebracht naar Gross-Rosen, waar hij op 26 november 1942 sterft. |
1991 |
Bertha van der Horst-Dikker sterft op 5 juli 1991 in ‘s-Gravenhage. |
Beschouwing
Henk van der Horst heeft feitelijk slechts vijf jaar als fotograaf kunnen werken. Zijn oeuvre, ontstaan tussen 1936 en 1941, laat zien hoe een jonge fotograaf de ideeën van de Nieuwe Fotografie in praktijk bracht. Nieuw Zakelijke stijlkenmerken als een diagonale beeldopbouw, aandacht voor het detail, sterke lichtdonker contrasten en een scherpe, heldere stofuitdrukking paste Van der Horst toe in zijn documentaire reportages. Deze reportages die gepubliceerd werden in verschillende tijdschriften, geven een tijdsbeeld van het leven in Den Haag in de jaren dertig. Daarnaast hield Van der Horst zich ook bezig met portretfotografie.
Henk van der Horst behoorde tot de zesde lichting studenten die aan de Academie van Beeldende Kunsten in ‘s-Gravenhage het vak ‘Reclameontwerpen’ volgde. Binnen het onderwijsprogramma van deze afdeling waren fotografielessen een belangrijk onderdeel. Sinds 1930 hadden de verantwoordelijke docenten Gerrit Kiljan en Paul Schuitema en vanaf 1935 ook Paul Guermonprez hun functionalistische opvattingen kunnen overbrengen op een jonge generatie, die met mensen als Emmy Andriesse, Paul Hartland en Carel Tirion, na de Tweede Wereldoorlog binnen de fotografie een belangrijke rol zou gaan spelen.
Ook Henk van der Horst heeft lessen gevolgd bij Kiljan, Schuitema en Guermonprez. Hij moet een getalenteerd leerling zijn geweest. Het eerste jaar ‘Reclameontwerpen’ slaat hij over, waarschijnlijk op basis van zijn behaalde diploma ‘bouwkunde’ aan dezelfde Academie. Het tweede jaar besluit hij met een prachtig rapport. Behalve één zes voor het onderdeel ‘vaktheorie fotografie’, haalt hij één zeven, één acht en vier negens, laatstgenoemde onder meer voor de vakken ‘ontwerpen’ en ‘techniek fotografie’. Uiteindelijk vertrekt hij voortijdig zonder zijn diploma te behalen en vestigt zich als freelance fotograaf en reclameontwerper. In een tijd van economische recessie, waarin het voor een fotograaf/ontwerper moeilijk was om werk te vinden, een opmerkelijke stap.
In veel foto’s van Van der Horst zijn de stilistische opvattingen van zijn leermeesters duidelijk zichtbaar. Dit is vooral goed te zien in opnamen van onderwerpen die eerder Kiljan en Schuitema wisten te inspireren. In de beelden van het Rotterdamse havengebied waarin het water, de bruggen en het scheepvaartverkeer centraal staan, komt de dynamiek van de grote stad bij Van der Horst net als bij Schuitema tot uitdrukking in het vervreemdende vogelvluchtperspectief en de alles doorsnijdende diagonalen. In één geval wordt Schuitema zelfs heel letterlijk geciteerd: enkele jaren na zijn docent klimt ook Van der Horst boven op de Rotterdamse Jan Kuitenbrug om met een gekantelde camera het verkeer vast te leggen. Zijn opnamen van het Scheveningse strandleven op een warme zomerdag doen denken aan beelden uit de film Scheveningen die Gerrit Kiljan in 1931 maakte. Van der Horst fotografeerde in de Haagse badplaats onder andere twee tafelvoetballende jongetjes met een toekijkend meisje. Weer kantelt hij zijn camera. Het effect van vervreemding wordt versterkt door de slagschaduwen van de mensen die vanaf de boulevard op het tafereel neerkijken. Onder hen bevindt zich de fotograaf. Omdat zowel de tweede als de zesde persoon van links lijken te fotograferen, is niet met zekerheid aan te geven welke schaduw van Henk van der Horst is. Misschien is de andere fotograaf een klasgenoot van Van der Horst. Het fotograferen van het strandleven in Scheveningen is vermoedelijk één van de vaste studieopdrachten geweest die Kiljan, Schuitema en Guermonprez hun studenten gaven. Ook andere Academiestudenten hebben soortgelijke foto’s gemaakt. Het speeltuintje van het Luxe Bad, voor de oorlog tegenover het Kurhaus gelegen en de enige plek waar voor een stukje strand betaald moest worden, komt ook terug in een opname van Carel Tirion. Hij maakte daar in 1934 de foto van kinderen die de trap van een glijbaan opklimmen.
Het oeuvre van Van der Horst bestaat voornamelijk uit reportagefotografie, met daarnaast enkele materiaalstudies en portretten.
Voor fotograaf Hans Polderman uit Heemstede moet Van der Horst talloze mensen hebben geportretteerd. Toch boeide dit genre hem waarschijnlijk minder. De portretten die hij voor zichzelf maakte, zijn over het algemeen niet meer dan studies naar de werking van sterke lichtdonker contrasten op het gezicht van de geportretteerde. Om dit effect te versterken gebruikte Van der Horst een eigenhandig gemaakte zonnereflector, waarmee hij het licht kon opvangen, bundelen en richten. Zijn meest geslaagde portret is dat van zijn vader. Net als bij de andere portretten die het niveau van een studie ontstijgen, concentreert Van der Horst zich op het hoofd van de zitter. Dit wordt beeldvullend, vanuit een laag camerastandpunt en met lichtdonker contrasten vastgelegd.
Ook in de stillevens van Van der Horst is licht belangrijk. In deze foto’s van dagelijkse gebruiksvoorwerpen staat de stofuitdrukking van de objecten voorop. De gefotografeerde voorwerpen worden uit hun gebruikelijke omgeving geïsoleerd. Dit gebeurt enerzijds door ze tegen een neutrale achtergrond te groeperen in een doordachte compositie en anderzijds door te kiezen voor een detail uit de werkelijkheid. Zowel in een foto van gloeilampen, als in een opname van een met regendruppels bedekte paraplu geeft het licht de materialen een verbazingwekkende helderheid en transparantie.
Henk van der Horst beoefende hoofdzakelijk reportagefotografie. Waarschijnlijk werd het merendeel van deze reportagefoto’s gemaakt met het oog op publicatie. De foto’s moeten gepubliceerd zijn in tijdschriften als Wereldkroniek, Wij. Ons werk ons leven en De Prins. Door ontbreken van naamsvermelding zijn de reportages moeilijk te achterhalen.
Uiteenlopende onderwerpen zijn door Van der Horst vastgelegd: van oude ambachten en afvalverwerking tot kinderactiviteiten in de duinen en het Haagse Zuiderparkzwembad. Ook de herstelwerkzaamheden aan het Zuiderparkzwembad werden door Van der Horst gefotografeerd. Zes foto’s met summiere bijschriften als ladders en steigers staan opgesteld voor het werk en zoo zal het weer zijn als het Zuiderparkzwembad zijn poort geopend heeft vormen een beeldverhaal van die werkzaamheden.
De reportagefoto’s van Van der Horst zijn bijna allemaal gemaakt in Den Haag en omstreken. Maar een veel belangrijker gemeenschappelijke noemer is dat Van der Horst ook binnen dit toegepaste werk trouw bleef aan de beginselen van de Nieuwe Fotografie. De foto’s van de herstelwerkzaamheden en de heropening van het Zuiderparkzwembad met hun dynamische vormgeving illustreren dat bij uitstek.
Henk van der Horst heeft met twee typen camera’s gewerkt: een Rolleiflex en een Leica. Zijn sterke voorkeur voor de kleinbeeldcamera blijkt uit de samenstelling van zijn negatievenarchief. Van de circa tweeëntwintighonderd negatieven die zijn overgebleven, bestaat het overgrote deel – eenentwintighonderd stuks – uit kleinbeeld nitraatnegatieven. Voor vrijwel al zijn reportagefoto’s koos hij de kleine en handzame Leica. De spaarzame keren dat Van der Horst de Rolleiflex gebruikte, bracht hij meer statische onderwerpen in beeld zoals portretten en architectuur.
Van der Horst heeft geëxperimenteerd met de positiefmontage. Deze techniek waarbij verschillende beeldelementen met knippen, plakken en soms opnieuw fotograferen tot één beeld worden samengevoegd, was zeer populair onder aanhangers van de Nieuwe Fotografie. Omdat een fotomontage in één oogopslag meer kon uitdrukken dan talloze woorden, was het een populair beeldmiddel voor politieke propaganda en reclame. Van der Horst heeft een fotomontage gemaakt voor de Economische Voorlichtingsdienst, een onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken belast met onder andere de promotie van het Nederlandse produkt. Deze montage Menschelijke consument 9.000.000 toont aan welke voedingsmiddelen hun weg vinden naar de grote massa van consumenten. Het verklaart de, in eerste instantie bevreemdende, aanwezigheid in het oeuvre van Van der Horst van opnamen van aardappelschillen, vissen op plankjes, hoopjes koffiebonen en in de lucht grijpende handen. In hoeverre Van der Horst andere werkzaamheden voor de Economische Voorlichtingsdienst heeft uitgevoerd en op welke basis, is niet geheel duidelijk. Waarschijnlijk heeft hij zelfstandig of in samenwerking met Henri Pieck, één van de vaste medewerkers van de EVD, de inrichting van tentoonstellingen verzorgd.
Van der Horst heeft Henri Pieck in elk geval gekend. Deze kunstenaar/architect – die volgens Igor Cornelissen in het boek De GPOe op de Overtoom ook werkte voor de Russische geheime dienst – zat samen met Van der Horst, Jan Schalker, Nico Wijnen en Freek Driessen in een communistische verzetsgroep. Al tijdens het eerste jaar van de Duitse bezetting heeft deze groep zich beziggehouden met illegale activiteiten. Vermoedelijk uit veiligheidsoverwegingen heeft Van der Horst niets van deze activiteiten vastgelegd. De oorlog en haar invloed op het leven komt slechts in een paar foto’s uit zijn oeuvre aan de orde en zelfs dan op een indirecte manier. Zoals in de foto van een kiosk in Scheveningen waar alleen Duits gezinde kranten te koop zijn of in een reeks opnamen van spelende kinderen waar slechts een davidster aan de muur verwijst naar de joodse achtergrond van deze kinderen.
In een opgaveformulier voor “de eerelijst der namen van hen, die voor het vaderland gevallen zijn” omschrijft Bertha van der Horst-Dikker de verzetsactiviteiten van haar man. Hij verspreidde illegale kranten als De Vonk (de Haagse CPH uitgave) en zamelde geld in voor het Solidariteitsfonds. Dit fonds ondersteunde onder meer ondergedoken werkweigeraars en nabestaanden van omgekomen verzetsleden.
Op 22 juni 1941 viel Duitsland Rusland binnen. Met deze invasie werden de nationaal-socialisten en communisten openlijk elkaars vijanden. In Nederland resulteerde dit onder meer in een golf van arrestaties onder de communisten. Henk van der Horst wordt op 5 augustus 1941 opgepakt. Na gevangen te hebben gezeten in Scheveningen, Amersfoort, Buchenwald en Gross-Rosen sterft hij in 1942 door uitputting in laatstgenoemd Pools concentratiekamp.
De joodse Bertha van der Horst-Dikker heeft tijdens de oorlog ondergedoken gezeten bij Kees Andrea en diens vrouw Mettie Andrea- Naezer. In deze periode heeft zij met de camera van haar man gefotografeerd. Ze maakte portretten van vrienden van de familie Andrea en van medeonderduikers, waaronder de schilders Maurits Polak en Harry Verburg, de dichter Nol Gregoor en de fotograaf Wim Noordhoek. Na de oorlog bedankte Bertha van der Horst-Dikker voor haar lidmaatschap van de communistische partij. De CPN had na de dood van Henk van der Horst nooit een teken van waardering of medeleven gegeven. Haar oorspronkelijke beroep van onderwijzeres ruilde zij in voor dat van journaliste. Zij werkte voor tijdschriften als Wereldkroniek, Eva, De Touristen en Jeugdkampioen. Bij interviews publiceerde zij vaak door haarzelf gemaakte portretfoto’s. In 1953 leerde zij fotografe Wies Meertens kennen met wie zij incidenteel gezamenlijk opdrachten uitvoerde. Daarnaast verzorgde zij een radiocolumn voor de VARA.
Henk van der Horst is door zijn levensloop tot nu toe een onbekende fotograaf met een onbekend oeuvre gebleven. Wanneer hij zijn veelbelovend begin als fotograaf na de oorlog had kunnen vervolgen, zou hij zich wellicht tot een belangrijk naoorlogs fotograaf hebben ontwikkeld. Verschillende foto’s uit zijn oeuvre dragen in elk geval deze belofte in zich.
Maar het oeuvre van Henk van der Horst heeft niet alleen waarde vanwege die verwachtingscheppende beelden. Zijn nalatenschap toont aan hoe sterk en inspirerend de invloed van zijn docenten Schuitema en Kiljan moet zijn geweest.
Als leerling van de Nieuw Zakelijke opleiding aan de Haagse Academie heeft hij zich bezig gehouden met reportagefotografie, waarin overigens elke vorm van politiek engagement ontbreekt. Het reportage-element van zijn foto’s loopt vooruit op naoorlogse ontwikkelingen, waarin gebroken zou worden met de formele experimenten van de Nieuwe Fotografie en een humanitaire visie op de werkelijkheid werd ontwikkeld.
Documentatie
Primaire bibliografie
foto’s in:
Wereldkroniek 47 (28 september 1940) 2418, p. 9.
Wereldkroniek 47(19 oktober 1940) 2421, p. 10-11.
Wereldkroniek 47 (14 december 1940) 2429, p. 12-13.
Wereldkroniek 48 (25Januari 1941) 2435, p. 2.
Wereldkroniek 48 (1 februari 1941) 2436, p. 1-2.
Wereldkroniek 48 (3 mei 1941) 2449, p. 15.
Wereldkroniek 48 (12 juli 1941) 2459, p. 6-7.
De Prins 40 (10 augustus 1940) 6.
D.F. Maan (samenstelling), De Maniakken. Ontstaan en ontwikkeling van de grafische vormgeving aan de Haagse akademie in de jaren dertig, Eindhoven (Lecturis) 1982, p. 18-19.
Secundaire bibliografie
Flip Bool en Kees Broos (red.), Fotografie in Nederland 1920-1940, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1979, p. 70-71, 94, 96, 151 (met foto’s).
Kees Broos en Flip Bool, De Nieuwe Fotografie in Nederland, Amsterdam (Fragment) 1989, p. 20, 127, 139.
Annet Zondervan, Henk van der Horst (Den Haag 1912 – Groszrosen 1942), in Nieuwsbrief Nederlands Fotoarchief 1 (maart 1991) 0, omslag.
Loeki Abram, Nederlandse fotoarchieven herbergen schat aan onbekende joodse foto’s, in Nieuw Israelietisch Weekblad 126 (7 maart 1991) 27, p. 12.
Annet Zondervan, Onder de Haagse Toren, in Haagsche Courant 22 juni 1992.
Lidmaatschappen
Bedrijfsgroep Grafische Ambachten.
Werkgroep fotografie.
Tentoonstellingen
1979/1980 (g) Den Haag, Haags Gemeentemuseum, Foto 20-40.
1982 (g) Den Haag, Museum Meermanno-Westreenianum, De Maniakken. Ontstaan en ontwikkeling van de grafische vormgeving aan de Haagse akademie in de jaren dertig.
Bronnen
Amsterdam, Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.
Den Haag, de heer K. Andrea (mondelinge informatie).
Den Haag, Gemeente-archief (archief van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten).
Den Haag, mevrouw B. van der Horst-Dikker (mondelinge informatie).
Nijmegen, mevrouw C. Pieck (mondelinge informatie).
Rotterdam, Nederlands Fotoarchief.
Soest, mevrouw E. Verlaan (mondelinge informatie).
Collecties
Den Haag, Haags Gemeentemuseum.
Rotterdam, Stichting Nederlands Fotoarchief.
Auteursrechten
De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Henk van der Horst berusten bij het Nederlands Fotomuseum te Rotterdam.