Ed van Wijk
Flip Bool
Extract
De Haagse fotograaf Ed van Wijk publiceerde vele fotoboeken, was jarenlang aan een drietal opleidingen als docent fotografie verbonden en actief lid van enkele belangrijke fotografenorganisaties. Tot nu toe was uitsluitend naoorlogs werk van hem bekend. Nu zijn archief ontsloten is, blijkt dat hij tijdens de oorlogsjaren illegaal de gevolgen van de bezetting in Den Haag documenteerde.
Biografie
1917 |
Eduard (Ed) van Wijk wordt op 3 september in Groningen geboren als derde zoon van Catharina Frederica Schenk en Leonard van Wijk, bouwkundig ambtenaar bij de Rijksgebouwendienst. |
1928 |
Het gezin verhuist naar Delft. |
1932 |
Het gezin Van Wijk verhuist naar Den Haag, de Carpentierstraat 151. Ed bezoekt de MULO aan de Van der Parrastraat in Den Haag. |
1935-’36 |
Hij behaalt het MULO-diploma, na een jaar gevolgd door een diploma van de driejarige HBS aan de Eerste Van den Boschstraat. |
1936-’39 |
Hij krijgt een opleiding tot apothekersassistent bij Apotheek Swart aan de Laan Copes van Cattenburch en behaalt in 1939 het diploma. |
1939 |
Van Wijk maakt een reis naar IJsland. Hij besluit om de fotografie als professie te kiezen. Zijn eerste grote opdracht is het in kleur fotograferen van de glas-in-lood ramen van de gebroeders Crabeth in de Sint Janskerk te Gouda, in verband met het dreigende oorlogsgevaar. |
1940-’52 |
Via Simon Carmiggelt wordt Van Wijk de vaste fotograaf van het Residentie Tooneel en later van de Haagse Comedie. |
1942-’44 |
Hij woont zelfstandig op kamers aan de Zoutmanstraat 14. |
1944 |
Ed van Wijk treedt op 27 december in het huwelijk met Hiba Sophie (Helga) Weyman. Zij betrekken een woning aan de Willemstraat 34 (later omgenummerd tot 94). |
1945-’54 |
Het echtpaar Van Wijk krijgt vier kinderen: Evert Christiaan (1945), Maria Magdalena (1947), Leonard Pieter Jeroen (1949) en Rosalind Henriette Judith (1954). |
1946 |
In september 1946 gaat Ed van Wijk een week met H.G.L. Schimmelpenningh naar Davos om in het Nederlands Sanatorium te fotograferen. Aan het eind van dat jaar vertrekt hij opnieuw naar Davos, nu voor een verblijf van vier maanden. De fotografische resultaten van dit langere verblijf zijn tot nu toe onbekend. |
1950 |
Ed van Wijk behaalt een eervolle vermelding op de 12e Nationale Kerstsalon van Fotografische Kunst in Amsterdam. |
1951-’69 |
Van Wijk behoort vanaf 1951 tot de aspirant-leden en vanaf 1953 tot de selecte groep van kernleden van de Nederlandse Fotografen Kring (NFK). |
1953 |
Hij maakt een reportage van de watersnoodramp in Zeeland. Enkele foto’s daarvan worden gepubliceerd in de buitenlandse tijdschriften Paris Match en Observer. |
1954 |
Zijn eerste fotoboek Nederland. Wonder uit water verschijnt bij uitgeverij W. van Hoeve in Den Haag. |
1955-‘68 |
Ed van Wijk maakt gedurende deze jaren deel uit van de jury van de Nederlandse Fotografen Kring. |
1957 |
Van Wijk wordt door Livinus van de Bundt, oprichter en directeur van de Vrije Academie te Den Haag, aangezocht voor een fotografiedocentschap. |
1959 |
In 1959 wordt Van Wijk docent aan de School voor Fotografie en Fototechniek in Den Haag. |
1961-’65 |
Hij is lid van de Gebonden Kunsten federatie GKf. |
1964 |
Van Wijk aanvaardt zijn derde docentschap aan de Akademie voor Beeldende Kunsten in Arnhem. |
1969 |
Ed van Wijk is met ingang van 1 september lid van de ballotagecommissie van de Creatieve Werkgroep NFK, nadat de NFK in ditzelfde jaar is opgegaan in de Nederlandse Fotografen Patroons Vereniging. |
Het docentschap aan de Vrije Academie wordt beëindigd. |
|
Hij maakt een reis naar Londen. |
|
1982 |
Hij beëindigt zijn werkzaamheden als docent aan de Haagse MTS voor Fotografie en Fotonica en de Akademie voor Beeldende Kunsten in Arnhem wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. |
1989 |
Ed van Wijk draagt zijn archief over aan de Stichting Nederlands Fotoarchief (nu Nederlands Fotomuseum) te Rotterdam. |
1992 |
Ed van Wijk overlijdt op 25 november. |
Beschouwing
Ed van Wijk is er de man niet naar om aan de weg te timmeren. Begonnen in 1939 ontwikkelde hij zich na de oorlogsjaren in alle bescheidenheid tot een fotograaf wiens oeuvre met name binnen de Nederlandse Fotografen Kring (NFK) de nodige waardering kreeg. Als Hagenaar vond hij een belangrijke opdrachtgever in de Haagse uitgeverij W. van Hoeve. De indrukwekkende reeks fotoboeken van deze uitgeverij wordt enigszins overschaduwd door het populaire fotoboekenfonds van de Amsterdamse uitgeverij Contact. In de geschiedschrijving van de fotografie is de ‘Haagse’ NFK op vergelijkbare wijze in de schaduw gebleven van de Amsterdamse GKf. Mede daardoor maar ook door persoonlijke bescheidenheid heeft het werk van fotografen als Ed van Wijk tot voor kort minder aandacht gekregen dan het verdient.
Zoals vele fotografen van zijn generatie, is Ed van Wijk autodidact. Op twaalfjarige leeftijd kreeg hij van zijn grootvader een boxcamera, experimenteerde daar naar hartelust mee en op zestienjarige leeftijd kocht hij van zijn spaargeld een tweedehands Rolleicord, een type camera waarmee hij later in zijn carrière bij voorkeur fotografeerde. Op school deed hij met deze camera zijn eerste ervaring op met de candid fotografie, door ongemerkt in de klas te fotograferen.
Hoewel Ed van Wijk na het behalen van zijn middelbare schooldiploma’s het liefst fotograaf wilde worden, leek het zijn ouders verstandig hem eerst een echt vak te laten leren. Vermoedelijk dachten zij dat een opleiding tot apothekersassistent gecombineerd met zijn liefde voor de fotografie iets zou kunnen opleveren in de richting van een drogisterij annex fotowinkel, in die dagen een gebruikelijke combinatie. Ed van Wijk behaalde het diploma voor apothekersassistent, maar heeft er in de praktijk nooit iets mee gedaan. Ondanks de weinig rooskleurige toekomstperspectieven besloot hij van zijn hobby zijn beroep te maken en koos hij definitief voor de fotografie. Ed van Wijk woont sinds 1932 in Den Haag. Een belangrijk deel van zijn archief bestaat dan ook uit opnamen die hij in het Haagse maakte. Zijn negatievenarchief is relatief beperkt van omvang (ca. tienduizend negatieven), omdat hij in tegenstelling tot talloze andere fotografen slechts één of enkele opnamen nodig had om het gewenste beeld vast te leggen. Spaarzaam omgaan met materiaal leerde hij in de oorlogsjaren. Ook het gebruik van een Rolleicord camera bevorderde het doelgericht werken, omdat men op het matglas direct kon zien of de compositie en de verlichting in orde waren.
Naast de Rolleicord kocht Ed van Wijk al snel een Leica kleinbeeldcamera. Deze vergezelde hem op de reis die hij in 1939 via Noorwegen naar IJsland kon maken dankzij een goed betaalde huwelijksreportage voor de familie Zumpolle. De beelden van deze reis zijn verloren gegaan door een fout bij het ontwikkelen van de rolletjes kleurendia’s.
Hoewel Van Wijk zich later nagenoeg geheel op de zwart-wit fotografie zou richten, hield hij zich aanvankelijk intensief met de kleurenfotografie bezig. Dankzij de in 1935 en 1936 op de markt gekomen kleurenfilms van Kodak en Agfa was er bij fotografen en opdrachtgevers in die jaren veel aandacht voor de mogelijkheden en toepassingen van het nog jonge kleurenprocédé.
Van Wijks vroege ervaringen met de kleurenfotografie leidden tot zijn eerste officiële opdracht. Hem viel de eer te beurt om de belangrijkste details van de beroemde zestiende-eeuwse glas-in-lood ramen van de gebroeders Crabeth uit de Sint Janskerk in Gouda in kleur en zwart-wit fotografisch te documenteren. In verband met de steeds sterker toenemende oorlogsdreiging werden de ‘Goudse glazen’ uit de kerk verwijderd en bij boeren in veiligheid gebracht.
Van Wijk raakte persoonlijk niet direct betrokken bij het oorlogsgebeuren. Door zijn astmatische aanleg was hij vrijgesteld van militaire dienst. Hoewel hij niet in de eerste plaats reportagefotograaf was – zijn praktijk bestond aanvankelijk vooral uit het maken van portretten en huwelijksfoto’s – brachten de gevolgen van de Duitse bezetting hem er al in de eerste oorlogsdagen toe om op straat te gaan fotograferen. Daags na het verwoestende bombardement op Rotterdam reed hij er op zijn fiets naar toe en fotografeerde en passant neergestorte Duitse vliegtuigen. Deze serie foto’s kreeg ruim vier oorlogsjaren later pas weer een vervolg, toen na de bevrijding van Antwerpen ook voor ons land het einde van de oorlog in zicht leek te komen. Alle mogelijke beperkende maatregelen van de Duitse bezetters en materiaalschaarste maakten het fotograferen in die jaren nagenoeg onmogelijk. Maar Ed van Wijk zag als één van de weinigen kans om historische gebeurtenissen als Dolle Dinsdag, de evacuatie van de aan Wassenaar grenzende Haagse wijk Marlot, de fietsenrazzia’s van oktober 1944 en de razzia’s van 21 november 1944 in verband met de ‘Arbeitseinsatz’ illegaal vast te leggen. Begin maart 1945 trok hij er met zijn Leica op uit om de desastreuze gevolgen van het bombardement op het Bezuidenhout in Den Haag te fotograferen en in de laatste aprildagen was hij getuige van de voedseldroppings bij Duindigt, om daarna in talloze beelden de bevrijding van Den Haag te documenteren.
Het uitgebreide Huwelijksalbum dat Helga van Wijk-Weyman vier jaar lang heeft bijgehouden sinds haar eerste ontmoeting met Ed van Wijk, eind september 1944, vormt een bron van informatie over de oorlogsgebeurtenissen en speciaal over Van Wijks foto’s daarvan. Zoals uit haar beschrijving op 27 april 1945 in dit album blijkt, drukte Van Wijk zijn foto’s in die tijd af met behulp van accu’s, die zwak en weinig licht gaven. Enige foto’s van Van Wijk zijn – achteraften onrechte – opgenomen in een publicatie over de oorlogsfoto’s van H.G.L. Schimmelpenningh uit 1988. Verschillende van de aan Schimmelpenningh toegeschreven oorlogsfoto’s blijken in feite door zijn vriend Ed van Wijk te zijn gemaakt, zoals een opname van het weghalen van houtblokjes tussen de tramrails op de Elandstraat en foto’s van voedseldroppings (op pagina 70 en 72 van deze uitgave). Volgens mondelinge informatie van Van Wijk was Schimmelpenningh via Radio Oranje aangevallen op grond van zijn werk voor het Rijkscommissariaat en durfde hij sindsdien nauwelijks de straat meer op om te fotograferen. Ed van Wijk nam het op zich om in zijn plaats illegaal de oorlogssituatie in Den Haag te blijven documenteren, met zijn Leica kleinbeeldcamera verborgen in een zakdoek. Afdrukken van zijn opnamen bevonden zich in het archief van Schimmelpenningh, waardoor de foutieve toeschrijving ontstond.
Zeker vergeleken met de circa vierhonderdvijftig opnamen die Huizinga van de bezetting en bevrijding in Den Haag maakte, is het illegale fotografische oeuvre van Ed van Wijk uit de oorlogsjaren veel beperkter in aantal en onderwerp. Maar Van Wijks opnamen onderscheiden zich – in verhouding tot het tot nu toe bekende fotomateriaal uit Den Haag – door een scherp oog voor detail, dramatiek en verlichting. Hij had ervaring met dramatiek en verlichting vanwege zijn werkzaamheden voor het Residentie Tooneel. Tijdens de oorlogsjaren hield hij zich naast het maken van portretten en huwelijksreportages voornamelijk in leven met het fotograferen van voorstellingen van deze toneelgroep. De opdrachten daarvoor kreeg hij via Simon Garmiggelt, een verzetsvriend van zijn broer Jan.
Na de bevrijding werd het Huwelijksalbum met langere tussenpozen nog ruim drie jaar door Helga van Wijk bijgehouden. Het vormt een belangrijke bron van informatie over de fotografische praktijk van Ed van Wijk in de eerste naoorlogse jaren. Hij richtte de slaapkamer provisorisch als studio in, zodat portret- en kinderfoto’s aan huis konden worden gemaakt. Het fotograferen van kinderen was in de eerste naoorlogse jaren een belangrijke bron van inkomsten, getuige de bijdrage van Ed van Wijk aan het tijdschrift Bedrijfsfotografie van januari 1949 over kinderfotografie. Achteraf gezien doen deze foto’s tamelijk braaf aan, maar Van Wijks gevoel voor lichtval is opvallend en zal ook later in zijn carrière een belangrijk element in zijn werk zijn. Uit het korte begeleidende artikel valt het een en ander op te maken over de werkwijze en voorkeuren van Ed van Wijk. “Dikwijls trek ik er op uit met mijn Rolleiflex (aan welk toestel ik de voorkeur geef, omdat je het beeld steeds op het matglas kunt volgen) om kinderen aan huis te fotograferen. Dat heeft de voordelen dat het kind en – wat eveneens belangrijk is – ook de moeder, zich daar echt thuis voelen. (…) Graag gebruik ik een combinatie van daglicht en kunstlicht. Het daglicht kan dienen als hoofdlicht, tegenlicht of bijlicht. In ieder geval moet de verlichting harmonisch zijn, vooral niet onrustig.”
Vanaf 1950 zijn foto’s van Ed van Wijk met een zekere regelmaat opgenomen in een tweetal damesbladen: Eva. Het rijk der vrouw en Wij Vrouwen. Het zijn illustraties bij artikelen van de Haagse journaliste Els Hofker over de positie van de vrouw in de samenleving. De Eva van 22 maart 1952 bevat een bijdrage over ‘Vrouwen, van wie men nooit iets hoort. Beroep: geen’ en gaat over Helga van Wijk en haar gezin met inmiddels drie kinderen aan de Willemstraat 34. De journaliste heeft het gezin een dag lang gevolgd en schrijft ondermeer: “Haar man is fotograaf en al mag hij dan telkens op een tentoonstelling prijzen in de wacht slepen, een zakenman is hij niet. Helga helpt hem hiermee. Zij noteert de afspraken; ze helpt hem met het afwerken van de foto’s; zij verzorgt de correspondentie, verstuurt foto’s en bestelt materiaal.”
In de jaren vijftig is de naamsvermelding van fotografen bij publicatie – die door de Duitsers tijdens de bezetting verplicht was gesteld – weer in onbruik geraakt. Voor fotohistorici vormt dit een handicap. Het zoeken naar gepubliceerde foto’s van een fotograaf is hierdoor nagenoeg onbegonnen werk. Ook in het geval van Ed van Wijk kennen we alleen de publicaties waarvan hij bewijsexemplaren heeft ontvangen en bewaard. Slechts in een enkel geval wordt zijn naam bij een gepubliceerde foto vermeld, zoals op de omslag van het tijdschrift Eva van 21 februari 1953: ‘Ure der beproeving (Foto E. van Wijk, N.F.K.)’. De foto betreft de watersnoodramp van februari 1953 en toont een vrouw met twee kinderen onder een deken. Ingekleurd en gemonteerd op een foto van het overspoelde Zeeland, siert ditzelfde beeld ook de omslag van de Paris Match uit de derde week van februari. Foto’s als deze met een uitstraling van warmte en menselijk medegevoel behoren tot een richting in de fotografie die gedeeltelijk al in de oorlog, maar vooral in de jaren daarna sterk in de belangstelling stond. Deze richting is bekend geworden onder de noemer ‘human interest’ fotografïe en diende Edward Steichen in 1955 tot leidraad bij de samenstelling van zijn fameuze tentoonstelling The Family of Man.
In en na de oorlog was Ed van Wijk vast fotograaf van het Residentie Tooneel en de Haagse Comedie. Hij kreeg echter vooral bekendheid door de fotoboeken die hij jarenlang maakte voor de Haagse uitgeverij W. van Hoeve. Het eerste resultaat was het boek Nederland. Wonder uit water uit 1954, nog geen jaar later gevolgd door het boek ‘s-Gravenhage. Beide boeken bewezen dat Ed van Wijk als autodidact een groot vakmanschap en een geheel eigen visie had ontwikkeld.
Toen Ed van Wijk in Zeeland de watersnoodramp fotografeerde, had hij van uitgeverij W. van Hoeve in Den Haag reeds de opdracht ontvangen om een fotoboek over Nederland te maken. Voor dit boek werd aanvankelijk onderhandeld met de Haagse fotograaf Mr. A. Menalda, maar om financiële redenen kwam het niet tot een contract en vervolgens ging de opdracht naar Van Wijk.
Op 25 maart 1954 werd Nederland. Wonder uit water gepresenteerd tijdens de eerste solotentoonstelling van Ed van Wijk in de zaal boven boekhandel Van Stockum aan het Buitenhof. De verschijning gaf aanleiding tot een vijftigtal kortere of langere recensies, waarin het boek veel lof kreeg toegezwaaid. Dit maakte Ed van Wijk op slag een bekend fotograaf. In het tijdschrift Focus jubelt E.A. Loeb: “Want dit is nu inderdaad stijlzuiver fotowerk, dat voor ieder van ons een voorbeeld kan zijn van wat er met zuiver fotografische middelen te bereiken is. (…) Mede het mooiste in dit ganse oeuvre is, dat er nergens een gewild effect wordt gezocht, nergens originaliteit tot elke prijs wordt nagestreefd, doch dat het normale “photographien” zijn, schijnbaar zonder bijzondere inspanning verkregen.” Van Wijk wordt hier vooral geprezen om zijn kundig vakmanschap, niet vanwege een vernieuwende visie. Vergelijkbaar is het commentaar van Dick Boer in dit blad: “Van Wijk is vakman, dus zijn techniek is af. Scherp van voor tot achter waar het nodig is, scherp op het hoofdonderwerp alleen waar het gewenst is om dat te isoleren van de achtergrond.” Het tijdschrift Foto volgt in juni met een boekbespreking van L. van Beurden die meer oog had voor het gevoel dat uit de foto’s sprak: “Dit boek is levendig-boeiend. Niet alleen door zijn dynamische lay-out. Niet alleen door de mens er in. Doch – paradox – omdat Van Wijk zelf zo rustig is. Zo objectief Nederlands streven en werken weet te vangen. Met warmte. Want dit is de verborgen dictie die uit de foto’s van Nederland spreekt. De warmte waarmee Van Wijk wist te zien en weer te geven.” De criticus voegt hieraan toe: “Van Wijk zal het ons niet kwalijk nemen, wanneer wij hier eens de eerste lof doen toekomen aan de uitgever W. van Hoeve te Den Haag. Welke uitgever immers naast Contact, heeft het élan, de financiële durf voor zulk een grootse foto-uitgave. En kiest hiervoor een niet nationaal bekend talent.”
De verwijzing naar de Amsterdamse uitgeverij Contact is relevant. Met het boek Nederland. Wonder uit water, dat het kloeke formaat van de naoorlogse serie De schoonheid van ons land van uitgeverij Contact benadert, lijkt W. van Hoeve bewust een concurrentieslag met het fonds van Contact te zijn aangegaan. De reeks boeken over Nederlandse steden van W. van Hoeve die daarop volgde, lijkt dit te bevestigen.
Voor Nederland. Wonder uit water heeft Ed van Wijk in krap twee jaar heel Nederland afgereisd om een representatief beeld van ons land te kunnen geven. Naast zijn verstilde aandacht voor de mens spelen tegenlichtopnamen en bijna abstracte beelden, zoals van het Rotterdamse Groothandelsgebouw, helmgras, schelpen of vissersnetten een opvallende rol. Het is duidelijk dat zowel de verworvenheden van de Nieuwe Fotografie uit de jaren dertig als de geest van de door Otto Steinert vanuit Duitsland gepropageerde Subjectieve Fotografie zich hier doen voelen, waarvan de Nederlandse representanten zich vooral binnen de NFK hadden verenigd.
Ed van Wijk was er de man niet naar om zich het hoofd op hol te laten brengen door alle loftuitingen over zijn eerste boek. Belangrijker was – zo vertrouwde hij Max Koot blijkens het tijdschrift Fotografie van mei 1954 op de opening van zijn tentoonstelling toe – dat nieuwe opdrachten voor boeken van uitgeverij W. van Hoeve in het verschiet lagen. Tot 1963 zou de publicatie van een achttal boeken bij deze uitgeverij volgen. Geen enkele was echter zo succesvol als het boek Nederland. Wonder uit water.
Medio december 1955 verscheen bij W. van Hoeve het volgende fotoboek van Ed van Wijk getiteld ‘s-Gravenhage. Meinard Woldringh leverde twaalf kleurenfoto’s voor dit boek. De meest uitgebreide recensie schreef Jac van der Ster in De Groene Amsterdammer van 25 februari 1956: “In de boeken over stedenschoon neemt Amsterdam wel een onevenredig grote plaats in; daarom is het verheugend als een andere stad zich ook eens laat gelden. En nu ontdek ik plotseling ook, dat het mogelijk is om het niet geziene door foto’s te ontdekken. Ik ben dikwijls in Den Haag geweest, maar als Rotterdammer had ik iets tegen die stad – volkomen onberedeneerd overigens en nu moet ik, na het bekijken van dit boek zeggen, dat ik een idioot ben geweest en dat Den Haag eigenlijk een heel mooie stad is, met een toch wel eigen sfeer.” Genoemde recensent laat deze persoonlijke ontboezeming voorafgaan door enkele vragen: “Hoe komt het toch dat in de laatste jaren de plaatjesboeken zo populair geweest zijn? Is het allemaal een gevolg van de lees-moeheid, of onvriendelijker gezegd de lees-luiheid? Behoort van deze kant bezien het succes van de Contact-Foto-Pockets ja van de Skira of Phaidon boeken tot dezelfde orde als dat van de beeldromans en de televisie? Voltrekt zich een ontwikkeling in de mens waaruit de visuele ontvankelijkheid de overhand krijgt over de anderssoortige?”
Het fotoboek is zeker niet uitsluitend een naoorlogs fenomeen, maar de verschijning van het aantal fotoboeken neemt, zoals Van der Ster terecht constateert, na de bevrijding wel in ras tempo toe. De oorzaak hiervan is achteraf bezien vermoedelijk vooral gelegen in de sterk toenemende mobiliteit en het daarmee samenhangende toerisme.
Tussen 1958 en 1961 komen via uitgeverij W. van Hoeve nog een drietal fotoboekjes van Ed van Wijk over Amsterdam, Rotterdam en Leiden op de markt. Wat Rotterdam betreft moet Ed van Wijk het direct opnemen tegen Cas Oorthuys, wiens magistrale boek Rotterdam. Dynamische stad min of meer in dezelfde tijd bij uitgeverij Contact verschijnt. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Ed van Wijk het met zijn boekje aflegt tegen het forse, schitterend door Dick Elffers vormgegeven boek van Cas Oorthuys. In een vraaggesprek bekende Ed van Wijk dat het fotograferen van Rotterdam hem niet licht was gevallen. Het ontbreken van idyllische, historische plekken speelde hem bij deze opdracht duidelijk parten. Amsterdam had hem wat dit betreft meer te bieden.
De reeks boeken van Ed van Wijk bij uitgeverij W. van Hoeve krijgt in 1963 een besluit met een fotopocket over Madurodam en een fotoboek over Friesland. Na Nederland. Wonder uit water en ‘s- Gravenhage is dit boek over Friesland het meest geslaagd in de afwisseling van foto’s over verschillende onderwerpen en het bekende spel met licht en schaduw. Wanneer we achteraf de negatieven bekijken, komen we soms voor verrassingen te staan. Zo blijkt de vrouw in klederdracht op pagina 74 een sigaret te roken die een retoucheur in het boek spoorloos heeft doen verdwijnen. Het is de vraag of deze ingreep de instemming had van Ed van Wijk. Maar bij het uitgeven van fotoboeken zijn naast de fotograaf ook een uitgever, vormgever, drukker en soms een auteur betrokken, met ieder zijn eigen inbreng. Ed van Wijk kreeg van W. van Hoeve zeker de nodige speelruimte, maar of hij in verband met de commercie in alle opzichten altijd aan het langste eind trok, moet een open vraag blijven.
De bekendheid die de fotoboeken hem brachten, hebben er ongetwijfeld toe geleid dat Ed van Wijk in 1957 werd gevraagd om docent fotografie te worden aan de Vrije Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij deelde deze verantwoordelijkheid met Victor Meeussen, stadgenoot en medelid van de NFK. In 1959 werd Van Wijk tevens docent aan de Haagse School voor Fotografie en Fototechniek en in 1964 docent fotografie aan de Akademie voor Beeldende Kunsten in Arnhem. Tijd voor het maken van fotoboeken restte er dus nauwelijks. Tijdens zijn leraarschap aanvaardde hij weinig opdrachten meer. Voor de Haagsche Courant maakte hij enige jaren een kalender. Na een boek over Delft – waarvan bij de Delftse uitgever Elmar twee versies verschenen en de uitgebreidste met 124 foto’s uit 1964 dateert – concentreerde Ed van Wijk zich naast het uitvoeren van enkele industriële opdrachten geheel op het onderwijs.
Tot zijn pensionering in 1982 drukte hij zo een stempel op talloze generaties jongere fotografen. Frederick Linck en Marcel Minnée behoorden tot zijn leerlingen, om slechts een tweetal Haagse fotografen te noemen. De geschiedenis van het foto-onderwijs in Nederland na de Tweede Wereldoorlog moet nog geschreven worden, maar het staat vast dat Ed van Wijk hier een belangrijke rol in heeft gespeeld. Hij was een geliefd docent die op rustige wijze zijn leerlingen de kneepjes van het vak bijbracht. Zijn lesgeven bestond onder meer uit studiowerk met de problematiek die daarmee samenhangt zoals verlichting, belichting en compositie, ook liet hij zijn leerlingen zelfstandig opdrachten uitvoeren, foto’s afwerken, etc.
Naast zijn dagelijks werk als docent vond Ed van Wijk de tijd om samen met Piet van der Ham in drie delen een lijvige schriftelijke cursus over fotografie voor de Leidse Onderwijsinstellingen samen te stellen. Hoewel de tekst voor deze cursus vermoedelijk grotendeels door Piet van der Ham is geschreven, heeft Ed van Wijk er een duidelijk stempel op gedrukt. Zo wordt in het hoofdstuk over ‘de experimentele fotografie’ met name gewezen op de Subjectieve Fotografie die in de jaren vijftig door Otto Steinert werd gepropageerd. Zoals eerder gememoreerd vond deze vorm van creatieve fotografie – met een sterke nadruk op de vorm – in Nederland vooral veel aanhang in NFK-kring. Ed van Wijk was in 1954/1955 met werk vertegenwoordigd op de tweede tentoonstelling die Steinert in Saarbrücken aan deze stroming in de fotografie wijdde. Verschillende experimenten van Ed van Wijk illustreren dit hoofdstuk in de LOI-cursus over ‘De experimentele fotografie’, variërend van een fotogram, onscherpte door instelling of beweging, lichtspiegeling in water en dubbelopnamen. Voorts is het werk van Ed van Wijk ruim vertegenwoordigd in de hoofdstukken over landschaps-, kinder- en architectuurfotografie. In het laatste hoofdstuk over ‘Specialisten en speciale takken van fotografie’ is tenslotte een door Piet van der Ham geschreven levensbeschrijving van Ed van Wijk opgenomen, onder de noemer ‘sociaal-meditatieve stijl’. Daarmee bedoelde hij ongetwijfeld aan te geven hoe Van Wijk zijn warme aandacht voor de medemens visualiseerde in enigszins afstandelijke, dromerige beelden.
Het werk van Ed van Wijk laat zich niet onder één noemer vangen. De vanuit Duitsland door Otto Steinert gepropageerde Subjectieve Fotografie heeft zijn oeuvre als fotograaf enigszins bepaald. Ook toont zijn werk de kenmerken van ‘human interest’ fotografie, die zich met name in de jaren veertig en vijftig manifesteerde en in de tentoonstelling The Family of Man zo duidelijk zichtbaar werd gemaakt.
Over het algemeen ging Van Wijk zijn eigen weg. Als fotograaf wist hij waar hij voor stond en wat hij wilde. Vakmanschap en een efficiënte manier van werken stonden hierbij voorop. Hij schreef in 1949: “Ik moet U bekennen dat ik meer houd van weinig woorden dan van veel”. Voor zijn foto’s geldt hetzelfde: veel zeggen in weinig beelden, was zijn onuitgesproken devies. Werkend vanuit die visie heeft Ed van Wijk als Haagse fotograaf en fotograaf van Den Haag zich een verdienstelijke plaats toegeëigend in de geschiedenis van de Nederlandse fotografie.
Documentatie
Primaire bibliografie
Kinderfotografie, in Bedrijfsfotografie 24 (januari 1949) 4, p. 76-78, 80-81 (met foto’s).
E. Elias (tekst) en Ed. van Wijk (foto’s), Nederland. Wonder uit water, Den Haag/Bandung (W. van Hoeve) z.j. (1954). (idem Duitse, Engelse, Franse, Italiaanse, Spaanse en Esperanto-ed.).
Bertus Aafjes (tekst) en Ed. van Wijk (foto’s), ‘s-Gravenhage, Den Haag/Bandung (W. van Hoeve) z.j. (1955) (idem Duitse, Engelse en Franse ed.).
Bernard Bekman (tekst) en Ed van Wijk (foto’s), Den Haag en Scheveningen, Den Haag/Bandung (W. van Hoeve) 1956. (idem Duitse, Engelse en Franse ed.).
E. Elias (tekst) en Ed. van Wijk (foto’s), Nederland, Den Haag (W. van Hoeve) 1957. (idem Duitse, Engelse, Franse en Spaanseed.).
Simon Carmiggelt (tekst) en Ed van Wijk (foto’s), Amsterdam, Den Haag (W. van Hoeve) 1958. (idem Duitse, Engelse en Franse ed.).
AJ. Teychiné Stakenburg (tekst) en Ed van Wijk (foto’s), Rotterdam, Den Haag (W. van Hoeve) 1958. (idem Duitse, Engelse en Franse ed.).
Ed van Wijk (foto’s), Vijftig jaar illegaal. Gedenkboek van het Nederlandsch Lyceum 1909-1959, Groningen Q.B. Wolters) 1959.
E. Elias (tekst) en Ed. van Wijk (foto’s), Leiden, Den Haag/Leiden (W. van Hoeve/Sijthoff) 1961. (idem Duitse, Engelse en Franse ed.).
P. Terpstra (tekst) en Ed van Wijk (foto’s), Friesland, Den Haag (W. van Hoeve) 1963. (idem Duitse en Engelse en Friese ed.).
E. Elias (tekst) en Ed van Wijk (foto’s), Madurodam, Den Haag (W. van Hoeve) 1963.
E. Elias (tekst) en Ed van Wijk (foto’s), Delft, Delft (Elmar) 1964.
Jan H. Oosterloo (tekst) en Ed. van Wijk (foto’s), Delft infoto’s, Delft (Elmar) 1967. (idem Duitse, Engelse en Franse ed.).
Piet van der Ham en Ed van Wijk, Cursus Fotografie, Leiden (LOI) 1970.
foto’s in:
Focus 27 (23 november 1940) 24, p. 661.
B. van Lier, Bevrijdings-fotoboek, Amsterdam (De Telg) 1945, na p. 144, na p. 152.
J.G. Raatgever, Van Dollen Dinsdag tot de Bevrijding, Amsterdam (De Telg) 1945.
A.A.J. Rijksen, Gespiegeld in kerkglas. Hollands leed en vreugd in de glasschilderingen van de St. Janskerk te Gouda, Lochem (De Tijdstroom) 1947, p. XII, 41, 56, 106, 157, 181, 247, 304.
Eva. Het rijk der vrouw 7 (4 maart 1950) 9, p. 16-17, 39.
Wij Vrouwen (17 maart 1950) 6, omslag, p. 11-13.
Wij Vrouwen (7 juli 1950) 14, p. 12-13, 16.
De Waarheid 23 december 1950.
Eva. Het rijk der vrouw 9 (22 maart 1952) 12, p. 534-536.
Eva. Het rijk der vrouw 9 (26 april 1952) 17, p. 794-798.
De Hervormde Kerk. Weekblad voor Hervormd Nederlands (18 oktober 1952) 41, titelpagina.
Paris Match (14-21 februari 1953) 205, omslag.
Observer 1953.
Secretariat News United Nations Headquarters.Flood Relief Fund 7 (16 februari 1953) 3, ongepag.
Het Vaderland februari 1953 (speciale Nederlands-en Engelstalige editie in verband met de Watersnoodramp), titelpagina, p. 2-3.
Eva. Het rijk der vrouw 10 (21 februari 1953) 8, omslag.
Vizier 8 (21 februari 1953) 8, omslag, p. 1.
Eva. Het rijk der vrouw 1 o (9 mei 1953), p. 4-5.
Het Vaderland 6 november 1953, p. 11.
G. Philipse e.a., Gedenkboek van de Watersnood in Oost-Zuid-Beveland anno 1953, Krabbendijke (C. van Velzen) 1953, p. 45-46.
Elsevier 20 maart 1954.
De Tijd 23 maart 1954.
Het Volksweekblad 21 augustus 1954.
De Spiegel. Christelijk Nationaal Weekblad (18 september 1954) 51, p. 8-10.
Royal – Monthly Post 1 (mei 1955) 5, omslag.
Haagsch Dagblad 16 december 1955.
Otto Steinert, Subjektive fotografie 2, Munchen (Brüder Auer Verlag) 1955, afb. 18.
Het Vaderland 2 oktober 1956.
Het Vaderland 6 oktober 1956.
Het Vaderland 8 oktober 1956.
Catalogus Foto Expositie HFK, Den Haag (Pulchri Studio) 1956, p. 9, 36.
Het Vaderland 10 november 1956.
Het Vaderland 12 november 1956.
De Tijd 7 december 1956.
Kalender Haagsche Courant 1957.
Docenten aan de Vrije Academie voor Beeldende Kunsten, Den Haag (Vrije Academie) 1957, ongepag.
De Tijd 9 augustus 1958.
Het Vaderland 23 december 1958, p. 7.
Focus 44 (25 juli 1959) 15, p. 420-421.
Kalender Haagsche Courant 1960.
C. Doelman (inl.), Keuze. Een keus uit het werk van Haagse beeldende kunstenaars, Den Haag (Bert Bakker/Daamen) 1960, p. 80.
Kalender Haagsche Courant 1962.
Het Vaderland 26 januari I963.
Nieuwe Rotterdamse Courant 20 juni 1964.
Nieuwe Rotterdamse Courant 21 november 1964.
Haagsche Courant 10 mei 1967.
André Rutten, Haagse Comedie. Haagse Comedie 40 jaar, Den Haag (Haagse Comedie) 1987, afb. 11-14, 17-22 ,62.
Louis Zweers en Tineke Luyendijk, De twee gezichten van de bezetting. Foto’s van Den Haag 1940-1945 van H.G.L. Schimmelpenningh, Rijswijk (Sijthoff Pers) 1988, p. 52, 70, 72-73 en 77.
Vrij Nederland 51 (17 november 1990) 46, p. 46.
Secundaire bibliografie
Auteur onbekend, Beknopte analyse der platen in dit nummer, in Focus 27 (23 november 1940) 24, p. 658.
J. de Groot, Nederland, een prachtig fotoboekwerk, in Wereld-Post 25 maart 1954.
BSLR, Platenboek Nederland, in Algemeen Handelsblad 26 maart 1954.
M., Nederland, een fotoboek, in De Tijd 26 maart 1954.
Auteur onbekend, Nederland, wonder uit water, in Gooi en Ommeland 26 maart 1954.
Auteur onbekend, Nederland, een imposant fotoboek van Ed van Wijk, in Het Parool 27 maart 1954.
A.C., Nederland, een fotoboek, in De Linie 27 maart 1954.
E., Voornaam fotoboek, in Het Vrije Volk 27 maart 1954.
Auteur onbekend, Nederland in ‘t oog van de camera. De schoonheid van ons land in foto’s, in Amersfoortse Courant 30 maart 1954.
T.B., Fotoboek Nederland met 50 “verhalen”. Ons land zoals het werkelijk is. Marken en Volendam ontbreken, in Eindhovens Dagblad 3 april 1954.
Jos de Gruyter, Nederland, wonder uit water. Uitstekend fotoboek door Ed. van Wijk, met tekst van Mr. E. Elias, in Het Vaderland 7 april 1954.
Auteur onbekend, Fotowerk over Nederland, in Zwolsche Courant 14 april 1954.
Auteur onbekend, Het nieuwe boek. Nederland, in Nieuwsblad voor Indonesië 27 april 1954.
Auteur onbekend, Nederland. Wonder uit water, in De Surinamer 7 mei 1954.
Auteur onbekend, Nederland: een fotoboek, in Vrij Nederland 8 mei 1954.
E.A. Loeb, Het boek Nederland door E. van Wijk, in Focus 39 (15 mei 1954) 10, p. 257.
Dick Boer, Analyse der platen, in Focus 39 (15 mei 1954) 10, p. 258-262 (met foto’s).
Max Koot, Tentoonstelling Ed van Wijk N.F.K., in Fotografie (mei 1954) 3, p. 70-71.
L. van Beurden, Ed van Wijk n.f.k. fotografeerde Nederland, in Foto 9 (juni 1954) 6, p. 170-174.
Auteur onbekend, Zo, ja zo is Nederland, in Vizier (1954) 36, p. 28-29.
P. de W., Nederland, in Utrechts Katholiek Dagblad 1 augustus 1954.
HJ. Scheerman, Land en water. Een verzameling foto’s en teksten, in Overijssels Dagblad 3 augustus 1954.
Auteur onbekend, Het vaderland in beeld en woord, in Leeuwarder Courant 12 augustus 1954.
KI., De schoonheid van ons land (meesterlijk vastgelegd), in De Open Deur 3 september 1954, p. 3.
Auteur onbekend, Holland. Meergeborenes Wunder, in Wir vom Glanzstoff 14 (1954) 10, ongepag.
Willem Karel van Loon, Het leven zonder pose. Ed van Wijk fotografeert, in Het Kind 1954, p. 110-112.
Herwig, Boekbespreking, in De Opvoeder 1 februari 1955, p. 52.
Catalogus De bestverzorgde 50 boeken van het jaar 1954, Amsterdam (Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) 1955, nr. 34.
Auteur onbekend, Den Haag in foto’s, in De Posthoorn 15 december 1955.
Auteur onbekend, Prachtig boekwerk over Den Haag verschenen, in Nieuwe Haagsche Courant 15 december 1955.
Auteur onbekend, ‘s-Gravenhage, fraai boekwerk, in Haagsche Courant 16 december 1955.
Auteur onbekend, Haagse leven door camera gezien, in Het Binnenhof 16 december 1955.
Auteur onbekend, ‘s-Gravenhage zelf, in Nieuwe Rotterdamse Courant 19 december 1955.
Ary de Hertog, Van onze Haagse Postiljon, in Haagsche Post 14 januari 1956, p. 18.
H.A.W., ‘t Boekenplankje, in Haagsche Courant 4 januari 1956.
M.v.d.P., Den Haag: stad met vele gezichten, in Elsevier 14 januari 1956.
Jac van der Ster, Praat en plaat, in De Groene Amsterdammer 25 februari 1956, p. 12.
J.H. den Boestert, Ed van Wijk (NFK). Haags fotograaf, in ‘s-Gravenhage. Maandbladder Gemeente ‘s-Gravenhage 11 (februari 1956) 2, p. 14-19.
Auteur onbekend, Aanblik en wezen van een stad. Tweevoudig loflied op ‘s-Gravenhage, in Het Nieuwe Dagblad 26 mei 1956.
Catalogus De bestverzorgde 50 boeken van het jaar 1955, Amsterdam (Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) 1956, nr. 38.
J J . Hens, Fotoshow Den Haag, in Foto 11 (september 1956) 9, p. 302-303.
J.J. Hens, De Haagse Fotokring (H.F.K.) exposeert, in Foto 11 (december 1956) 12, p. 437-439.
B. Kr., (recensie m.b.t. het boek Amsterdam), in De Tijd 9 augustus 1958.
Theo Ramaker, Hobby werd liefde liefde werd vak. De assistent-apotheker Ed. van Wijk zijns ondanks nog steeds ‘op de markt’, in Focus 44 (25 juli 1959) 15, p. 405-407.
Auteur onbekend, Analyse der platen, in Focus 44 (25 juli 1959) 15, p. 418.
J.H. (=Jan Hofman), Ed van Wijk nfk, in Foto 16 (februari 1961) 2, p. 64-67.
Auteur onbekend, Wandeling door Delft in tekst en foto’s, in Haagsche Courant 10 mei 1967.
Els Barents (red.), Fotografie in Nederland 1940-1975, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1978, p. 96, 115 (losse biografie).
Ute Eskildsen e.a., Subjektive Fotografie. Images of the 50’s, Essen (Museum Folkwang) 1984, p. 88, 166.
Mattie Boom e.a. (red.), Foto in omslag. Het Nederlandse documentaire fotoboek na 1945, Amsterdam (Fragment) 1989, p. 53.
Eddie Marsman, De ideale boekenrubr. Aflevering 3: waar wit is kijk ik, in Foto 45 (april 1990) 4, p. 46-47.
Ingeborg Th. Leijerzapf e.a., Het beslissende beeld. Hoogtepunten uit de Nederlandse fotografie van de 20e eeuw, Amsterdam (BIS) 1991, p. 80, 216-217.
Cees Straus, Noorderlicht ontdekt Ed van Wijk als waarnemer van de wederopbouw, in Trouw 14 november 1991.
Flip Bool, Herontdekking, in Trouw 20 november 1991.
Eddie Marsman, Over Ed van Wijk, in Foto 46 (november 1991) 11, p. 56-57.
Catalogus fotomanifestatie Noorderlicht, Groningen 1991, p. 80-83.
Auteur onbekend, Ed van Wijk/Cor van Weele, in Noorderlichtkrant 91, p. 22-23.
Lidmaatschappen
HFK.
NFPV.
NFK, vanaf 1951-1969 (vanaf 1953 kernlid).
Jury NFK, 1955-1968.
GKf, vanaf 1961 -1965.
Ballotagecommissie van de Creatieve Werkgroep NFK, vanaf 1 september 1969.
Onderscheidingen
1950 Eervolle vermelding, 12e Nationale Kerstsalon van Fotografische Kunst.
Tentoonstellingen
1950 (g) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Vakfotografie 1950.
1950 (g) Den Haag, Panorama Mesdag, (Haagse Fotokring).
1950/1951 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, 12e Nationale Kerstsalon van Fotografische Kunst.
1952 (g) Den Haag, Haags Gemeentemuseum, Fotoschouw ’52.
1953 (g) Eindhoven, Oude Stadhuis, Tweede Benelux Fototentoonstelling.
1953 (g) Maastricht, Kunstzalen De Jong-Bergers, Nederlandse Fotografie 1953.
1954 (e) Den Haag, Boekhandel Van Stockum.
1954 (g) Goslar, Bildausstellung Europäischer Berufsphotographen.
1954/1955 (g) Saarbrücken, Staatliche Schule für Kunst und Handwerk, Subjektive Fotografie 2.
1956 (g) Den Haag, Pulchri Studio (Lange Voorhout), Foto Expositie HFK.
1956 (g) Den Haag, Bioscooptheater Odeon (Herengracht), (tentoonstelling georganiseerd door de Stichting Centrum).
1956 (g) Leiden, Prentenkabinet der Rijksuniversiteit Leiden, NFK. Fototentoonstelling.
1957 (g) Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum, Fotografie als uitdrukkingsmiddel (rondreizende tentoonstelling).
1958 (g) Antwerpen, (Fotografische Kring “Iris”).
1960 (g) Keulen, Europa-foto 1960.
1961 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, 20e Internationale Focus Salon.
1961 (g) Den Haag, De Posthoorn, (Ed van Wijk en Fred Hazelhoff).
1961 (g) Heerlen, Raadhuis, Eerste Nationale Fototentoonstelling.
1961 (g) Dordrecht, Kunstmin, Eerste Nationale Fototentoonstelling.
1962 (g) Den Haag, Gevangenpoort, Docenten Vrije Academie voor Beeldende Kunsten.
1962 (g) Amersfoort, De Zonnehof, Nationale en internationale fototentoonstelling ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Bond van Nederlandsche Amateurfotografen Vereeniging 1922-1962 (rondreizende tentoonstelling).
1963 (g) Nijmegen, De Waag, (NFK).
1981 (g) Den Haag, Fotogalerie Kiek, Lies Wiegman en Ed van Wijk.
1982 (e) Den Haag, School voor Fotografie en Fotonica (MTS).
1984 (g) San Francisco, San Francisco Museum of Modern Art, Subjektive Fotografie. Images of the 50’s (rondreizende tentoonstelling).
1991 (g) Amsterdam, Nieuwe Kerk, Het beslissende beeld. Hoogtepunten uit de Nederlandse fotografie van de 20e eeuw (Collectie Dutch Photography).
1991 (g) Groningen, Galerie Niggendijker, Nederland, En alles daartussen (Ed van Wijk en Cor van Weele) (Fotomanifestatie Noorderlicht).
1992 (e) Den Haag, Haags Historisch Museum, Ed van Wijk. Fotograaf van Den Haag.
1992 (g) Houston, George R. Brown Convention Center, The Illegal Camera. Photography in the Netherlands 1940-1945 (FotoFest).
Bronnen
Den Haag, Dhr. Ed van Wijk en Mevr. Helga van Wijk-Weyman (mondelinge informatie).
Leiden, Prentenkabinet, bibliotheek en documentatiebestand.
Oegstgeest, Evert Rodrigo (ongepubliceerde doctoraalscriptie Kunstgeschiedenis: De Nederlandse Fotografen Kunstkring 1949-1970. Een archiefonderzoek, Rijksuniversiteit Leiden 1979).
Rotterdam, Nederlands Fotoarchief.
Utrecht, Hans Rooseboom (ongepubliceerde doctoraalscriptie Algemene Letteren: Meinard Woldringh (1915-1968), een fotograaf. Schets van zijn carrière, Rijksuniversiteit Utrecht 1991).
Collecties
Amsterdam, Stedelijk Museum.
Amsterdam, Stichting Dutch Photography.
Leiden, Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit.
Rotterdam, Nederlands Fotomuseum.
Auteursrechten
De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Ed van Wijk berusten bij het Nederlands Fotomuseum te Rotterdam.