FotoLexicon, 8e jaargang, nr. 16 (september 1991) (nl)

Ed van der Elsken

Evelyn de Regt

Extract

Ed van der Elsken – het ‘enfant terrible’ van de Nederlandse fotografie – was een getalenteerd fotograaf en filmer die gedurende ruim veertig jaar in foto’s, fotoboeken en films zijn ontmoetingen met mensen vorm gaf. Slenterend door wereldsteden als Parijs, Tokio, Hong Kong en Amsterdam of rondtrekkend door Afrika en Japan richtte hij zijn camera bij voorkeur op karaktervolle en opvallende individuen. In 1956 debuteerde hij met zijn fotoboek Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés, dat hem op slag beroemd maakte. Daarna volgden nog ruim twintig fotoboeken. Ook maakte hij een aantal televisiefilms, veelal over onderwerpen betreffende zijn eigen leven.

Biografie

.

1925

Eduard (Ed) van der Elsken wordt op 10 maart geboren in de 6de Vogelstraat, Amsterdam-Noord. Na een jaar verhuist het gezin binnen Amsterdam naar de Watergraafsmeer (Betondorp). Vader Eduard van der Elsken drijft daar een zaak in moderne meubels. Zijn moeder, Huberta Johanna Gijsberdina Pardoel, is de dochter van een Brabantse binnenschipper. Het gezin Van der Elsken telt drie kinderen, twee jongens en een meisje. Ed is de middelste.

1937

Ed van der Elsken gaat naar de driejarige HBS aan de Polderweg en aansluitend naar de tweejarige Openbare Handelsschool.

1942-‘45

Bij een keuring voor de Arbeidsdienst simuleert hij suikerziekte te hebben door aan zijn urine een stof toe te voegen die gevonden wordt bij suikerpatiënten.

In 1943 gaat hij naar de Kunstnijverheidschool in de Gabriël Metsustraat. Hij wil beeldhouwer worden en in het eerste jaar legt hij zich daarop toe. Na afloop van het schooljaar komt hij toevallig nog een keer op school en wordt dan door directeur Mart Stam gewaarschuwd dat de Duitsers studenten gaan oppakken. Ed van der Elsken besluit – ondanks zijn medische afkeuring – onder te duiken en gaat naar Bergeyk in Noord-Brabant, waar hij onderdak krijgt eerst bij Piet Blijenburg, directeur van weverij ‘De Ploeg’, en via hem op de boerderij van de familie Wijnen.

Na de Slag om Arnhem, waarbij de geallieerden er alleen in slagen het zuiden van Nederland te bevrijden, gaat Van der Elsken als tolk werken op het vliegveld Eindhoven. Na enige tijd geeft hij zich op als vrijwilliger bij de Mijnopruimingsdienst en krijgt een opleiding in Knokke-Zoute. Hij wordt specialist in het demonteren van bommen. Zijn goede prestaties leveren hem een bevordering op.

1945-‘47

Na de bevrijding neemt Van der Elsken ontslag uit het leger en gaat weer bij zijn ouders wonen in Betondorp. Wanneer hij een oproep krijgt voor militaire dienst besluit hij te weigeren. Vanwege zijn status als oorlogsvrijwilliger wordt hij uiteindelijk vrijgesteld.

Hij wil filmoperateur worden en gaat naar de Avondambachtschool aan de Prinsengracht in Amsterdam om het diploma voor elektricien te halen. Hij doet een examen, maar heeft zich dan al bedacht en wil fotograaf worden. Hiertoe volgt hij de schriftelijke cursus aan de Fotovakschool in Den Haag, maar hij zakt voor het examen.

In de tussentijd werkt hij bij uitgeverij De Arbeiderspers als technisch corrector en controleert hij drukproeven.

1947

Met een 9×12 platencamera van zijn vader gaat Van der Elsken op straat fotograferen. Hij maakt foto’s van de hoertjes op de Zeedijk en van het leven in de buurt van Het Kolkje en verkoopt ze aan klanten op straat. Hij gaat zelfstandig wonen aan de Admiralengracht in Amsterdam.

In de herfst vindt hij een baantje bij Foto Brouwer in Wormerveer. Bij deze dorpsfotograaf annex fotowinkel verricht hij wat eenvoudige werkzaamheden in de donkere kamer. Na Foto Brouwer werkt hij overdag enige tijd in het atelier van Nico Zomer en ‘s avonds assisteert hij fotograaf Louis van Beurden in de Deurloostraat. Zo spaart hij een Rolleicordcamera bij elkaar.

1949

Van der Elsken lift naar Parijs en Marseille om zijn zus en de familie van zijn zwager te bezoeken en maakt daar enkele foto’s. Terug in Amsterdam laat hij ze bij toeval aan Annelies Romein zien, een fotografe aangesloten bij de GKf. Zij is enthousiast over zijn werk en laat het aan haar collega’s zien. Zo komt Ed van der Elsken in contact met GKf-fotografen als Emmy Andriesse, Ad Windig, Paul Huf en de fabrikant en mecenas Meik de Swaan. De laatste zal hem in zijn arme tijd in Parijs een enkele keer financieel ondersteunen. Van der Elsken wordt toegelaten tot de selecte kring van GKf-fotografen.

Hij verhuist in dit jaar naar een kamer aan de Prinsenhofsteeg, boven het atelier van Ad Windig. Hier kan hij gratis wonen; als tegenprestatie werkt hij bij Ad Windig in de donkere kamer en assisteert hij bij opdrachten. Via Ad Windig leert hij de journalist en latere cineast Jan Vrijman kennen.

Van der Elsken krijgt in deze tijd een enkele opdracht, zoals het fotograferen van schepen en kranen voor de Koninklijke Nederlandsche Scheepvaartmaatschappij.

1950

Hij verhuist naar een zolderkamertje op de Oudezijds Achterburgwal 64. Er breekt een periode van depressiviteit aan. Wanneer een voorgenomen huwelijk bovendien niet doorgaat is dat de druppel die de emmer doet overlopen en hij besluit in de zomer naar Parijs te gaan. Van Kryn Taconis krijgt hij een introductiebrief voor Pierre Gassmann, de directeur van Pictorial Service, het fotolaboratorium van de Magnumfotografen.

In Parijs krijgt Van der Elsken na een dag proefafdrukken maken werk bij Pictorial Service. Hij huurt een dienstbodekamertje (chambre de bonne) in de Rue des Martyrs, in de rosse buurt van Parijs.

1950-‘54

Na een paar maanden donkere kamerwerk neemt Ed van der Elsken ontslag en gaat de straat op om te fotograferen. Tijdens zijn zwerftochten door de Parijse straten vindt hij aansluiting bij een groep jonge bohémiens van verschillende nationaliteiten, die hun tijd doden in cafés en kroegen in Saint Germain des Prés. Van der Elsken verhuist naar de Rue Guisarde 12, vlakbij de kerk Saint Sulpice in het hart van de wijk Saint Germain des Prés. De foto’s die hij van de ontheemde jongeren maakt, resulteren in zijn autobiografisch getinte beeldroman Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés die in 1956 zal verschijnen.

In dit boek figureert in een aantal foto’s de Hongaarse vluchtelinge Ata Kando die Van der Elsken in 1950 bij Pictorial Service heeft ontmoet. Met Ata en haar drie kinderen gaat hij in Sèvres wonen, niet ver van Parijs, maar zijn kamer in de Rue Guisarde houdt hij aan. Op 26 juni 1954 trouwen Ed van der Elsken en Ata Kando in Sèvres.

Van der Elsken krijgt incidenteel opdrachten van onder andere het tijdschrift L’Album du Figaro en van de Italiaanse modeontwerpster Elsa Schiaparelli. Verschillende buitenlandse en Nederlandse bladen publiceren zijn foto’s. Aan Het Parool, waar Theo Ramaker beeldredacteur is, levert hij persfoto’s. In De Groene Amsterdammer verschijnt zo nu en dan een foto waar redacteur Jacques van der Ster een verhaaltje bij schrijft.

1953

Via zijn Parijse agent Raimond Grosset van fotoagentschap Rapho (genoemd naar de oprichter Charles Rado) en de Magnumfotografen komt Van der Elsken in contact met Edward Steichen, conservator van het Museum of Modern Art in New York, die onder andere zijn tentoonstelling The Family of Man (1955) voorbereidt.

Steichen selecteert achttien foto’s van Van der Elsken voor de tentoonstelling Post- War European Photography in mei 1953 in het Museum of Modern Art in New York.

In februari fotografeert Van der Elsken de overstromingsramp in Zeeland.

1954

In februari verschijnt een aantal van zijn Parijse foto’s in de vorm van een beeldverhaal over een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés in Picture Post, onder de titel ‘Why did Roberto leave Paris ?’. In het familietijdschrift De Wereldkroniek worden in september en oktober eveneens diverse foto’s uit dit beeldverhaal gepubliceerd in vier afleveringen.

1955

In januari verhuist Ed van der Elsken samen met Ata Kando en haar kinderen naar Amsterdam. Ze gaan wonen aan de Achtergracht 39.

Van 10 mei tot 1 juli wordt zijn eerste eenmanstentoonstelling gehouden in het Art Institute in Chicago met tweeënzestig foto’s. Daarna reist de tentoonstelling naar het Walker Art Center in Minneapolis.

Samen met Jan Vrijman maakt hij voor Vrij Nederland reportages over de nozems op de Nieuwendijk en over Karel Appel, W.F. Hermans en de Franse fascist Pierre Poujade.

Door een tv-uitzending over zijn foto’s van Saint Germain des Prés leert Van der Elsken AVRO-regisseur Leen Timp kennen en raakt vertrouwd met het medium film. Kort daarop maakt hij met Jan Vrijman zijn eerste 16 mm film met als onderwerp de CERN (Centre Européen de Recherche Nucléaire) in Genève.

Op 16 september scheidt hij officieel van Ata Kando.

1956

Op 21 april opent Jan Vrijman Van der Elskens eerste eenmanstentoonstelling in Nederland, in de bedrijfskantine van Steendrukkerij De Jong & Co in Hilversum. De tentoonstelling bevat veel werk uit zijn Parijse periode.

Later in dat jaar wordt Van der Elsken geschept door een losgeraakt wiel van een vrachtauto en staat enkele maanden op non-actief.

Hij verhuist naar de Koningsstraat 5 bij de Nieuwmarkt, waar hij tot 1970 zal blijven wonen.

Hij zwerft in deze jaren veel met zijn fototoestel door Amsterdam.

Eind van het jaar verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés. Tegelijkertijd komen een Engelse en een Duitse editie uit. In december vertrekt Van der Elsken naar Frans Equatoriaal Afrika. Van Geert Lubberhuizen van De Bezige Bij heeft hij de opdracht voor een fotoboek en een ticket gekregen.

1957

Tot maart fotografeert hij in en rond het gebied Oebangui Chari, op de grens van Frans Equatoriaal Afrika en Belgisch Kongo. Zijn zwager Milou, ethnoloog, is daar districtshoofd. Van der Elsken betaalt zijn safari door een 16 mm film te maken. Hij fotografeert ook in kleur.

Op 25 september trouwt Ed van der Elsken met Gerda van der Veen.

1958

In het najaar verschijnt zijn tweede fotoboek Bagara, over zijn reis door de Afrikaanse jungle, met edities in Duitsland, Zuid-Afrika, Frankrijk en Engeland.

1959-‘60

Van der Elsken maakt samen met zijn vrouw Gerda een wereldreis van veertien maanden. Een opdracht voor het Nederlands Danstheater breekt hij dientengevolge halverwege af. Deze wordt afgemaakt door Eddy Postuma de Boer.

Tijdens hun reis maken Ed en Gerda voor de Nederlandse Redersvereniging een film met als thema Nederlandse rederijen over de gehele wereld. Als tegenprestatie mogen ze gratis meevaren. Ook de AVRO betaalt mee aan de reis. Toegezonden reisverslagen worden, geregisseerd door Leen Timp, eens in de maand uitgezonden. Ed van der Elsken maakt bovendien reisverhalen voor De Katholieke Illustratie en Gerda van der Veen voor Beatrijs, het blad voor de katholieke vrouw. Hun reis voert langs West- en Zuid-Afrika, Maleisië, Singapore, Hong Kong, Japan, weer Hong Kong, Mexico en Amerika.

1960-‘61

Van der Elsken werkt aan de eindmontage van de film voor de Redersvereniging en aan een fotoboek over zijn wereldreis.

Gerda en Ed van der Elsken krijgen op 12 juni 1961 hun eerste kind, Tinelou.

1962

Van der Elsken is teleurgesteld omdat hij het voorbereide boek over zijn wereldreis niet gepubliceerd kan krijgen en zweert de fotografie af. Gedurende circa vijf jaar fotografeert hij nauwelijks en wijdt zich volledig aan het medium film.

In deze periode en in hierna volgende jaren experimenteert hij samen met instrumentmaker Henk Meinema met het verbeteren van filmapparatuur. Zij ontwikkelen technieken om bij de 16 mm filmcamera geluid synchroon op te nemen. Ook het zo goed mogelijk geluiddicht maken van de camera is voor hen van belang in verband met storende bijgeluiden tijdens synchrone geluidsopname.

1963

Hij werkt als cameraman mee aan diverse films, veelal samen met zijn vrouw Gerda die de geluidsopnamen verzorgt. Hij maakt een film over de zwangerschap van Gerda en de geboorte van hun zoon Daan Dorus op 8 mei: Welkom in het leven, lieve kleine.

1964

Van der Elsken is intensief aan het filmen en bezoekt als verslaggever voor het Algemeen Handelsblad het Korte Filmfestival in Oberhausen.

1966

Dankzij inspanningen van uitgever Andreas Landshoff zijn er co-uitgevers gevonden voor het boek over zijn wereldreis, Sweet Life. Het boek wordt in Japan gedrukt in een hoge oplage voor een Nederlandse, Engelse, Duitse, Spaanse, Franse en Japanse editie. Eind van het jaar verschijnt Sweet Life in Nederland bij De Bezige Bij.

In het Stedelijk Museum te Amsterdam heeft Van der Elsken een tentoonstelling Hee… zie je dat?, waar vele foto’s uit Sweet Life te zien zijn. Mede naar aanleiding van deze tentoonstelling vraagt het maandblad Avenue hem fotoreportages te maken.

1967-‘79

In deze jaren maakt hij vele reisreportages voor Avenue. Na 1979 fotografeert hij nog incidenteel voor dit maandblad.

In 1967 hangt zijn werk samen met dat van Martien Coppens op de wereldtentoonstelling in Montreal.

1971

Van der Elsken ontvangt de staatsprijs voor filmkunst voor zijn film De verliefde camera, een zelfportret, waarvan enkele stukken zijn gefilmd door Gerda van der Veen.

Ed en Gerda gaan gescheiden wonen. Ed van der Elsken verhuist naar een boerderijtje bij Edam, aan de dijk rond het IJsselmeer. De natuur en het boerenleven zullen de komende jaren een belangrijke rol spelen in zijn werk en leven.

1973

Anneke Hilhorst, die hij in 1972 heeft leren kennen, komt bij hem wonen in Edam. Vanaf 25 juni is Van der Elsken officieel gescheiden van Gerda van der Veen.

Van der Elsken gaat experimenteren met super-acht film.

1974-‘75

Hij wordt in september 1974 door Margriet uitgenodigd samen met Peter Lichtenauer naar Bangladesh te gaan om een reportage te maken over de rampen die dit land treffen. Behalve voor Margriet maken zij – diep geschokt door de toestand die zij aantreffen – ook een reportage voor de televisie. De uitzending in het actualiteitenprogramma ‘Hier en Nu’ van de NCRV speelt een rol in de hulpacties die gestart worden voor Bangladesh.

Midden jaren zeventig experimenteert Van der Elsken met dia-geluidseries, waarbij het geluid synchroon is opgenomen met de diareportage. Series over de Efteling, Zandvoort, Schiphol, Amsterdam en over het sumoworstelen worden op de televisie vertoond.

Van der Elsken opent een fotogalerie aan huis voor de verkoop van zijn eigen fotografie.

1975

Van der Elsken krijgt opdracht van de Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst om de verschillende aspecten van het Amsterdamse straatbeeld vast te leggen.

1976-‘77

Met Anneke Hilhorst maakt hij in opdracht van Memisa een film over de Derde Wereld. De reizen leiden naar Pakistan, Thailand, Borneo, Bangladesh, India, Malawi en Madagaskar, Brazilië, Haïti en de Salomons Eilanden. De film wordt door de AVRO in januari 1978 uitgezonden.

1979

Op 7 juli wordt Johnny van der Elsken geboren.

1980

De film en het boek Avonturen op het land zien het licht. Grote delen van de film zijn gemonteerd door Anneke Hilhorst.

Ed van der Elsken en Pieter Boersma krijgen de jaarlijkse documentaire foto-opdracht van het Rijksmuseum te Amsterdam. Het onderwerp is ‘De omroep in Nederland’.

1981-‘82

Van der Elsken maakt een tweede deel van zijn in 1963 opgenomen film Welkom in het leven, lieve kleine. Het vervolg laat zijn opgegroeide zoon Daan Dorus zien, die in een kraakpand woont. In deze film zijn ook shots verwerkt van de verloederde Zeedijk die genomen zijn met een verborgen camera. De VPRO zendt deze film op 24 januari 1982 uit.

In 1981 brengt hij een boek uit over zijn jaren in Parijs: Parijs! Foto’s 1950-1954.

1983-‘84

In het voorjaar en de zomer van 1983 fotografeert Van der Elsken vrijwel dagelijks op straat in Amsterdam voor zijn column ‘Eds Amsterdam’ in Het Parool. In 1984 maakt hij het fotoboek Amsterdam?.

Op 8 maart 1984 trouwen Ed van der Elsken en Anneke Hilhorst.

1984-‘87

Van der Elsken is in deze jaren dikwijls in Japan. In 1986 heeft hij een grote tentoonstelling in Tokio. Om zijn magnum opus over Japan te voltooien krijgt hij in 1987 een werkbeurs van WVC.

1988

Het resultaat van zijn werk in Japan, het fotoboek De ontdekking van Japan, verschijnt bij uitgeverij Fragment in Amsterdam.

In opdracht van zijn Japanse uitgever begint hij aan een boek over Korea. Na terugkomst van zijn eerste reis door Korea krijgt hij in september te horen dat hij ongeneeslijke kanker heeft.

Ed van der Elsken krijgt de David Roëll Prijs uitgereikt voor zijn gehele oeuvre.

1989-‘90

Na een operatie neemt zijn energie weer toe en hij besluit een videofilm te maken over zijn ziekte. De VPRO zorgt voor de financiering. Gedurende een jaar legt hij met behulp van zijn vrouw Anneke het verloop van zijn ziekte vast in de film Bye, die in mei 1990 wordt afgesloten.

In maart 1990 ontvangt hij de Capi-Lux Jubileum Prijs.

Tussen de filmopnamen door werkt hij aan een nieuwe versie van zijn boek Bagara voor zijn Japanse uitgever, aan een boek over Hong Kong en aan een nieuwe uitgave van zijn boek Jazz voor uitgeverij Fragment. Tevens is hij betrokken bij de voorbereidingen van zijn retrospectieve overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam en bij de samenstelling van het boek Once Upon A Time (Fragment).

Op 28 december 1990 overlijdt Ed van der Elsken. Hij wordt begraven bij de Grote Kerk in Edam.

1991

Op 25 januari wordt de film Bye vertoont op het Filmfestival van Rotterdam. De VPRO zendt de film op 27 januari uit.

Beschouwing

‘Een jager op fotografisch wild’, ‘fotodier’, ‘terriër’, ‘havik’; voor Ed van der Elsken zijn dikwijls rauwe typeringen gebruikt. Deze duiden op zijn intense levenswijze, zijn dominante persoonlijkheid en de overgave waarmee hij lief en leed van de mens fotografeerde. Hij is de fotograaf van het leven, van de zelfkant, maar ook van de liefde, de vitaliteit en de ‘condition humaine’. Zijn ca. 100.000 negatieven en ca. 30.000 kleurendia’s omvattende oeuvre is tot stand gekomen in de straten van de metropolen. Al slenterend zocht hij daar naar mensen met uitstraling en vond hen vaak onder excentriekelingen, mafkezen of clochards. Ed van der Elskens werk behoort – internationaal gezien – tot het beste in dit genre.

Van der Elsken noemt zichzelf autodidact: „Ik denk dat ik door niemand beïnvloed ben. Ik ben altijd alleen geweest, heb altijd genoeg gehad aan mezelf en m’n omgeving, die is zo fantastisch, daar heb ik geen andere mensen bij nodig.”

Het fotografisch genre dat hij koos en tot ontwikkeling bracht – de straatfotografie – kende in Nederland inderdaad geen voorlopers. Ook de opleidingen die hij volgde – de Fotovakschool in Den Haag en de Kunstnijverheidschool in Amsterdam – sloten niet aan bij de aard van zijn werk. De schriftelijke cursus aan de Fotovakschool heeft hem wel enige technische kennis opgeleverd, maar in de esthetiek die daar werd onderwezen kon hij zich volstrekt niet vinden. Hij zakte dan ook voor het examen.

Aan de Amsterdamse Kunstnijverheidschool legde hij zich toe op beeldhouwen. Dit studiejaar in een volstrekt ander medium dan fotografie heeft, zoals hij zelf zegt, veel bijgedragen aan zijn kunstzinnige vorming: „Tegelijkertijd ben ik bezig met schoonheid. Ik ben een visuele meneer. Ik ben begonnen als beeldhouwer en ik denk dat ik heel vormbewust ben. Ik houd van simpel. Ronde, plastische vormen. Ik kies licht dat die vormen goed doet uitkomen. Licht zonder schaduw. Die foto van die twee Mona Lisa’s op de Nieuwmarkt, die is fascinerend omdat hij heel eenvoudig van vormgeving is. Die meiden die staan daar als standbeelden. Typisch de foto van een fotograaf die eerst beeldhouwer wilde worden. Door dat plastische is het ook een foto met blijvende waarde. Dat is waar ik naar streef: ik wil het universeel menselijke vastleggen in foto’s met pathos en allure!”

Omdat bij Ed van der Elsken persoon, privéleven en fotografie zeer nauw met elkaar samenhangen is de vorming van zijn persoon even relevant als zijn ontwikkeling als fotograaf. Zijn verblijf in Bergeyk gedurende de laatste oorlogswinter maakte veel indruk op hem. Zelf zegt hij dat zijn eerste kennismaking met oorlogsgeweld – het zien van lijken van Duitse soldaten, gevallen tijdens de Slag om Arnhem – bepalend is geweest voor de vorming van zijn persoon en zijn kunstenaarschap. In deze tijd zag hij voor het eerst fototijdschriften – de geallieerde soldaten lazen bijvoorbeeld Picture Post – waaruit hij foto’s knipte en tot collages verwerkte.

De baantjes die Van der Elsken in de periode 1947-1949 bij de fotografen Nico Zomer en Louis van Beurden had, omschrijft hij zelf als „het atelier aanvegen”. Daar heeft hij zijn inspiratie blijkbaar niet gevonden. Omstreeks deze tijd kwam hij in het bezit van het boek Naked City van de New Yorkse straatfotograaf Weegee, dat veel indruk op hem maakte. Op latere leeftijd schafte hij als een hommage aan Weegee een Speedgraphic camera aan, het type waarmee Weegee werkte.

Voor zijn vorming op fotografisch gebied was de kennismaking rond 1949 met het artistieke milieu van de GKf-fotografen belangrijk. Hij bewonderde vooral Emmy Andriesse, die hij in artistiek opzicht boven de anderen vond uitsteken. De GKf bracht hem in contact met Ad Windig, die hij een jaar lang assisteerde in de doka en bij opdrachten. Maar binnen de GKf – waar Van der Elsken als een nieuw talent werd gezien – bleef hij enigszins een buitenbeentje, een individualist.

Eveneens belangrijk voor zijn vorming op fotografisch gebied was de periode in 1950 toen hij in de donkere kamer van Pictorial Service werkte, het fotolaboratorium van de Magnumfotografen. Hier kwam hij in contact met Henri Cartier-Bresson, Werner Bischof en Ernst Haas. Gedurende enkele maanden drukte hij hun foto’s af.

Van 1950 tot begin 1955 woonde en werkte Ed van der Elsken in de Franse hoofdstad. Met zijn vrije werk uit deze tijd bereikte hij een artistiek hoogtepunt. Hij oogstte hiermee eerst internationale en wat later nationale roem. Zijn besluit naar Parijs te verhuizen nam hij in een periode van depressiviteit. Bovendien was het geestelijk klimaat in Nederland in die tijd niet inspirerend. Het land was verarmd uit de oorlog gekomen en ging een periode van wederopbouw tegemoet. De jongelui van rond de twintig ervoeren dat de naoorlogse tijd geen vernieuwingen bracht, geen nieuwe cultuur en zelfs geen vrede. Het was voor hen een periode van culturele leegte.

Verschillende Nederlandse kunstenaars trokken in die jaren naar Parijs, onder wie beeldend kunstenaars als Karel Appel, Corneille en Constant en schrijvers/dichters als Simon Vinkenoog, Hugo Claus en Rudy Kousbroek. De Franse hoofdstad had in tegenstelling tot veel andere Europese steden de oorlog vrijwel ongeschonden doorstaan. De Europese beschaving, die elders een flinke knauw had gekregen, leek hier bewaard. Maar niet alleen kunstenaars zochten in de naoorlogse jaren hun heil in deze metropool. Parijs oefende ook aantrekkingskracht uit op jongeren die op de een of andere manier getekend waren door de oorlog en zonder idealen of toekomstverwachting aan de zelfkant leefden.

Na ontslag genomen te hebben bij Pictorial Service ging Ed van der Elsken met zijn fototoestel zwerven door Parijs. Hij kwam in contact met jongeren van diverse nationaliteiten die in de wijk Saint Germain des Prés existeerden en hun tijd doorbrachten in cafés als ‘Chez Moineau’ aan de Rue du Four, ‘Le Mabillon’ aan het carrefour Mabillon of ‘The Old Navy’ aan de Boulevard Saint Germain des Prés. Vanwege een gelijksoortige sombere stemming voelde Van der Elsken zich aangetrokken tot deze groep en begon het doen en vooral het laten van de leden te fotograferen. Een prachtig model was de Australische Vali Myers met haar zwaar opgemaakte en melancholische ogen. Het zachte cafélicht en de rooksluiers benadrukten de landerige sfeer. Door de spiegelwanden in de cafés ontstonden soms eindeloze verdubbelingen van het beeld, wat interessante composities opleverde.

Met name in deze Parijse tijd was Van der Elsken bezig met het fotograferen van emoties. In de foto’s die hij maakte in de kroegen in Saint Germain des Prés voert somberheid de boventoon en in zijn huiselijk leven legde hij hevige ruzies vast. Ook fotografeerde hij passie en intimiteit.

In Parijs ontmoette Van der Elsken Edward Steichen, de conservator van het Museum of Modern Art in New York. Deze ontmoeting was van groot belang voor het verdere verloop van zijn carrière. Steichen bereidde onder andere zijn tentoonstelling The Family of Man (1955) voor. Hij selecteerde hiervoor een foto van Van der Elsken. Maar belangrijker was dat hij achttien foto’s van Van der Elsken opnam in zijn tentoonstelling Post-War European Photography. In deze tentoonstelling in 1953 in het Museum of Modern Art in New York bracht Steichen achtenzeventig Europese fotografen voor het voetlicht, onder wie Ernst Haas, Werner Bischof, Robert Frank en Bert Hardy. Van der Elskens werk werd in Amerika bijzonder goed ontvangen. The New York Times schreef op 31 mei 1953: „(…) Probably the most exciting single instance of this approach is the eighteen-print group of candid shots by Ed van der Elsken of Holland, a young student whom Mr. Steichen met by chance in Paris. His pictures of student life in the cafés of the Boulevard St. Michel are rollicking documents of carefree youth, the subjects as uninhibited as Weegee’s.”

Het was ook Steichen die Ed van der Elsken adviseerde zijn foto’s van Saint Germain des Prés in boekvorm te publiceren. In zijn boek Parijs! Foto’s 1950-1954 geeft Van der Elsken die geschiedenis weer. Steichen zou bij het zien van de vele contactafdrukken gezegd hebben: „Ed, dat is een compleet verhaal. Waarom maak je daar geen boek van?” „Wat nu? Ik had die foto’s gemaakt en daarmee was het voor mij afgelopen. Ik had niet gedacht ze ooit te gebruiken. Een boek? De foto’s waren er, het verhaal was er, de karakters waren duidelijk. Ik hoefde de foto’s slechts in volgorde te leggen zoals je de scènes van een film monteert en ik had mijn fotoroman, mijn docudrama.” Het verhaal dat hij uit zijn foto’s destilleerde is grotendeels autobiografisch en gaat over een uitzichtloze, onbeantwoorde liefde van een Mexicaan (Manuel) in Parijs voor een vrouw (Ann) die met een groep jongeren dag en nacht in de Parijse cafés verkeert.

Het duurde enige tijd voordat Van der Elsken het boek uitgegeven kreeg. Voorafgaande aan de publicatie in boekvorm verscheen een aantal foto’s in vier afleveringen in Picture Post en in De Wereldkroniek. In 1956 gaf De Bezige Bij Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés uit. Tegelijkertijd verschenen een Engelse en een Duitse editie. Het boek kreeg veel aandacht in de pers. De Duitse recensenten waren vrijwel unaniem lovend. (Engelse recensies werden niet gevonden). De nationale pers was niet helemaal eensgezind. Vrij Nederland liet het boek bespreken door een achttal vooraanstaande Nederlanders: Simon Carmiggelt, LJ.Jordaan, Mea Blazer-Dekker, Godfried Bomans, Ds. Buskes jr., Jan Kok, Jan van Zutphen en Lucebert. Alleen dominee Buskes, die het behoudende deel van de natie vertegenwoordigde, was uitgesproken negatief over het boek. Ook in de Haagsche Post van 24 november 1956 werd onder de kop ‘De bloemen van het Boze’ zeer negatief geoordeeld over de strekking van het boek. Men zag in de afgebeelde jeugd een bedreiging van geldende normen en waarden. Een maatschappelijk werkster die Van der Elsken een verontwaardigde brief (11-12-1956) schreef, bracht de vaderlandse bezorgdheid als volgt onder woorden: „Ik ben er volledig van op de hoogte dat er in Saint Germain de daar door u beschreven en gefotografeerde toestanden voorkomen en dat is beroerd genoeg. (…) Dit morbide, oridinaire, gevoelloze boek heeft u (waarschijnlijk) weinig moeite gekost en brengt (zeer zeker) wel geld in het laatje. Dat tweede interesseert mij niet; er zijn meer mensen die hun geld gemakkelijk verdienen, maar het feit dat u dit aan de Nederlandse jeugd serveert is beneden alle kritiek.”

Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés werd evenwel een monument in de fotografiegeschiedenis. Niet alleen de vorm – een fotoroman was betrekkelijk nieuw – ook de beelden zelf waren direct en expressief. Het was een vorm van documentaire waarbij de fotograaf deel uitmaakte van het gebeuren en maar net genoeg afstand had genomen om tussen zichzelf en het onderwerp een camera te plaatsen. Maar bovenal werd Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés een tijdsdocument, omdat het de sfeer waarin het existentialisme van Jean Paul Sartre werd geboren intens had weten te treffen. Dit boek, dat vooral de nihilistische uitwassen van die existentiefilosofie liet zien, werd onderdeel van een in de loop der jaren ontstane, geromantiseerde mythevorming omtrent het Parijse milieu van de jaren vijftig.

Ed van der Elsken is in zijn werk en zijn leven een individualist geweest. Hij stoorde zich niet aan maatschappelijke structuren of conventies en had ronduit de pest aan burgerlijkheid, schijnheiligheid en alle vormen van onecht gedrag. Zijn non-conformisme kwam tot uitdrukking in zijn levensstijl en manier van werken. Zijn weerzin tegen autoriteiten stak hij nooit onder stoelen of banken.

Met redacties en opdrachtgevers kon hij niet altijd goed overweg, zeker niet wanneer zij hem in zijn vrijheid belemmerden. Hij was in zekere zin te trots om in opdracht te werken; zijn eigen ideeën en werk vond hij belangrijker. Dikwijls verzon hij zelf een project en zocht daar dan vooraf of achteraf een publicatiemogelijkheid of financier voor. Zijn eerste openlijke botsing met het ‘fotografisch establishment’ dateert uit 1954. In februari van dat jaar schreef Jan Vrijman in Vrij Nederland een kort berichtje over een miskende Nederlandse fotograaf in Parijs. Voor het blad Focus was dat een aanleiding Van der Elsken uit te nodigen enkele foto’s te publiceren en zijn visie te geven op de fotografie. In het nummer van 26 juni 1954 van Focus schreef van der Elsken: „(…) dat negen en negentig procent van wat zich in Nederland met fotografie bezighoudt smakeloze, slappe, kwallerige, watermeloenerige, drilpuddingerige commerçanten zijn. Mannekes zonder élan, fantasie, durf, artisticiteit.” Deze provocatie ging Focus te ver. De vijf foto’s die Van der Elsken had ingezonden werden door hoofdredacteur Dick Boer besproken. Hij vond de meeste foto’s goed, alleen over de twee binnenopnamen was hij minder enthousiast: „is dit nu zó heftig interessant, zo geweldig van licht of geweldig van uitbeelding dat men zo scherp veroordelend tegen anderen moet zijn ?”

Een andere provocerende uitlating deed Van der Elsken in de jaren vijftig in Het Parool van januari 1955. Onder de titel ‘Ik durf niet te signeren’ maakte hij korte metten met fotoredacties van geïllustreerde tijdschriften. Fotoredacteuren zouden het werk van fotografen vaak verminkt presenteren. In latere jaren maakte hij nogal eens kwetsende opmerkingen over collega-fotografen. Het zich afzetten tegen een ieder die voor de commercie werkte, hoorde bij zijn trotse karakter. Hij zelf koos onvoorwaardelijk voor het fotografisch kunstenaarschap, een keuze die gepaard ging met betrekkelijke armoede. Hij kon deze keuze maken dankzij opofferingsgezindheid van zijn naaste omgeving.

In interviews noemt Ed van der Elsken zich vaak „de fotograaf van de zelfkant”. In zijn oeuvre als geheel overheersen de beelden van de zelfkant echter niet. Hij fotografeerde juist volop de positieve kanten van het leven: optimisme, vitaliteit en liefde.

Dat wil niet zeggen dat de zelfkant niet toch een bijzondere plaats inneemt in zijn werk. Van der Elsken was immers bovenal gefascineerd door het trotse, karaktervolle individu in de industriële samenleving. Deze fascinatie voerde hem vaak naar de rosse buurten en de achterbuurten van de grote steden, waar hij gangsters, travestieten, clochards of rebellerende jongeren fotografeerde. Verschillende van deze foto’s werden wereldberoemd en gaven hem het imago van ‘zelfkant-fotograaf.

Veel fotografen die de zelfkant vastleggen doen dit met politieke motieven of uit sociale betrokkenheid. Maar politiek engagement is bij Van der Elsken ver te zoeken. Toch heeft hij enkele keren met zijn foto’s en films op misstanden gewezen, zoals met zijn reportages van de hongersnood in Bangladesh die tot hulpacties hebben geleid. Maar het was niet zijn drijfveer. Van der Elskens clochards en ‘losers’ zijn niet zielig. Hij laat juist hun menselijke waardigheid zien, brengt een hommage aan hen. Hij wilde niet aan de kaak stellen, verontwaardiging oproepen en zeker geen medelijden opwekken. Uit zijn foto’s spreekt juist een zekere bewondering voor hun onaangepast gedrag. Hij kon zich met hen identificeren.

Een ander opvallend onderwerp in zijn fotografie wordt gevormd door sculptuur, graffiti en affiches. Al in zijn Parijse tijd maakt hij een serie van grote reclameschilderingen met op de voorgrond passanten. Tijdens al zijn latere reizen heeft hij sculptuur die hem intrigeerde gefotografeerd. Dikwijls spelen foto’s van sculptuur, wandschilderingen of teksten een rol in zijn fotoboeken.

Het fotograferen van door anderen gemaakte beelden fascineerde hem omdat het een soort gelaagdheid in de realiteit van de foto aanbracht. Hij was op eenzelfde manier geboeid door xerografie. In 1988 exposeerde hij fotokopieën, voorzien van allerlei lay-out aanwijzingen, van de foto’s voor zijn boek Nippon Datta in het Canon Image Centre in Amsterdam.

Halverwege de jaren zeventig ging Van der Elsken het leven in de polder rond zijn boerderij in Edam fotograferen. Vooral de paarden die hij daar fokte en de zwanen die de sloten in de omgeving tot woonplaats hadden gekozen, vormden een dankbaar onderwerp. Maar ook het leven dat alleen met een microscoop is waar te nemen legde hij vast. De foto’s van de zwanen werden gepubliceerd in het boek Zomaar in een sloot ergens bij Edam, dat Van der Elsken voor wat betreft de tekst en lay-out overliet aan Hans Bouma om zich geheel te kunnen wijden aan het boek Eye Love You.

Van der Elskens fascinatie voor Japan ontstond min of meer bij toeval toen hij dit land in 1959 aandeed tijdens zijn wereldreis. Hij bleef er enkele weken en de cultuur en de mensen boeiden hem mateloos. In de loop van zijn leven bezocht hij Japan nog vijftien maal. In 1988 verscheen zijn magnum opus over dit land: De ontdekking van Japan.

Zijn fascinatie voor Japan bracht hij als volgt onder woorden: „Japanners zijn mooie, hele mooie mensen. (…) De interessante mannen in Japan zitten nog heel sterk vast aan de goede oude Samurai-kanten. En tegelijkertijd moeten ze min of meer leven met die moderne maatschappij, met z’n geld en z’n harde werken, oppervlakkigheid, consumptiepatronen en de televisie met de voortdurende commercials.” Het is de Japanse trots en het spanningsveld waarin het individu zich in het collectivistisch ingestelde Japan bevindt, dat Van der Elsken aanspreekt in deze cultuur. Als praktisch voordeel van het werken in Japan noemde hij het gegeven dat iedereen daar op de foto wil en hij zelfs zonder gevaar gangsters kon fotograferen.

Zijn band met Japan strekte zich ook uit tot Japanse uitgevers. In de loop der jaren verschenen daar vier fotoboeken van hem met werk dat grotendeels ook al in Nederland was gepubliceerd. Ook hield hij er vele tentoonstellingen.

Van der Elskens oeuvre is grotendeels op straat gemaakt na uren slenteren en zoeken naar zijn onderwerpen, zijn mensen. Als hij „een foto zag”, dan was er even het oogcontact. „Voortdurend de mensen aankijken en duidelijk maken wat je aan het doen bent.” Het contact was heel vluchtig, hooguit een of twee seconden, maar net genoeg om gerust te stellen en om medewerking te krijgen „en te laten zien dat je geen klootzak bent.” Het recht in de lens kijken en de spontane reactie van de gefotografeerde maakt dat de foto’s expressief zijn en sterk aanspreken. Meestal was Van der Elsken wat zonderling uitgedost met een bontmuts op of kralen en tanden om zijn nek. Al fotograferend – hij werkte vooral met Leica- en Nikoncamera’s – praatte hij dikwijls tegen zijn modellen en bewoog zich bijna dansend om hen heen. Zijn optreden riep een reactie op bij de degenen die gefotografeerd werden, hij daagde hen als het ware uit. Er is daardoor sprake van een vorm van regie. Een regie die sterk samenhangt met zijn persoonlijkheid en uitstraling en daardoor onnavolgbaar is. Hij verwoordde het zelf aldus: „Als ik op straat aan het fotograferen ben, dan ben ik gewoon iemand die enorm aanwezig is, die tien vierkante meter beheerst. Dan ben ik even de baas. Dat is mijn specialiteit geworden.” Van der Elsken fotografeerde veelal van dichtbij, met een groothoeklens, waardoor het beeld dikwijls nog directer en expressiever werd. Een enkele keer kwam het voor dat hij iemand fotografeerde die daar vervolgens bezwaren tegen maakte. Het betreffende negatief gebruikte hij dan niet.

Ed van der Elsken heeft ongeveer vijfentwintig fotoboeken op zijn naam staan. Vrijwel al deze boeken zijn ontstaan vanuit een zelf ontwikkeld concept, waar soms vooraf maar soms ook achteraf een uitgever voor is gezocht. Zelden heeft hij een fotoboek in opdracht gemaakt. In het geval van een opdracht heeft hij deze geheel op eigen wijze ingevuld. Een dergelijke onafhankelijke opstelling is – misschien met uitzondering van Cas Oorthuys – uniek voor een Nederlandse fotograaf.

In al zijn fotoboeken is in de vormgeving duidelijk de hand van de fotograaf te herkennen. De aflopende foto’s, de diepzwarte achtergronden en de afwisseling van volle pagina’s met veel beelden en rustige, dubbele pagina’s zien we in zijn eerste fotoboek Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés en zijn nog steeds te vinden in zijn boek De ontdekking van Japan. Of de boeken nu vormgegeven zijn door Anthon Beeke of Jurriaan Schrofer, ze worden allemaal gekenmerkt door een zelfde meeslepende compositie. Hoewel de foto’s dikwijls paginagroot worden afgebeeld en er daardoor weinig of geen ruimte is voor bijschriften, is de tekst toch een belangrijk onderdeel van zijn boeken. Meestal is deze door hemzelf geschreven. Van der Elskens schrijfstijl is heel direct. Hij formuleert zonder veel omhaal van woorden, het lijkt op spreektaal. Hij prikkelt graag en is dikwijls geestig. Zijn teksten zijn eigen aan zijn persoonlijkheid en dragen bij aan de persoonlijke sfeer in zijn boeken. In Jazz zijn de korte inleidingen door anderen verzorgd en in Bagara is het relaas uit zijn mond opgetekend. Behalve door zijn teksten creëerde hij zijn persoonlijke sfeer ook door intieme opnamen van zijn huiselijk leven. Het meest persoonlijk is zijn nooit voltooide fotoboek Wij wachten tot deze deur opengaat dat hij ook wel Livre de la Dance noemde, over zijn relatie met Ata Kando, hun leven in het appartement in Sèvres, de huiselijke ruzies en de opgroeiende kinderen. In 1954 zijn enkele foto’s voor dit boek gepubliceerd in het kerstnummer van het Drukkersweekblad en Autolijn. Ook Avonturen op het land uit 1980 is een zeer persoonlijk boek, dat voornamelijk het leven met zijn vrouw Anneke Hilhorst in het huis in de polder bij Edam tot onderwerp heeft. Twee voorbeelden van ‘bijschriften’ illustreren de sfeer die hij in zijn boeken oproept. Het eerste, uit Sweet Life, heeft poëtische kwaliteiten: „Sweet Life, sweet and sour, sweet and bitter. Wat zal ik hier gaan staan zwammen over ‘het leven’, over geluk, over happiness. Over ‘het is wèl goed op aarde’ of ‘het is slechts een tranendal, later in de hemel … enz.’ U weet het zelf. U moet het zelf maar weten: ongelooflijk, fantastic vind ik het hier, vind ik het leven, vind ik de dingen, de birds en the bees, de koe en het kalf en een heel paard half, de blanke top der duinen, het bronsgroen eikehout, John F. en Robert Kennedy, Picasso, Georges Brassens, Fidel Castro, Johannes de drieëntwintigste.” Het tweede, uit Amsterdam!, is een typische Van der Elsken-tekst bij een foto van meisjes op de Dam die lastig gevallen worden: „Het is inderdaad wel eens verdomd vervelend meisjes, dat eeuwige agressieve manlijke gedoe, je kan niet eens even lekker op het Dammonument zitten, maar jullie moeten wel proberen te begrijpen, dat wij ook maar gestuurd worden, in ons kruis gekieteld door de hand van de Grote Voortplanter.”

Dikwijls noteerde Van der Elsken ook achtergrondinformatie over de afgebeelde personen, het land, plaats of gebeurtenis die hij bezocht, altijd op een persoonlijke manier.

Ed van der Elsken heeft weinig vaste opdrachtgevers gehad. Een uitzondering was het maandblad Avenue, waarmee hij een vrij langdurige relatie heeft gehad. Van 1967 tot 1982 maakte hij ongeveer twintig buitenlandse en vijf binnenlandse reisreportages, veelal in kleur. De ideeën voor de bestemmingen kwamen dikwijls van hemzelf. Een aantal reportages maakte hij samen met bekende Nederlandse schrijvers als Harry Mulisch, Hugo Claus en Dick Hillenius. Deze combinatie van een bekend schrijver en een goede fotograaf was een idee van Joop Swart, de oprichter en hoofdredacteur van Avenue. In 1972 deed Van der Elsken verslag van de revolutie in Chili en schreef zelf de begeleidende tekst. Voor de reportages die hij daarna nog maakte voor Avenue verzorgde hij vrijwel altijd beeld en tekst. Veel van zijn Avenue werk gebruikte hij voor zijn boek Eye Love You.

Naast fotograaf was Ed van der Elsken ook cineast. Hij heeft een groot aantal korte en langere films gemaakt, meestal speciaal voor televisie. Hij begon met filmen in 1955, in de tijd dat hij veel samenwerkte met Jan Vrijman. In 1962 was hij camera-assistent bij Raoul Coutard, dè cameraman van de ‘Nouvelle Vague’-regisseurs. AVRO-regisseur Leen Timp huurde Van der Elsken in de jaren zestig in als cameraman voor korte filmpjes tijdens het programma Mies-en-scène. Timp bood hem de gelegenheid en het materiaal om veel te oefenen, zodat hij zichzelf het vak kon leren. Van der Elsken hanteerde de filmcamera in de jaren vijftig en zestig nogal onconventioneel. In tegenstelling tot wat toen voor de televisie gebruikelijk was – de camera op statief en de mensen goed belicht op een stoel ervoor – nam hij de camera op zijn schouder, bewoog en werkte met natuurlijk licht. Om snel, direct èn met synchroon geluid te kunnen filmen paste hij bestaande, maar niet praktische filmapparatuur aan zijn wensen aan.

Bij zijn filmwerk in de jaren zestig speelde zijn vrouw Gerda van der Veen een onmisbare rol. Zij zorgde voor de geluidsopname. Hun werk doorbrak de spanning die in de jaren zestig bestond tussen de ‘artistieke’ filmers en de televisiemakers. In de ogen van de eersten was televisiewerk minderwaardig, alleen film was kunst. Van der Elsken opereerde als iemand van buiten beide werelden en liet de expressieve mogelijkheden van televisie zien. Meer kansen kreeg hij in de loop van de jaren zestig bij de VPRO, voor welke omroep hij vanaf die tijd diverse films heeft gemaakt. Welkom in het leven, lieve kleine (over de geboorte van zijn zoon Daan Dorus) is een VPRO-film, evenals De verliefde camera, Avonturen op het land en Welkom in het leven, lieve kleine (bis).

In de jaren zeventig maakte hij – veelal samen met Anneke Hilhorst – een aantal films met een super-acht filmcamera, een handzame en goedkope camera oorspronkelijk bedoeld voor amateurs. Door met relatief goedkope apparatuur en materialen te werken – hetzelfde geldt in feite voor zijn dia-geluidseries – was hij in staat onafhankelijk te blijven. Zoals hij zijn fotoboeken voornamelijk in eigen hand hield, deed hij dat op den duur ook met zijn films. Hij bedacht het verhaal en regisseerde en filmde zelf. Zijn afscheidsfilm Bye over zijn ongeneeslijke ziekte is een indrukwekkend voorbeeld van zijn totaalkunstenaarschap.

Als filmer is een van de grootste verdiensten van Van der Elsken de introductie van de dynamische cameravoering geweest.

In de geschiedenis van de Nederlandse fotografie neemt hij een volstrekt unieke positie in. Zijn fotografie beweegt zich tussen de harde waarheid van Weegee, ‘l´instant décisif van Cartier-Bresson, de indringendheid van William Klein en de suggestieve beelden van Robert Frank. Maar bij Van der Elsken staat nog meer dan bij genoemden de mens centraal in zijn ‘condition humaine’.

In Nederland doorbrak hij in de jaren vijftig de gevestigde beeldconventies zowel in de film als in de fotografie. In de fotografie brak hij met het louter documentaire en introduceerde het expressieve element en de betrokkenheid van de fotograaf als mens en kunstenaar. Hoewel hij zeker oog had voor compositie en esthetiek was dat toch niet zijn belangrijkste invalshoek. Het ging hem er meer om zijn onderwerp, het leven, op zijn manier vast te leggen. Het grote aantal fotoboeken dat hij op eigen initiatief maakte, is in de geschiedenis van de fotografie in alle opzichten uniek te noemen, zowel in aantal als in vorm en inhoud.

Ed van der Elsken heeft zijn levenlang mensen gefotografeerd: trotse, blije, sombere, en vooral karaktervolle individuen. Oprechtheid was in zijn leven en ook in zijn fotografie een sleutelwoord. De laatste woorden in zijn laatste film zijn niet voor niets „Laat zien wie je bent”. Zijn uitzonderlijke levensstijl en zijn onvoorwaardelijke keuze voor het kunstenaarsbestaan heeft voor veel jonge fotografen een romantisch aureool gekregen. Het niet bereid zijn tot concessies maakte hem in de omgang overigens geen gemakkelijke persoon. Zijn fotografie heeft diverse Nederlandse fotografen beïnvloed. Zijn contrastrijke manier van afdrukken, zijn gestileerde doorgedrukte luchten inspireerden een generatie fotografen, onder wie Paul van den Bos, Willem Diepraam, Johan van der Keuken, Wim van der Linden, Bert Nienhuis en Koen Wessing.

Documentatie

Primaire bibliografie

belangrijkste fotoboeken:

Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés, Amsterdam (De Bezige Bij) z.j. (1956). (Duitse ed.: Ein Liebe, Hamburg (Rowohlt Verlag); Engelse ed.: A Love On The Left Bank, Londen (André Deutsch)).

Jan Vrijman (tekst), Bagara, Amsterdam (De Bezige Bij) z.j. (1958). (idem Franse, Engelse en Zuid-Afrikaanse ed.; Duitse ed.: Das echte Afrika, Hamburg (Hoffmann und Campe)).

Jan Vrijman e.a. (tekst), Jazz, Amsterdam (De Bezige Bij) 1959.

Sweet Life, Amsterdam (De Bezige Bij) 1966. (idem Engelse, Duitse Spaanse, Franse en Japanse ed.).

Eye Love You, Bussum (Van Holkema & Warendorf) 1977.

Hallo, Bussum (Van Holkema & Warendorf) 1978.

Amsterdam! Oude foto’s – 1947-1970, Bussum (Van Holkema & Warendorf) 1979 (2de ed.: Houten (Bruna) 1988).

Avonturen op het land, Bussum (Van Holkema & Warendorf) z.j. (1980).

Parijs! Foto’s 1950-1954, Amsterdam (Bert Bakker) 1981.

Amsterdam?, Amsterdam (Bert Bakker) 1984.

‘Are you famous?’ (La Grande Parade in het Stedelijk Museum Amsterdam), Amsterdam (Meulenhoff/Landshoff) 1985.

A. de Swaan (voorwoord), Jong Nederland, adorabele rotzakken, 1947-1987, Amsterdam (Bert Bakker) 1987.

Nippon Datta, Tokio 1987.

Jazz 1955-1959.61, Tokio (Libroport Co. Ltd.) 1988.

De ontdekking van Japan, Amsterdam (Fragment) 1988.

J. Bernleff (inl.), Jazz, Amsterdam (Fragment) 1991 (met foto’s).

Evelyn de Regt e.a. (tekst), Once Upon A Time, Amsterdam (Fragment) 1991 (met foto’s).

Photography = Engagement, in Camera 33 (januari 1954) I, p. 16-23 (met foto’s).

Why did Roberto leave Paris, in Picture Post 6, 13, 20, 27 februari 1954.

Nederlandse fotograaf Van der Elsken (Parijs) over Nederlandse fotografie, in Focus 39 (26 juni 1954) 13, p. 322-323.

Jurriaan Schrofer (tekst), Beeldroman van het alledaagse, in Drukkersweekblad en Autolijn 1954 (Kerstnummer), p. 58-69.

Ik durf niet te signeren, in Het Parool 26 januari 1955.

Vrij Nederland 3 augustus 1955.

Vrij Nederland 27 augustus 1955.

Vrij Nederland 3 september 1955.

Vrij Nederland 12 november 1955, p. 3.

Vrij Nederland 19 november 1955, p. 5.

Kalender Parijs. Foto’s van Ed van der Elsken, Amsterdam (J.J. Kuurstra) 1957.

Horror on safari …, in Sunday Graphic 14 december 1958.

Catalogus tent. Ed van der Elsken, Schiedam/Breda (Stedelijk Museum Schiedam/Cultureel Centrum ‘De Beyerd’) 1959.

Maak iets van je leven, in Taboe 1 (1961), p. 22-28 (met foto’s).

Jan Vrijman (tekst), Musique barbare van Karel Appel, Baarn 1963 (met grammofoonplaat).

Du september 1963.

Plaatjes kijken in Oberhausen, in Algemeen Handelsblad 15 februari 1964.

Catalogus tent. Ed van der Elsken, Amsterdam (Stedelijk Museum) 1966 (catalogus nr. 399).

Wereldreis in foto’s. (4 delen), z.p. (Leeuwarden) (Coöp. Condensfabriek ‘Friesland’) z.j. (1967/1968).

Anthon Beeke e.a., Alphabet, Hilversum (Steendrukkerij De Jong en Co) 1970.

Peter Lichtenauer (tekst), (artikelen m.b.t. Aktie Bangladesh), in Margriet (24 mei 1975) 20 t/m (16 augustus 1975) 32 (met foto’s).

Over Tajiri, in Catalogus tent. Spiegels met herinneringen. 101 Daguerreotypieën van Tajiri, Amsterdam/Eindhoven (Stedelijk Museum/Stedelijk Van Abbe Museum) 1976.

Hans Bouma (tekst), Zomaar in een sloot ergens bij Edam, Bussum (Van Holkema & Warendorf) 1977.

Ed van der Elsken. Het moment. Foto’s met commentaar, genoteerd door Max Pam, in De Revisor & (december 1979) 6, omslag, p. 32-39.

Lente in de polder, in Margriet (21 maart 1980) 12, omslag, p. 18-23.

Vervloekt die Hmongs, in Zero 2 (juni/juli 1980) 4, p. 32-49 (met foto’s).

Ze vermoorden de Hmongs! Gifgas. De atoombom van de arme landen, in Zero 2 (juni/juli 1980) 4, p. 50-55.

Mijn jonge jaren in Parijs, in Zero 2 (oktober 1980) 6, p.54-65 (met foto’s).

Autografie, in Zero 3 (maart 1981) 1, p. 92-93 (met foto’s).

Welkom in het leven, lieve kleine (bis), in VPRO (gids) (23 t/m 29 januari 1982) 4, p. 12.

Fotografie Ed van der Elsken, in Capi-Lux Vakinformatie juni 1982, p. 11.

Elsken: Paris 1950-1954, Tokio (Libroport Co. Ltd.) 1985.

Catalogus tent. San-jeruman-de-pure no koi (L’amour a Saint des Prés), Tokio 1986.

Japan, geen mysterie, een puzzel, in Vrij Nederland- Bijvoegsel (9 januari 1988) 1, omslag, p. 12-26 (met foto’s).

Op straat in Zuid-Korea. Het (foto)dagboek van Ed van der Elsken, in Vrij Nederland-Bijvoegsel (17 september 1988) 37, p. 10-19 (niet foto’s).

Nogmaals op straat in Zuid-Korea, in Vrij Nederland- Bijvoegsel (24 september 1988) 38, p. 17.

Dat bedenkt geen schrijver, in NRC Handelsblad 30 december 1988.

Natlab, Eindhoven (Philips Natuurkundig Laboratorium) 1989.

Afrika, Tokio (Libroport Co. Ltd.) 1990.

in Avenue:

Cuba, (december 1967) 12, p. 119-138 (met foto’s).

Djerba, (januari 1968) 1, p. 94-109 (met foto’s).

Zuid-Afrika, (juni 1968) 6, omslag, p. 110-129, 149 (met foto’s).

Hugo Claus en Ed van der Elsken, Suite Flamande, (oktober 1968) 10, omslag, p. 72-90 (met foto’s).

Madagascar het grote ei-land, (april 1969) 4, p. 191-201 (met foto’s).

Ed van der Elsken en A. de Swaan, New York City. Nu het nog tijd is, (mei 1969) 5, p. 116-121 (met foto’s).

Sport. Aan de grenzen van de kracht, (juni 1969) 6, p. 152-167 (met foto’s).

Ed van der Elsken en Aad van der Mijn, Portugal, (oktober 1969) 10, omslag, p. 136-158 (met foto’s).

Ski. Lange, platte, houten sneeuwschaats, aan de voorkant een weinig gebogen, (december 1969) 12, p. 138-149 (met foto’s).

Ed van der Elsken en Peter van Oss, Schiphol waar een wereld neerkomt, (februari 1970) 2, omslag, p.96-109 (met foto’s).

Aad van der Mijn en Ed van der Elsken, Van grote platte plaats naar grote platte plaats en verder, (april 1970) 4, omslag, p.60-73 (met foto’s).

Dick Hillenius en Ed van der Elsken, Onze rijksgenoten de Akoerio’s. Nieuws uit de steentijd, (juni 1970) 6, omslag, p. 112-137 (met foto’s).

Ed van der Elsken en Nico Scheepmaker, Moskou, (november 1970) 11, p. 104-121 (met foto’s).

Ed van der Elsken en Hugo Claus, Tanzania. Wieg van het socialisme in Afrika, (december 1970) 12, p. 50-67, 69, 71, 73, 75, 77, 79, 81, 83, 85 (met foto’s).

Ed van der Elsken en Frits Oppenoorth, Wat is Psychopolis?, (februari 1971) 2, p. 60-66 (met foto’s).

Leve Chili verdomme, (maart 1972) 3, omslag, p. 55-73 (met foto’s).

Ed van der Elsken en Anke Brusse, Londen adelt alle rages, (juli 1972) 7, p. 68-77 (met foto’s).

Hoe doen zij dat op reis? Maanschieten en vliegtuigje kapen, (januari 1974) 1, p.9.

We gaan naar Hong Kong, (februari 1974) 2, p.98-109 (met foto’s).

Wie is er bang voor Tsjang Kai-Tsjek, (juni 1974) 6, p. 52-66 (met foto’s).

Boerenlust en leven, (september 1974) 9, p. 46-55 (met foto’s).

Bangladesh, (juni 1975) 6, p. 108-114 (met foto’s).

Marseille Marseillais Marseillaise, (juli 1975) 7, p. 28-37 (met foto’s).

Vissen voor je brood, (februari 1976) 2, p. 54-59 (met foto’s).

Pathos in Japan, (juli 1976) 7, p. 96-103 (met foto’s).

Had ik maar het delicate van de olifant, (maart 1977) 3, p. 3, 126-135 (met foto’s).

Ed van der Elsken en Anneke Hilhorst, Polen, gevangenen in eigen huis, (februari 1979) 2, p.66-77 (met foto’s).

Philip Mechanicus (tekst), De straten van Amsterdam. Ed van der Elsken fotografeert, (augustus 1979) 8, p. 3, 76-91 (met foto’s).

Marilyn in meervoud, (augustus 1982) 8, p.48-53 (met foto’s).

(reisverhalen) in De Katholieke Illustratie:

(1959) 39, p. 16-17.

(1959) 40, p. 44-45.

(1959) 45, p. 46-47.

(1959) 48, p. 38-39.

(1959) 51, p. 26-27.

(1960) 8, p. 27-29.

(1960) 9, p-24-27.

(1960) 10, p. 4-6.

(1960) 13, p. 34-36.

(1960) 16, p. 4-6.

(1960) 19, p. 24-26.

(1960) 24, p. 28-30.

(1960) 28, p. 12-14.

(1960) 32, p. 30-32.

(1960) 35, p. 14-17.

(1960) 46, p. 33-35.

(1960) 51, p. 38-41.

Bart Middelburg (tekst), Ed van der Elsken (foto), Eds Amsterdam, in Het Parool:

Procédé, 16 juni 1983.

Sparen, 29 juni 1983, p. 1.

Salade, 14 juli 1983.

Meneer De Vries, 16 juli 1983.

Puzelen, 21 juli 1983.

Lachen, 23 juli 1983.

Service!?, 28 juli 1983, p. 4.

Orde, 9 augustus 1983, p.5.

Durven, 17 augustus 1983.

De leukste, 25 augustus 1983.

Posterioriteiten, 23 september 1983, p. 5.

Uitzonderingen, 24 september 1983, p.5.

Logeren, 30 september 1983, p. 5.

Rompslomp, 1 oktober 1983.

foto’s in:

Le Parisien 31 mei 1951.

Radar 10 juni 1951.

La vie catholique illustrée 6 juli 1952, omslag.

Illustrierte Berliner Zeitung 17 augustus 1952.

De Zondagsvriend 25 september 1952.

Billed Bladet 16 december 1952.

H. de Vries, H. Redeker en P. Klaassen (red.), De ramp, Amsterdam (Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels) 1953, p. 35, 60, 71, 78, 82, 85.

The New York Times 26 juli 1953.

Revue 21 november 1953

Camera januari 1954 (omslag).

De Groene Amsterdammer 13 februari 1954.

Wereldkroniek 25 september 1954.

Wereldkroniek 2 oktober 1954.

Wereldkroniek 9 oktober 1954.

Wereldkroniek 15 oktober 1954.

Vrij Nederland 20 november 1954.

Catalogus tent. The Family of Man, New York (Museum of Modern Art) 1955.

Photography Year Book 1955, p . 7 1 , 168.

Grafia 24 maart 1955, omslag.

Chicago Daily Tribune 10 juni 1955.

De Groene Amsterdammer 11 juni 1955.

Het Vrije Volk 20 juni 1955.

Vrij Nederland 24 december 1955.

Vrij Nederland 31 maart 1956.

Deutsche Zeitung und Wirtschaftszeitung 10 november 1956.

Schwäbische Landeszeitung 10 november 1956.

PS. Wekelijks bijvoegsel van het Parool 24 november 1956.

Welt am Sonntag 2 december 1956.

Pol Kleijn, Uit de lik geklapt, Amsterdam (De Bezige Bij) 1957, omslag.

Catalogus tent. Fotografie als uitdrukkingsmiddel, Eindhoven/Arnhem (Stedelijk Van Abbe-Museum/Gemeente-museum) 1957/1958.

Neue Illustrierte 12 april 1958.

Paul Rodenko en G.S.K. Blaauw, Vuur aan zee, IJmuiden (Hoogovens) 1958, p. 16-17, 26, 28, 32, 35-37, 50, 60-61, 71, 74-75, 79.

Photography Year Book 1959, p. 2-3, 194.

MD. Medical Newsmagazine maart 1959.

Die Zeit maart 1959.

Stuttgarter Nachrichten 26 maart 1959.

Twen 1 1960, omslag, p. 49-50, 52-53.

Taboe (1961) 2, p. 60, 63-64.

Taboe (1961) 3, p. 44-45, 47.

Bibeb (tekst), Dans theater, Utrecht (Bruna & Zoon) 1961, afb. 1-48 (serie: Zwarte Beertjes 258/259).

Jan Vrijman, De werkelijkheid van Karel Appel, Amsterdam (De Bezige Bij) 1962 (serie: Geïllustreerde Reuzenpocket 6).

Photography Year Book 1962, pl. 28-32, p. 199.

Museumjournaal 8 (april/mei 1963) 8/9, p. 245-246.

Han de Vries (samenstelling en vormgeving), Foto grafie, in Drukkersweekblad en Autolijn (1963) 52 (Kerstnummer), p. 52- 54.

Photography Year Book 1963, pl. 91.

The Times 5 december 1964.

(reclame voor bier), in Algemeen Handelsblad 8 november 1965.

(reclame voor bier), in Algemeen Handelsblad 29 november 1965.

(reclame voor bier), in Algemeen Handelsblad 13 december 1965.

(reclame voor bier), in Nieuwe Rotterdamsche Courant 3 januari 1966.

(reclame voor bier), in Algemeen Handelsblad 17 januari 1966 (idem in Nieuwe Rotterdamsche Courant).

(reclame voor bier), in Algemeen Handelsblad 31 januari 1966 (idem in Haagsche Courant en Nieuwe Rotterdamsche Courant).

(reclame voor bier), in Nieuwe Rotterdamsche Courant 14 februari 1966.

(reclame voor bier), in Haagsche Courant 28 februari 1966.

(reclame voor bier), in Haagsche Courant 14 maart 1966.

(reclame voor bier), in Haagsche Courant 28 maart 1966.

(reclame voor bier), in Algemeen Handelsblad 12 april 1966 (idem in Haagsche Courant).

Theater Jaarboek (1966/67) 16.

A. de Swaan, Amerika in termijnen. Een ademloos verslag uit de USA, Amsterdam (Polak & Van Gennep) 1967, na p. 8, na p. 40, na p. 72, na p. 136, na p. 168.

Revue 7 oktober 1967.

Camera Mainichi (1975) 2.

Fons Elders, Lucht water vuur aarde, Bentveld-Aerdenhout (Landshoff) 1977, p. 6, 8-12, 22-23, 27, 39-39, 55, 58-59, 67, 74, 76, 80, 89.

Margriet (20 oktober 1978) 42.

Evert Werkman, Waterlooplein, Amsterdam/Brussel (Elsevier) 1979.

Catalogus tent. Het Portret door 35 Nederlandse fotografen, Amsterdam (Canon Photo Gallery) 1980.

Zero 1 (april 1980) 2, p. 33, 37.

Margriet (29 mei 1981) 22, p. 90.

(Folder) De omroep in Nederland. Foto opdracht, Amsterdam (Rijksmuseum) 1982.

Catalogus tent. Sandberg. Typograaf en museumman, Amersfoort (De Zonnehof) 1982.

ANWB Kampioen januari 1983, p. 56.

NRC Handelsblad 4 januari 1984, Supplement, p. 3.

Holland Herald 19 (1984) 8, omslag, p. 3, 34-39.

Man 13 (1985) 5, p. 24-27, 29, 30-31.

Wim Koehler en Siemon Smid (red.), De kenniseconomie van Japan. Wetenschap en industrie voor de 21e eeuw, Hoogezand (Stubeg) z.j. (1986).

Trouw 5 juli 1986.

Vrij Nederland 20 december 1986.

Foto & Doka (januari 1987) 1, p. 91 (reclame voor Agfa).

Perspektief (juni 1987) 28/29, p. 40-41.

De Volkskrant 9 september 1989.

De Volkskrant 23 september 1989.

Jan Blokker, De kwadratuur van de kwattareep. Zestig jaar collectieve propaganda voor het Nederlandse boek, Amsterdam (CPNB) 1990, p. 127-128, 178-179, 191.

Catalogus tent. Op reportage. 25 jaar Avenue-reisfotografie, Amsterdam/Den Haag (Focus/SDU) 1990, p. 11, 14-15, 24-25, 32.

Mirador 26 april 1990.

Vrij Nederland-Bijvoegsel (7 juli 1990) 27, p. 9.

Karin van Gilst, Tiny Poppe en Andrea Tafoya (produktie), Top 40 van de Nederlandse fotografie, in Nieuwe Revu (2-9 augustus 1990) 32, bijlage, p. 1, 8, 10, 13, 21.

De Volkskrant 5 januari 1991, Het Vervolg, p. 9.

in Avenue:

(juli 1969) 7, p.24, 27, 29, 31.

(november 1969) 11, omslag, p. 66-67.

(december 1969) 12, p. 84-87.

(mei 1970) 5, p. 124-131.

(juli 1970) 7, omslag, p. 96-98, 100-101, 103.

(augustus 1970) 8, p. 10-15.

(september 1970) 9, p. 76-79, 152, 154-155, 157.

(september 1971) 9, omslag, p. 34-37, 39-40, 42, 44.

(september 1975) 9, p. 176, 178-181.

(juni 1976) 6, p. 38-40.

in Het Parool:

14 juni 1951.

28 maart 1952.

30 oktober 1953.

13 november 1953.

27 november 1953.

24 februari 1955.

26 maart 1955.

27 april 1955.

3 maart 1956,

2 januari 1957.

7 mei 1957.

11 juli 1957.

2 januari 1958.

17 maart 1958.

25 april 1958.

12 juli 1958.

27 november 1958.

7 februari 1961.

8 februari 1961.

9 februari 1961.

10 februari 1961.

Secundaire bibliografie

Jacob Deschin, European pictures, in The New York Times 31 mei 1953.

Auteur onbekend, Foto’s over de grenzen, in De Telegraaf 25 juni 1953.

Auteur onbekend, Europese fotokunst in New Yorks museum, in Het Parool 1 augustus 1953.

Jan Vrijman, Andere foto’s, in Vrij Nederland 27 februari 1954.

D.B. (= Dick Boer), Noot van de redactie onder artikel van Van der Elsken, in Focus 39 (26 juni 1954) 13, p. 324-325.

G.A.W. W. e.a., Van der Elsken over Nederlandse fotografie. Reacties op het artikel over deze Nederlandse fotograaf in Parijs, verschenen in Focus nr 13 van dit jaar, in Focus 38 (4 september 1954) 18, p. 454-455.

R-r, Ed van der Elsken exposeert in Chicago. Veel waardering in de pers, in Het Parool 11 juni 1955.

Auteur onbekend, As we see it, in This week in Chicago 18 juni 1955.

Kenneth Shopen, Camera catches tragedy, gayety of Parisian Bohemia, in Chicago Dailey News 24 juni 1955.

Auteur onbekend, Photos catch Paris life, in Minneapolis Daily Tribune 17 juli 1955.

Auteur onbekend, Ed van der Elsken exposeert in Hilversum, in Het Parool 19 april 1956.

Auteur onbekend, Ed van der Elsken exposeert collectie markante foto’s, in Gooi- en Eemlander 21 april 1956.

Auteur onbekend, Ed van der Elsken exposeert zijn werk in Hilversum, in Het Parool 23 april 1956.

W.K. van Loon, Vivisectie met de camera. Ed van der Elsken boort in de mens, in Het Vrije Volk 24 april 1956.

C.A.S., Fotografie van een felle expressie, in Nieuw Utrechts Dagblad 28 april 1956.

Kees Fens, Ed van der Elsken, in De Linie 19 mei 1956.

El, Kinder der Nacht, in Frankfurter Rundschau 10 november 1956.

Heinz Ohff, Photographische Poesie, in Bücher Kommentare 15 november 1956.

B., Schwarzbuch der Liebe, in Weser-Kurier 15 november 1956.

Auteur onbekend, Jugend im Schatten einer grosser Stadt, in Neue Ruhr-Zeitung 17 november 1956.

Auteur onbekend, Jugend im Schatten einer grossen Stadt, in AZ Saarbrücker Allgemeine Zeitung 24 november 1956.

G.H.M. van Huet, De bloemen van het Boze, in Haagsche Post 24 november 1965.

Ernst von Glasersfeld, Unter dem Christbaum 1956, in Der Standpunkt 30 november 1956.

Auteur onbekend, Liebe in Saint Germain des Prés, in Frankfurter Neue Presse 1 december 1956.

Auteur onbekend, Liebe in Saint Germain des Prés, in Der Tagesspiegel (Berlijn) 2 december 1956.

Christian Ferber, Liebe in Saint-Germaindes- Prés. Ein neues Fotobuch – entsetzlich, aber schön, in Kölner Stadt-Anzeiger 8 december 1956.

Friedrich Luft, Photographische Novellistik, in Süddeutsche Zeitung 8 december 1956.

Karl Bachler, Schwarzbuch der Liebe, in Rhein-Neckar-Zeitung 8/9 december 1956.

Mea Blazer-Dekker e.a., ‘Een liefdesgeschiedenis in Saint- Germain-des-Prés’. Verschil van mening over schokkend Parijs foto-boek, in Vrij Nederland 15 december 1956, p. 5.

Peter Pollack, The picture history of photography, from the earliest beginnings to the present day, New York (Harry N. Abrams) 1958, p.470-479 (met foto’s).

Auteur onbekend, Met de camera op jacht in donker Afrika, in Het Parool 28 februari 1958 (met foto’s).

Theo Ramaker, Op jacht in de jungle met geweer en camera, in Het Parool 5 april 1958 (met foto’s).

V.d. Kraan, Bagara, in Vrij Nederland 16 augustus 1958.

Peter Hunter, The GKf. A federation of photographers in Amsterdam, in Photography oktober 1958, p. 27, 61.

Auteur onbekend, Bagara. Fotografische visie op Equatoriaal Afrika, in Haagse Couran 4 oktober 1958.

H. Croesen, Ed van der Elsken toont in ‘Bagara’ fotografisch natuurtalent, in Algemeen Dagblad 11 oktober 1958.

Auteur onbekend, ‘Bagara’: nieuw fotoboek, in Rotterdams Nieuwsblad 17 oktober 1958.

Kees Fens, Bagara. Een fotoboek uit equatoriaal Afrika door Ed van der Elsken, in De Linie 25 oktober 1958.

Auteur onbekend, Bagara, in Rotterdams Parool 15 november 1958.

R. Nieman, Afrika in foto’s, in Elsevier 22 november 1958.

Auteur onbekend, Bagara, in De Zondagsvriend 18 december 1958.

Auteur onbekend, Pragstuk vir sy prys, in Die Bijvoegsel tot die Burger 20 december 1958.

Jan Vrijman (tekst), Ed van der Elsken, Schiedam/Breda (Stedelijk Museum/Cultureel Centrum ‘De Beyerd’) 1959 (met foto’s).

Auteur onbekend, Van der Elsken: Bagara, in Haagse Post 3 t/m 10 januari 1959.

Mendl Jacobs, Startling pictures of Africa, in Cape Times 7 januari 1959.

Auteur onbekend, Dramatiese prente oor Afrika, in Die Transvaler 14 januari 1959.

J.M.S., Fotografiese kuns gesien in sy diepste wese, in Die Grenswag 23 januari 1959.

Auteur onbekend, Bagara, in Big Game 28 januari 1959.

Auteur onbekend, Bagara by Ed van der Elsken, in The Chronicle Bulawayo 30 januari 1959.

Auteur onbekend, „Bagara”: beweging in dynamische foto’s, in Provinciale Zeeuwse Courant 5 maart 1959.

Auteur onbekend, Foto-expositie van Ed van der Elsken, in Nieuwe Schiedamse Courant. 25 maart 1959.

Auteur onbekend, Artistieke foto-expositie geopend in het museum, in Rotterdams Nieuwsblad 25 maart 1959.

Auteur onbekend, Museum exposeert boeiende foto’s van Ed van der Elsken, in De Schiedammer 25 maart 1959.

Auteur onbekend, Fototentoonstelling van Van der Elsken geopend, in Trouw 25 maart 1959.

Auteur onbekend, Museumaula stampvol bij opening expositie, in Het Vrije Volk 25 maart 1959.

J.L., Mensen in hun activiteit betrapt, in Nieuwe Schiedamse Courant 4 april 1959.

L.W.S., Ed v.d. Elsken leeft om te fotograferen, in De Schiedammer 11 april 1959.

Piet Begeer, Prachtige foto’s van Ed van der Elsken, in Het Vrije Volk 15 april 1959.

R. Nieman, Reizen om te fotograferen, in Elsevier 18 april 1959.

Auteur onbekend, Der schwarze Kontinent…, in Süddeutsche Zeitung 25 april 1959.

Cs, Bilder aus Afrika, in Stuttgarter Zeitung 29 april 1959.

Auteur onbekend, Ed van der Elsken – leven om te fotograferen, in Nieuwe Rotterdamse Courant 13 mei 1959.

I.K., Das echte Afrika, in Telegraf (Berlijn) 24 mei 1959.

Auteur onbekend, Bagara, in Het Vaderland 13 juni 1959.

R. Nieman, Het inferno van de Jazz. Nieuw fotoboek van Ed van der Elsken, in Elseviers Weekblad 11 juli 1959.

Auteur onbekend, Jazz, in De Bussumse Courant 6 oktober 1959.

Auteur onbekend, Jazz. Een nieuw fotoboek van Ed van der Elsken, in Vooruit 8 oktober 1959.

K.F., Jazz, ‘va De Linie 17 oktober 1958, p. 1, 7.

Auteur onbekend, Mensen in de jazz, in Nieuw Utrechts Dagblad 24 oktober 1959.

Dirk L. Broeder, Jazz. Een bijdrage tot onderlinge begrip, in Het Journaal 14 (november 1959) 2.

Auteur onbekend, Ed van der Elsken fotografeerde in Concertgebouw jazz, in Algemeen Handelsblad 2 november 1959.

T. de J., Ed van der Elsken kiekt jazz, in Het Vrije Volk 3 november 1959.

Vk, De indiscretie van de momentopname. Ed van der Elsken fotografeerde de Jazz, in De Groene Amsterdammer 7 november 1959.

Auteur onbekend, Van der Elsken, in Provinciale Zeeuwse Courant 7 november 1959.

J.D. de Jong, Eerste verzameling in Europa foto’s ‘an sich’. Foto-expositie Stedelijk Museum Amsterdam, in Friese Koerier 19 november 1960.

L. Fritz Gruber (samenstelling), Grosse Photographen unseres Jahrhunderts, Düsseldorf/Wenen (Econ) 1964, p. 198-201 (met foto’s).

Auteur onbekend, Lieve kleine, in Nieuwe Rotterdammer 16 januari 1964.

Henk Enkelaar, Ed van der Elsken. ‘Ik heb nu m’n draai gevonden’, in De Nieuwe Linie 25 januari 1964, p. 1, 12- 13.

Hans Moltzer, Wantrouwen tegen reclame nog groot. Nederlander laat zich liever door cijfers dan door verbeeldingskracht overtuigen, in Haagsche Courant 9 juli 1966.

Hans Moltzer, Het wantrouwen tegen de reclamewereld, in Leidsch Dagblad 9 juli 1966.

Auteur onbekend, Foto-expositie van Ed van der Elsken, in Haagsche Courant 10 september 1966.

Auteur onbekend, Ed van der Elsken: ‘Een frustrerend bestaan’, in Haagsche Post 10 september 1966.

P.L. van der Vliet, Ed van der Elsken: ‘Hee, zie je dat?’, in De Volkskrant 10 september 1966.

Auteur onbekend, Foto’s in Stedelijk. Ed van der Elsken met zijn camera op ontdekkingstocht: ‘Hee…zieje dat?’, in Het Parool 14 september 1966.

Auteur onbekend, Ed van der Elsken neemt afscheid, ‘Hee, zie je dat?’ Orgie van beelden, in Het Centrum 20 september 1966.

Auteur onbekend, ‘Hé, zie je dat?’ Een orgie van beelden. Ed van der Elsken houd afscheidsexpositie, in Het Binnenhof 21 september 1966.

Auteur onbekend, Beeldige Petra op papier, in De Volkskrant 22 september 1966.

Ben Kroon, Ed van der Elskens foto’s ten afscheid, in De Tijd 24 september 1966.

Auteur onbekend, Ed v.d. Elsken met werk op Expo’67, in Het Vaderland 17 oktober 1966, p. 6.

Aad van der Mijn, Ed v.d. Elsken: Moet je nou eens kijken, zeg!, in Het Parool 29 oktober 1966.

W.J., Kennedy-moord, Picasso en Multatuli in weekend-documentaires, in Het Parool 6 maart 1967.

Hanneke Meerum Terwogt, Vrouwen van Amsterdam, Amsterdam (Foton) 1970, ongepag. (met foto’s).

Auteur onbekend, Ed v.d. Elsken staatsprijs filmkunst, in Het Vaderland 5 oktober 1971.

Henk Schaaf, ‘Als ze me de kans geven, word ik ‘s werelds eerste video-columnist!’, in Noordhollands Dagblad 7 oktober 1971.

Ko Boos, Ed van der Elsken en de massale jacht-slachtpartij in Warder: Ziedende cineast schoot bij Moordenaarsbraak foto’s van fauna-vijanden, in Noordhollands Dagblad 7 oktober 1971.

Wim Kuipers, Ed van der Elsken cursiefjesschrijver in filmbeelden, in Eindhovens Dagblad 16 oktober 1971.

Auteur onbekend, Ed van der Elsken: Het gaat gewoon om toffe meiden, in Eva 22 september 1972, p. 58-63 (met foto’s).

Joost van den Hoof, Ed van der Elsken, in Het Vrije Volk 21 februari 1975.

Auteur onbekend, Den Uyl schrikt van gevecht bij foto-prijsuitreiking, in Nieuwsblad van het Noorden 17 april 1975.

Auteur onbekend, Op de vuist onder het oog van Den Uyl, in Het Vaderland 17 april 1975.

Auteur onbekend, Kaakslag bij prijsuitreiking, in Het Vrije Volk 17 april 1975.

Hanny van den Horst, Memo hoofdredaktie, in Margriet (24 mei 1975) 21, p. 2.

Auteur onbekend, Amsterdamse opdrachten, in Cosa 26 (juni 1975) 3.

Auteur onbekend, Hier is: Ed van der Elsken, in Televizier (24 juni 1976) 24.

Bas Roodnat, De beste fotograaf van Edam. Ed van der Elsken over zijn werken en leven. Interview, in NRC Handelsblad 26 juni 1976.

Auteur onbekend, Van der Elsken maakt ‘vesting’, in Het Parool 12 oktober 1976.

Catalogus tent. Eye Love You, Bussum (Van Holkema en Warendorf) 1977.

Catalogus tent. Foto’s voor de stad. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1971-1976, Amsterdam (Amsterdams Historisch Museum) 1977.

Bas Roodnat, Van der Elsken maakt zo mooi mogelijk fotoboek, in NRC Handelsblad 29 maart 1977.

Anna Beeke, Ed van der Elsken: ‘Matisse en Van Gogh? Aardige collega’s’, in Hollands Diep 3 (9 april 1977) 7, p. 30-33.

Auteur onbekend, ‘Eye love you’: Het mensenboek van fotograaf Ed van der Elsken, in Nieuwe Apeldoornse Courant 23 april 1977.

Els Barents (red.), Fotografie in Nederland 1940-1975, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1978, p. 22, 26-30, 32-33, 60-61, 113, 116, 118, 120-124, 126 (met foto’s), losse biografie.

Els Barents en Evert Rodrigo (samenstelling), Fotografie in Nederland 1940/75, in Stedelijk Museum (22 december 1978 – 4 februari 1979) extra bulletin.

Forum Audio-visueel. Programma Forum 79, Middelburg (Kultureel Centrum Kuiperspoort) 1979.

Willem K. Coumans, Fotografie in Nederland ouderwets en onvolledig, in Foto 34 (maart 1979) 3, p. 36-41.

Wouter Klootwijk, Een tijdperk. Uit het archief van Ed van der Elsken, in De Volkskrant 31 maart 1979, p. 35 (met foto’s).

Auteur onbekend, Van der Elsken’s Amsterdam in Historisch Museum, in Haarlems Weekblad 4 april 1979.

Mathilde Visser, Over Ed van der Elsken’s Amsterdam, Jean Ruiter en andere foto’s in musea, in Het Financieele Dagblad 20 april 1979

Cees Veltman, Fotograaf Ed van der Elsken: Ik raad ieder jong mens aan weg te gaan uit Nederland, in Hervormd Nederland 12 mei 1979, p. 3-4.

A. Kuiper, De jaren zestig. Overgang naar nieuw levenspatroon in Nederland, in Magazijn (oktober 1979) 82.

Auteur onbekend, Stadsjongen filmde beestjes in polder. Van der Elsken verbaast zich over natuur, in Algemeen Dagblad 28 maart 1980.

Harry Hosman, Ed van der Elsken. Ik ben een enorme blitskikker, in VPRO (gids) (29 maart-5 april 1980) 13, p. 3-6.

Auteur onbekend, Avonturen op het land. Ed van der Elsken fotografeert thuis, in Avenue (april 1980) 4, p. 156-157 (met foto’s).

José van Breukelen, Ed van der Elsken zet nood in de wereld op de foto, in Het Binnenhof 3 mei 1980.

Aad Flapper, Portretfoto’s vol afwisseling. Expositie : Van ‘totaal oninteressant’ tot ‘hoog niveau’, in Het Parool 15 juli 1980.

Janny Poley, Ed van der Elsken, in Perspektief (maart 1981) 6, p.8-13 (met foto’s).

Ben Haveman, ‘Ah bon, ik ben een broodvechtertje’, in De Volkskrant 30 maart 1981.

B.V. (= Bas Vroege), Parijs!, in Perspektief (mei 1981) 7, p. 28.

Bas Roodnat, Vier jaar Parijs. Fotoboek van Ed van der Elsken, in NRC Handelsblad 1 mei 1981.

Willem K. Coumans, Toen Ed van der Elsken de wereld ontdekte. Parijs 1950-1954, in Foto 36 (juni 1981) 6, p. 54-55 (met foto’s).

Auteur onbekend, Qbus brengt ‘portretfotografie’ als expositie, in Weekblad voor de Bollenstreek 10 juni 1981.

Auteur onbekend, Zwart/witte beelden van Amsterdam. Documentaire fotografie in Museum Fodor, in Haarlems Dagblad 17 juni 1981.

Marleen Kox, Verslag onderzoek fotoarchieven. (Samengesteld in opdracht van de Stichting Nederlands Foto-Archief), Amsterdam, juli 1981.

Kees Van Beijnum, ‘Ik heb nog zoveel te vertellen’. Kees van Beijnum in gesprek met Ed van der Elsken, in Foto 36 (juli 1981) 7, p. 54-60 (met foto’s).

Carole Naggar, Dictionnaire des photographes, Parijs (Seuil) 1982, p. 399-400.

Ingeborg Th. Leijerzapf, Niederlande: Die Emanzipation der kreativen Fotografie nach 1945, in Andreas Muller-Pohle (samenstelling), Fotografie in Europa heute, Keulen (DuMont) 1982, (dumont foto 4), p. 54-57.

EB (= Els Barents), Veranderingen in de fotojournalistiek 1960-’80, in Stedelijk Museum 9 april t/m 11 juli 1982, p. 43- 44.

Bas Roodnat, Een brandpunt van non-conformisme. Amsterdam gefilmd door Ed van der Elsken, in NRC Handelsblad 24 september 1982.

Michel Szulc Krzyzanowski, Fotografie. Een blamage voor het Stedelijk Museum, in Zero 4 (oktober 1982) 6, p. 99.

Anneke Hilhorst, Dagboek van een beginneling, Amsterdam (Bert Bakker) 1983 (met foto’s).

Bart Middelburg, Ed van der Elsken: ‘Bereisde Roel back home, in Het Parool 15 juni 1983, p. 13.

John Jansen van Galen, Een off-beat fotodier, in Haagse Post 3 september 1983, p. 80.

EB (= Els Barents), Ed van der Elsken. Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés, in Stedelijk Museum 25 november 1983 t/m 8 januari 1984, p. 145-146 (met foto’s).

Bas Roodnat, Van der Elskens foto’s van vroeger, in NRC Handelsblad 5 december 1983.

Catalogus tent. Zien en gezien worden. Fotografische zelfbespiegeling in Nederland van ca. 1840 tot heden, Nijmegen (Nijmeegs Museum ‘Commanderie van Sint-Jan’) 1983, p. 85.

Auteur onbekend, Nieuwe foto’s op expositie en in boek Ed v.d. Elsken. Op snorfiets door Amsterdamse binnenstad, in Leidsch Dagblad 9 maart 1984.

Ellen Kok, Ed van der Elsken. Nieuw Amsterdamboek, in Foto 39 (juni 1984) 6, p. 62-65 (met foto’s).

TH (=Ton Hendriks), Amsterdam?, in Perspektief (juli/september 1984) 17, p.40.

Remco Campert (inl.), Amsterdam 1950-1959 20 fotografen, Amsterdam (Fragment) 1985, ongepag., afb. 24, 40, 58, 60.

Auteur onbekend, Subsidie musea, in Leidsch Dagblad 7 maart 1985.

Rolf Bos, Ook beroemd?, in De Volkskrant 6 april 1985.

Auteur onbekend, Tentoonstelling: Amsterdam 1950-1959, in Technisch Nieuws oktober 1985.

Pauline Terreehorst, Boerenkaas-realisme en grootsteedse grandeur. Gemeentearchief Amsterdam boort met fotocollectie goudmijn aan, in De Volkskrant 12 oktober 1985.

K.M., Het Nederlandse fotoboek, in Catalogus tent. Foto ’86, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1986, p. 79-82.

Reinhold Misselbeck, Sammlung Gruber. Photographie des 20. Jahrhunderts, Keulen (Museum Ludwig) z.j. (ca. 1986), 2de dr., p. 53, 238-239.

Jolan Douwes, Ed van der Elsken. Mensen van dertien in een dozijn fotografeer ik niet, in Trouw 7 maart 1987.

Auteur onbekend, Beurzen/tentoonstellingen, in De Volkskrant 7 maart 1987.

Sjak Jansen, Fotograaf van adorabel tuig, in Algemeen Dagblad 31 maart 1987.

Jan Willem Wensink, De aardige rebellie van Ed van der Elsken, in De Purmer-Oost Waterland 31 maart 1987.

Mariëtte Haveman, Ed van der Elskens heimwee naar de jaren vijftig, in De Volkskrant 9 mei 1987.

Hripsimé Visser, Documentaire en monumentale foto-opdrachten in Nederland na 1945, in Perspektief (juni 1987) 28/29, p. 115-121.

Auteur onbekend, Roots & Turns. 20th Century photography in the Netherlands, in Dutch Heights (winter 1987/1988) 4, p. 11-17.

A. de Jongh-Vermeulen, Ed van der Elsken, in Colin Naylor (ed.), Contemporary photographers, Chicago/Londen (St. James Press) 1988, 2de dr., p. 1070-1072.

Els Barents, Ed van der Elsken, in Ingeborg Leijerzapf e.a., Roots & Turns. 20th Century photography in The Netherlands, Den Haag (SDU Publishers) 1988, p. 78-83, 169 (met foto’s).

Erik van den Berg, Een heel rauwe kwaliteit, rauw en mooi, in De Volkskrant 1 april 1988.

Bas Roodnat, Verslagen mensen en verfijnde stillevens. Foto’s in Breda van Walker Evans, Ed van der Elsken en drie Fransen, in NRC Handelsblad 14 juli 1988, p.6.

Katrien Gottlieb, Van der Elsken jaagt het leven achterna, in Het Parool 22 september 1988.

Ton Oliemuller, Ed van der Elsken en het fotografische oog, in Het Binnenhof 30 november 1988.

Auteur onbekend, Fotograaf met voorliefde voor buitenbeentjes, in Nieuwsblad 30 november 1988 (idem in Nieuwsbrief. Prins Bernhard Fonds/Anjerfonds 2 (mei 1989) 1,p.8).

Bas Roodnat, Fotograaf met voorkeur voor zelfkant van het leven, in NRC Handelsblad 30 november 1988.

Herman Keppy, Ed van der Elsken in Japan beroemd en gewaardeerd als een meester, in Focus (december 1988) 12, omslag, p.8, 38-54 (met foto’s).

Auteur onbekend, Ed van der Elsken, in Stedelijk Museum Bulletin december 1988, p.91.

Hendrik van Delft, De andere kant van Japan, in Sleutel. De Cultuurgids voor groot Den Haag 27 (december 1988) 4, omslag, p. 3-6.

Auteur onbekend, Exposities over Turkana en het leven in Japan, in Leids Nieuwsblad 12 (1 december 1988).

Auteur onbekend, Ed van der Elsken fotografeerde Japan van binnenuit, in Leidse Courant 1 december 1988.

Els Barents (tekst en samenstelling), David Röell Prijs 1988. Ed van der Elsken, Amsterdam (Prins Bernhard Fonds) 2 december 1988 (met foto’s).

I. Sitniakowsky, De milde kijk van Ed van der Elsken. ‘De ontdekking van Japan’ kroon op het werk van 63-jarige fotograaf, in De Telegraaf 2 december 1988, p. 19.

Ellen Kok, Van der Elsken: een ‘afwijkend fotograaf, in Leidsch Dagblad 3 december 1988, p. 33.

Ellen Kok, Ed van der Elsken: eindelijk erkenning, in Utrechts Nieuwsblad/NZC 3 december 1988.

Rolf Bos, Ed van der Elskens rauwe Japan van de straat, in De Volkskrant 3 december 1988.

Ellen Kok, Ed van der Elsken. Het enige dat ik kan is mooie foto’s maken, in PZC 10 december 1988, p. 21.

Lisette Oomen, Een puzzel door Ed v.d. Elsken. ‘De ontdekking van Japan’, in Leidsch Dagblad 13 december 1988.

Johan de Vos, De nieuwe keizer van Japan is ros en heeft een stoppelbaart, in De Morgen 16 december 1988.

Bas Roodnat, Vierkante binken in Japan. Fotoboeken van Ed van der Elsken en Marrie Bot, in NRC Handelsblad 30 december 1988.

Mattie Boom. Foto in omslag. Het Nederlandse documentaire fotoboek na 1945,

Amsterdam (Fragment) 1989, p. 10, 12, 27, 30-33.40, 53, 58, 70, 74-75, 77 (met foto’s).

Joop Bromet, Ed van der Elsken fotografeert de zelfkant van jaren. Fascinerende confrontatie tussen oude waarden en moderne inzichten, in Snoecks 66 (1989) 90, p. 264-281 (met foto’s).

Charles Lennartz, ‘Ik ben gewoon bestemd voor de “low society'”. Fotograaf Ed van der Elsken op zoek naar slordige kanten van de maatschappij, in De Limburger 16 september 1989.

Josephine van Bennekom, Het fotoboek als kunstwerk, in Trouw 14 december 1989.

Ingeborg Th. Leijerzapf, Ed van der Elsken, in Catalogus tent. Col.Lecció x Col.Lecció. Un recorregut per la fotografia europea, Barcelona (Fundació Caixa de Catalunya) 1990, p. 131-145 (met foto’s).

Auteur onbekend, Fotoprijs voor Van der Elsken, in Nieuws van de Dag 30 maart 1990.

Rolf Bos en Harry van Gelder, Ed van der Elsken onderscheiden voor zijn complete fotografische werk, in De Volkskrant 30 maart 1990.

Auteur onbekend, La fotografia y los museos. Primavera fotografica, in La Fotografia 15 mei 1990, p. 8.

Antonio Molinero, Escarbando en los museos europeos, in Foto Actualidad Juni 1990, p. 3-15.

Juliette Berkhout, 25 Jaar op reportage voor Avenue, in Avenue 25 (december 1990), p. 102-103, 105.

Koos van Wees, Ed van der Elsken was fotograaf van de zelfkant, in Het Binnenhof 31 december 1990.

Auteur onbekend, Ed van der Elsken, fotograaf van de zelfkant, overleden, in Helderse Courant 31 december 1990.

Bas Roodnat, Ed van der Elsken 1925-1990. Een zuivere intuïtie voor de juiste zijstraten, in NRC Handelsblad 31 december 1990.

Katrien Gottlieb, De sterfotograaf van mislukkelingen, in Het Parool 31 december 1990.

Rolf Bos, ‘Straat-fotograaf Ed van der Elsken overleden. ‘Veel beleven en overal bij en snel’. Ed van de Elsken was de eerste vrije fotograaf van Nederland, in De Volkskrant 31 december 1990.

Simon Vinkenoog, Flip Bool e.a., Ed van der Elsken (1925-1990), in NRC Handelsblad 4 januari 1991, Cultureel Supplement, p. 5 (met foto’s).

Bert Nienhuis, Afscheid van Ed van der Elsken. PS uit het hiernamaals, in Vrij Nederland (26 januari 1991) 4, p. 46-49 (met foto’s).

Wim Kayzer, Bye. Ed van der Elsken, in VPRO Gids (26januari t/m 1 februari 1991) 4, omslag, p. 1-5 (met foto’s).

Bas Roodnat, Niets verhullend afscheid van Ed van der Elsken, in NRC Handelsblad 26 januari 1991.

René de Cocq, Schuldgevoel, in Het Binnenhof 29 januari 1991.

Ton de Zeeuw, Van der Elsken, in De Telegraaf 29 januari 1991.

Auteur onbekend, Once upon a time. In memoriam Ed van der Elsken, in Focus (februari 1991) 2, p. 52-53.

Jan Willem Otten, Laat zien wie je bent. Het narcisme van Ed van der Elsken, in NRC Handelsblad 8 februari 1991.

Herman Hoeneveld, In memoriam. Ed van der Elsken, in P/F Professionele Fotografie (1991) 1, p. 40-41 (met foto’s).

Lidmaatschappen

GKf, van 1949-1990.

Onderscheidingen

1958 Africa Explorer’s Award voor het boek Bagara.

1960 (december) Het boek Das echte Afrika wordt op de Afrika-Buchausstellung 1960 in Wenen door de International Africa-Club bekroond als ‘Besten Bildwerk des Jahres’.

1971 Staatsprijs voor Filmkunst voor de film De Verliefde Camera (vervaardigd in opdracht van VPRO-televisie).

1988 (2 december) David Roëll Prijs (voor zijn gehele oeuvre).

1990 (29 maart) Capi-Lux Jubileum Prijs.

Tentoonstellingen

1953 (g) Parijs, Bibliothèque Nationale.

1953 (g) Maastricht, Kunstzalen De Jong-Bergers, Nederlandse Fotografie 1953.

1953 (g) New York, Museum of Modern Art, Post-War European Photography.

1954 (g) Saarbrücken, Staatlichen Schule für Kunst und Handwerk, Subjektive Fotografie 2.

1955 (g) New York, Museum of Modern Art, The Family of Man.

1955 (e) Chicago, Art Institute, (foto’s van Saint Germain des Prés).

1955 (e) Minneapolis, Walker Art Center, (foto’s van Saint Germain des Prés).

1956 (e) Hilversum, Kantine Steendrukkerij De Jong en Co, Ed van der Elsken.

1956 (e) Rotterdam, ‘t Venster.

1957/1958 (g) Eindhoven, Stedelijk van Abbe Museum, Fotografie als uitdrukkingsmiddel (rondreizende tentoonstelling).

1958 (g) Leiden, Prentenkabinet der Rijksuniversiteit Leiden, Foto’s GKf.

1959 (e) Schiedam, Stedelijk Museum, Ed van der Elsken. Leven om te fotograferen (Projectie van kleurendia’s van een reis naar de binnenlanden van Afrika).

1959 (e) Breda, De Beyerd.

1959 (e) Groningen, Groninger Museum voor Stad en Lande, Foto ‘s Ed van der Elsken. 1959 (e) Amersfoort, De Zonnehof, Foto’s van Ed van der Elsken.

1960 (e) Nijmegen, Waag, Foto’s Ed van der Elsken.

1960 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, (foto’s uit eigen collectie).

1966 (e) Amsterdam, Stedelijk Museum, Hee… zie je dat?.

1967 (g) Montreal, The Camera as Witness (Expo’67).

1968 (e) Haarlem, De Vishal, Sweet Life.

1971 (g) Antwerpen, De Vrouw.

1973 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Groepsfoto (GKf).

1973 (g) Londen, The Photographers’ Gallery, 5 Masters of European Photography.

1977 (g) Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum, Foto’s voor de stad.

1977 (e) Amsterdam, Stedelijk Museum, Eye Love You.

1978 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Fotografie in Nederland 1940-1975.

1979 (e) Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum, Van der Elsken’s Amsterdam.

1979 (g) Den Haag, Gemeentemuseum, Foto 20-40.

1979 (g) Rotterdam, Museum Boymans van Beuningen, Aktie, werkelijkheid en fictie in de kunst van de jaren zestig in Nederland.

1980 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, (GKf beroepsvereniging van fotografen).

1980 (g) Amsterdam, Canon Photo Gallery, Het Portret.

1981 (e) Amsterdam, Canon Photo Gallery, Paris of the Fifties.

1981 (g) Lisse, Qbus, Het Portret.

1981 (g) Amsterdam, Museum Fodor, De stad in zwart/wit.

1981 (e) Breda, De Beyerd, Parijs in de jaren vijftig.

1982 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Veranderingen in de fotojoumalistiek 1960-’80.

1982/1983 (g) Amsterdam, Rijksmuseum, De omroep in Nederland.

1983 (g) Amsterdam, Uitleenzaal Stichting Beeldende Kunst SBK (Nieuwezijds Voorburgwal 325), Fotografie in Nederland.

1983/1984 (e) Amsterdam, Stedelijk Museum, Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés.

1984 (e) Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum, ‘Amsterdam?’

1985 (g) Amsterdam, Gemeentearchief, Amsterdam 1950-1959 20 fotografen.

1986 (g) Amsterdam, Nieuwe Kerk, Het Fotoboek. 4 Nederlandse fotografen en Parijs (Foto’86).

1986 (e) Tokio, Printemps, L’Amour a Saint Germain des Prés.

1986 (e) Parijs, Institut Néerlandais, Une histoire d’amour a Saint-Germain-des-Prés (Mois de la Photo 1986).

1986/1987 (e) (rondreizende tentoonstelling met foto’s van Parijs en Saint Germain des Prés door Japan).

1987 (e) Amsterdam, Canon Photo Gallery, Jong Nederland.

1987 (e) Rotterdam, Canon Rotown Gallery.

1987 (g) Amsterdam, De Meervaart, Naakt voor de camera, 1840-1987.

1988 (g) Houston, Sarah Campbell Blaffer Gallery, Roots & Turns. 20th Century photography in The Netherlands.

1988 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Roots & Turns. Traditie en vernieuwing van de fotografie in Nederland vanaf 1900.

1988 (g) Breda, De Beyerd, Fotografie in de zomer.

1988 (e) Amsterdam, Canon Image Centre, (tentoonstelling van fotokopieën met lay-out aanwijzingen voor het boek Nippon Datta).

1988/1989 (e) Amsterdam, Stedelijk Museum, (tentoonstelling t.g.v. de David Roëll Prijs 1989).

1988/1989 (e) Amsterdam, Canon Image Centre, De ontdekking van Japan. Foto’s van Ed van der Elsken 1961-1988.

1988/1989 (e) Leiden, Rijksmuseum voor Volkenkunde, De andere kant van Japan. Foto ‘s van Ed van der Elsken 1959-1960.

1989 (g) Amsterdam, De Verbeelding, (zelfportretten van Nederlandse fotografen).

1989 (e) Gent, Museum voor Schone Kunsten, (foto’s uit Japan).

1989/1990 (g) Amersfoort, De Zonnehof, Foto in omslag (rondreizende tentoonstelling).

1990 (g) Barcelona, Palau Robert, Col.Lecció x Col.Lecció. Un recorregut per la fotogrqfia europea.

1990/1991 (g) Amsterdam, Canon Image Centre, Op reportage – 25 jaar Avenue-reisfotografie.

1991 (e) Amsterdam, Stedelijk Museum.

belangrijkste films

1959/1960 Veertien ‘travelogues’ over de wereldreis van Ed van der Elsken en Gerda van der Veen (AVRO).

1961 Van Varen.

1962 Karel Appel componist.

1963 Welkom in het leven, lieve kleine (uitgezonden door VPRO op 15 januari 1964).

ca. 1966 Het Waterlooplein (uitgezonden door VARA op 9 maart 1967).

1970/1971 De Verliefde Camera (samen met Gerda van der Veen, uitgezonden door VPRO op 24 juni 1971).

1972 Death in the Port Jackson Hotel (uitgezonden door VPRO op 28 september 1972).

1972 Spelen Maarrr. Filmportret van Toon Hermans (uitgezonden door AVRO op 28 oktober 1972).

1976/1977 ‘Het is niet mis wat zij doen’. (Memisa-film, samen met Anneke Hilhorst, uitgezonden door AVRO op 16 januari 1978).

1979/1980 Avonturen op het land (uitgezonden door VPRO op 30 maart 1980).

1980 Meester Ed en de sprekende film (uitgezonden door VPRO in 1980).

1981 Welkom in het leven, lieve kleine (bis) (uitgezonden door VPRO op 24 januari 1982).

1982 Een fotograaf filmt Amsterdam (uitgezonden door VPRO in 1982).

1990 Bye (samen met Anneke van der Elsken, uitgezonden door VPRO op 27 januari 1991).

Televisieprogramma’s

1971 (8 oktober) Uit de Kunst (Ageeth Scherphuis interviewt Ed van der Elsken n.a.v. de toekenning van de Staatsprijs voor de Filmkunst) (NOS).

1972 (12 april) Leven in beeld (AVRO).

1974 (1 oktober) Hier en Nu: Bangla Desh (NCRV).

1976 (24 juni) Hier is: Ed van der Elsken (Koos Postuma in gesprek met fotograaf/filmer Ed van der Elsken) (VARA).

1984 (28 november) Nederland C: Betondorp (o.a. interview met oud-bewoner Ed van Elsken) (VPRO).

1987 (11 april) Brandpunt (reportage t.g.v. de verschijning van het boek Jong Nederland) (KRO).

1988 (30 november) Straatbeelden. Portret van Ed van der Elsken (NOS).

Bronnen

Edam, Ed en Anneke van der Elsken (mondelinge informatie en documentatie).

Leiden, Prentenkabinet, bibliotheek en documentatiebestand.

Collecties

Amsterdam, Capi-Lux Alblas Stichting.

Amsterdam, Gemeente-archief.

Amsterdam, Rijksmuseum.

Amsterdam, Stedelijk Museum.

Chicago, Art Institute.

Den Haag, Rijksdienst Beeldende Kunst.

Haarlem, Stichting Nederlands Foto- & Grafisch Centrum (Spaarnestad Fotoarchief).

Kawasaki, Modern Art Museum.

Leiden, Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit Leiden.

New York, Museum of Modern Art.

Parijs, Bibliothèque Nationale.

Rotterdam, Nederland Fotomuseum

Auteursrechten

De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Ed van der Elsken berusten bij Anneke van der Elsken-Hilhorst te Warder, de gebruiksrechten zijn in beheer bij het Nederlands Fotomuseum te Rotterdam.