FotoLexicon, 7e jaargang, nr. 13 (maart 1990) (nl)

Charles Binger

Hedi Hegeman

Extract

Charles Binger was medeoprichter van en compagnon in de Haarlemse steendrukkerij Emrik & Binger. De fotografie paste hij in het derde kwart van de negentiende eeuw toe als onderdeel van de verschillende technische ontwikkelingen op grafisch en fotomechanisch terrein. Ook hield hij zich bezig met portret- en topografische fotografie. Zijn atelier werkte onder de namen Binger & Co en Binger & Chits.

Biografie

.

1830

Op 25 februari wordt Jesaias (Charles) Binger geboren als zoon van de Amsterdamse sigarenfabrikant, makelaar en boekhandelaar Marius Hijman Binger, een „algemeen bekenden Amsterdamschen uitgever (…), die zich door zijne veele en degelijke uitgaven een zeer gunstigen naam had verworven”.

1856

Charles gaat als drukker werken in de uitgeverij van zijn broers aan de Warmoesstraat in Amsterdam, waar onder meer Hildebrands Camera Obscura (1839/1851) en de eerste integrale Vondeluitgave (de Van Lennep-editie) werden gepubliceerd.

Charles verhuist dit jaar naar Haarlem om daar zijn vakkennis op lithografeergebied in de praktijk te brengen. Vanaf 14 november woont hij in bij een ervaren oudere collega, Ozer David Emrik, in de Koningstraat wijk 5 nr. 30.

1857

Als zevenentwintigjarige steendrukker sluit hij in januari een compagnonschap met Ozer David Emrik. Emrik beheert voornamelijk de administratie en de financiën, Binger neemt de technische zaken voor zijn rekening.

Drie maanden na de oprichting van het vennootschap, op 6 maart 1857, trouwt Charles met Emriks dochter Jeanette. Als getuige bij het huwelijk treedt op B.J. Chits, een ‘Israëlitische’ leraar en fotograaf. Charles en Jeanette Binger vestigen zich in Koningstraat 5-31.

1858

De oudst bekende opname van Chs. Binger & Cie, een visitekaartportretje van een man, is gedateerd in dit jaar. Het adres van het atelier is de Zijlstraat te Haarlem.

1861

Een eerste onderscheiding valt Emrik & Binger ten deel in 1861 in Brussel (zoals blijkt uit een advertentie uit 1893, waarin het bedrijf melding maakt van diverse onderscheidingen). Ook op de Nationale Tentoonstelling te Haarlem van dat jaar wordt het bedrijf bekroond, evenals het Photographisch Etablissement Munnich en Ermerins uit dezelfde stad.

1862

Charles Binger neemt het zojuist bekroonde Photographisch Etablissement over, wanneer Ermerins uit de zaak treedt. Met J.Th. van Munnich wordt de samenwerking voortgezet, „aan wiens veeljaarige naauwgezette studie der photographie de tot dus ver door dit etablissement geleverde voortbrengselen eene zekere vermaardheid hebben te danken”, zoals Binger het in een gedrukte brief aan de klanten schrijft. Als adres vermeldt hij Molenpad 167 bij de Kraanpoort. De brief zegt, dat internationale concurrentie niet uit de weg wordt gegaan, en „het zal steeds mijn streven zijn de kunst op de hoogte des tijds te houden”.

In de Haarlemse adresboeken van 1862 tot en met 1882 wordt Binger vermeld als fotograaf: „C. Binger en Comp., Photographische Inrigting”. Tot 1872 is het adres van de zaak Zijlstraat 5-759. Naast zijn fotografische bezigheden blijft Binger tevens steendrukker bij de firma Emrik & Binger, gevestigd in de Koningstraat 5-31. Het lijkt erop, dat de stichters van weleer zich uit de zaken terugtrekken. Charles’ vader, Marius Hijman Binger, wordt in het adresboekje van 1862 voor het eerst fabrikant van sigaren genoemd en Ozer David Emrik wordt vermeld als „gedeligeerde der staatsloterij, bontwerker en winkelier”, naast steendrukker.

1864

Het adresboekje van dit jaar laat zien dat Emrik en Binger senior nogal snel van nering wisselen. Ozer David Emrik wordt vermeld als lithograveur en winkelier in hoeden en petten, terwijl Marius Hijman Binger zich heeft gevestigd als makelaar. De drukkerij wordt in dit adresboekje voor het eerst vermeld met lithografie als specialiteit.

1865

Charles Binger stelt een Photographisch Album naar schetsen en teekeningen van levende meesters samen, dat bij de Gebroeders Binger in Amsterdam wordt uitgegeven.

1868

Volgens advertenties op de achterkanten van visitekaartportretjes exposeert de firma Binger & Co op een tentoonstelling in Groningen met ‘zelfdruk en kleurendruk’. Op dezelfde visitekaartjes is sprake van een lidmaatschap van de Nederlandsche maatschappij ter bevordering van nijverheid.

1872

Binger is een samenwerkingsverband aangegaan met de fotograaf Jacques Chits. Sinds 1872 is Binger & Chits gevestigd aan de Gedempte Oude Gracht 5-45 in Haarlem.

1875

Op 1 januari wordt het compagnonschap Binger & Chits ontbonden. Charles kondigt hierop een uitbreiding en verbetering van de zaak aan.

1876

Het adresboekje vermeldt als firma-adres van de drukkerij: Koningstraat 5-27, tevens het woonadres van Ozer David Emrik en zijn zoon David.

1878

Het aantal verhuizingen, grotendeels administratief van aard, bereikt een hoogtepunt. Het adres van Charles’ fotozaak op de Gedempte Oude Gracht is in 1877 hernummerd tot nummer 47. Jacques Chits vestigt zich als fotograaf aan het Waaigat 14. De steendrukkerij krijgt als huisnummer Koningstraat 24. Een compleet blok is ten behoeve van het bedrijf gevormd, dat zich uitstrekt van nummer 22 tot 28. Hier wordt een nieuwe fabriek gebouwd door D.E.L. van den Arend, op de hoek Koningstraat-Stoofsteeg, mogelijk gemaakt door de aankoop van aangrenzende huizen. De derde zijde van het blok wordt gevormd door de Gedempte Oude Gracht.

1879

De nieuwe drukkerij, werkplaatsen en ateliers van Emrik & Binger worden in gebruik genomen.

1883

Op 27 december overlijdt Ozer David Emrik. Charles Binger en David Emrik zetten de drukkerij voort.

1887

Het pand Koningstraat 36 wordt aangekocht en „voorlopig ingericht tot het vervaardigen van lichtdruk of phototypie, een nieuwen tak van kunst-industrie, die zich ten doel stelt origineele photographieën, die op spiegelglas zijn overgebracht, door middel eener pers met drukinkt op papier af te drukken, waardoor de photographie, evenals gewone lithographie, onvergankelijk is.” Door het in gebruik nemen van een snelpers, uitbreiding en verbouwingen, speelt het bedrijf in op de nieuwe ontwikkelingen van de fototypie.

1890

De drukkerij krijgt in dit jaar zijn eerste buitenlandse opdrachten en vestigt in snel tempo een internationale reputatie, die minstens even sterk is als die binnen de landsgrenzen.

1891

In het adresboekje wordt Charles Binger niet langer fotograaf genoemd. Het werk in de drukkerij eist hem wellicht volledig op.

1892

Bingers blijvende interesse voor fotografie blijkt uit zijn lidmaatschap van de Commissie van bijstand van de Tentoonstelling van Photographie en aanverwante kunstnijverheid, in september in Den Haag gehouden.

1893

Emrik & Binger verzorgt lichtdrukken voor verschillende tijdschriften, bijvoorbeeld voor het Tijdschrift voor Photographie. Alle illustraties van de jaargang van 1893 van dit tijdschrift zijn afkomstig van de firma.

Maurits Binger, de tweede zoon van Charles, is inmiddels zijn vader in het drukkersvak en in de fotografie gevolgd.

1894

De firma Emrik & Binger krijgt een zilveren medaille op de Internationale Tentoonstelling tot bevordering der Photographie te Groningen, in de afdeling „Reproducties, verkregen naar photographische negatieven door mechanische drukmethoden.”

1895

Het bedrijfsadres van de steendrukkerij Emrik & Binger verandert in Koningstraat 30. Charles Binger treedt uit de zaak. Namens het personeel krijgt hij een album met door Maurits gemaakte foto’s van de werkplaatsen en de werknemers ter herinnering aangeboden. Dit (niet meer achterhaalde) album wordt op 25 april op een bijeenkomst van de HAFC getoond.

1896

De leiding van de firma wordt per 1 januari 1896 officieel overgedragen aan Charles’ zoon Maurits en de zoons van David Emrik, Orest David en Herman David.

Charles Binger wordt door zijn zoon voorgedragen als lid van de AAFV en wordt aangenomen in de hoedanigheid van oud-lid van de firma Emrik & Binger.

1916

Op 14 februari overlijdt Charles Binger te Haarlem.

Beschouwing

Als zelfstandig fotograaf en in samenwerking met zijn Haarlemse collega’s J.Chits en J.Th. van Munnich dreef Charles Binger vanaf het eind van de jaren vijftig tot 1891 diverse portretateliers, waar vooral visitekaartportretjes en kabinetfoto’s werden gemaakt. Hij maakte overvloedig gebruik van attributen uit de schijnwereld van de salon – draperieën, piëdestals en stoelen -, vooral bij het portretteren van kinderen en vrouwen. Mannen typeerde hij bij voorkeur streng ogend, ten halve lijve, tegen een neutrale achtergrond. Deze ‘calvinistische’ soberheid paste goed bij de waardigheid van zijn klantenkring: Haarlemse notarissen en predikanten. Van circa 1865 dateert bijvoorbeeld zijn collectie portretjes van bestuursleden en commissarissen van de Haarlemse Vereniging Weten en Werken.

Ook leverde Bingers atelier de gebruikelijke geposeerde maskeradeportretjes. Daarnaast was er veel vraag naar topografische fotografie. In de jaren zestig en zeventig legde Binger Haarlemse gebouwen en straatscènes vast in diverse formaten. Deze foto’s zijn over het algemeen niet erg levendig. Voordat in 1879 het pand van de sociëteit ‘trou moet blijcken’ op de hoek van de Grote Markt en de Houtstraat te Haarlem werd afgebroken, maakte Charles rond 1870 verschillende opnamen van het exterieur en interieur zoals ‘een kijkje in de Biljardzaal’. Het is niet bekend of het daarbij om een opdracht ging.

Als fotograaf richtte Charles Binger zich op de verspreiding van kunstreproducties op het formaat van visitekaartjes en kabinetfoto’s of in albums. Dergelijke reproductiefotografie is niet zo interessant als graadmeter van de persoonlijke kwaliteiten van de fotograaf, maar wel als uiting van het negentiende-eeuwse begin van popularisering van de kunst.

In 1865 verscheen een uitgave waar Charles Binger de hand in had: een ‘Photographisch Album naar schetsen en teekeningen van levende meesters’ in twaalf afleveringen. Dit album werd uitgegeven door het familiebedrijf van de Gebroeders Binger te Amsterdam. In de aankondiging van dit „pronkstuk in de salon” in 1864 schreef Charles Binger: „In den tegenwoordigen tijd biedt zich geen geschikter middel aan, om van den arbeid des Kunstenaars kopyen te verkrijgen dan de Photographie die zoo getrouw mogelijk alles terug te geven vermag hetgeen de kunstenaar in het oorspronkelijke heeft willen uitdrukken.” Uit 1871 dateert de uitgave ‘Kunstjuweeltjes voor de salontafel’ van de Photographische Kunstinrichting van Binger & Chits: een bundel albuminereproducties van anonieme schilderijen en tekeningen, voorzien van anekdotische bijschriften van Dr. E. Laurillard.

Ook gaf Binger losse, op karton geplakte reproducties uit, zoals in 1865 van het schilderij De helden van de Slag bij Waterloo uit het Haarlemse Paviljoen Welgelegen.

In de jaren zestig kwam Binger met een nieuwe experimentele, maar tegelijk zeer commerciële fotografische toepassing: de miniatuurfotografie. Deze miniatuur-albuminedrukjes op postzegelformaat werden als series uitgegeven en kon men in bijbehorende albums plakken. Ook deze albums kwamen uit Bingers bedrijf. Hij publiceerde, vermoedelijk begin jaren zestig, Miniatuurbeelden en tafereelen voor het Miniaturen Album van Binger & Chits. Voor vijftig cent kon men steeds vijfentwintig miniaturen kopen. Een Van Lennepalbum, eveneens uitgegeven bij Binger & Chits en Regnib’s Miniaturen album voor „het jonge volkje” volgden. Net als bij de populaire postzegels werden beroemdheden en steden en daarnaast ook portretjes van familieleden en vrienden in de miniatuurseries opgenomen. Deze miniaturen moesten de jeugd tot ruilen stimuleren. In de aankondiging van de publicatie van het Regnib-album werd vermeld, dat men ieder willekeurig fotootje op visitekaartformaat bij het atelier kon inleveren om er miniatuurafdrukjes van te laten maken. Binger maakte naast miniatuurafdrukken van andermans foto’s ook miniatuurtjes van eigen foto’s, zoals topografische opnamen in Haarlem die ook op groter formaat bekend zijn. Ook produceerde Bingers atelier miniatuurfoto’s voor menu’s, briefhoofden en zakalbumpjes.

Fotografie en drukkerij vulden elkaar in Charles Bingers leven en werken duidelijk aan. Zakelijke samenhang spreekt bijvoorbeeld uit het aanbod, in 1874 als volgt beschreven: (sprekend over de) „gunstig bekende photografische inrichting van de HH Binger en Chits. Ziet ge, die beide uithangborden geven U de noodige inlichting, ‘t Heet daar, op het eene, „Reproductiën en photographische vergrootingen”, en op het andere, „Photographie, Phototype en Kunstplaathandel” “. De briefhoofden voor Binger’s Photographische Inrichting werden door Emrik & Binger gelithografeerd en vermoedelijk ook ontworpen.

Door de samenwerking in de bedrijfsvoering, als Binger & Chits en met Munnich als Binger & Co, maar ook binnen de drukkerij Emrik & Binger is het persoonlijke artistieke aandeel van Charles moeilijk exact aanwijsbaar. Wél duidelijk persoonsgebonden waren Charles’ activiteiten binnen het fotografische verenigingsleven en tentoonstellingswezen. Deze waren echter bescheiden. Hij zag immers de fotografie, evenals het drukkersvak, vooral als ambacht en bron van inkomsten.

Emrik & Binger, de steendrukkerij die Binger met zijn compagnon Emrik in Haarlem leidde, maakte van 1853 tot 1927 – evenals de grafische industrietak in zijn geheel – een grote bloei door. De industriële expansie was in Haarlem vanaf 1870 in versneld tempo op gang gekomen. In Haarlem, van oudsher de stad van de boekdrukkunst, waren ook de chromolithografie van de firma L. van Leer en Co en de clichés van de chemigraphische Kunstinrichting Polygraph welbekend.

Juist ook binnen de firma Emrik & Binger zorgde de toenemende kwaliteit en kwantiteit van fotografische procédés voor talloze vernieuwingen. In 1874 werd het bedrijf beschreven als een „gunstig bekende lithographische inrichting (…) in hare soort zeker een der belangrijkste industrieele inrichtingen (…) die in ons vaderland worden gevonden. Bescheiden en klein in aan- en omvang, breidde zij zich, dank zij de volharding en de bekwaamheden van hare grondleggers, allengs uit.” Emrik & Binger concentreerde zich op lithografie. In de jaren zeventig bestond veel internationale belangstelling voor hun zinkdrukken, een eenvoudiger te bewerken variant van de lithografie. Door de geringe kwetsbaarheid en de goed stapelbare dikte van de zinkplaten gebruikte de firma deze techniek bij voorkeur voor buitenlandse nabestellingen. Door de overgang op snelpersen en het aantrekken van buitenlandse relaties werd uitbreiding van de drukkerij noodzakelijk. Het gehele blok gebouwen tussen de Gedempte Oude Gracht, Stoofsteeg en Koningstraat werd aangekocht. In 1906 omvatte de fabriek circa tweehonderd man personeel en zevenenzestig machines, waarvan er tweeënveertig door stoom en elektriciteit werden aangedreven.

Emrik & Binger reproduceerde beeldmateriaal van uiteenlopende aard, ‘vooral op het gebied van Kunst, Wetenschap, Industrie en Onderwijs’. Illustraties voor boeken en tijdschriften als het Tijdschrift voor Photographie, De Opmerker, Oud-Holland etc. vormden een belangrijk deel van de productie. Fotomechanische drukken verdrongen in de tweede helft van de negentiende eeuw de fotografische kunstreproducties op albuminepapier zoals die aanvankelijk door Charles Binger en meer bekende fotografen als A. Jager en Pieter Oosterhuis werden geproduceerd.

Het fotografisch werk van Charles Binger kent weinig uitschieters, omdat hij zich geheel richtte naar de gemiddelde smaak van een zo groot mogelijk publiek. Deze opvatting hing nauw samen met de in het derde kwart van de negentiende eeuw vrij algemeen geldende visie op fotografie als een techniek en een industrietak, verwant aan grafische en fotomechanische procédés. Door de combinatie van zijn atelierfotografie en werkzaamheden als firmant bij Emrik & Binger is Charles Binger het voorbeeld bij uitstek van deze opvatting. Het is dan ook niet zozeer de kwaliteit van zijn fotografie, die Charles Binger tot een interessante figuur in de geschiedenis van de fotografie maakt, maar vooral de oprichting van zijn fotolithografisch bedrijf, waar de nieuwste fotomechanische technieken werden ingevoerd.

Documentatie

Primaire bibliografie

Miniatuurbeelden en tafereelen voor het miniaturenalbum van Binger & Chits, Haarlem (Binger & Chits) z.j.

Photographisch Album naar schetsen en teekeningen van levende meesters, Amsterdam (Gebroeders Binger) 1865.

Regnib’s miniaturen-album. Om te verzamelen. 1000 Miniatuurbeelden en tafereelen, Haarlem (Binger & Chits) z.j. (ca. 1867).

Album van photographiën, naar schetsen en teekeningen van levende meesters, opgedragen aan H.M. de Koningin, Haarlem (Binger & Chits) 1870.

Van Lennepalbum. Tafereelen en typen uit Mr. J. van Lennep’s romantische werken, Haarlem (Binger & Chits) 1870.

E. Laurillard (bijschriften), Kunst-juweeltjes voor de salon-tafel, Haarlem (Photographische Kunstinrichting van Binger & Chits) z.j. (1871).

Advertentie in Fotografisch Jaarboek 1891, p.XII.

Advertentie in Lux (oktober 1891) 1, p. 39.

Bouwwerken uitgevoerd door de leden der Maatschappij, ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum der Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, Amsterdam/ Haarlem, 1892.

Advertentie in Fotografisch Jaarboek 1893-94, p. 167.

Advertentie in Fotografisch Jaarboek 1895, p. 167.

foto’s in:

Kees Nieuwenhuijzen (samenstelling),

Haarlem en Zuid-Kennemerland in 19 de eeuwse foto’s, Amsterdam (Van Gennep) 1975, afb. 9, 24,62, 104.

Secundaire bibliografie

Auteur onbekend, Bij de illustratiën, in Lux 3 (oktober 1891) 1, p. 31.

Auteur onbekend, Een wandeling op de fotografische tentoonstelling sept.-oct. 1891, in Lux 3 (november 1891) 2, p. 56.

Chr.J. S., De tentoonstelling van fotografie en aanverwante kunstnijverheid, in Lux 3 (september 1892) 12, p. 374.

Meinard van Os, Tentoonstelling ter bevordering van de belangen der fotografie te Haarlem, in het lokaal „Felix Favore” 27 mei-juni 1893, in Lux 4 (juni 1893) (tentoonstellingsbijvoegsel).

Michel Ameschot, Verslag van het verhandelde op de maandelijksche bijeenkomst van 21 febr. 1894, in Lux 5 (maart 1894) 6, p. 181-182.

Meinard van Os, Internationale tentoonstelling tot bevordering der photographie, Groningen, 2-10 juni 1894, in Lux 5 (juli 1894) 10, p. 349.

L.H., Internationale fotografietentoonstelling 14 tot en met 29 juli 1894 in Musis Sacrum te Arnhem, in Weekblad voor Fotografie 1 (16 juli 1894) 28a (extra nummer), p. 126.

Auteur onbekend, Gemengde mededeelingen, in Lux 6(1 mei 1895) 8, p. 318.

Auteur onbekend, Internationale fotografietentoonstelling Amsterdam, 8-22 september, in Lux 6 (15 september 1892) 6, p. 489.

Barend Groote, Fotografie tentoonstelling, in Lux 7(1 juni 1896) 6, p. 357.

(Brochure) Haarlem als industriestad, Haarlem (Maatschappij voor Nijverheid) 1906.

F. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem van de vroegste tijden tot op onze dagen, 4dln., Haarlem 1973, dl. I, p. 197 en dl. IV, p. 668-674. (eerder verschenen zonder inleiding 1874-1888).

Ingeborg Th. Leijerzapf (red.), Fotografie in Nederland 1839-1920, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1978, p.91.

Robbert van Venetië en Annet Zondervan, Geschiedenis van de Nederlandse architectuurfotografie, Rotterdam (Uitgeverij 010) 1989, p. 64-65, 136.

Lidmaatschappen

Nederlandsche maatschappij ter bevordering van nijverheid.

Commissie van bijstand, Tentoonstelling van photographie en aanverwante kunstnijverheid, Den Haag, september 1892.

AAFV, vanaf 25 november 1896.

Onderscheidingen

1861 Bekroning, Brussel (Emrik & Binger).

1861 Bekroning, Nationale tentoonstelling, Haarlem (Emrik & Binger).

1869 Bekroning, Groningen (Binger’s Photogr. Inrichting).

1873 Bekroning, Wenen (Binger’s Photogr. Inrichting).

1891 Zilveren medaille (Afdeeling A, Vakfotografen), Internationale tentoonstelling tot bevordering der fotografie, Amsterdam (Emrik & Binger).

1892 Eerediploma, Tentoonstelling van photographie en aanverwante kunstnijverheid (gehouden door de Haagsche afdeeling der Vereeniging tot bevordering van fabrieks- en handwerksnijverheid), Scheveningen (Emrik & Binger).

1893 Verguld zilveren medaille (Afdeeling C, Grafische kunsten), Tentoonstelling ter bevordering van de belangen der fotografie, Haarlem (Emrik & Binger).

1894 Zilveren medaille (3e Afdeeling Reproducties, verkregen naar photographische negatieven door mechanische drukmethoden), Internationale tentoonstelling tot bevordering der photographie, Groningen (Emrik & Binger).

1894 Eere-diploma (Afdeeling E), Internationale fotografietentoonstelling, Arnhem (Emrik & Binger).

1895 Eere-diploma, Internationale fotografietentoonstelling, Amsterdam (Emrik & Binger).

Tentoonstellingen

1861 (g) Brussel, (Emrik & Binger).

1861 (g) Haarlem, (Nationale tentoonstelling), (Emrik & Binger).

1869 (g) Groningen.

1873 (g) Wenen.

1891 (g) Amsterdam, Militiezaal, Internationale tentoonstelling tot bevordering der fotografie, (Emrik & Binger).

1892 (g) Scheveningen, Feestzaal der Internationale Sport-, Visscherij- en Paardententoonstelling, Tentoonstelling van fotografie en aanverwante kunstnijverheid, (Emrik & Binger).

1893 (g) Haarlem, lokaal „Felix Favore”, Tentoonstelling ter bevordering van de belangen der fotografie, (Emrik & Binger).

1894 (g) Groningen, De Harmonie, Internationale tentoonstelling tot bevordering der photographie, (Emrik & Binger).

1894 (g) Arnhem, Musis Sacrum, Internationale fotografie-tentoonstelling, (Emrik & Binger).

1895 (g) Amsterdam, Militiezaal, Internationale fotografie-tentoonstelling, (Emrik & Binger).

1896 (g) Haarlem, Sociëteit „Vereeniging”, Internationale tentoonstelling ter bevordering der fotografie en aanverwante vakken, (Emrik & Binger).

1989 (g) Rotterdam, tentoonstellingsruimte Oude Binnenweg 113, Geschiedenis van de Nederlandse architectuurfotografie, (Emrik & Binger).

Bronnen

Haarlem, Gemeentearchief.

Leiden, Prentenkabinet, bibliotheek en documentatiebestand.

Collecties

Den Haag, Haags Gemeentemuseum.

Haarlem, Gemeentearchief.

Leiden, Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit.

Rotterdam, Historisch Museum der Stad Rotterdam.

Sittard, Limburgs Centrum voor Fotografie.

Auteursrechten

Het fotografisch oeuvre van Charles Binger is vrij van auteursrechten. De reproductierechten berusten bij de instellingen die de foto’s beheren.