Fotolexicon, 5e jaargang, nr. 10 (december 1988) (nl)

Hannes Wallrafen

Camilla Zeguers

Extract

De fotojournalist Hannes Wallrafen documenteert vanaf het begin van de jaren zeventig maatschappelijke knelpunten. Een sociaal-politiek bewustzijn motiveert hem tot het maken van reportages over de Derde Wereld en de verpauperde industriegebieden van Europa en over manifestaties en acties in eigen land. Daarnaast fotografeert hij onder andere het culturele leven van minderheden in de hoofdstad. Hij stelt in zijn fotografie de mens centraal, sinds 1986 ook in een nieuwe vorm van tot tableaux vivants geënsceneerde groepsportretten, in kleur en op groot formaat opgenomen.

Biografie

.

1951

Johannes Clemens Karl Wallrafen wordt op 3 september 1951 geboren in een zakelijk milieu in Mönchen-Gladbach (BRD), waar hij later het Stiftisch-Humanistisches Gymnasium doorloopt.

1969

Na zijn schooltijd wil hij de wereld zien. Hij vertrekt naar Berlijn en van daar uit zwerft hij door Europa.

1970

In Amsterdam terechtgekomen, besluit hij er te blijven.

1971

Struinend door de Bijlmermeer met een vriend, maakt hij met een geleende camera zijn eerste opnamen. Hij ontdekt dat hij foto’s als strijdmiddel kan gebruiken. Het medium fotografie blijkt voor hem het uitdrukkingsmiddel bij uitstek te zijn om zijn woede over de Nieuwmarkt-ontruimingen gestalte te geven.

1972

Wallrafen wordt toegelaten tot de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam.

1976-’78

Hij is fotografiedocent bij het vormingscentrum Carmel in Amsterdam.

1976

Op eigen initiatief vertrekt hij na een grondige voorbereiding met weinig meer bagage dan een fototas naar Tanzania, om daar de gevolgen van het ingevoerde socialisme in beeld te brengen.

1977

Wallrafen maakt zijn eerste reportagereis naar het strijdtoneel in Noord-Ierland.

1978

Hij slaagt voor het eindexamen van de vakgroep fotografie aan de Rietveld Academie.

In opdracht van Nieuwe Revu gaat hij naar India om daar de oorzaken en gevolgen van de overstromingen te fotograferen.

1979

Hij documenteert de revolutie in Iran voor Nieuwe Revu. Met anderen richt hij het Noord-Ierland Comité ‘H-Blok/Armagh’ op, een organisatie die druk wil uitoefenen op de Britse regering om een einde te maken aan de slechte omstandigheden in de Long Kesh gevangenis (met name in blok H) en de vrouwengevangenis Armagh.

1980-‘85

Wallrafen volgt in eigen land de activiteiten van de kraakbeweging en de vele ontruimingen van gekraakte en bezette panden. Ook documenteert hij demonstraties voor werkgelegenheid.

Hij publiceert regelmatig in vakbondsbladen en in De Groene.

1980

Hij maakt een tweede reis naar Noord-Ierland. In Groot-Brittannië fotografeert hij de mijngebieden, deels als eigen project, deels in opdracht van Nieuwe Revu.

1981

Wallrafen gaat opnieuw naar India en tevens naar Singapore en Maleisië.

Hij wordt lid van de GKf, na eerst studentlid te zijn geweest.

1982

Hij gaat opnieuw voor een reportage naar Noord-Ierland en naar de Britse mijngebieden. Vervolgens vertrekt hij voor het Medisch Comité Nederland-Vietnam naar Vietnam.

In opdracht van het Amsterdams Fonds voor de Kunst legt hij de Culturen van Minderheden in de hoofdstad vast.

1983

Hij maakt fotoreizen naar het Midden Oosten, Chili, Peru en Spanje.

1984

Hij maakt een reportage in Egypte.

1985

Hij werkt in Chili, Bolivia, het Midden Oosten en Bangladesh. De reizen naar Bolivia en Bangladesh worden medegefinancierd door de Novib.

1986-’88

Wallrafen is bestuurslid van de GKf.

Vanaf 1986 begint hij in zijn fotografie de zichtbare werkelijkheid door middel van een eigen regie ingrijpend naar zijn hand te zetten.

1987

Naast reportages voor tijdschriften en het bedrijfsleven maakt Wallrafen groepsportretten van leden van verenigingen. Voor dit project De Verenigingen worden groepen op een speciaal gekozen locatie in scène gezet.

1988

In opdracht van de gemeente Leiden levert Wallrafen zijn aandeel aan de tentoonstelling De Verbeelding van Leiden.

In Istanboel maakt hij een serie geënsceneerde groepsportretten van mensen uit openbare diensten.

In juli vertrekt hij voor drie maanden naar Colombia.

Beschouwing

Hannes Wallrafen begon te fotograferen als een gedreven verslaggever van onrecht en maatschappelijk onaanvaardbare situaties. Na vijftien jaar als fotojournalist met deze zelfgestelde opdracht te hebben gewerkt, wilde hij niet langer afhankelijk blijven van toevalligheden en daarom ontwikkelde hij zich de laatste jaren tot een allround fotograaf die de rollen omdraait. In plaats van zich door het waargebeurde te laten beperken, sleutelt hij aan de situaties en geeft zo zijn persoonlijke visie op de werkelijkheid.

Zijn loopbaan als fotograaf begint, als hij in 1971 in de Bijlmermeer op stap is met een fotograferende vriend. Hij kan de verleiding niet weerstaan om zijn eigen creativiteit te testen met een geleende camera. Het medium fascineert hem, want het stelt hem in staat zijn emoties, zoals de woede over sociaal onrecht, om te zetten in veelzeggende beelden. Omdat Amsterdam hem bevalt en hij in de fotografie verder wil, besluit hij zich in te laten schrijven bij de Rietveld Academie, waar hij op zijn eerste werk wordt toegelaten. Na een voor hem belangrijk algemeen vormend jaar volgt hij de fotografische opleiding. Met zijn jaargenoot Michel Pellanders maakt hij onder andere een reportage over de scheepswerf NDSM. Op de academie heerst in het begin van de jaren zeventig bij de docenten de opvatting dat er in reportagefotografie geen brood zit en de nadruk ligt daarom op studiowerk.

Documentaire fotografie ligt Hannes echter na aan het hart en nog tijdens zj j n opleiding besluit hij een reportagereis te gaan maken. Een serie artikelen over het ingevoerde socialisme in Tanzania inspireert hem en met weinig meer dan zijn kleinbeeld apparatuur neemt hij het vliegtuig daarheen. Aan deze en zijn volgende zelfgeïnitieerde reizen naar Derde Wereldlanden gaat een gedegen voorbereiding vooraf. Zo laat hij zich van te voren op een spoor zetten door politieke teksten aan de hand waarvan hij een lijst van punten voor zijn verhaal opstelt en gegevens verzamelt voor een plan de campagne. De kwaadheid die hem aanzet tot het fotograferen van sociale wantoestanden gaat gepaard met een solidariteitsgevoel, waardoor hij mensen steeds waardig in beeld brengt. Daarbij vat hij zo veel mogelijk in één beeld samen. Soms stouwt hij zijn rechthoek vol informatie, dan weer schuilt in een eenvoudige vlakverdeling een enkele subtiele gimmick. Hij werkt gericht, maar laat zich geheel leiden door wat hij direct waarneemt. Hij voelt zich fotojournalist en vindt dat bij zijn foto’s een geschreven tekst hoort: door het samengaan van tekst en beeld krijgt de boodschap over het onrecht meer kracht. Meestal levert hij bij zijn fotoreportage zelf een script waarop de tekstschrijver van een tijdschrift zich kan baseren.

De crisis in Noord-Ierland houdt hem bezig en in 1979 besluit hij het H-Blok/Armagh bulletin over Noord-Ierland uit te brengen, waarin hij in woord en beeld duidelijk maakt welke mensonterende tonelen zich daar afspelen. Met diezelfde sociaal-politieke motivatie reist hij naar India, Vietnam, Chili en andere ‘strijdtonelen’ en legt in veelzeggende beelden vast wat hij ziet gebeuren. Hij heeft voortdurend het gevoel van het ene in het andere theater terecht te komen. Het schizofrene van de situatie waarin een fotograaf verkeert, verwart hem soms. Immers, de zich aan zijn oog voltrekkende vertoning van bijvoorbeeld een massademonstratie is tegelijkertijd de harde werkelijkheid waar hij als toeschouwer deel van uitmaakt, maar ook een toneel waar hij zich als hij fotografeert even buiten plaatst.

Aan het begin van de jaren tachtig behoort Hannes Wallrafen tot de fotografen die elkaar vaak op straat ontmoeten bij politieke manifestaties, kraakacties en ontruimingen. Deze wisselende groep fotografen treft elkaar ook regelmatig in een café in Amsterdam of bij een van hen thuis om te discussiëren over sociaaldocumentaire fotografie. Er wordt gefilosofeerd over en gewerkt aan het gezamenlijk uitbrengen van publicaties. Dit leidt tot ideëel opgezette uitgaven, zoals Het feest dat Wiegel wilde (1980) over de kroning van Koningin Beatrix en Mijn moeder vindt het ook (1982) over de vredesbeweging. Ook het tijdschrift Plaatwerk komt uiteindelijk hieruit voort. Enkele fotografen uit de groep, onder wie Hannes Wallrafen, Lex van der Slot, Han Singels en Hans van den Boogaard, werken mee aan een publicatie van het Studium Generale van de Rijksuniversiteit van Groningen, getiteld Sociale Fotografie.

Fotojournalisten als Willem Diepraam, Hans van den Bogaard, Hannes Wallrafen en vele anderen werken in de jaren zeventig op kleinbeeld in de algemeen gebruikte contrastrijke grove-korrel techniek. Wallrafen laat zich niet bewust door anderen inspireren, maar een wederzijdse beïnvloeding van eigentijdse vakgenoten valt toch niet te ontkennen. Het spanningsmoment van de opname wordt in deze periode krachtiger door een sobere vormgeving. In het bewust gebruiken of achterwege laten van esthetiek brengt de fotograaf het individuele karakter in zijn werk naar voren. In het werk van Wallrafen spelen vorm- en lijnelementen minder een rol dan bijvoorbeeld in de foto’s van Daniël Koning. Een gezichtsuitdrukking of een gebaar vertelt bij Hannes het verhaal, eventueel versterkt door de symboliek van een vastgehouden duif, een rij afgezette soldatenpetten of het geweld van een waterstraal. Er is bij hem geen plaats voor schreeuwende ellende, zoals bij Peter Martens; wat we zien is het gewone grauwe armoedige leven zonder meer.

Uit een geleidelijke verandering in onderwerpkeuze valt op te maken dat Wallrafens radicalisme na zijn dertigste plaats maakt voor verwondering over de krachten die de mens in staat stellen in moeilijke situaties te overleven, zoals te zien is in zijn serie Culturen van Minderheden. Zijn geloof in de fotografie als middel tot beïnvloeding van de mentaliteit blijft hij houden. Met het materiaal dat hem door de omstandigheden wordt gedicteerd, is hij echter niet meer tevreden, omdat het toeval hem te vaak parten speelt en dit zijn beelden soms hun zeggingskracht ontneemt. Daarom vergroot hij met kunstlicht zijn mogelijkheden en krijgt hij meer greep op het beeld door toe te voegen en weg te laten wat hem relevant lijkt. Op die manier vergewist hij zich van een bepaalde trefzekerheid in zijn opnamen. Door tegenwoordig veel te experimenteren met studiotechnieken en grootbeeldopnamen in kleur doet Wallrafen kennis op, die hem tevens helpt zijn kleinbeeld-reportagetechniek te verrijken. Hij leert de werkelijkheid met speelsheid te schikken en de ondertoon van die werkelijkheid inhoudelijk te manipuleren.

De ontwikkeling die Hannes Wallrafen in zijn fotografie doormaakt loopt parallel aan die van andere esthetisch werkende fotojournalisten uit de jaren zeventig. In de jaren tachtig vindt er namelijk een opmerkelijke verschuiving plaats binnen de opvattingen van de sociale fotografie. Teleurgesteld door de zeggingskracht van het gefotografeerde moment, gaan jonge reportagefotografen bewust op zoek naar meer esthetiek in hun fotografie. Dit leidt bij een aantal van hen, onder wie Taco Anema, Hans Aarsman en Hannes Wallrafen tot geënsceneerde fotografie, meestal in kleur en technisch perfect uitgevoerd. Na een periode van afbeelden lijkt er voor hen een fase van verbeelden te zijn aangebroken. De spontane opwinding over het harde leven zoals dat in sterke zwart-wit contrasten tot uitdrukking gebracht werd, wordt nu gevolgd door het bedachtzaam samenstellen van het beeld, waarbij de technische mogelijkheden, zoals het grote formaat en de briljante kleurenweergave van het hoogwaardige filmmateriaal, ten volle benut worden.

Het groepsportret krijgt bij deze fotografen bijzondere aandacht, als een proeve van grootse regie. Verwijzingen naar de geënsceneerde groepsportretten die Paul Huf vanaf het midden van de jaren vijftig heeft gemaakt, blijven vanzelfsprekend niet uit. Het is zeker geen toeval dat Plaatwerk in november 1985 aandacht aan deze groepsportretten van Huf wijdt.

In de series groepsportretten waarmee Wallrafen in 1986 begint, bouwt hij het beeld op door de mensen te instrueren aan de hand van een van te voren op papier geschetste scène. In de serie De Verenigingen maakt hij gewag van wat gewone mensen in hun vrije tijd samenbrengt. In zijn in Istanboel gefotografeerde groepsportretten heeft hij mensen samengebracht die dezelfde beroepen uitoefenen, een concept dat Paul Huf in de jaren vijftig bedacht voor zijn portretten voor de Telegraaf.

De gecompliceerde opzet van Wallrafens huidige groepsfoto’s brengt hem op zuiver visueel-esthetische terreinen. Tijdens de opnamen ontstaat er een vorm van communicatie waarin Hannes regisseur, verteller en stylist is. De foto’s bevatten niet langer een dwingende boodschap, maar zijn een document van de hedendaagse tijdgeest.

Het groepsportret kent als genre een lange traditie. Hoewel Wallrafen zijn portretten duidelijk regisseert, blijven zij toch een levendigheid behouden die herinneringen oproept aan zeventiende-eeuwse Nederlandse geschilderde groepstaferelen. Deze schilderstukken lijken uit het leven gegrepen te zijn, maar in feite zijn de composities ook zorgvuldig uitgedacht.

De kracht van het werk van Hannes Wallrafen ligt in zijn analyse, interpretatie en registratie van dat wat de mens beweegt. Hij spoort de bronnen op van waaruit de mens vitaliteit put om zich in zijn existentiële strijd te weren en brengt dit helder en boeiend in beeld. De golfbeweging van de tijd weerspiegelt zich wellicht in zijn ontwikkeling: de revolte en de onrust van de jaren zeventig wordt in de jaren tachtig verwerkt tot een stabieler patroon, waarin de fotograaf zich een andere rol toebedeelt.

Documentatie

Primaire bibliografie

H-Blok/Armagh bulletin, vanaf 1979.

De Engelse staalstaking, in De Groene Amsterdammer (6 februari 1980) 6, p. 28.

‘Laten zien, dat ‘die andere wereld’ zo raar nog niet is’, in Catalogus tent. Foto’s voor de stad. Amsterdamse documentaire foto-opdrachten 1981-1982, Amsterdam (Amsterdams Historisch Museum) 1983, ongepag.

Dick van der Peyl en Hannes Wallrafen, Vechten voor een vrij Palestina. ‘Iedereen probeert het op zijn manier want je blijft Palestijn’, in Onze Wereld 26 (augustus 1983) 8, omslag, p.3, 21-28.

foto’s in:

Nieuwe Revu 1978-heden.

Auteur onbekend, Noord Ierland, leven in verzet, Amsterdam 1979.

Het feest dat Wiegel wilde, Wageningen 1980.

De Groene Amsterdammer 1980-1985.

Catalogus tent. Het Portret door 35 Nederlandse fotografen, Amsterdam (Canon Photo Gallery) 1980.

Lorenzo Merlo, New Dutch photography/Hedendaagse fotografie in Nederland, Amsterdam/Antwerpen (Kosmos) 1980, p. 100-103.

Samsom 1980-1984.

Vrij Nederland 24 mei 1980.

Skrien (november/december 1980) 101, p. 20-21.

Janny Poley, Sociale fotografie, in Perspektief (mei 1981) 7, p.9.

Sociale fotografie. Studium Generale, Groningen (Rijksuniversiteit Groningen) 1981, p. 114, 120, 121, 122, 123.

Troef (september 1981) 5, p. 2, 12-14.

Onze Wereld 24 (oktober/november 1981) 10/11 ,p. 23.

Auteur onbekend, Mijn moeder vindt het ook. De bewapening, het antisemitisme en de vredesbeweging in beeld, Amsterdam (SUA) 1982, p. 1, 8-9, 11, 18, 19, 57, 58, 59.

Onze Wereld 25 (maart 1982) 3, p. 33.

Sociale fotografie. Studium Generale, Groningen (Rijksuniversiteit Groningen) 1982, p. 136, 142, 143, 144, 145.

Elegance (juni 1982) 6, p. 48-50.

Onze Wereld 25 (juli 1982) 7, p. 41-42.

Onze Wereld 25 (september 1982) 9, p. 37.

Onze Wereld 26 (februari 1983) 2, p. 23.

Onze Wereld 26 (mei 1983) 5, omslag, p. 3, 12-13, 15, 16, 17, 18-19, 20, 22, 23, 24, 25.

Unidad (zomer 1983) 10, omslag, p. 22, 23, 24.

HN-Magazine (Hervormd Nederland) 39 (23 juli 1983) 29, p.30.

Onze Wereld 26 (augustus 1983) 8, p. 9, 40, 43-

Stern (20 oktober 1983) 43, p. 104-105.

Onze Wereld 26 (november 1983) 11, p. 17, 19, 21.

Onze Wereld 26 (december 1983) 12, p. 46.

Jaar te kijk 1983. Een selectie uit meer dan 2000 foto’s die meedongen in de jaarlijkse wedstrijd om De Zilveren Camera, Amsterdam (Elsevier) 1983, afb. 34.

Rodrigo Egaiïa en Jan Joost Theunissen (red.), Chili, een landenmap, Den Haag (Novib) 1984, omslag, p. 1, 2, 8-9, 11, 12, 14, 17, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 34-35.

Kees Schaepman (eindred.), Vietnam, een landenmap, Den Haag (Novib) 1984, omslag, p. 1, 11, 12-13, 14-15, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 26, 27, 28, 29, 30, 31.

Het Vrije Volk (weekeditie), 17 maart 1984, p. 25.

Onze Wereld 37 (mei 1984) 5, p. 26-27.

Onze Wereld-21 (september 1984) 9, p. 26-27.

Onze Wereld 27 (september 1984) 9, p. 35.

De Volkskrant 22 september 1984.

Onze Wereld 27 (december 1984) 12, p. 48, 49.

Onze Wereld 28 (januari 1985) 1, p. 9.

Onze Werelds (februari 1985) 2, p. 23.

VPRO Gids (24 april t/m 3 mei 1985) 17.

Onze Wereld 28 (mei 1985) 5, p. 12.

Onze Wereld 28 (juli 1985) 7, p. 16.

Onze Wereld 28 (augustus 1985) 8, p. 28, 29, 32-33, 43.

Onze Wereld (Wereldnieuws) 28 (november 1985) 11, p. 1, 30, 31.

Iran 7 jaar revolutie: gebroken beloften. Studium Generale Delft, 7-10 februari 1986.

Onze Wereld 28 (december 1985) 12, p. 25.

De Tijd 12 (6 december 1985) 14, p. 60-65.

Bondig 23 december 1985, p. 28-30.

Onze Wereld 29 (februari 1986) 2, p. 11, 35, 36.

Onze Wereld 2Q (maart 1986) 3, p. 36, 37, 38.

Onze Wereld 29 (augustus 1986) 8, p. 41.

Onze Wereld 30 (februari 1987) 2, p. 40.

Onze Wereld 30 (maart 1987) 3, p. 14.

Jeugd en Samenleving 17 (juni 1987) 6, omslag, p. 383, 386-387, 390, 395.

Jaar te kijk 1987. Een selectie uit bijna 3500 foto’s en dia’s die zijn ingezonden voor de jaarlijkse wedstrijd om De Zilveren Camera, Amsterdam (Canal House Publishers) 1988, afb. 169.

Frankfurter Allgemeine Magazine (29 januari 1988) 413, omslag, p. 26-33.

Secundaire bibliografie

Jan van Halm, De grafisch ontwerper als journalist, in Museumjournaal 24 (juni 1979) 4, p. 169-167.

Bas Roodnat, Een brandpunt van non-conformisme. Amsterdam gefilmd door Ed van der Elsken, in NRC Handelsblad 24 september 1982.

Herman, Zwart op wit. Nieuwsfotografie in de media, Amsterdam (Lont en Raket) 1984, p. 73-76, 173 (met foto’s).

Auteur onbekend, Chili in foto’s, in Foto & Doka (mei 1984) 5, p. 39.

Arie Bergwerff, De foto’s van Hannes Wallrafen, in Voetnoot 2 (december 1985) 10.

Cees Straus, Hannes Wallrafen. Cultuur is ook Drumband Albert Cuyp, in Trouw 29 januari 1987, p. 17.

Frits Bruins en Linda Roodenburg (red.), De Verbeelding van Leiden, Leiden (SMD Informatief) 1988, p. 8-9, 94-101 (met foto’s).

Eddie Marsman, De Verenigingen van Hannes Wallrafen. Portfolio, in Foto 43 (januari/februari 1988) 1/2, omslag, p. 68-75.

Elma Drayer, Compositie Istanbul. ‘Het was zitten en theedrinken en laten zien dat je het serieus meende’, in Vrij Nederland – Bijvoegsel (16 juli 1988) 28, omslag, p. 18-26 (met foto’s).

Lidmaatschappen

GKf, vanaf 1981 (bestuurslid van 1986-1988).

Onderscheidingen

1987 2e Prijs, categorie buitenland, Zilveren Camera 1987.

Tentoonstellingen

1980 (g) Amsterdam, Canon Photo Gallery, Het Portret door 35 Nederlandse fotografen.

1980 (e) Amsterdam, De Moor.

1981 (g) Groningen, USVA-pand, Etnische minderheden in Nederland.

1981 (g) World Press Photo.

1982 (g) Amsterdam, De Populier, De kwaliteit van arbeid.

1983 (g) Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum, Culturen van Minderheden.

1983 (g) World Press Photo.

1984 (g) De Zilveren Camera ig8j.

1984 (e) Rotterdam, Museum voor Land en Volkenkunde.

1984 (g) World Press Photo.

1984 (e) Amsterdam, Fotogalerie X4½ .

1984 (e) Amsterdam, Canon Photo Gallery, (reportagewerk, zwart-wit fotografie).

1987 (e) Amsterdam, Canon Photo Gallery, Amsterdam voor het buitenland.

1987 (g) Athene, Photopia, Ten Dutch Photographers.

1987 (e) Amsterdam, Muiderpoorttheater, De Verenigingen (rondreizende tentoonstelling).

1988 (g) De Zilveren Camera 1987.

1988 (g) Leiden, De Waag, De Verbeelding van Leiden.

Bronnen

Amsterdam, Roei Sandvoort (Hollandse Hoogte), mondelinge informatie.

Amsterdam, Hannes Wallrafen, mondelinge informatie.

Leiden, Prentenkabinet, bibliotheek en documentatiebestand.

Collecties

Amsterdam, Gemeentearchief.

Amsterdam, Stichting Beeldende Kunst.

Den Haag, Rijksdienst Beeldende Kunst.

Auteursrechten

De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Hannes Wallrafen berusten bij Hannes Wallrafen te Amsterdam.