FotoLexicon, 5e jaargang, nr. 9 (september 1988) (nl)

Antoon Bauduin

Herman J. Moeshart

Extract

De fotografie van Antoon Bauduin neemt een bijzondere plaats in in de geschiedenis van de fotografie in Japan, voornamelijk door de onderwerpen die hij als amateurfotograaf heeft gefotografeerd. Hij concentreerde zich op het vastleggen van zijn directe omgeving en het portretteren van vrienden en bezoekers aan zijn woning op Deshima. De fotoalbums die Bauduin heeft nagelaten geven een goed beeld van het leven van Europeanen in een land dat nog maar net zijn grenzen voor buitenlanders had geopend.

Biografie

.

1820

Antonius Franciscus Bauduin wordt op 20 juni geboren te Dordrecht als zoon van Franciscus Dominicus Andreas Bauduin en Maria Jacoba Masion.

1839

Antoon Bauduin wordt ingeschreven aan de Universiteit van Utrecht, als student in de medicijnen.

1843

Hij zet zijn medische studie voort aan de Universiteit van Groningen.

Hij neemt dienst bij de Koninklijke Landmacht. Op 22 juli wordt hij aangesteld als officier van gezondheid 3 e klasse.

1847

Op 30 november wordt hij bevorderd tot officier van gezondheid 2 e klasse.

1847-‘62

Hij krijgt een aanstelling als leraar aan de Rijkskweekschool voor Militaire Geneeskundigen te Utrecht.

1862

Bauduin wordt uitgenodigd door de Japanse regering om leraar te worden aan de Nagasaki Yojosho Medische School. Op 30 oktober komt hij in Japan aan.

1863-‘72

Vrijwel vanaf het begin van zijn verblijf in Japan tot zijn terugkeer naar Nederland bedrijft Bauduin de fotografie als een hobby en een vorm van visuele verslaggeving voor zijn verwanten in Nederland.

1866-‘76

Van december 1866 tot maart 1867 gaat hij met verlof naar Nederland.

1869

Bauduin wordt leraar aan de Medische School te Osaka.

1870

Zijn volgende standplaats als leraar is aan de Daigaku Toko (Medische School in Tokyo).

1872

Op 1 juni vertrekt Bauduin naar Nederland.

1880

Hij wordt op 15 augustus bevorderd tot Luitenant-Kolonel Arts.

1884

Hij verlaat de dienst als pensioengerechtigde.

1885

Antonius Franciscus Bauduin overlijdt op 7 juni te Den Haag.

Beschouwing

Toen de militaire arts dr. A.F. Bauduin in 1862 voet aan wal zette in Japan, was de fotografie daar door toedoen van zijn voorgangers en hun Japanse leerlingen reeds ingeburgerd geraakt. Bauduin hield zich in zijn Japanse jaren eveneens met de fotografie bezig. Daar zijn foto’s bewaard zijn gebleven in tegenstelling tot die van zijn voorgangers, de fotograferende artsen Jan Karel van den Broek en Jhr. J.L.C. Pompe van Meerdervoort, staat zijn fotonalatenschap model voor hetgeen in deze beginjaren van de fotografie in het verre Japan werd gefotografeerd. Als enthousiast amateurfotograaf fotografeerde hij voor eigen herinnering en voor familieleden in Nederland zijn vrienden, relaties en woonomgeving. Deze foto’s en foto’s van beroepsfotografen die in Japan werkzaam waren, onder wie Felix Beato en Ueno Hikoma, verzamelde hij in een aantal albums. Hij en zijn eveneens in Japan verblijvende broer Albert Bauduin waren niet de enigen die dergelijke albums samenstelden. De diplomaat Dirk de Graeff van Polsbroek, vriend van de Bauduins, liet eveneens interessante albums na; van hem is echter niet bekend of hij zelf fotografeerde.

De fotografie is Japan binnengekomen door het ‘venster op het Westen’, de Nederlandse handelspost op het kleine kunstmatige eiland Deshima in de baai van Nagasaki. Hoewel de afsluiting van Japan voor contacten met het buitenland nooit zo hermetisch is geweest als vroegere schrijvers wel hebben doen geloven, was het in de praktijk toch zo dat van de Westerse natiën alleen Nederland gedurende ongeveer 250 jaar handelscontacten met Japan heeft onderhouden.

Tegen het midden van de negentiende eeuw nam in Japan de belangstelling voor Westerse wetenschappen en techniek toe. Hoewel die belangstelling in de eerste plaats gericht was op militaire kennis en de import van moderne wapens, kwamen in het kielzog van deze import andere technische snufjes uit Europa mee naar Japan. Tegelijkertijd nam de verspreiding van kennis door middel van boeken en tijdschriften toe. Zo werd de vermelding van het procédé van Daguerre in het Nederlandsch Magazijn ter verspreiding van algemeene en nuttige kundigheden van 1839, door Japanse schrijvers gebruikt voor een bewerking van Daguerre’s handleiding in een boek over drukkunst en druktechnieken, getiteld Inshûkeibi ni tsuite no kenkyû. Een bron van informatie waren ook schoolboeken over natuur- en scheikunde die in Japan werden geïmporteerd. Een ‘bestseller’, in talrijke edities in Japan ingevoerd, was ongetwijfeld P. van der Burg, Eerste grondbeginselen der natuurkunde, strekkende tot leesboek voor alle standen, hoofdzakelijk tot zelfonderricht voor jonge lieden en tot handleiding voor onderwijzers.

Volgens archiefstukken in het Algemeen Rijksarchief zijn de eerste fotografische camera’s in 1855 via Deshima ingevoerd. De toestellen werden doorverkocht, maar deels ook aangehouden om de kooplust van belangstellende Japanners te prikkelen. De arts Jan Karel van den Broek gebruikte enkele van deze camera’s voor het geven van fotografieonderricht aan Japanners in de jaren 1855-’57; voor dat doel werd op het eiland een donkere kamer ingericht.

In 1857 werd Van den Broek opgevolgd door Jhr. J.L.C. Pompe van Meerdervoort, een marinearts, die eveneens fotografieonderricht gaf, waarschijnlijk als onderdeel van zijn lessen in natuur- en scheikunde. Deze lessen werden gevolgd door Ueno Hikoma, die in 1862 het eerste fotografische atelier in Japan opende in zijn huis in Nagasaki.

Onder Pompe van Meerdervoort was er te Nagasaki voor rekening van het Japanse gouvernement een hospitaal gebouwd waar Pompe lessen gaf in medische wetenschappen en in natuur- en scheikunde. Toen Pompe in 1862 werd teruggeroepen, verzocht de Japanse regering een dokter te zenden om diens lessen te vervolgen en de leiding van het ziekenhuis op zich te nemen. Antoon Bauduin werd aangewezen voor deze taak. Reeds in 1859 was zijn broer, A.J. (Albert) Bauduin hem naar Japan voorgegaan als agent van de Nederlandsche Handelmaatschappij. Toen Antoon Bauduin op 30 oktober 1862 aankwam op Deshima, trok hij bij zijn broer in.

Bauduin behoefde de fotografielessen van zijn voorgangers Van den Broek en Pompe van Meerdervoort niet voort te zetten. Ueno Hikoma had deze taak op zich genomen en verzamelde een groep leerlingen om zich heen. Beroepshalve behoefde Bauduin zich dus niet met fotografie in te laten, hij deed het desondanks uit liefhebberij. Hoe of van wie hij leerde fotograferen is niet bekend. Volgens een mededeling van Prof.dr. Ueno Ichiro, een familielid van Ueno Hikoma, hebben Ueno en Bauduin elkaar goed gekend en hebben zij contact gehad over fotografische kwesties. Bauduins fotografische nalatenschap, samen met andere foto’s ingeplakt in een zestal fotoalbums waarvan een klein deel door brand en bluswater ernstig beschadigd is geraakt, maakt duidelijk dat hij volgens Westerse opvattingen fotografeerde. In zijn portretten is dat beter te zien dan in zijn landschappen. De te portretteren vrienden en relaties liet hij poseren zoals dat bij professionele fotografen in die tijd gebruikelijk was.

Bauduin bouwde in de tuin van het huis op Deshima een klein openluchtatelier. Vele van de nagelaten portretfoto’s zijn daar opgenomen. Europees meubilair, zoals bijzettafeltjes, stoelen, een gordijn en een tapijt op de houten vloer kleedden het tuinatelier aan. Op verschillende foto’s ziet men deze attributen terug. Bauduin nam bij het maken van opnamen soms zoveel afstand tot zijn onderwerp dat op zijn foto’s ook een blik gegund wordt op wat zich naast het atelier bevond. Wellicht had hij de bedoeling deze randen van de foto’s af te snijden.

Via overgebleven brieven uit de correspondentie die Albert Bauduin met zijn zusters in Holland onderhield, worden wij zo nu en dan iets gewaar van de fotografische activiteiten van zijn broer. Zo kan men lezen in een brief van 24 maart 1863: „Hiernevens vindt Gij een photographisch conterfeitsel van Uwe Japansche parentage, ook geschikt voor stereoscope, naar mijn oordeel ben ik beter uitgevallen dan Toon…”. Antoon had er plezier in zelf mee op de foto te staan. Waarschijnlijk heeft hij in zulke gevallen de foto laten maken door een Japanse leerling. Het is opvallend dat hij altijd met enige spanning naar de camera keek.

Van zijn serieuze aanpak getuigen de annotaties die men bij sommige foto’s op de achterkant kan aantreffen zoals: ‘Photographisch etablissement van Bauduin’ en de technische aantekening: ‘nieuw zilverbad’. Bauduin werkte met formaten tot ca. 18×24 cm en maakte zijn opnamen en afdrukken waarschijnlijk op zelfgemaakte platen en papier, op basis van collodium. Uit de beschikbare archiefstukken is niet gebleken dat er fotomateriaal werd ingevoerd, wel chemicaliën, waaronder collodium en zilvernitraat, en papier dat voor het vervaardigen van papieren negatieven of afdrukken kon worden gebruikt. Dat hij niet altijd meteen tot bevredigende resultaten kwam bewijzen vele dubbele drukken van foto’s, vaak met veel verschil in kwaliteit. De landschapjes die Bauduin heeft gemaakt, zijn saai en vertonen weinig details. Waarschijnlijk had hij voor dergelijke opnamen geen goede lens ter beschikking. Het beste deel van zijn foto’s zijn de reeds genoemde portretten van Westerse en Japanse vrienden en bezoekers en van zijn Japanse leerlingen.

De charme van Bauduins foto’s ligt zonder twijfel in de ongedwongenheid waarmee bekenden en vrienden werden afgebeeld. Na ruim honderd jaar zijn deze foto’s nog in staat iets van de sfeer op te roepen waarin de Nederlanders destijds in Japan verkeerden. Als aanvulling op wat een beroepsfotograaf als Felix Beato in de jaren zestig van de negentiende eeuw van Japan heeft vastgelegd, hebben de foto’s van Bauduin ook waarde als visuele geschiedschrijving van de informele contacten tussen Japan en het Westen.

Documentatie

Secundaire bibliografie

Komin Kawamoto, Tosei kikijutsu (Technologie uit het verre Westen), ca. 1855.

Sadahiro Koizumi, Inshûkeibi ni tsuite no kenkyû (studie over grafische kunst en -technieken), Tokyo 1975.

J. Maclean, De betekenis van Jan Karel van den Broek (1814-1865) t.a.v. de introductie van de Westerse technologie in Japan, in De Ingenieur 1975, nr. 30/31.

Sadahiro Koizumi, ‘Inshókeibi’ no genpon to mitomerareru ‘Nederando Magazin’ no kijutsu to ‘Magazin Pitoresuku’ oyobi ‘Dageru manyuaru’ no kijutsu no hikaku (Vergelijking van de beschrijving in het Nederlandsch Magazijn en Magasin Pittoresque en de handleiding van Daguerre met een beschouwing van de eerste uitgave van Inshókeibi), Tokyo 1977.

Sadahiro Koizumi, Kawamoto Komin ni kansuru kenkyû (studie over Komin Kawamoto), Tokyo 1978.

Clark Worswick, Japan photographs 1854-1905, New York 1979.

Takeshi Ozawa, The history of early photography in Japan, in The History of Photography 5 (oktober 1981) 4, p. 285-303.

Ingeborg Th. Leijerzapf, Herman J. Moeshart e.a., Yomigaeru Bakumatsu, Tokyo (Asahi Shimbun) 1986.

Herman. J. Moeshart, Nederlanders als leermeesters in de fotografie, in In het spoor van de Liefde, Amsterdam (de Bataafsche Leeuw) 1986, p. 121-123.

Kazuo Goto e.a., Furui sahshin kan, Tokyo 1986.

Ingeborg Th. Leijerzapf, Herman J. Moeshart e.a., Herinneringen aan Japan, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1987.

Herman J. Moeshart, Journaal van Jonkheer Dirk de Graeff van Polsbroek 1857-1870, Assen/Maastricht (Van Gorcum) 1987.

Kazuo Goto e.a., Yomigaeru bakumatsu, Tokyo 1987.

Yokohama Kaiko Shiryokan, F. Beato bakumatsu nihon shashinshu, Yokohama 1987.

Miyako Vos, Oranda ryoji no bakumatsu isshin (Japanse uitgave van de brieven van AJ. Bauduin), Tokyo 1987.

Bronnen

Amsterdam, Rijksmuseum Nederlands

Scheepvaartmuseum (fotoalbums van Dirk de Graeff van Polsbroek; manuscript van het Journaal van Dirk de Graeff van Polsbroek)

Den Haag, Algemeen Rijksarchief (afschriften van de brieven van A.J. Bauduin; archieven van de Nederlandse Factorij in Japan; archieven van de Consulaten te Nagasaki en Yokohama; archieven van de Nederlandsche Handelmaatschappij).

Collecties

Particuliere collectie (fotoalbums van de gebroeders Bauduin).

Leiden, Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit (reproducties van de fotoalbums van de gebroeders Bauduin).

Leiden, Rijksuniversiteit, Metamedica.

Yokohama, Kaiko Shiryokan (Historisch Archief Yokohama).

Auteursrechten

Het fotografisch oeuvre van Antoon Bauduin is vrij van auteursrechten. De reproductierechten berusten bij de eigenaar van de collectie en kunnen worden geregeld via de afdeling Studie- en Documentatiecentrum voor Fotografie van het Prentenkabinet te Leiden.