Pieter en Gustaaf Oosterhuis
Adriaan Elligens
Extract
De naam Oosterhuis is verbonden aan een grote productie Nederlandse stadsgezichten op stereofoto’s en foto’s op visitekaart- en kabinetformaat. Vader Pieter en zoon Gustaaf Oosterhuis hebben beiden aan deze productie gewerkt. Een niet minder interessant deel van hun oeuvre betreft foto’s van scheepvaartindustrie en bruggenbouw. Dit is een vroeg voorbeeld van in opdracht gemaakte industriële fotografie.
Biografie
1816 |
Op 20 januari wordt Pieter Oosterhuis geboren in de Havenstraat 137 te Groningen als zoon van Haatje Pieters Oosterhuis, kunstschilder, en zijn vrouw Grietje Schuit. Zijn ouders hebben sedert 1815 feitelijk hun domicilie in Amsterdam. |
1836-1850 |
Pieter is door zijn vader opgeleid tot tekenaar en schilder. Hij zendt tekeningen en schilderijen in voor de jaarlijks terugkerende tentoonstellingsreeks Levende Meesters, die afwisselend in Den Haag en in Amsterdam gehouden wordt. |
1837 |
In oktober trouwt Pieter Oosterhuis met Wilhelmina Scheffer. |
1851 |
Op 12 juni verhuist Pieter van zijn ouderlijk adres Boomstraat 606 te Amsterdam naar NZ Achterburgwal 289 te Amsterdam. Hij vestigt daar zijn eerste ‘Atelier Photographique et Daguerreotype’. |
1854 |
In mei vestigt het gezin Oosterhuis zich op de NZ Voorburgwal F 76, bij het Spui. |
1857 |
Pieter gaat samenwerken met boekhandelaar en uitgever A. Jager, Water 110 (nu Damrak). Zij geven stereofoto’s van stadsgezichten uit. |
1858 |
Op 23 april wordt Gustaaf Oosterhuis geboren, die het bedrijf na het overlijden van zijn vader in 1885 zal voortzetten. |
1861 |
In maart verhuist het gezin Oosterhuis, inmiddels verrijkt met vijf kinderen, naar de Plantage Middenlaan 120. |
1862 |
Pieter fotografeert in opdracht van de Koninklijke Fabriek van Stoom en Andere Werktuigen te Amsterdam. Het is waarschijnlijk zijn eerste industriële opdracht. |
ca. 1864 – ca.’66 |
Pieter gaat samenwerken met de fotograaf Niekerk, die op de Plantage Middenlaan 140 woont. Het atelieradres van Oosterhuis en Niekerk wordt Plantage Middenlaan 120. |
1865 |
Aan de samenwerking met Jager komt een eind. Oosterhuis en de boek- en kunsthandel Jan D. Brouwer, die gevestigd is in de Kalverstraat bij de Kapelsteeg E37, gaan voortaan stadsgezichten uitgeven. |
1870 |
In mei verhuist Pieter Oosterhuis naar de Prinsengracht 408 huis, bij de Raamstraat. |
1872-1880 |
Pieter is gedurende acht jaar penningmeester van de Amsterdamsche Photographen Vereeniging, die tevens uitgeefster is van het Tijdschrift voor Photographie. |
1877 |
Naar aanleiding van de Internationale tentoonstelling der Amsterdamsche Photographen Vereeniging wordt de Gouden Medaille van de stad Amsterdam toegekend aan Pieter Oosterhuis. |
1878 |
In mei verhuist het gezin naar de Stadhouderskade 77, bij de Utrechtse Barrière. |
1883 |
Vanaf november is het adres van de familie Oosterhuis Stadhouderskade 107. |
1885 |
Pieter Oosterhuis overlijdt op 8 juni. Gustaaf zet met de naam van zijn vader, vanuit hetzelfde adres, het bedrijf voort. |
1932 |
Gustaaf stopt met fotograferen. |
1936 |
Gustaaf verhuist naar de H. van Borsselenkade 20, gemeente Nieuwer Amstel (nu Amstelveen). In het tijdschrift Bedrijfsfotografie biedt hij zijn apparatuur te koop aan tegen ieder aannemelijk bod. |
1938 |
Gustaaf Oosterhuis overlijdt op 3 augustus op 80-jarige leeftijd. |
Beschouwing
Pieter Oosterhuis was net als zijn vader geen onverdienstelijk tekenaar en schilder. Wij treffen zijn naam in de periode 1836-1850 aan als regelmatig exposant bij de jaarlijks terugkerende tentoonstellingsreeks Levende Meesters. De titels van zijn inzendingen, zoals Een Heilige Familie naar A. v.d. Werff (1836) en Een groentevrouwtje (1850) wijzen erop dat hij voornamelijk genreschilder is geweest, die ook reproductief werk leverde.
Zoals velen van zijn collega’s verruilde hij begin jaren vijftig zijn oorspronkelijk vak voor de fotografie. Het is niet bekend van wie hij zijn opleiding gekregen heeft.
Hij vestigde in 1851 op zijn adres een ‘Atelier Photographique et Daguerreotype’, waar klanten een fotografisch portret konden laten maken. In dat jaar zijn er nog maar weinig (portret)fotografen in Amsterdam gevestigd. Bij de eerste vermelding van Pieter in het Algemeen Adresboek van Amsterdam, van 1853-1854, werden vijf collega-fotografen genoemd: H.G. de Boer, F.W. Deutmann, Eduard François, A. Pieterse en J.F.C. Schiltz. In de jaren zestig nam hun aantal snel toe. Het adresboek van 1866 vermeldt er al 44!
Pieter heeft de portretfotografie langer aangehouden dan de opmerking van Haakman, voorzitter van de Amsterdamsche Photographen Vereeniging, in zijn necrologie van Oosterhuis in 1885 in het Tijdschrift voor Photographie suggereert. Daarin schreef hij dat Pieter Oosterhuis samen met de fotograaf Niekerk een prachtig atelier oprichtte, dat na enkele jaren werd opgeheven en dat Pieter daarna „tot zijne ware bestemming als uitsluitend landschapphotographe” geraakte. Haakman doelde hier op de samenwerking van korte duur met D. Niekerk, in de jaren 1864 en 1865. In 1866 adverteerde Pieter weer alleen met nog steeds portretten in alle afmetingen. Zijn atelier (Plantage Middenlaan 120) was voor dat doel alle dagen van de week geopend, inclusief zon- en feestdagen. Een dergelijke vergaande dienstverlening was bittere noodzaak om als portretfotograaf temidden van de concurrentie te kunnen blijven bestaan.
Portretfoto’s door Pieter gemaakt zijn echter vrij zeldzaam in collecties aanwezig. Talrijker zijn de stadsgezichten.
Na de uitvinding van het natte collodion procédé, dat het mogelijk maakte op grote schaal afdrukken te maken van één negatief ontstond er met name in Engeland en Frankrijk een industrie, die zich toelegde op het produceren van stadsgezichten. Pieter Oosterhuis was de Nederlandse representant van dit fenomeen. Hij maakte een groot aantal stadsgezichten, veelal in de vorm van stereokaarten. Niet alleen gezichten van Amsterdam maar ook van onder meer Arnhem, Den Bosch, Dordrecht, Haarlem, ‘s Gravenhage, Middelburg, Nijmegen, Ouderkerk aan de Amstel, Scheveningen, Utrecht, Wijk bij Duurstede en Zaandam.
Soms waren de foto’s van Oosterhuis opvallend actueel, zoals de aan hem toegeschreven foto’s van het opstijgen van de ballon van Nadar in Amsterdam (1865) en van feestelijkheden (de onthulling?) bij het beeld van ‘Naatje op de Dam’. Er is daarnaast een klein aantal glasdiapositieven bewaard gebleven van Amsterdam en de directe omgeving.
De uitgebreide reeks Vues de Hollande van stereostadsgezichten wordt aan Oosterhuis toegeschreven en gedateerd omstreeks het midden van de jaren vijftig. De reeks is genummerd (het hoogst aangetroffen nummer is 321) en voor een deel door Pieter in de afbeelding gesigneerd.
Vanaf omstreeks 1857 liet Oosterhuis zijn foto’s in de handel brengen door boekhandelaar A. Jager. Jager gaf stereokaarten en tevens complete albums met stadsgezichten op carte de visite- en kabinetformaat uit. Deze samenwerking duurde tot omstreeks 1865. Daarna werd boek- en kunsthandel Jan D. Brouwer de verantwoordelijke uitgever. Ook de naam van J.M. Schalekamp komt in connectie met Oosterhuis op foto’s voor. De productie van stadsgezichten op stereokaarten duurde tot circa 1870; kabinetfoto’s met stadsgezichten, waarvan de vroegste uit 1857 stamt, bleven tot ca. 1890 gemaakt worden, toen Gustaaf het bedrijf van zijn vader voerde, overigens met gebruikmaking van diens naam. De late kabinetfoto’s hebben veelal betrekking op bijzondere gebeurtenissen of festiviteiten in Amsterdam. Ze zijn daarom eenvoudiger te dateren.
Weinig bekend zijn Pieter’s fotografische reproducties van schilderijen, een toegepaste vorm van fotografie die in 1862 nog veel opzien baarde. In dat jaar stonden bij boekhandel Leeuwenkuyl in Amsterdam fotografische reproducties van de Nachtwacht en de Staalmeesters voor de verkoop uitgestald. Het tijdschrift Nederlandsch Magazijn maakte er melding van en concludeerde: ,,Beide beelden zijn het werk van den onvermoeiden Oosterhuis, die hierdoor heeft getoond bij zijn streven eene hoogte bereikt te hebben, die hem tot den rang van een der eerste photographen verheft.” In 1877 bestond Pieters inzending voor de Internationale Tentoonstelling van de Amsterdamsche Photographen Vereeniging onder andere uit fotografische reproducties van schilderijen in kooldruk en zilverdruk.
Men zou Pieter Oosterhuis onrecht aandoen indien men zijn verdienste alleen maar zou baseren op zijn interessante productie van vroege stadsgezichten. Van even groot belang voor de geschiedenis van de Nederlandse fotografie zijn zijn activiteiten als industrieel fotograaf. Zijn vroegst bekende industriële werk dateert van 26 juni 1862. Het is een documentatiemap met twaalf foto’s van het exterieur en interieur van de Koninklijke Fabriek van Stoom en Andere Werktuigen te Amsterdam en van de door deze firma vervaardigde machinerieën. Op het bijbehorend inlegvel staat de tekst: „Over het bezoek door de Japansche Ambassadeur gebragt verheugen zich de Werklieden der Hollandsche Koninklijke Ijzer Fabrijk.”. Deze Koninklijke Fabriek van Stoom en Andere Werktuigen werd later voor Gustaaf Oosterhuis een belangrijke opdrachtgever, toen de onderneming eenmaal was uitgegroeid tot de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij. In het Tijdschrift voor Photographie werd in 1864 melding gemaakt van de foto’s die Pieter maandelijks nam van de werkzaamheden in het Zuid Bevelandkanaal. Toen in Nederland na 1860 het spoorwegnet in belangrijke mate werd uitgebreid en in de jaren daarna een aanvang werd gemaakt met de bouw van spoorwegbruggen over de grote rivieren, werden de verschillende bouwfasen van deze grootschalige ondernemingen fotografisch vastgelegd, onder andere door Pieter Oosterhuis.
Het is niet bekend of de fotografische registratie van deze projecten op initiatief van de Nederlandse overheid geschiedde. Enkele jaren daarvoor was in Frankrijk op overheidsinitiatief door de Ecole des Ponts et Chaussées een serieus begin gemaakt met het systematisch fotografisch documenteren van bouwstadia van publieke werken.
In Nederland gaven grote bouwondernemingen in ieder geval opdrachten aan fotografen. Zo kan het zijn dat bij het spoorwegproject de genoemde Koninklijke Fabriek van Stoom en Andere Werktuigen, die de stalen overspanningen van de bruggen maakte, Pieters opdrachtgever was. Haakman vermeldde in zijn necrologie Pieters opdrachten, maar niet zijn opdrachtgevers. Hij schreef dat ,,er bijna geen groot werk was door de Stad Amsterdam of den Staat aangelegd, waarvan de photographische afbeelding hem niet werd opgedragen en zulks meestal in buitengewoon groot formaat”. De schrijver voegde eraan toe dat het te betreuren viel dat Pieters contracten het hem beletten deze afbeeldingen in de handel te brengen.
In de jaren 1865 tot en met 1871 heeft Pieter de vorderingen aan de bouw van spoorwegbruggen bij Culemborg, Zaltbommel en Moerdijk vastgelegd. In het begin nog op een bescheiden formaat doch in 1868 al op een papierformaat groter dan 30 X 40 cm. De voor die tijd spectaculaire bruggenbouw over de grote rivieren heeft ook andere fotografen aangetrokken zoals J.H. Schönscheidt, F.W.H. Deutmann, E. Fierlants, A. Boeseken en de firma Wegner en Mottu. De vroegste foto’s zijn echter van Pieter Oosterhuis’ hand. Bruggenbouw en andere grootschalige waterbouwkundige werken in de omgeving van Rotterdam daarentegen lijken bij uitstek het werkterrein te zijn geweest van fotografen als J. van Gorkom, J.G. Hameter, G.C.J. Perger en H.W. Wollrabe. Aan samengestelde foto’s met een panoramisch effect (voorbeelden zijn bekend van onder anderen Boeseken en Perger) waarvoor dergelijke onderwerpen zich uitstekend leenden, heeft Pieter zich nooit gewaagd. Hij liet het onderwerp tot zijn recht komen door middel van het dramatisch, suggestieve effect van een portoscooplens die uitblonk in een breed gezichtsveld en een grote scherptediepte. Het ruimtelijk effect van het onderwerp wordt in de foto’s nog versterkt door het prachtige atmosferisch perspectief.
In bijna dezelfde periode, van 1867 tot 1872, maakte Pieter een serie foto’s van de bouw van de havenhoofden bij IJmuiden en andere werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van het Noordzeekanaal. Vermoedelijke opdrachtgever was het toenmalige Departement van Waterstaat. Andere ingenieurswerken die Pieter heeft gefotografeerd zijn de bouw van sluiswerken te Veere (1869-1872), de bouw van sluiswerken te Vlissingen (1872), de aanleg van een spoorwegbrug tegenover de Oosterdoksluizen in Amsterdam (1875), het stoomgemaal bij de Legmeerplassen (1875) en scheepsstoommachines en andere hogedrukapparaten vervaardigd door de Koninklijke Fabriek van Stoom en Andere Werktuigen in de periode 1874 tot 1885.
Pieter Oosterhuis was lange tijd een actief lid van de Amsterdamsche Photographen Vereeniging die van 1872 tot 1880 het Tijdschrift voor Photographie onder haar auspiciën liet verschijnen. Vanaf het begin was Pieter penningmeester van de vereniging; hij toonde op bijeenkomsten regelmatig eigen werk, hield beschouwingen, schreef technische artikelen en voorzag het tijdschrift van illustraties. Pieter maakte deel uit van de commissie van beoordeling van de Internationale Tentoonstelling van Photographie in 1874 en was lid van de commissie van initiatief van de Internationale Tentoonstelling der Amsterdamsche Photographen Vereeniging in 1877 (die op 19 september door Z.M. de Koning geopend werd). Hoewel deze laatste tentoonstelling een succes werd, viel te betreuren dat er weinig Nederlandse fotografen aan de expositie deelnamen. Maar ook binnen de vereniging schortte het aan interesse. In januari 1877 „wijst de heer Oosterhuis op de weinige belangstelling van vele leden en de slechte opkomst ter vergadering en vraagt of er geen middel gevonden zou kunnen worden om hierin verandering te brengen.”
Pieter Oosterhuis’ oeuvre kwam tot stand in een periode waarin de fotografie nog in een experimentele fase verkeerde. Oosterhuis moest zelf zijn platen prepareren en deed dat volgens Haakmans necrologie op uitmuntende wijze. Zijn opnamen maakte hij opeenvolgend in de technieken: daguerreotypie, natte en droge collodion. Zijn afdrukken op albumine zijn haarscherp, helder en contrastrijk. Later gebruikte hij ook de procédés kooldruk en zilverdruk.
Gustaaf Oosterhuis was ongetwijfeld door Pieter tot fotograaf opgeleid. Na Pieters dood in 1885 zette hij, inmiddels 29 jaar, de fotografische werkzaamheden van zijn vader bij dezelfde opdrachtgevers voort. Gustaaf werkte onder de naam P. Oosterhuis. De bekendheid die Pieter had verworven wilde hij blijkbaar in stand houden. De vroege foto’s van groot formaat van Gustaaf s hand zijn in de meeste gevallen voorzien van een droogstempel op het opzetkarton: P. Oosterhuis, Photograph, Amsterdam. Deze preeg werd direct in 1885 als handelsmerk door Gustaaf gebruikt. Gebruikte Pieter in zijn latere jaren bij zijn naam de aanduiding ‘photograaf, Gustaaf maakte er ‘Photograph’ van, hetgeen opgevat kan worden als het zich aanmeten van een zekere gedistingeerdheid.
Van Gustaaf kan gezegd worden dat hij zeker in technisch en artistiek opzicht de fotografie van zijn vader evenaarde, met dien verstande, dat hij profiteerde van de verbeterde stand van de fotografische techniek. Werkzaamheden die Gustaaf vóór 1900 heeft vastgelegd zijn onder meer de bouw van de Westergasfabriek in Amsterdam (1885). Dit is een bijzonder mooie serie foto’s waarin Gustaaf zijn onderwerp compositorisch goed tot zijn recht liet komen en het een theatraal effect gaf. Uit deze serie blijkt terdege dat Gustaaf al in 1885 het métier volledig beheerste en zijn onderwerpen nadrukkelijk van een persoonlijk stempel voorzag. Behalve incidentele foto’s van grootschalige gemeentewerken in Amsterdam in de jaren na 1885 is er een serie foto’s van groot formaat van de bouw van het Amsterdam-Merwedekanaal. De werkzaamheden aan dit kanaal in de periode 1887-1892 en de daarmee gepaard gaande aanleg van bruggen, sluizen, stoomgemalen en het omleggen van het bestaande spoorwegtraject, zijn gefotografeerd op lokaties nabij Gorinchem, Maarssen, Breukelen, Nigtevecht, Weesp en Amsterdam. Alleen de bouw van de stalen spoorwegbrugoverspanningen bij de aanleg van het Amsterdam-Merwedekanaal zijn door J.G. Hameter gefotografeerd. Gustaaf nam de rest van de werkzaamheden voor zijn rekening.
In dezelfde periode fotografeerde Gustaaf de aanleg van het lozingskanaal ten oosten van Amsterdam. Dit type landschapsfotografie leverde lang niet altijd fotogenieke onderwerpen op als gevolg van de vaak aanwezige overdaad aan horizontalen in het beeldkader, bijvoorbeeld bij de aanleg van een vaargeul in een vlak landschap. Toch slaagde Gustaaf er in om bij dergelijke onderwerpen een evenwichtig lijnenspel te verkrijgen, door een groot aantal werklieden bij de opname te laten poseren. Tot ver op de achtergrond zijn de werklieden met hun blik naar de camera gericht. Tezamen met de afwezigheid van beweging levert dit verstilde foto’s op, die onwezenlijk aandoen.
Grote opdrachtgevers van Gustaaf waren de werf Conrad in Haarlem, waarvoor Pieter op late leeftijd eveneens heeft gefotografeerd, en vanaf het oprichtingsjaar 1894 de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij in Amsterdam. Het is aannemelijk dat Gustaaf ook opdrachtgevers heeft gehad onder de bedrijven die de houten afbouw van de interieurs van de passagiersschepen voor hun rekening namen.
Het resterende aantal foto’s van opdrachten voor de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij is zo groot dat daaruit valt op te maken dat dit bedrijf zonder meer de grootste cliënt van Gustaaf geweest moet zijn. Behalve beelden van de werf zelf, de eerste loods en de uitbreidingen erna, zijn het opnamen van de bouwstadia van schepen tot aan het moment van de tewaterlating.
Zo bestaat er een serie van vier foto’s van de tewaterlating van de s.s. Farnsum in 1902: de eretribune met genodigden naast het schip op de helling, het moment van het breken van de champagnefles, het in het water glijden van het schip en het publiek dat vlak na de tewaterlating de tribune afdaalde. De verschillende opnamen, vanuit hetzelfde standpunt gefotografeerd, zijn zo snel na elkaar genomen dat Gustaaf niet de tijd kon nemen om de glasplaten van één camera te verwisselen en daarom met twee camera’s moest werken. Andere foto’s met als onderwerp de bouwstadia van schepen overstijgen in ruime mate het louter informatieve karakter van een industriële foto. Gustaaf A gebruikte soms bewust obstakels in de voorgrond ter versterking van de compositie van het hoofdonderwerp, soms ook buitte hij het binnenvallend daglicht in een scheepsromp in aanbouw ten volle uit en voorzag daarmee zijn onderwerp van een sacrale atmosfeer.
De laatste foto van Gustaaf dateert zeer waarschijnlijk van 1 september 1932 (de Ms Tarn, bouwnummer 225). Toen Gustaaf met fotograferen stopte, hij was inmiddels 74!, nam zijn assistent G. Regter onder eigen naam de werkzaamheden voor de NSM over.
Naar het schijnt heeft Gustaaf zich nooit bewogen in fotografische genootschappen of is hij op een of andere wijze actief geweest in fotografenkringen. De enige (en bekroonde) inzending van Gustaaf is die voor de expositie van de Haarlemsche Amateur Fotografen Club in 1893. In de afdeling A (beroepsfotografen) werd een zilveren medaille toegekend, niet aan Gustaaf maar aan P. Oosterhuis!
Documentatie
Primaire bibliografie
(Serie stereostadsgezichten) Vues de Hollande.
(Serie stereostadsgezichten) Stereoskopische Gezigten in Nederland.
Photographisch Kunst-album, Amsterdam (A. Jager) z.j., (12 afleveringen).
Les douze mois. Dessins au lavis de Dirk Langendijk. Photographiés par P. Oosterhuis, Haarlem (JJ. Weeveringh) 1860.
De transparante photographiën, in Tijdschrift voor Photographie 1 (januari 1873) 6, p. 91-95.
Droge platen met albumine, in Tijdschrift voor Photographie 2 (januari 1874) 6 en 2 (mei 1874) 10, p. 87-89, 155, 156.
Duurzaam verzilverd albumine papier, in Tijdschrift voor Photographie 2 (juni 1874) 11, p. 166-167.
Calotyp-proces, Tijdschrft voor Photographie 4 (november 1875) 4, p. 51-58.
De herstelling van het ‘positief zilverbad, in Tijdschrift voor Photographie 5 (november 1877) 11, p. 195-198.
(Vertaling P.O.) Over het netvormig worden der kooldruk-beelden, in Tijdschrift voor Photographie 6 (februari 1878) 2, p. 27-28.
(Vertaling P.O.) Portretten door middel van electrisch licht, in Tijdschrift voor Photographie 6 (april 1878) 4, p. 53-56.
(Vertaling P.O.) Zuur en alkali in betrekking tot de photographie, in Tijdschrift voor Photographie 6 (juli 1878) 7, p. 79-84.
(Vertaling P.O.) Over ontwikkeling, in Tijdschrift voor Photographie 6 (juli 1878) 7, p. 84-87.
foto’s in:
Tijdschrift voor Photographie 1 (oktober 1872) 3.
D.C. Meijer jr., Wandeling door de zalen der historische tentoonstelling van Amsterdam, Amsterdam (J.M.E. & G.H. Meijer) 1876, na p. 96, na p. 104, na p. 132, na p. 152, na p. 198, na p. 204, na p. 216, na p. 218.
Tijdschrift voor Photographie 4 (januari 1876) 6, na p. 88.
Tijdschrift voor Photographie 9 (augustus 1881) 8.
Geschiedenis en beschrijving van het Noordzeekanaal, Departement van Waterstaat 1909.
Scheepsbouw, courant van de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij, Amsterdam.
L.J. van der Haer, ’s-Gravenhage gephotographeerd tusschen de jaren 1860- 1870, Delft (Elmar N.V.) 1968, p. 29.
Kees Nieuwenhuijzen (samenstelling), De vroegste foto’s van Amsterdam, Amsterdam (Van Gennep) 1974, afb. 25, 34, 35, 50, 81, 85, 108, 117, 131, 176, 180, 183.
Kees Nieuwenhuijzen (samenstelling), Rotterdam gefotografeerd in de 19de eeuw, Amsterdam (Van Gennep) 1974, afb. 19, 82, 95.
Kees Nieuwenhuijzen (samenstelling), Haarlem en Zuid-Kennemerland in 19deeeuwse foto’s, Amsterdam (Van Gennep) 1975, afb. 188, 195, 196.
Kees Nieuwenhuijzen (samenstelling), Den Haag en omstreken in 19de-eeuwse foto’s, Amsterdam (Van Gennep) 1975, afb. 10, 131, 213, 217, 238.
Kees Nieuwenhuijzen (samenstelling), Utrecht en omstreken in 19de-eeuwse foto’s, Amsterdam (Van Gennep) 1975, afb. 14, 40, 55, 141, 160.
Theun de Vries, Dick Schaap en Siebe Rolle, Eene plaats van grooten omvang. 1876-1976 Honderd jaar IJmuiden en het Noordzeekanaal, IJmuiden (Vermande Zonen N.V.) 1976, afb. 42, 54, 55, 60.
Ons Amsterdam 37 (juli/augustus 1985), omslag.
Secundaire bibliografie
LN., Bij de titelplaat, in Praktische Volksalmanak. Jaarboekje ter verspreiding van kennis der toegepaste wetenschappen onder alle standen der maatschappij 1859, Haarlem (A.C. Kruseman) 1858, p. II, p. 163-171.
W., Twee photographiën, in Nederlandsch Magazijn (1862) 31, p. 247-248.
Auteur onbekend, Maandelijcksch overzigt, in Tijdschrift voor Photographie 1 (1864), p. 346, 347.
Auteur onbekend, Maandelijksch overzigt, in Tijdschrift voor Photographie 2 (1865), p. 224.
Auteur onbekend, Kort verslag der vergaderingen van de Amst. Photogr. Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 1 (september 1872) 2, p. 17-19.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergaderingen der Amst. Photogr. Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 1 (oktober 1872) 3, p. 33-36.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergaderingen der Amst. Photogr. Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 1 (november 1872) 4, p. 49-50.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergaderingen der Amsterd. Photografen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 1 (december 1872) 5, p. 65-67.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergaderingen der Amsterd. Photografen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 1 (februari 1873) 7, p. 97-100.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photografen Vereeniging in Tijdschrift voor Photographie 1 (maart 1873) 8, p. 113-118.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 1 (juli 1873) 12, p. 177-180.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 2 (september 1873) 2, p. 17-19.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 2 (oktober 1873) 3, p. 33-36.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 2 (december 1873) 5, p. 65-66.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 2 (januari 1874) 6, p. 81-85.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 2 (februari 1874) 8, p. 113-114.
Tijdschrift voor Photographie 2 (februari 1874) 8, na p. 120.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 2 (april 1874) 9, p. 129-131.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 2 (mei 1874) 10, p. 145-147.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 2 (juni 1874) 11, p. 161-164.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 3 (augustus 1874) 1, p. 1-3.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 3 (september 1874) 2, p. 17-18.
Auteur onbekend, Internationale tentoonstelling van photographiën, in Tijdschrift voor Photographie 3 (september 1874) 2, p. 32.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 3 (november 1874) 4, p. 49-52.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 3 (december 1874) 5, p. 65-67.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 3 (januari 1875) 6, p. 81-83.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 3 (maart 1875) 8, p. 113-114.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 3 (april 1875) 9, p. 129-131.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 3 (mei 1875) 10, p. 145-146.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 3 (juli 1875) 12, p. 177-178.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 4 (oktober 1875) 3, p. 33-35.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 4 (december 1875) 5, p. 65-66.
Dietsche Warande, 1876, p. 602-603.
Tijdschrift voor Photographie 4 (januari 1876) 6, p. 96.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 4 (april 1876) 9, p. 129-131.
R.L.J. Haakman, Développement aux sels de fer, in Le Moniteur de la Photographie, 3 e serie, 15 (1 mei 1876) 9, p. 71-73.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 4 (juli 1876) 12, p. 173-174.
Internationale tentoonstelling van photographie in de kunstzalen der maatschappij Arti et Amicitiae (catalogus), Amsterdam (Amsterdamsche Photographen Vereeniging) 1877, p. 19.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 5 (januari 1877) 1, p. 1-3.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergaderingen der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 5 (maart 1877) 3, p. 49-52.
Internationale tentoonstelling der Amsterdamsche Photographen Vereeniging te Amsterdam, 1877 (bekendmaking), in Tijdschrift voor Photographie 5 (april 1877) 4, p. 196.
Auteur onbekend, Kort verslag van de vergadering der Amsterd. Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 5 (augustus 1877) 8, p. 169-172.
Auteur onbekend, Rapport der jury ter bekrooning van inzendingen van photographiën enz., in Tijdschrift voor Photographie 5 (oktober 1877) 10, p. 185-189.
Auteur onbekend, Kort verslag der vergaderingen der Amsterdamsche Photographen Vereeniging, in Tijdschrift voor Photographie 5 (december 1877) 12, p. 201-203.
Auteur onbekend, Notulen der 121 ste vergadering, gehouden 30 juni 1881, in Tijdschrift voor Photographie 9 (juli 1881) 7, p. 73-74.
Haakman, P. Oosterhuis, in Tijdschrift voor Photographie 13 (augustus 1885) 7, p. 83-84.
Meinard van Os, Tentoonstelling ter bevordering van de belangen der fotografie te Haarlem, in het lokaal ‘Felix Favore’ 27 mei-juni 1893, in Lux 4 (juni 1893) 9, (tentoonstellingsbijvoegsel).
G. A. Evers, Hoe de fotografie in Nederland kwam. V. De invoering der fotografie (1850) en de eerste vakfotografen, in Lux 26 (1 juli 1915) 13, p. 252.
G.W. Ovink, Het aanzien van een eeuw, Haarlem (N.V. Drukkerij De Spaarnestad) 1958, p. 133.
I.H. van Eeghen, Amsterdam omstreeks 1870 gezien door stereoscoopfoto’s, in Amstelodamum 48 (september 1961), p. 156-160.
LH. van Eeghen, Nogmaals Amsterdam gezien door stereoscoopfoto’s, in Amstelodamum 48 (november 1961), p. 202-204.
C.C.G. Quarles van Ufford, Amsterdam voor ‘t eerst gefotografeerd. 80 Stadsgezichten uit de jaren 1855-1870, Amsterdam (J.H. de Bussy) 1968, p. 16-19, 22, 23, 28, 29, 34, 44, 45, 70-72, 74, 78, 79, 86, 87,112, 120, 121, 1I42, 144, 150, 152, 166, 180, l8l (met foto’s).
J.J.Th. Sillevis, Fotoverzamelaar is een zeldzaam mens, in NRC Handelsblad 18 december 1971.
Rfs, Het werk van de eerste Amsterdamse fotografen. Kijkboek rondom eeuwwisseling, in Trouw 29 oktober 1974.
Lisette Lewin, Foto’s uit de 19de eeuw zijn schilderijen, in NRC Handelsblad 15 november 1974.
Auteur onbekend, Boeken over Amsterdam, in De Volkskrant 6 december 1974.
J.F. Heijbroek, Mathijs Maris en het ‘Souvenir d’Amsterdam’, in Amstelodamum 62 (januari/februari 1975), p. 14-18 (met foto’s).
Jan Coppens, Pieter Oosterhuis, beroepsfotograaf in de 19e eeuw, in Foto 30 (augustus 1975) 8, p. 50-53 (met foto’s).
Jan Coppens (samenstelling), Een camera vol stilte. Nederland in het begin van de fotografie 1839-1875, Amsterdam (Meulenhoff) 1976, na afb. 7, 52, 56, 58, 62, 64, 67, 68, 139, 143, 186, 191-194, 272, 273, 287, 288, 313.
Ingeborg Th. Leijerzapf (red.), Fotografie in Nederland 1839-1920, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1978, p. 31,32,35,59,61,62,68, 69, 102 (met foto’s).
Pieter A. Scheen, Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1880, Den Haag (Pieter A. Scheen bv) 1981, p. 384.
Bas Roodnat, Een brandpunt van nonconformisme. Amsterdam gefilmd door Ed van der Elsken, in NRC Handelsblad 24 september 1982.
Anne Marie Boorsma en Ingeborg Th. Leijerzapf, Jacob Olie, in Geschiedenis van de Nederlandse fotografie, Alphen aan den Rijn (Samsom) 1984 e.v.
Hedi Hegeman, Jan Goedeljee & Zn., in Geschiedenis van de Nederlandse fotografie, Alphen aan den Rijn (Samsom) 1984 e.v.
Adriaan Elligens, Pieter Oosterhuis & Zn. (ongepubliceerde scriptie), Amsterdam 1986.
Matti Boom, ‘Een waarlijk volkomen begoocheling’. Stereofotografie in Nederland, in Jong Holland 2 (oktober 1986) 3, p. 2-13.
Lidmaatschappen
Amsterdamsche Photographen Vereeniging, (Pieter) vanaf 1872 penningmeester.
Commissie van beoordeling van de Internationale Tentoonstelling van Photographiën, (Pieter) in 1874.
Commissie van uitvoering van de Internationale Tentoonstelling der Amsterdamsche Photographen Vereeniging, (Pieter) in 1877.
Onderscheidingen
1877 Gouden medaille van de stad Amsterdam, Internationale Tentoonstelling van Photographie. Amsterdamsche Photographen Vereeniging. (Pieter).
1893 Zilveren medaille (afd. A, vakfotografen), Tentoonstelling ter bevordering van de belangen der fotografie. Haarlemsche Amateur-Fotografen-Club. (Gustaaf).
Tentoonstellingen
1877 (g) Amsterdam, Arti et Amicitiae, Internationale Tentoonstelling van Photographie. Amsterdamsche Photographen Vereeniging. (Pieter).
1893 (g) Haarlem, Gebouw ‘Felix Favore’, Tentoonstelling ter bevordering van de belangen der fotografie. Haarlemsche Amateur-Fotografen-Club. (Gustaaf).
Bronnen
Amstelveen, Gemeentearchief.
Amsterdam, Gemeentearchief.
Amsterdam, Universiteitsbibliotheek.
Den Haag, Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie.
Groningen, Gemeentearchief.
Leiden, Prentenkabinet, bibliotheek en documentatiebestand.
Collecties
Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum.
Amsterdam, Gemeentearchief, bruikleen Bibl. van Kamer van Koophandel en Fabrieken, (Aug. MJ. Hendrichs Verzameling).
Amsterdam, Gemeentearchief.
Amsterdam, Rijksmuseum.
Amsterdam, Rijksmuseum Nederlands Scheepvaartmuseum.
Amsterdam, Tropeninstituut.
Amsterdam, Werkspoor Museum.
Den Haag, Gemeente-archief.
Den Haag, Koninklijk Huisarchief.
Den Haag, Rijksdienst Beeldende Kunst (collectie Hartkamp).
Groningen, Gemeente-archief.
Haarlem, Gemeente-archief.
Haarlem, Teylers Museum.
Leeuwarden, Gemeente-archief.
Leiden, Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit.
Rotterdam, Gemeente-archief.
Tilburg, Gemeente-archief.
Utrecht, Gemeente-archief.
Veere, Gemeente-archief.
IJmuiden, Gemeente-archief.
Auteursrechten
Het fotografisch oeuvre van Pieter en Gustaaf Oosterhuis is vrij van auteursrechten. De reproductierechten berusten bij de instellingen die de foto’s beheren (zie onder Collecties).