FotoLexicon, 4e jaargang, nr. 7 (september 1987) (nl)

Willem Brandsma

Luc Verkoren

Extract

Willem Brandsma, timmerman en schrijnwerker met belangstelling voor architectuur en technisch tekenen, ontpopte zich als een bekwame bouwer en reparateur van fotocamera’s. Met zijn vriend en vroegere collega bij de firma Loman & Co., F.W. Schaap, richtte Brandsma de firma Schaap & Co. op. Deze firma verwierf enkele octrooien: op de stereocamera volgens het systeem van Albada en op een vouwbare spiegelreflexcamera, gebaseerd op de niet vouwbare Hollandse Reflex van Loman. Vooral deze vouwcamera was een internationaal succes en werd zowel in Engeland als in Duitsland door vooraanstaande bedrijven in licentie gebouwd.

Biografie

.

1867

Op 19 november wordt Willem Brandsma geboren te IJlst. Zijn vader heeft een timmerbedrijf. Willem zal zich later (om niet bekende reden) noemen en schrijven: Willem Hylkes Brandsma.

1880-‘85

Willem werkt bij zijn vader in de zaak, leert het vak van schrijnwerker en neemt lessen in bouwkundig tekenen bij architect Ringwaldus in zijn woonplaats.

1886-‘88

De jonge Brandsma trekt op advies van zijn leermeester eerst naar Sneek, waar hij werk krijgt bij het timmerbedrijf van de Gebroeders Schroot, en daarna naar Amsterdam.

1890

Na twee jaar in Amsterdam te hebben gewerkt als timmerman treedt Willem in dienst van Loman & Co., een jong bedrijf dat zich bezighoudt met de handel in en de fabricage van fototoestellen. De Hollandse Reflexcamera van Loman is geoctrooieerd in Engeland en Duitsland en betekent een mijlpaal in de ontwikkeling van de reflexcamera.

1893

Loman & Co. wordt verkocht aan een van de werknemers, L.J.R. Holst. Het bedrijf heet korte tijd Holst & Zimmerman en wordt dan herdoopt in Reflexcompagnie. Laatstgenoemd bedrijf fungeert als de ‘Amsterdam Branch’ van de Londense Reflex Manufacturing Company. Brandsma blijft na de wisseling van eigenaar bij het bedrijf werken.

1897

De Reflexcompagnie, gevestigd aan de Amsterdamse Herengracht 259, wordt opgeheven. Twee ex-werknemers, Willem Brandsma en F.W. Schaap, vestigen zich als reparateurs en bouwers van fotoapparatuur (inclusief de Hollandse Reflex) aan de Potgieterstraat 8-10, onder de firmanaam Schaap & Co. Wanneer op 27 en 28 oktober de inventaris van de Reflexcompagnie wordt geveild in het verkooplokaal van H.G. Bom, koopt de firma Schaap & Co. de technische uitrusting.

1902

Schaap en Brandsma verwerven een Frans en een Engels octrooi op het optisch systeem van een stereocamera, ontworpen door Luitenant L.E.W. van Albada. Het toestel wordt door Schaap & Co. in productie genomen.

Het bedrijf is inmiddels gevestigd aan de Kerkstraat 11 in Amsterdam.

1906

Schaap & Co. neemt de deftige fotohandel van Couvee en Meylink aan het Spui 8 over. Het bedrijf blijft daar gevestigd tot 1939.

1907

Firmant Schaap treedt uit het bedrijf. De werkplaats verhuist van de Kerkstraat naar de bovenverdiepingen van de winkel aan het Spui.

1909

Willem Brandsma verkrijgt een Duits en een Engels octrooi op de vouwbare reflexcamera die hij heeft ontwikkeld. Met zijn ingenieuze constructie oogst hij ook succes in eigen land.

1914

De productie wordt uitgebreid, waarvoor een pand aan de Utrechtse Dwarsstraat in gebruik wordt genomen.

1921

Op 20 september wordt Willem Brandsma (geboren te Amsterdam op 17 maart 1897) procuratiehouder van het bedrijf van zijn vader.

1931

Blijkens het register van de Kamer van Koophandel krijgt Schaap & Co. W.H. Brandsma een filiaal, gevestigd aan de Amstelveenscheweg 214 in Amsterdam Zuid. Dit wordt op 9 februari van het volgend jaar alweer opgeheven.

1936

De fotohandel van Brandsma gaat zich ook bezighouden met het importeren van ‘Film Kino’s’ (smalfilmcamera’s). Men hanteert daarbij de naam Filmo of Holland.

1939

Op 3 mei verhuist het bedrijf van het Spui naar Rokin 106.

1941

Schaap & Co. W.H. Brandsma wordt omgezet in een vennootschap onder firma, toebehorend aan vader en zoon Brandsma. De nieuwe naam luidt: W.H. Brandsma Fa Schaap & Co. Foto- Projectie- en Kinohandel.

1942

W.H. Brandsma treedt uit het bedrijf. De naam wordt nog eenmaal gewijzigd: foto – BRANDSMA – kino (Schaap & Co.).

1960

Willem Hylkes Brandsma overlijdt op 29 juli op 92-jarige leeftijd te Ouder-Amstel.

1965

Na gevestigd te zijn geweest aan de Handboogstraat 15 (1948) en aan de Nieuwe Spiegelstraat 41-43 (1951) wordt de fotohandel Brandsma opgeheven.

Beschouwing

Toen Willem Brandsma, twaalf of dertien jaar oud, van school ging, nam zijn vader hem in de zaak. Willem nam lessen in bouwkundig tekenen bij de plaatselijke architect in IJlst, Ringwaldus.

Toen hij in 1890 in dienst trad bij de firma Loman & Co., was hij enkele jaren als timmerman en schrijnwerker werkzaam geweest. Bij de firma Loman ging hij zich specialiseren in camerabouw en -reparaties, evenals zijn collega’s L.J.R. Holst en F.W. Schaap. Zij maakten de ontwikkeling mee van de Hollandse Reflexcamera.

Zeven jaar lang werkte Brandsma als reparateur en camerabouwer bij de Reflexcompagnie, het bedrijf dat Bram Loman had opgezet en door L.J.R. Holst werd voortgezet als ‘Amsterdam Branch’ van de Londense Reflex Manufacturing Company. Toen Holst in 1897 het bedrijf beëindigde en een betrekking aanvaardde als technisch directeur bij Hüttig & Sohn in Dresden, kwamen ex-werknemers Brandsma en Schaap op straat te staan. Zij gingen samen verder als reparateurs en bouwers van fotoapparatuur en vestigden zich onder de firmanaam Schaap & Co. Zij kochten de restanten van de Reflexcompagnie op, toen deze geveild werden bij veilinglokaal H.G. Bom. De Duitse octrooien op de Hollandse Reflex van Loman gingen echter met Holst mee naar zijn nieuwe werkgever in Dresden.

De veilingcatalogus van H.G. Bom is bewaard gebleven en biedt een boeiend beeld van de inventaris van een kleine fabriek van fotografische apparaten annex fotohandel aan het eind van de negentiende eeuw. Naast een ateliercamera waren er Lancaster camera’s, Brabant camera’s (een merk van Loman), Loman’s sportcamera’s en acht reflex- of detectivecamera’s. Enkele daarvan waren uitgevoerd in gepolijst noten- of mahoniehout, of bekleed met leer of linnen. Er was een eikenhouten daguerreotypiecamera en een koperen prismacamera voor het tekenen van landschapsstudies, met drievoet en zwart kleed in houten kist, beide toen al antiek. Een grote partij droge platen was aanwezig van onder meer de merken Beernaerts, Schleussner, Weisbrod en Ultrajectum. Onder het kopje ‘Optique Amusante’ treffen wij een gladhouten (antieke) vue d’optique of opticaspiegel met veertig opticaprenten. Verder mahonie- en eikenhouten stereoscopen, een revolverstereoscoop en toverlantaarns met plaatjes. De instrumentmakerwerkplaats omvatte onder meer houtdraaibanken, een kapitale verdeelmachine, een kleine tafelwals, klokkenmakers draaistoelen, verschillende koperen draaistoeltjes en vooral veel handgereedschap.

Het jonge bedrijf Schaap & Co. hield zich in het begin vrijwel uitsluitend bezig met reparaties. Voor nieuwbouw vonden de heren aanvankelijk nauwelijks klandizie. Toen echter de Amsterdamse amateurfotograaf D. Wilmerink het aandurfde bij de jonge ondernemers een stereoreflexcamera te bestellen, was de eerste ‘Schaap’ over de dam en volgden er meer opdrachten. Rond de eeuwwisseling had de firma een indrukwekkende keuze te bieden in reflexcamera’s, statief- en handtoestellen. Schaap & Co. leverde onder meer de Hollandse Reflex in verschillende formaten. De grootste was bestemd voor een plaatformaat 18×24 cm. Ook werden reiscamera’s gebouwd tot een opnameformaat van 30×40 cm. Dat Schaap & Co. de Hollandse Reflex kon blijven maken, was te danken aan het feit dat het toestel in Nederland niet was beschermd bij gebrek aan een octrooiwet.

De firmanten behoefden zich overigens niet te beperken tot het voortborduren op een oud succesnummer. De jonge luitenant L.E.W. van Albada vond aan het begin van deze eeuw een nieuw stereosysteem uit. In tegenstelling tot de bestaande systemen leverde het een beeld op ware grootte en met een heel natuurlijk diepte-effect. Rond de eeuwwisseling gingen veel stereosystemen mank aan een onjuiste weergave van de derde dimensie: de dieptewerking van het beeld. Het beeld was te vlak of de dieptewerking was sterk overdreven. Van Albada propageerde, dat de afstand tussen de lenzen (de lensseparatie) van zowel de camera als de kijker 65 mm behoorde te zijn. Dit komt neer op de gemiddelde oogafstand van de mens. De meest geschikte brandpuntsafstand voor de objectieven voor een camera met een opnameformaat van 6×13 cm zou 60 mm zijn en ook de kijker zou daarmee moeten zijn uitgerust. Deze ‘Albadavoorwaarden’ waarborgen de juiste weergave van de natuur.

Schaap en Brandsma verkregen op dit nieuwe optische systeem octrooien in Frankrijk en Engeland. De zeer eenvoudige constructie van het camerahuis werd niet beschermd.

De firma heeft de stereocamera naar Van Albada geruime tijd vervaardigd. Net als de Hollandse Reflex had de stereocamera een gordijnsluiter voor tijden momentopname juist voor de plaat. In Nederland is dat sluitertype wel aangeduid als brandvlaksluiter, een letterlijke vertaling van het Engelse ‘focal plane shutter’. Omdat het toestel was uitgerust met metalen cassetten werd het zeer geschikt geacht voor de tropen.

De opkomst van de massa-industrie, die zich ook in de fotografie voordeed, vormde een bedreiging voor het betrekkelijk kleinschalige Nederlandse bedrijf. Schaap en Brandsma, de laatste een koppige Fries, voelden er niets voor zich door de tussenhandel de prijzen te laten voorschrijven. Zij zagen kans hun onafhankelijkheid te bewaren door hun producten in een eigen fotohandel te verkopen. Zij maakten vooral dure, exclusieve apparaten en vestigden zich daarom op stand. Hun eerste winkel richtten zij in aan de juist gereed gekomen Beurspassage in Amsterdam. Enkele jaren later namen de firmanten de fotohandel van Couvee & Meylink aan het deftige Spui over. Toen in 1907 firmant Schaap zich na tien jaar samenwerking uit de vennootschap terugtrok, was Schaap & Co. een bloeiend bedrijf. Willem Brandsma zette het bedrijf alleen voort. Hij wierp zich op het verder uitwerken van zijn plannen voor een opvouwbare spiegelreflex, vanzelfsprekend voor zover daarvoor tijd en gelegenheid was. Fotohandel en camerafabriek eisten vaak alle aandacht. Een verbetering van de efficiency werd verkregen door de fabriek te verplaatsen van de Kerkstraat naar de verdiepingen boven de winkel aan het Spui.

Het bouwen van een vouwbare reflexcamera was geen eenvoudige opgave. Aan de betrouwbaarheid van het vouwmechanisme moesten hoge eisen gesteld worden, omdat niet alleen frontplaat en cassettehouder volstrekt parallel moeten staan, maar ook spiegel en matglas na het uitklappen exact op hun plaats moeten komen. Na jarenlang experimenteren slaagde Brandsma erin een toestel te maken waarop hem in Engeland en Duitsland octrooi kon worden verleend. De vouwreflex bleek een commercieel succes: Brandsma kon voordelige licentiecontracten afsluiten met de Engelse Marion & Company Ltd en met de Duitse Nettelfabriek. Gedurende een overgangsperiode mocht Brandsma zijn veertig nog niet afgebouwde vouwreflex camera’s voltooien, daarna betrok hij het product van de in licentie bouwende Nettelfabriek. Het ging niet om bijzonder grote producties; de licentieovereenkomsten kwamen op een jaarproductie van zo’n honderd exemplaren.

Van belang was dat Brandsma door zijn succes in het buitenland ook in Nederland erkenning kreeg. Over de voordelen van de vouwbare reflexcamera kan men Brandsma het beste zelf aan het woord laten: „De SENCO (Schaap & Co.) vouwbare reflexcamera is, zoals de naam reeds zegt, een klapcamera met vaste uittrek, waarbij de instelling geschiedt op het bovenmatglas door middel van het instelmontuur aan het objectief. Het scherpstellen geschiedt op het bovenmatglas door de aan de oppervlakte verzilverde, volkomen vlakke spiegel. Het beeld is daar tot op het laatste moment volkomen scherp en rechtopstaand op ware grootte, zoals het zich later ook op de plaat tekent, te zien. De camera kenmerkt zich in het bijzonder door haar klein volume en aangenaam model”.

Het opvouwbaar maken van de Hollandse Reflex was inderdaad een belangrijke verbetering. Een niet opvouwbare reflexcamera met een opnameformaat van 9X12 cm is een onhandig ding om te vervoeren. Grotere formaten zijn in de praktijk eigenlijk onbruikbaar. Brandsma bevond zich met de ontwikkeling van zijn vouwreflex in de voorste gelederen van de internationale camerabouwers. Voor hem kwamen Frits Kricheldorff (1903), Houghton (1908) en C.P. Goertz (1909) met vouwreflexen op de markt. Na Brandsma (1909) volgden onder meer de beroemde fabrikanten ICA, Ernemann, Goltz & Breutmann, Curt Bentzin en Eastman Kodak. In 1924 kwam Ihagee Kamerawerke Steenbergen & Co. in Dresden met de Patent Klappreflex. De rij werd gesloten in het jaar 1930 door Adams met de Minex Folding Reflex. De grote, al of niet vouwbare reflexcamera verdween van het toneel met de komst van de Rolleiflex en vergelijkbare camera’s, handig in het gebruik en geschikt voor rolfilm. Een goed en handzaam alternatief was ook de Exakta van Ihagee.

Ondanks de aan buitenlandse fabrieken verleende licenties voor de fabricage van de vouwreflex brak er voor Brandsma een drukke tijd aan. In 1914 werd de productie belangrijk uitgebreid; er werd een groter pand in gebruik genomen aan de Utrechtse Dwarsstraat, waar op een goed moment veertig medewerkers fotografische apparaten vervaardigden. Gedurende de Eerste Wereldoorlog leverde Schaap & Co. ook luchtcamera’s, bestemd voor de vliegafdeling van het Nederlandse leger. Toen echter de oorlog was afgelopen, had een camerafabriek in Nederland geen bestaansgrond meer. De machines werden verkocht aan een Duits bedrijf en Schaap & Co. legde zich verder toe op de fotohandel. In 1921 benoemde Brandsma zijn zoon Willem tot procuratiehouder. Vader en zoon Brandsma gingen zich in de jaren dertig ook bezighouden met de import van wat zij noemden ‘film kino’s’. De opkomst van de smalfilm als hobby voor de amateur opende een nieuwe markt voor de handel. De foto- en kinohandel van Brandsma blijft tot ver na de Tweede Wereldoorlog voortbestaan en wordt tenslotte in 1965, vermoedelijk bij gebrek aan een opvolger, opgeheven.

Willem Hylkes Brandsma is een van de eerste ambachtelijke camerabouwers in Nederland geweest en ongetwijfeld ook de laatste. Hij heeft een bijdrage geleverd aan de ontwikkelingen in de camerabouw die het statief in de meeste gevallen overbodig maakten en de mogelijkheid openden van een dynamische aanpak van de fotografie. Brandsma, zelf geen fotograaf, ontwikkelde zich daarbij van schrijnwerker tot instrumentmaker en gaf daarbij blijk van een grote vindingrijkheid.

Documentatie

Primaire bibliografie

Prijscourant Schaap & Co., Amsterdam 1902.

Prijscourant van Schaap & Co. Fabrikanten en Handelaren in Foto-Artikelen, Amsterdam z.j. (ca. 1905).

W.H. Brandsma, Firma Schaap & Co. Prijscourant no.9. Senco Reflex Camera Fabriek W.H. Brandsma Fa. Schaap & Co., Amsterdam 1909.

‘Senco’ Vouwbare Reflexcamera, folder Ned. Camera-Fabriek W.H. Brandsma (Fa. Schaap & Co.) Amsterdam, z.j. (ca. 1910).

Secundaire bibliografie

Dr. J.E. Rombouts, Handboek der practische fotografie, Utrecht (H. Honig) 1902, p. 111 e.v.

A.D. Loman Jr., Brandsma’s Vouwbare Reflex-Camera, in Lux 20 (1909), p. 268-271.

Auteur onbekend, Een Hollandsche vinding op camera-gebied, in Op de Hoogte: Maandschrift voor de huiskamer 7 (1910), p. 143-148.

Ianus, Schetsen en typen uit de fotowereld, W.H. Brandsma, in Focus 4 (30 oktober 1917) 21, p. 308-310.

Auteur onbekend, Een halve eeuw in de fotografie. W.H. Brandsma jubileert, in Handelsblad 13 januari 1939.

Auteur onbekend, 50-jarig jubileum W.H. Brandsma, in Focus 26 (18 februari 1939) 4, p. 120.

J. Geselschap, Uit de geschiedenis van de fotografie, in Amstelodamum 47 (juni 1960), p. 107-109.

Dr. J.J.M, van Santen, De Loman-reflex werd vijf en zeventig jaar geleden uitgevonden, in Focus 49 (1964) 14, p. 7-13.

Ingeborg Th. Leijerzapf (ed.), Fotografie in Nederland 1839-1920, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1978.

P.J. van der Zanden en Luc Verkoren, De stikum-camera. De geschiedenis van Abraham Dirk Loman Jr. een Nederlandse camerabouwer (1868-1954), in Camera ‘Oldtimer’ Club 3 (1980) 6, p.8.

Luc Verkoren, Instantaneous photographs and the Loman Reflex Camera, in The Photographic Collector 3 (1982) 2, p. 193.

Luc Verkoren, Bram Loman, in Geschiedenis van de Nederlandse fotografie, Alphen aan den Rijn (Samsom) 1984 e.v.

Luc Verkoren, W.H. Brandsma, Firma Schaap & Co., in Photohistorisch Tijdschrift 7 (1984) 3, p. 1-6.

Luc Verkoren, W.H. Brandsma and his Folding Reflex Camera, in The Photographic Collector, 5 (1985) 1, p.4-9.

Onderscheidingen

1900 Gouden medaille, Exposition Photoclub de Louvain (Leuven).

Tentoonstelling

1900 (g) Leuven, Exposition Photo-club de Louvain.

Octrooien

1902, 15 mei, Frans octrooi nr. 321.129, Ferdinand Willem Schaap en Willem Hylkes Brandsma (optisch systeem van een stereocamera van L.E.W. van Albada).

1902, 20 mei, Brits octrooi nr. 11488, Ferdinand Willem Schaap en Willem Hylkes Brandsma (idem Frans octrooi, met een duur van 14 jaar).

1909, 16 mei, Duits octrooi nr. 236867, Willem Brandsma (vouwbare reflexcamera).

1909, 6 oktober, Duits octrooi nr. 237219, Willem Brandsma (uitbreiding van octrooi nr. 236867, met een duur tot 15 maart 1924; verbeterde vouwbare reflexcamera).

1911 (ca.), Brits octrooi nr. 8580, Willem Brandsma (vouwbare reflexcamera).

Bronnen

Amstelveen, Bevolkingsregister.

Amsterdam, Bevolkingsregister.

Amsterdam, Gemeentearchief (cat.veiling)

H.G. Bom, 27-28 oktober 1897, Reflexcompagnie).

Amsterdam, Kamer van Koophandel en Fabrieken (Amsterdam archief 1965, dossiernr. 12610).

Leiden, Prentenkabinet, bibliotheek en documentatiebestand.

Collectie

Leiden, Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit Leiden (apparaten en documenten).