Paul de Nooijer
Elisabeth Schreuder
Hripsimé Visser
Extract
Paul de Nooijer is fotograaf en filmer. Zijn foto- en film oeuvre heeft een heel persoonlijke, goed herkenbare stijl. Begonnen als reclamefotograaf heeft De Nooijer zich nu volledig gevonden in de ‘beeldende kunstsector’ van de fotografie. Zijn werk bezit surrealistische trekken, maar is vooral gebaseerd op onderzoek naar de grenzen en conventies van waarneming. De Nooijers fotografie heeft de laatste jaren letterlijk monumentale vormen aangenomen; hij maakt zeer grote fotowanden voor openbare gebouwen als scholen en ziekenhuizen. In deze fotowanden speelt hij als een illusionist met tijd, ruimte en werkelijkheidsbeleving.
Biografie
1943 |
Paul de Nooijer wordt op 15 juli in Eindhoven geboren. |
1960 |
Na zijn middelbare schooltijd volgt hij een opleiding tot industrieel ontwerper aan de Academie voor Industriële Vormgeving in Eindhoven. |
1963 |
Gestimuleerd door zijn leraar Experimentele Vormgeving, Frans Zwartjes, gaat Paul de Nooijer zich met fotografie bezig houden. |
1965 |
Hij trouwt met Françoise Neeteson, vanaf die tijd zijn voornaamste en meest betrokken medewerkster. Hij voltooit in dit jaar zijn studie aan de Academie. Tot aan zijn oproep voor militaire dienst werkt hij als magazijnbediende en etaleur. |
1967 |
Menno, zoon van Paul en Françoise wordt geboren. |
Na zijn militaire dienst krijgt Paul een baan als fotograaf op de reclame-afdeling van levensmiddelenbedrijf De Gruyter. Hier doet hij technische en praktische ervaring op in het fotograferen van ‘packshots’ en in het maken van bedrijfsreportages en fotoreportages tijdens interviews en jubilea. |
|
1968 |
In december zegt hij zijn baan bij De Gruyter op. Hij besluit op freelance-basis verder te werken. In samenwerking met onder meer zijn broer en een Japanse ontwerper gaat hij reclameopdrachten uitvoeren voor Ploeg-Weverijen, Avenue, Mensen van Nu, e.a. Kort na zijn besluit om zelfstandig te gaan werken krijgt hij voor zijn vrije werk een aanmoedigingsprijs van de Gemeente Eindhoven. |
1972 |
Samen met Frans Zwartjes maakt hij zijn eerste 16 mm film, getiteld ‘Moving stills’. |
1973 |
In zijn huis in de Tramstraat in Eindhoven organiseert hij zijn eerste tentoonstelling. De criticus Willem Coumans schenkt in Foto aandacht aan De Nooijers werk, maar algemene bekendheid blijft uit. |
1974 |
De Nooijer wint de ‘Grand Prix internationale de la recherche photographique’ in Royan (Frankrijk). In het buitenland heeft men grote interesse voor zijn fotomontages. Een en ander zet Lorenzo Merlo op zijn spoor met als gevolg een tentoonstelling in de Canon Photo Gallery in Amsterdam. Zijn werk wordt nu ook in Nederland bekend. In deze periode besluit Paul de Nooijer zich te beperken tot uitsluitend ‘creatieve’ reclameopdrachten, om meer tijd aan zijn vrije werk te kunnen besteden. |
1975 |
Als financiële overbrugging krijgt hij een Stipendium van CRM, een toelage voor maximaal drie jaar. |
1978 |
Hij wordt docent Audiovisuele vorming aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. In eigen beheer brengt hij een fotoboek uit, Losing one’s head. |
1979-‘80 |
Voor de RK Mavo ‘de Mere’ in Boxmeer maakt De Nooijer een grote fotowand met de titel TRAP. Voor de hal van de TH in Delft wordt een monumentaal ‘arcadisch’ landschapsproject gerealiseerd, getiteld Temple d’Amour. |
1981 |
Een tweede publicatie wordt in eigen beheer uitgegeven, Losing one’s photo’s. Hierin komt zijn inmiddels zeer kritisch geworden houding ten opzichte van tijdschriftredacties, galeriehouders en museumdirecteuren tot uitdrukking. |
1982 |
Home sweet home, het derde fotoboek, wordt in eigen beheer uitgegeven. |
1983 |
Voor een Gereformeerde scholengemeenschap in Rotterdam Alexanderpolder maakt De Nooijer een grote fotowand met als thema een reis door de kunstgeschiedenis: When on a journey. |
In het Academisch Medisch Centrum Amsterdam wordt het project Eglise St. Stavin gerealiseerd, een niet-fotografisch ontwerp met tempelzuilen. |
|
1984 |
Het gezin De Nooijer verhuist naar Middelburg. |
Paul maakt naast fotowerk twee videoclips voor de popgroep Golden Earring. |
|
1985 |
Na een jaar bijna uitsluitend te hebben gefilmd begint hij aan enige omvangrijke fotoprojecten, voor de Prins Bernhard Mavo in Nieuwegein en voor een nieuw ziekenhuis in Almelo. |
Beschouwing
Een confrontatie met Paul de Nooijers fotografie en film laat weinig kijkers geheel onverschillig. Men wordt er door aangetrokken of afgestoten. Afhankelijk van het effect dat zijn werk op critici heeft, wordt het met de meest uiteenlopende adjectieven beschreven: humoristisch, moraliserend, vervreemdend, bedreigend, enzovoort. Pogingen om zijn werk in relatie te brengen met andere (fotografische) kunstvormen hebben geleid tot indelingen bij respectievelijk het Surrealisme, Magisch realisme of Fantastische fotografie. De Nooijers manipulaties met schaal en perspectief, zijn omkering van binnen en buitenruimten en het verwerken van associaties en dubbele betekenissen in zijn foto’s vertonen zeker verwantschap met de surrealistische droomwereld, maar zijn werk zou tekort gedaan worden door het uitsluitend in deze context te plaatsen. Zijn foto’s en ook zijn films zijn niet alleen verbeeldingen van een geestelijke droomwereld, maar ook een heel concreet onderzoek naar de conventionele grenzen van ‘directe’ en ‘fotografische’ waarneming. Hij sluit daarbij aan bij een groep beeldende kunstenaars en fotografen, die in de loop van de jaren zestig en zeventig de manipulatieve mogelijkheden van de fotografie gingen toepassen. Diverse vormen van vervreemding riepen zij op, doordat zij de ‘logica’ van de waarneming verstoorden. Ondanks aanwijsbare overeenkomsten is De Nooijer tegelijkertijd een individualist die wegen bewandelt die anderen niet inslaan. Als een perfecte illusionist doorvlecht hij optische ‘realiteit’ met optisch ‘bedrog’: hij plukt echte rozen uit het behang, laat de branding de huiskamer binnenstromen als een vanzelfsprekendheid en zweeft ruggelings door de keuken. Bovendien verbindt hij aan de door hem gecreëerde situaties regelmatig connotaties betreffende burgerlijke moraal en algemeen geaccepteerde gewoonten, zodat een complexe discussie met de ‘werkelijkheid’ ontstaat. De foto’s Electriclawnmowingiron, Tarzan and Jane at home, en Here you are five, allen afgebeeld in Losing one’s head, zijn daar treffende voorbeelden van.
De richting waarin Paul de Nooijer zich heeft ontwikkeld, is voor een deel mede beïnvloed door Frans Zwartjes, docent aan de Academie in Eindhoven en een zeer stimulerende, creatieve persoonlijkheid. Door hém werd De Nooijer aangemoedigd met fotografie te gaan experimenteren en samen met hem maakte hij later ook zijn eerste film. Als een logisch vervolg op zijn opleiding tot industrieel ontwerper en zijn belangstelling voor fotografie voelde De Nooijer zich aangetrokken tot de reclamefotografie. Tot begin jaren zeventig fotografeerde hij voor de reclame-industrie, eerst in loondienst, maar al spoedig als freelance fotograaf.
Eenmaal op freelance basis werkzaam, kreeg hij bij enkele opdrachtgevers de ruimte om zijn persoonlijke stijl te ontwikkelen en experimenteel te werken. Met name bij Ploeg-weverijen, Avenue en het jeugdblad Jippo genoot hij grote vrijheid van handelen en daardoor verschilt zijn toegepaste fotografie in karakter niet wezenlijk van zijn andere werk; het is duidelijk herkenbare ‘De Nooijer-fotografie’. Uitgevers maken graag gebruik van zijn suggestieve, duidelijk in het oog springende foto’s voor boekomslagen en platencovers.
Het meest kenmerkende van Paul de Nooijers fotografie is de bijzondere stijl die in zijn hele oeuvre waarneembaar is. Een belangrijk onderdeel van die stijl is een grafische manier van afdrukken met grove korrel en een grote variatie in grijstinten. Bij zijn ingekleurde zwart-wit foto’s wordt dit grafisch effect zelfs nog versterkt door het transparante, vervreemdende kleurgebruik. Maar ook als zijn techniek het grafische kenmerk niet draagt, zoals in de kleurenpolaroids, is De Nooijers ‘handschrift’ aanwezig, want behalve deze typerende afdruktechniek spelen ook vormgeving en bijzondere objecten een rol in die herkenbaarheid van zijn werk. Een voor De Nooijer kenmerkend vormgevingsaspect is het zó uitkaderen van een foto, dat absurde afsnijdingen ontstaan; dikwijls wordt de absurditeit nog extra geaccentueerd door het gebruik van een groothoeklens. Regelmatig in de foto’s terugkerende objecten als bijvoorbeeld klassieke zuilen, een bloemetjesbehang of de witgemaakte gezichten van steeds dezelfde figuranten maken eveneens deel uit van zijn persoonlijke, surreële stijl.
Tot omstreeks 1976 maakte De Nooijer vooral fotomontages. Hoewel deze montages soms bedrieglijk veel lijken op enkelvoudige opnamen, schept een nadere bestudering verwarring: de verschillende, tot één afbeelding samengevoegde opnamen zijn met diverse lenzen opgenomen, waardoor merkwaardige perspectivische vertekeningen zijn ontstaan.
Vanaf 1976 veranderde hij zijn werkwijze. De fotomontages maakten plaats voor directe opnamen van in scène gezette handelingen in speciaal daarvoor opgebouwde decors. Plaats van handeling is meestal het huis van de fotograaf zelf. Voor de opbouw van een scène wordt de woning ingrijpend veranderd: ruimten worden van nieuw behang voorzien, meubels verdwijnen of verschijnen. De Nooijer zelf, zijn vrouw en zijn zoon, andere familieleden en vrienden zijn de ‘acteurs’. Met het verwachtingspatroon dat men gewoonlijk heeft van ‘huiskamerscènes’ wordt op humoristische wijze de draak gestoken door het toneelmatige, onwezenlijke karakter van de voorstelling. Een veel gepubliceerd voorbeeld is de foto Tarzan and Jane at home: het tafereel van een man en een vrouw, gekleed in dierenvellen, in een ‘burgerlijke’ huiskamer. Ook het vrouwelijk naakt krijgt een glansrol toebedeeld in deze ‘huiskamer’ fotografie. Want wat is strijdiger met de burgerlijke moraal dan de erotiek van het afgebeelde naakt. De (half)naakte vrouw wordt zó gefotografeerd dat een duidelijke relatie met de beschouwer ontstaat, hetgeen bij de laatste een gevoel van gêne teweeg kan brengen. Soms kijkt vanuit een onverwachte hoek de fotograaf zelf de beschouwer ‘bestraffend’ aan, alsof hij op voyeurisme betrapt. Erotiek en burgerlijke moraal zijn in zijn hele oeuvre belangrijke onderwerpen.
In 1975 betrok Paul de Nooijer de polaroidfotografie voor het eerst in zijn werk. Hoewel hij aanvankelijk moeite had met de wisselende kwaliteit van het materiaal, werd hij toch gewonnen voor de bijzondere mogelijkheden van deze techniek. Met name het karakteristieke aspect van ‘direct klaar fotografie’ buitte hij uit, door de zojuist gemaakte foto alweer in de daaropvolgende opname te gebruiken. De serie Transformation by holding a polaroid in front of the mouth uit 1976 is daar een bekend voorbeeld van. Ook de magie van het repeterende beeld, het zogenaamde Droste-effect, speelt een rol in deze en diverse andere series. In het tweeluik Losing one’s head wordt de illusie gewekt dat er slechts één afbeelding is die in het midden onderbroken wordt door het kader. Wanneer men de lijnen van de voorstelling denkbeeldig over het kader doortrekt, blijkt in welke mate de illusie een illusie is… Het spelen met de suggestie van tijdsverloop is wel het belangrijkste gegeven in De Nooijers polaroidseries: schijnbaar doorgaande handelingen in de elkaar opvolgende beelden.
In perioden dat hij voor de realisatie van een idee behoefte heeft aan meer ruimte dan één enkel beeld of een serie, gebruikt De Nooijer film. Sedert 1972 heeft hij vierentwintig korte 16 mm films gemaakt, de meeste in kleur. Deze films behoren tot de ‘experimentele film’, een genre waarmee in Nederland diverse beeldenden kunstenaars zich bezighouden, onder wie Frans Zwartjes en Johan van der Keuken. De VPRO televisie heeft enkele films van Paul de Nooijer uitgezonden. In thematiek, techniek en vormgeving sluiten zijn films direct aan bij zijn fotografisch oeuvre, maar met de toevoeging van de dimensie ‘tijd’ zorgt hij voor een extra vervreemdend effect. ‘Tijd’ is namelijk niet automatisch als een voortschrijdend proces opgevat, maar lijkt soms meer een compilatie van ‘stills’-fotografie. Een verhalende structuur ontbreekt in deze films. Omgekeerd komt de weergave van tijdsverloop, gesuggereerd door het uitbeelden van beweging (sprong in de lucht), regelmatig in zijn foto’s voor: de beeldende elementen van de beide media inspireren tot een vruchtbare en experimentele uitwisseling! Zijn stijl van filmen is bijzonder geschikt voor het maken van videoclips: korte, associatieve films zonder een lopend verhaal, bedoeld als decor voor televisiepresentaties van popmuziek. Hij maakte tot nog toe twee videoclips, beide voor de popgroep Golden Earring.
Een bijzondere tussenvorm tussen film en fotografie heeft De Nooijer de laatste jaren gevonden in de realisatie van fotografische beeldverhalen. In de vorm van monumentale fotowanden vult hij ruimten van wel drie meter hoog bij ruim twintig meter lang. Op deze wijze geeft hij zijn illusionistisch spel met de werkelijkheid zowel ruimtelijk als inhoudelijk vorm. Deze fotowanden worden meestal in opdracht gemaakt in het kader van de eenprocentsregeling voor beeldende kunst. De wanden vormen steeds een samenhangend beeldverhaal, zoals bijvoorbeeld de opdracht voor de Gereformeerde scholengemeenschap in Rotterdam: een kunsthistorische reis door de geschiedenis van de mensheid. De reis begint met een zwarte en eindigt met een witte foto. De uitgebeelde perioden (het stenen tijdperk, de Egyptenaren, de Gothiek, de Renaissance, enzovoort, tot de moderne tijd) worden overbrugd met enkele ‘sprongen’ in de tijd. Reisfoto’s worden gecombineerd met geënsceneerde foto’s om het idee van werkelijkheidsbeleving te relativeren. Beweging wordt gesuggereerd door afsnijdingen in opeenvolgende foto’s: een effect dat doet denken aan film, maar binnen de vormentaal van de fotografie blijft. Slechts de suggestie van een tijdsverloop is opgeroepen en dat creëert een spanningsveld met het feitelijk gefotografeerde moment.
In zijn meest recente opdracht voor het ziekenhuis in Almelo begeeft De Nooijer zich op een terrein: manipulatie van ruimte. Als een barok kunstenaar verstoort hij de beleving van de werkelijke ruimte door middel van perspectivische trucage. De fotografische beelden bevinden zich niet alleen aan de wanden, maar zijn ook in de ruimte geplaatst, bij pilaren e.d. Door met de in de ruimte geplaatste foto-omen van verschillende formaten nieuwe perspectieven te creëren, laat hij een optische illusie, een anamorfose ontstaan.
Paul de Nooijer heeft met zijn fotografie zonder twijfel grensverleggend werk verricht. Hij is met fotograferen begonnen in de jaren zestig, de generatie van Pop-art, Op-art, Fluxus, performance-kunst, maar ook de generatie die groot geworden is met stripverhalen, de Beatles, ‘Underground’-bladen als Aloha, Hitweek, e.d. en met een sterk besef van de macht van reclame en massamedia. Met een kleine groep generatiegenoten uit de hoek van de beeldende kunst en van de fotografie heeft De Nooijer een belangrijke impuls gegeven aan de waardering van het fotografisch medium als zelfstandige kunstvorm in Nederland. De eigenzinnige en boeiende richting die De Nooijer met zijn werk kiest, is een kleurrijke component in de Nederlandse fotografiegeschiedenis.
Documentatie
Primaire bibliografie
Losing one’s head, Eindhoven 1978 (eigen uitgave).
Losing one’s photos, Eindhoven 1981 (eigen uitgave).
Home sweet home, Eindhoven 1982 (eigen uitgave).
foto’s in:
Hitweek 1966, diverse bijdragen.
Bijdragen aan De Andere Krant (Eindhoven), Vrij Nederland e.a.
Plug (infoblad CJP, Noord-Holland) mei 1976, omslag.
Avenue juli 1974, p. 63; oktober 1974, p. 132; mei 1975, p. 84; september 1975, p. 134; oktober 1975; september 1976, p. 180; november 1976, p. 14; februari 1977, p. 26-33; mei 1977, p. 110; november 1977, p. 72-79; maart 1979, p. 74-77; juli 1979, p. 94-99; augustus 1979, p. 6; oktober 1979, p. 52-57, 61; januari 1982, p. 22-27; februari 1982, p. 80; november 1982, p. 86.
Mensen van nu 1974, nr. 7 (oktober), p. 25; nr. 8 (november), p. 50; 1975, nr. 1 (april) p. 20-21; nr. 3 (juni), p. 25; nr. 4 (juli), p. 52-53; nr. 5 (augustus), p. 44-45; nr. 6 (september), p. 11, 13, 15-16; nr. 7 (oktober), p. 46-47; nr. 8 (november), p. 24; nr.9 (december) p. 14-15; nr. 10 (januari), p. 40- 41, 43; nr. 11 (februari), omslag, p. 10-11; 1976, nr. 1 (januari), p. 12-13; nr. 3 (maart), p. 48-49; nr. 4 (april), p. 45.
Platenhoes lp groep Danger, ca. 1973.
Platenhoes Heimwee naar Holland, lp van cabaretgroep Neerlands Hoop (tevens programma en vouwblad voorstelling), 1977/78.
Platenhoes War pilot, lp van de Bintangs, ca. 1977/78.
Jippo, weekblad voor de jeugd, jrg. 1977, diverse omslagen.
Verslag Jeugd en Gezin, Eindhoven 1974.
Folder Giko 75-76 (Gemeentelijk Instituut voor Kreativiteitsontwikkeling), Helmond 1975 (omslag).
Jaarverslagen van het Prins Bernhardfonds 1979, omslag, p. 12-13, 30-31; NVPI (Ned.Ver.van Producenten en Importeurs van beeld- en geluidsdragers, Hilversum) 1982, 1983, 1984.
Catalogus tent. 5-Jaarlijkse, Eindhoven (Van Abbemuseum) 1973, p. 16.
Catalogus tent. Raamwerk (50 jaar weverijde ploeg nv), Amsterdam (Stedelijk Museum) 1973.
Fotografia Italiana februari 1974.
Auteur onbekend, Sogno-realta andata e ritorno Paul de Nooijer, in Il Diaframma nr. 192, mei 1974, p. 39-41.
Foto 29 (1974), nr. 2, p. 46-48.
Catalogus tent. VI Biênnale internationale de l’affiche, Warschau 1974.
Catalogue du première Triënnale Internationale de la photographie, Fribourg (Suisse), juin-octobre 1975.
Flash, Foto-Cine-Imagen 1975, nr. 7, p. 39-45.
Catalogus tent. Deuxième Salon International dArt Photographique, Marignane 1976.
Zoom nr. 38, juni 1976, p. 72-77.
Catalogus tent. Fantastic Photography in Europe, Arles 1976/ Haarlem 1977.
Eikonos, Revista de la Imageny el sonido 1976, nr. 13 (november), p. 15, 22.
Nikon News 1977, nr. 1, p. 28.
Auteur onbekend, Fotografia fantastica en el mundo,in Nueva Lente 1978, nr. 75, p. 12.
Catalogus tent. Tusen och en bild, Stockholm (Moderna Fotografiska Museet) 1978, p. 43.
Catalogus tent. Art 1978, Basel (Internationale Kunstmesse) 1978.
Hugo Schöttle, Fotokunst und Fotodesign International, Keulen (Dumont) 1978, p. 102.
Catalogus Foto ’78, Amsterdam (Nederlandse Kunststichting) 1978.
Nikon News 1979, nr. 2, p. 37-39.
Catalogus tent. Vijf jaar Canon Gallery Amsterdam, Amsterdam 1979.
Ingeborg Th. Leijerzapf, 5 jaar Canon Photo Gallery, in Foto 1979, nr. 4 (april), p. 34, 54, 55.
Museumjournaal 1979, nr. 4, p. 154.
Zero 1979, nr. 5 (november), omslag.
Catalogus tent. Beelden van de eigen werkelijkheid, Apeldoorn (Van Reekummuseum) 1979.
Auteur onbekend, SX-70 Art Lustrum press, 1979, p. 33.
A. Colombo e.a., La Photographie Fantastique, Parijs (Contrejour) 1979.
Kunstschrift 23 (1979), nr, 1, p. 30-31.
Photo-Journal 1980, nr. 4 (februari), p. 82.
Catalogus tent. Instantanés, Parijs (Centre Georges Pompidou) 1980.
Lorenzo Merlo, New Dutch Photography, Amsterdam/Antwerpen (Kosmos) 1980, p. 78-83.
Fritz Gruber, catalogus tent. Glanzlichter der Photographie, 70 Jahre Photokina Bildschauen, Keulen 1980, p. 148.
Steve Austen (samenstelling), Marge-theater in Nederland, Utrecht/Antwerpen (Het Spectrum) 1980 (omslag).
Denis Roche, catalogus tent. Autoportraits Photographiques 1898-198i, Parijs (Centre Georges Pompidou) 1981, p. 71.
Catalogus tent. Het Portret, Amsterdam (Canon Photo Gallery) 1980.
Foto 36 (1981) nr. 4, omslag.
Cement 1981, nr. 12, p. 791-794.
Lorenzo Merlo en Claude Nori, catalogus tent. Contemporary European Photography, Japan 1981.
Catalogus tent. IV Quinzaine de la photographie, Cholet, 1981 (maart).
Fritz Gruber, Das Imaginaire Photomuseum, Keulen (Dumont) 1981, p. 172.
Roland Kiefer, Nikon Fotoschule, Schaffhausen (Verlag Photographie) 1981.
Photovision 1981 (juli/augustus), p. 55.
Photoreporter 1981, nr. 27 (januari), p. 63-65.
Catalogus tent. Marion Herbst, Apeldoorn (Van Reekummuseum) 1982.
Selections, Cambridge Massachussets (Verlag Photographie, Schaffhausen and Polaroid Corporation) 1982.
Catalogus tent. Grupa Junij 82, Ljubljana (Art Pavillion Rihard Jakopic) 1982.
De Tijd 1982 (oktober), p. 49-54.
Camera Austria, Zeitschrift für Fotografie 1982, nr. 7, p. 34-44.
Theo Arts e.a., Zienderogen Kunst, deel 3, Den Bosch (Malmberg) 1983, p. 146, 147.
Diverse auteurs, New Nude, From Naked to Nude 1922-1983, 1983, p. 84-86.
Fotografia Creativa 1983, nr. 31, p. 68-71.
Aktiviteiten Stichting Kunst en Bedrijf, Amsterdam 1983, p. 16.
Avantgarde 1983, nr. 8, p. 61.
4os Encontras de Fotografia de Coimbra, 1983 (z.p.).
Perspeküef 1984, nr. 16, p. 5.
Catalogus tent. Zien en Gezien worden, Fotografische zelfbespiegeling in Nederland, Nijmegen (Commanderie van Sint Jan) 1983-’84, p. 72-73.
Stern 1984, nr. 43 (oktober), p. 236.
Cekoslovenska Fotografie 1984, nr. 10, p. 460.
Catalogus tent. Images Fabriquées, Parijs (Centre Georges Pompidou) 1984, p. 19.
Foto in Vorm, jaarboek Grafisch Nederland 1984, p. 86.
Catalogus tent. 33thd Melbourne Internatiol Film Festival, 1984, p. 50.
Vrij Nederland 1985, bijvoegsel 23 (15 juni), p. 4.
B.K.-informatie 1985, nr. 2, p. 12, 13 (uitgave NKS).
Amersfoortse Courant 23 maart 1985.
Farm 1985 (herfstnummer), p. 082, 083, 087, 091.
Catalogus tent. Dutch Textile Design, past present and future, Royal College of Art Galleries, z.j., z.p.
Secundaire bibliografie
W.K. Coumans, Zo standvastig als een tafel, in Foto 28 (1973) 9, p. 26-29.
Catalogus tent. 4 Dutch photographers, Wenen (Galerie Die Brücke) 1974.
Jean-Claude Gautrand, Royan: le festival 1974, in Photo-Revue juni 1974, p. 296-299.
Jean Mathiaut, Royan, grand prix de la recherche Paul de Nooijer, in France Photographie december 1974, p. 17-24.
Catalogus tent. Onzième festival international d’art contemporain de Royan, Royan maart 1974, p. 38-41.
Jean Gohelle, Paul de Nooijer, in Le nouveau photocinéma nr. 29, november 1974, p. 41-45, 81.
Walter de Bruijn, Paul de Nooijer: foto’s als „beeldverhalen”, in Dagblad van Noord Limburg 23 november 1974.
Jean Gohelle, titel onbekend, in Le Nouveau Photocinéma nr. 32, februari 1975, p. 32-38.
Auteur onbekend, Paul de Nooijer, Alchemist der Traume, Nikon News 1975, nr. 3, p. 24-25.
Osward Ruppen, Zwischen Traum und Wirklichkeit, in Schweizerische Photorundschau 40 (1975) nr. 19, p. 5-13.
M. Calixte, Paul de Nooijer il mondo come irrealta’ e rappresentazione, in Nuova Fotografia januari 1975, p. 18-23.
Jean Gohelle, Paul de Nooijer alchimiste du rêve, Le nouveau photocinéma nr. 32, febr. 1976, p. 32-38, 68.
Jean-Claude Gautrand, Las imagenes-imaginadas de Paul de Nooijer, in Nueva Lente nr. 38, april 1975, p. 24-40.
Claude Nori, Realismo fantastico in Olanda, in Progresso Fotografico 1975 (november), p. 2.
E. Barents, catalogus tent. Foto-sequenties, Amsterdam (Stedelijk Museum) 1976, p. 22.
Jean-Claude Gautrand, Arles 76, le Festival des Rencontres, in Le Nouveau Photocinéma nr. 49, september 1976, p. 21-24.
A. Guspi, Primera muestra internacional de Fotografia, in Foto-Arte ’75 1976.
Catalogus tent. 7e Rencontres internationales de la photographie, Arles (Palais des Congres) 1976 p. 54-56.
Reg ten Zijthoff, We maken alleen wat we echt belangrijk vinden, in Eindhovens Dagblad 16 december 1977.
Rom Boonstra, Het familieleven als opwindend avontuur, in Elseviers Magazine 17 december 1977, p. 102-103.
Helmut Wechsel, Films van Paul de Nooijer, in Krabbedanskrant 1977, nr. 11 (december).
Bas Roodnat, Paul de Nooijers eigen waarheid, in NRC-Handelsblad 29 december 1977.
Lambert Tegenbosch, Paul de Nooijer fotograaf, in Brabantia 26 (1977) nr. 1 (jan.), p. 26-30.
Petr Tausk, Die Geschichte der Fotografie im 20 Jahrhundert, Keulen (Du Mont) 1977, p. 123-124 (+ vertalingen in Engels, Frans en Zweeds).
Bertus Schmidt, Kostelijke foto’s in ‘Je hoofd verliezen’, in Het Vrije Volk 12 januari 1978.
Filip Tas, Fotograaf de Nooijer tussen retro en veto, in De Standaard 13 oktober 1978.
Jean-Pierre Vorlet, Paul de Nooijer, in Schweizerische Photorundschau 1978 (9 mei), p. 12-19.
Marco Misani, Paul de Nooijer between concept and intuition, in Print Letter 1978 (september-oktober), p. 8-9.
Aloys Ginjaar, Paul de Nooijer portfolio en interview, in Foto 33 (1978) nr. 9, p. 53-64.
Auteur onbekend, Die Sache mit den heimlichen Akt-aufnahmen,in Photo nr. 70, augustus 1978, p. 36-41.
Carola Raymann, Ein traumender Hollander, in Professional Camera 1978, nr. 8/9 (augustus/september), p. 20-24.
W.K. Coumans, Paul de Nooijer verliest zijn hoofd nooit, in Foto 1978, nr. 4 (april), p. 51.
Frits Oppenoorth, Paul de Nooijer, Over de rand van de trap kijken en plotseling omvallen van verbazing, in Avenue 1979, nr. 3 (maart), p. 74-77.
Bas Roodnat, Expositie Schiedam: Fotografie als middel en als doel, in NRC-Handelsblad 21 juni 1979.
Rommert Boonstra, Fotografie en erotiek in Nederland, in Zero 1979, nr. 4 (oktober), p. 95.
Catalogus tent. Aspecten hedendaagse fotografie, Schiedam (Stedelijk Museum) 1979.
Reg ten Zijthoff, De pioniersrol van de foto in de beeldende kunst, in Eindhovens Dagblad 3 februari 1979.
Auteur onbekend, Perdiendo la cabeza con Paul de Nooijer, in FOCO Argentina 1979.
Robert Haas, Paul de Nooijer, in You and your camera 1981, nr. 76 (oktober), p. 2098-2101.
Bas Roodnat, De Nooijer fotografeert architectuur absurdistisch, in NRC Handelsblad 12 februari 1981.
Frommé, Losing one’s photos, in Het Parool 18 december 1981.
Auteur onbekend, 21 Photographes contemporains en Europe, ed. Contrejour, 1982.
Harald Strobl, Grazer Symposium: Praktiker haben das Wort, in Print Letter januari februari 1982, p. 12-14.
Wijnand van Waardenburg, De werkelijkheid maar dan anders, in M-Magazine 1982, nr. 1, p. 22-23.
Auteur onbekend, ‘t Zijn maar foto’s, in Adformatie januari 1982.
Filip Tas, Prints, in De Standaard 30 maart 1982.
Uwe Möntmann, Bilderklau, in Zoom 1982 (mei).
Bert Wunderink, „Home Sweet Home”: nieuw fotoboek Paul de Nooijer, in Eindhovens Dagblad 23 oktober 1982.
Matt Dings, De vervreemding van Paul de Nooijer, in De Tijd 8 oktober 1982, p. 49- 54.
Martien Kerkhof, Losing one’s photos, in Perspektief 1982 nr. 10, p. 46.
Paul Keet, De kunst stapt van zijn eilandje voor een estafette, in Het Parool 2 oktober 1982.
Andreas Müller-Pohle (red.), Fotografie in Europa heute, Keulen (Dumont) 1982, p. 70-71.
Bas Roodnat, Surrealistische foto’s van Paul de Nooijer, in NRC Handelsblad 23 oktober 1982.
Pauline Terreehorst, Bezweringsrituelen van een fotograaf, de mateloze nieuwsgierigheid van Paul de Nooijer, in De Volkskrant 29 oktober 1982.
Bert Wunderink, Fascinerend fotoboek van Paul de Nooijer, in Brabants Dagblad 1 november 1982.
Frans Kotterer, Een bedachte wereld van zweven en springen, exposities en nieuw boek van fotograaf De Nooijer, in Het Parool 3 november 1982.
Eric van der Schalie, Paul de Nooijer, in Perspektief 1982, nr. 12, p. 20-29.
Jan Zitman, Misleidend realisme van Paul de Nooijer, in Twents Daglad Tubantia 5 november 1982.
Kees Kuil, Home Sweet Home, in Perspektief 1983, nr. 13, p. 47.
Henk Egbers, Fotografie is leugen, Paul de Nooijer in De Beyerd, in De Stem 9 maart 1983.
Ruurd van der Noord, Percentageregelingen en Fotografie, in Perspektief 1983, nr. 16, p. 3-7.
Filip Tas, Paul de Nooijers bizar foto-teater, in De Stem 30 maart 1983.
Auteur onbekend, ‘t Vernieuwde, andere Pepertje, in Het Volk 15 februari 1983.
Johan de Vos, Fotografie Patisserie, in De Morgen 16 februari 1983.
Sacha, Portret van een top-fotograaf, in JET 22 maart 1983.
Johan Swinnen e.a., Paul de Nooijer, in ‘t Pepertje 3 (februari/maart 1983), p. 2-12.
Frans Kotterer, Kuise hand moest fotokunstwerk redden, in Parool 3 augustus 1983.
Peter IJsseldijk, Paul de Nooijer, fotograaf en kunstenaar, in Arts en Auto nr. 11, 26 mei 1984.
Rob Huibers, Inkomens van vrije fotografen, in Foto 1984, nr. 10 (oktober), p. 38-41.
Pauline Terreehorst, Fotografie tussen leraarsbaantje en reklameschnabbels, in Nieuws Federatie van Kunstenaarsverenigingen Amsterdam 1983, nr. 10, p. 6-8.
Pauline Terreehorst, Buigende Fotograaf, in de Volkskrant 20 januari 1984.
Johan Swinnen, Paul de Nooijer, krisis der zekerheden, in De Nieuwe 9 februari 1984.
Ann Bouwma, Paul de Nooijer, in Oor 14 (1984) 24 (1 december), p. 52-55.
Phil van Tongeren, Het interieur is het theater, in VPRO-gids 1984, nr. 41 (13-19 oktober), p. 11-13.
W.K. Coumans, 31 x Fotografisch in Maastricht, in Foto 1984, nr. 6 (juni), p. 68, 69.
Gerard Chel, Dingen ontstaan gaandeweg, in Amersfoortse Courant/Veluws Dagblad 23 maart 1985.
Ella Reitsma, Collectie, een museum in een ziekenhuis, in Vrij Nederland 15 juni 1985, p. 14.
Hendrik Driessen e.a. (samenst.), Het experiment in de Nederlandse film, Amsterdam (Stedelijk Museum) 1985 (cat.nr. 705).
Cees de Boer, Kijk, het is niet wat het lijkt, in de Architect 17 (januari 1986), p. 22-25.
Tentoonstellingen
1968 (g) Eindhoven, De Krabbedans.
1973 (g) Eindhoven, Van Abbemuseum.
1973 (e) Eindhoven, Tramstraat.
1973 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Raamwerk.
1974 (g) Royan, 11e Festival International d’art contemporain.
1974 (g) Wenen, Die Brücke, 4 Dutch Photographers.
1974 (g) Milaan, II Diaframma.
1974 (g) Antwerpen, Internationaal Cultureel Centrum, 4 Nederlandse fotografen.
1974 (g) Warschau, Biennale International del’affiche.
1974 (g) Eindhoven, TH, Op-th-iek.
1974 (e) Amsterdam, Canon Photo Gallery.
1974 (e) Milaan, II Diaframma.
1974 (e) Venlo, Galerie Art Center 1890.
1975 (g) Chalon-sur-Saóne, Maison de la culture, Photography as art, art as photography.
1975 (g) Chalon-sur-Saêne, Europhot.
1975 (g) Londen, The Photographers Gallery, Six Dutch surrealist photographers.
1975 (g) Parijs, FNAC Etoile, Le groupe surréaliste Hollandais.
1975 (g) Fribourg, Museum of art and history.
1975 (e) Varese, Galerie Broletto.
1975 (e) Gent, Galerie 5,6.
1975 (e) Barcelona, Galerie Spectrum.
1975 (e) Melbourne, The Photographers Gallery.
1975 (e) Helmond, ‘t Meyhuis.
1976 (g) Arles, Festival Rencontre Internationale de la photographie d’Arles, Fantastic photography in Europe.
1976 (g) Milaan, Museo Municipale ‘la Rotonda’, Fantastic photography in Europe.
1976 (g) Chalon-sur-Saóne, Maison de la culture, L’Aspect de la recherche photographique.
1976 (g) Marignane, 2e Salon international d’art photographique.
1976 (g) Kassel, Photography as art – Art as photography.
1976 (g) Eindhoven, Van Abbemuseum, Brabant Biennale.
1976 (g) Kortrijk, Kultureel Centrum, Brabant Biennale.
1976 (g) Amsterdam, Stedelijk Museum, Sequences.
1976 (e) Mechelen, Galerie 2,8.
1976 (e) Tilburg, Cultureel centrum.
1977-’79 (g) Rondreizend, Op de foto.
1977 (g) Chalon-sur-Saóne, Maison Européen de la photographie, Fantastic photography in Europe.
1977 (g) Haarlem, Frans Hals Museum, Fantastic photography in Europe.
1977 (g) Madrid, Museo Espanol de Arte Contemporaneo, Fantastic photography in Europe.
1977 (g) Stockholm, Fotografiska Museet, Fantastisk fotografi 1 Europa.
1977 (g) Wintelre, Galerie Lambert Tegenbosch.
1977 (g) Amsterdam, ABN Galerie.
1977 (g) Barcelona, Museo Fundacio Miro, Fantastic Photography in Europe.
1977 (e) Amsterdam, Galerie Fiolet, Home Sweet Home.
1977 (e) Eindhoven, Van Abbemuseum.
1977-’78 (g) Rondreizend, Foto Morgana.
1978 (g) Brussel, Paleis voor schone kunsten, Fantastic Photography in Europe.
1978 (g) Vilnis (Rusland), Lithuanian Photographic Art Society, Fantastic photography in Europe.
1978 (g) Kassel, Gesamthochschule, Fantastic photography in Europe.
1978 (g) Chalon-sur-Saone, Maison de la Culture.
1978 (g) Stockholm, Moderna Fotografiska Museet.
1978 (e) Saskatoon, The Photographers Gallery.
1978 (e) Seattle, Photographie Gallery.
1978 (e) Zürich, Nikon Photo Gallery.
1978 (e) Genève, Galerie Jesus Moreno.
1978 (e) Antwerpen, Galerij Paule Pia.
1978 (e) Berlin, Trockenpresse.
1978 (e) Basel, Photo Art.
1979 (g) Amsterdam, Canon Photo Gallery, jubileumtentoonstelling.
1979 (g) Apeldoorn, Gemeentelijke van Reekumgalerij, Beelden van de eigen werkelijkheid.
1979 (g) Rotterdam, Kunstzaal Zuid, CRM-fotoaankopen.
1979 (g) Schiedam, Stedelijk Museum, Aspecten hedendaagse fotografie 1979 (g) Den Bosch, Het Kruithuis, Fotofacetten.
1980 (g) Amsterdam, Canon Photo Gallery, Het Portret.
1980 (g) Lisse, Qbus, Het Portret.
1980 (g) Parijs, Centre Georges Pompidou, Instantanés.
1980 (g) Grenoble, Grenoble Musée, Instantanés.
1981 (g) Bordeaux CAPC, Instantanés.
1981 (e) Eindhoven, Galerie Pennings.
1981 (g) Saint-Ëtienne, Saint-Étienne Musée, Instantanés.
1981 (g) Rennes, Instantanés.
1981 (g) La Charite-sur-Loire, La Charitesur- Loire Musée, Instantanés.
1981 (g) Nevers, Maison de la culture, Instantanés.
1981 (g) Milaan, Galeria il diaframma, La nuova fotografia Olandesa.
1981 (g) Parijs, Centre Georges Pompidou, Autoportraits photographiques i8g8-ig8i.
1981 (g) Cholet, IV Quinzaine de la photographie Cholet.
1981 (g) Zürich, Nikon Photo Gallery.
1981 (e) Melbourne, The Photographers Gallery.
1982 (g) Arles, Salie des fêtes, Vingt et un photographes européens en 1982.
1982 (g) New York, KLM Plaza, In my view, 30 dutch photographers.
1982 (g) Genève, Canon Photo Gallery, La nouvelle photographie Hollandaise.
1982 (g) Antwerpen, Galerij Paule Pia, Polaroid.
1982 (g) Yokohama, Museum of Modern Art, New European photography.
1982 (g) Ljubljana, Art Pavilion Rihard Jakopic, Junij 82.
1982 (g) Skopje, Museum of Contemporary Art, Junij 82.
1982 (e) Amsterdam, Canon Photo Gallery.
1982 (g) Apeldoorn, Van Reekummuseum, Zomeropstelling.
1982 (e) Hoensbroek, Galerie 68.
1982 (e) Enschede, Galerie Beeld en aambeeld.
1983 (g) Belgrado, Art Pavilion Cvijeta Zuzoric, Junij 82.
1983 (e) Diepenbeek (B), Galerie ‘t Pepertje.
1983 (e) Apeldoorn, Van Reekummuseum.
1983 (e) Breda, De Beyerd.
1983 (e) Den Haag, Kijkhuis.
1983 (e) Keulen, Galerie Imago.
1983 (g) Evora, (Portugal) Portugal.
1983 (g) Lissabon, (Portugal) Portugal.
1983 (g) Oporto, (Portugal) Portugal.
1983 (g) Nijmegen, Commanderie van Sint Jan, Zien en gezien worden, Fotografische zelfbespiegeling in Nederland van ca. 1840 tot heden.
1983 (g) Tilburg, Nederlands Textielmuseum, In-gewikkeld, textielvormgeving rond het thema verpakken..
1983 (g) Eindhoven, Hemelrijken.
1984 (g) Maastricht, Kunstcentrum Limburg.
1984 (g) Hasselt, Provinciaal Museum, Images Fabriquées.
1984 (g) Enschede, Galerie Beeld en Aambeeld, Fotobiënnale Enschede.
1984 (e) Eindhoven, kunstenaarscentrum De Fabriek, Verbindingen/ Verbindungen (met H.J. Hölzer).
1984 (g) Parijs, Centre Georges Pompidou, Images Fabriquéés.
1985 (e) Keulen, Galerie Imago, Paul de Nooijer Fotoarbeiten.
1985 (e) Gent, XYZ Fotografie.
1985 (e) Neerpelt, Dommelhof, Foto’s en films van Paul de Nooijer.
Films
1972 Moving stills (i.s.m. Frans Zwartjes).
1973 Alone eight.
1974 Mirror.
1975 The Pie.
1975 Say Goodbye.
1976 Transformation.
1976 Extra Ball.
1976 Review.
1977 Tarzan & Jane.
1978 How to make.
1981 Touring Holland by bicycle (i.s.m. Jerry Musser).
1981 Tarting over.
1981 The third t(h)est (i.s.m. Jerry Musser).
1981 Tilburg teachers trilogy (i.s.m. Jerry Musser).
1982 Black and white bathroom (i.s.m. Jerry Musser).
1982 Window painting (i.s.m. Jerry Musser).
1982 The shadow and the substance.
1982 Three months later.
1982 Marion Herbst.
1982 Face Race (i.s.m. Jerry Musser).
1983 The human brewery Victor Notermans.
1984 N.E.W.S. (videoclip).
1984 Something heavy (videoclip).
1985 Works-La casa Ie statua et Ie manie.
1982-’85 The shadow and the substance II.
Prijzen/stipendia
1968 Eindhoven, Gemeentelijke aanmoedigingsprijs.
1974 Royan, Grand prix International de la Recherche Photographique.
1975 Fribourg, Ie Triënnale Internationale de la Photographie, Prix Special du Jury (‘Diaphragma Bronze’).
1975-1977 Stipendia van CRM.
1978 Hyeres, Mention speciale du jury cinema different, Festival international du jeune cinéma.
1979 Oberhausen, Hauptpreis Westdeutsche Kurzfilmtage.
1982 Ljubljana, diploma „For a succesfilm experiment”, festival of sports and tourist films.
Bronnen
Paul en Françoise de Nooijer, documentatie en mondelinge informatie.
Leiden, Prentenkabinet, bibliotheek en documentatiebestand.
Collecties
Amsterdam, Stedelijk Museum.
Apeldoorn, Gemeentelijk Van Reekummuseum.
Den Haag, Rijksdienst Beeldende Kunst.
Eindhoven, Stedelijk van Abbemuseum.
Fribourg, Musée d’Art et d’Histoire.
Leiden, Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit.
Parijs, Bibliothèque Nationale.
Parijs, Centre Georges Pompidou.
Polaroid, Europa.
Stockholm, Fotografiska Museet.
Yokohama, Museum of Modern Art.
Auteursrechten
De auteursrechten op het fotografisch oeuvre van Paul de Nooijer berusten bij Paul de Nooijer te Middelburg.