Gérald Van Der Kaap
Mariëtte Haveman
Extract
Gérald Van Der Kaap (‘Kaap’) is beeldend kunstenaar die alleen of in samenwerking met anderen geënsceneerde projecten realiseert met voornamelijk fotografische middelen. Minimale inhoud in een suggestieve en chique verpakking, is een belangrijk aspect van Kaaps werk. Hij ondergaat daarbij invloed van het kunstgebeuren in de New Yorkse wijk East Village. Experimenten met computer, ‘computergraphics’ genoemd, en montages van computergraphic en gewone foto’s, behoren tot zijn recente werk.
Biografie
1959 |
Gérald Van Der Kaap wordt op 22 mei geboren in Enschede. |
1978 |
Kaap wil filmer worden en doet toelatingsexamen op de filmacademie in Amsterdam. Hij wordt niet toegelaten, omdat hij nog nooit een filmpje heeft gemaakt. |
1978-‘80 |
In hetzelfde jaar doet hij toelatingsexamen op de kunstacademie St. Joost in Breda, afdeling fotografie. Hij breekt zijn opleiding na twee jaar af, op aandringen van docenten die geen heil zien in zijn activiteiten. |
1979 |
Vanaf dit jaar woont Kaap in Rotterdam en is werkzaam als fotograaf. Hij verblijft regelmatig in Parijs, wat resulteert in zijn eerste solo-expositie in galerie 3001 in Rotterdam. Het werk dat hij presenteert is klassieke straathoekfotografie a la Cartier-Bresson, met verhoudingsgewijs veel nadruk op esthetische vorm. |
1980 |
Kaap is medeoprichter van het blad ZIEN Magazine, uitgegeven door de Stichting Pretentieus. De initiatiefnemers zijn allemaal (ex)leerlingen van St. Joost. Het blad zal als podium gaan fungeren voor de ‘glamoureuze’ internationale fotokunst. |
1981 |
Kaap werkt samen met Martin Thomas aan het project Fronto, de Lof van Rook en Stof: een reis langs tuinen in Europa, vastgelegd met een rolleiflexcamera op 6×6 diamateriaal, afgedrukt op cibachrome. Dit project is het begin van de werkwijze die Kaap de volgende jaren zal vasthouden: een minimale inhoud (vgl. de titel), stoffige hoekjes en rommeltjes in een suggestieve, chique presentatie. |
1982 |
Kaap werkt mee aan de tentoonstelling Staged Photo Events in Rotterdam, het eerste internationale overzicht van geënsceneerde fotografie in Nederland. Hij verzorgt de catalogus in het blad ZIEN. Tijdens de tentoonstelling is muziek te horen, zoals ‘Geschichte aus dem Wienerwald’ van Johan Strauss. Van Kaap zelf zijn bij deze gelegenheid drie geënsceneerde fotowerken te zien, als een voorproefje van zijn solotentoonstelling, een jaar later in galerie Jurka in Amsterdam. |
1983-‘84 |
Kaap organiseert een collectief project, waarbij hij een groep kunstenaars en een criticus uitnodigt om iets te maken, uitgaande van een hen toegestuurd kartonnen kruis. De resultaten worden, zonder naamsvermeldingen, geëxposeerd in galerie Jurka, een verdieping boven Kaaps solotentoonstelling. Hij ontvangt een experimentensubsidie van WVC die hij gebruikt voor het maken van computergraphics: letters die een betekenisloos maar suggestief woord vormen, bijvoorbeeld CHAUX, zijn door middel van een computer verwerkt tot een grafisch patroon. |
1984 |
Oprichting van een band (M.I.4’s, inmiddels omgedoopt tot Save the Robots) waarvan de kern bestaat uit Gérald Van Der Kaap en Peter van de Klashorst. Regelmatig worden andere kunstenaars uitgenodigd voor incidentele deelname. Kaap en Klashorst hebben inmiddels een etage in New York gehuurd en bewegen zich samen in de East Village scène, als Nederlandse representanten van ‘the aesthetics of cute’, een slogan waarin beiden zich wel kunnen vinden. |
1985 |
Kaaps project, Kaaps Mona Lisa, wordt geëxposeerd in galerie Perspektief in Rotterdam. Het esthetisch relativisme is hierin op de spits gedreven: de Mona Lisa, geheel uitgevoerd in pornografische teksten. |
Beschouwing
Wie Gérald Van Der Kaaps lijsten van publicaties en exposities vergelijkt met zijn biografie zal tot de conclusie komen dat hier iets merkwaardigs aan de hand is. De korte biografie staat in geen verhouding tot de lange lijst van exposities en publicaties. Een jonge kunstenaar dus, met een betrekkelijk klein oeuvre en een zeer hoog rendement. Dit typeert de rol die Kaap zich heeft toegemeten: niet zozeer van kunstenaar of fotograaf, maar van ‘Showman of the Arts’. Een mentaliteit die in Nederland weinig weerklank vindt, in tegenstelling tot in New York en de Amerikaanse West Coast. Door een Amerikaanse criticus werd deze mentaliteit aangeduid als ‘the aesthetics of cute’: een soort artistiek bellenblazen, met ‘leuk’ en ‘snel’ als sleutelwoorden. Kunstenaars die zich deze werkwijze eigen hebben gemaakt presenteren hun werk meestal als een sceptisch commentaar op de serieuze, expressionistische moderne kunst. Maatschappijkritische motieven spelen daarbij, ondanks ‘wishful thinking’ van veel Amerikaanse critici, nauwelijks een rol. De bedoeling van zulke kunstenaars is zeker niet om zich te onttrekken aan het officiële circuit van galeries en tijdschriften; sommigen, zoals Robert Longo zijn daar al ver in doorgedrongen en behoren op het ogenblik tot de best betaalde kunstenaars. Men gebruikt in dit verband graag het woord ‘ironie’, dat zoveel betekent als ‘bewuste deelname zonder stellingname’.
Deze mentaliteit is ook bij Gérald Van Der Kaap te vinden. Het uitgeven van het blad ZIEN, het organiseren van exposities, het uitbrengen van een lp of het maken van fotowerken, al dan niet in samenwerking met anderen: voor Kaap heeft het allemaal dezelfde waarde. Het tijdschrift ZIEN typeert het duidelijkst zijn anti-individualistische houding in het maken van kunst. Deze is vooral merkbaar vanaf het vierde nummer; vanaf dat nummer wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke eenheid tussen vormgeving (Gerard Hadders) en inhoud, samengebracht onder een ‘thematische’ noemer: Entertainment Issue!, Peter Pan 1985 issue!. De bedoeling is dat het tijdschrift op die manier als een kunstwerk op zich wordt beschouwd.
Eveneens in samenwerking met anderen organiseert Gérald Van Der Kaap zijn overige activiteiten: een fotokunstwerk, waarvan de voorstelling in elkaar gezet is door twee bevriende kunstenaars; een lp met muzikale bijdragen van Peter van de Klashorst, Robert Longo en anderen. Kaap is niet alleen de public relations manager achter zijn eigen werk, het onderhouden van public relations maakt deel uit van het werk. Dat bepaalt de weg die hij voor zichzelf heeft uitgestippeld in de kunst.
Het begin van Kaaps carrière als ‘Dutch Master of Camp’ ligt in het project Fronto dat hij in 1980-’81 uitvoerde, samen met Martin Thomas. Het bestaat uit een twintigtal foto’s gemaakt op een reis langs Europese tuinen: Berlijn, Praag, Hamburg, Wenen etc. In dit project wordt al de toon gezet van het meer recente werk. De naam van het project, Fronto, is ontleend aan de naam van een Romeinse redenaar en de ondertitel aan diens geschriften: LaudeFumi et Pulveris: de Lof van Rook en Stof. Deze titel kenmerkt Kaaps inmiddels gevestigde voorkeur voor de meest onaanzienlijke grondstoffen, gepresenteerd in een entourage van mysterie, pracht en diepzinnigheid. Rook en stof, minimaler kan het niet. De serie bestaat uit cibachrome kleurendrukken van de meest onooglijke hoekjes en prullen, gevat in sierlijke passe-partouts waar tekstfragmenten op te lezen zijn. Presentatie is van nu af alles; alle betekenis wordt gereduceerd tot totale willekeur, hetgeen in uitlatingen van makers van dit soort werk veel nadruk krijgt. „Kiezelsteentjes zijn mooier dan prinsessen” (Rommert Boonstra), een speelgoedvisje wordt uitverkoren „omdat het me zo verbaasd aankeek” (Henk Tas), een poppetje wordt twee keer gebruikt omdat het een duur poppetje was, „dat het wel waard was om twee keer te gebruiken” (Gérald Van Der Kaap). Deze speelgoedwinkeliconografie is sterk vertegenwoordigd in de zes geënsceneerde foto’s die Kaap twee jaar later maakte. Over de totstandkoming van die fotografieën is Kaap zeer expliciet in een interview rond dezelfde tijd in Elseviers Magazine. Over de foto getiteld Debilitar: „Het woord Debilitar kwam ik bij toeval tegen in een zetproef van een Italiaanse letterontwerper.(…) Debilitar betekent: de Verzwakte. Het poppetje heeft een verminkt hoofd. Bij het poppetje heb ik een mooie achtergrond geschilderd; en omdat ik net de open haard in mijn appartement had afgebroken, heb ik die ook gebruikt, bespoten met kopertoon en hamerslaggrijs, waardoor een fijne ruïne ontstond.(…) Om het tot een meesterwerk te maken heb ik twee engeltjes van Rafaël uit het boek Eeuwige Schoonheid gescheurd, die op Debilitar schieten. Alles uit mijn omgeving wordt ten nutte gemaakt. Ik had eerst ook een fallus in deze foto liggen, want natuurlijk gaat al mijn werk over het verlangen naar vrouwen, maar die heb ik er uit gehaald.” Dit citaat geeft Kaaps artistieke mentaliteit heel treffend weer: de ostentatieve nadruk op toeval en willekeur, met een ironische knipoog naar de Grote Kunst, en de onontbeerlijke referenties aan de porno. Allemaal ingrediënten die te vinden zijn in de New Yorkse East Village waar pose en ironie de plaats innemen van de officiële Kunst. Sinds 1983 beweegt Kaap zich, met compagnon Peter van de Klashorst, regelmatig in die kringen; samen hebben ze inmiddels een etage in New York gehuurd. In Nederland vindt deze mentaliteit vooral in Rotterdam enige weerklank, bijvoorbeeld bij Lydia Schouten en het ontwerperscollectief Hard Werken. Kaaps project, Kaaps Mona Lisa, toont totnogtoe de duidelijkste sporen van ‘the aesthetics of cute’: een zeer zware, roze bespoten lijst opgebouwd uit wormachtige slierten. Deze lijst omvat een perspexplaat waarachter pornografische teksten te zien zijn, die het gezicht van Mona Lisa vormen. Vorm en titel van het werkstuk zijn ontleend aan de Mona Lisa van Marcel Duchamp, naast Gilbert & George, een van Kaaps grote voorbeelden. Hun esthetisch relativisme is bij hem een doelbewust opportunisme geworden; een voortdurend wisselen van stijl en aanpak, afhankelijk van hoe de wind waait. Zo’n werkwijze is minder makkelijk vol te houden dan het lijkt, zoals blijkt uit het werk van veel van zijn Amerikaanse collega’s, die er nogal eens toe neigen hun werk meer gewicht te geven, zodra het officiële erkenning heeft gekregen.
Documentatie
Primaire bibliografie
Een beeld van de werkelijkheid, in ZIEN 2 (april 1981).
De betekenis der dingen, in ZIEN 3 (sept. 1981).
Holland: photography scene needs changing, in Printletter 1982 (april).
Wuyvy, Rotterdam (Uitgeverij Bébert) 1983, portfolio met 6 geënsceneerde foto’s.
Resurrezione, 1983, in Museumjournaal 28 (1983) 1 (maart), p. 31-34.
Paris: Boyd Webb, Musée National d’Art Moderne and Galerie Chantal Crousel, in Artforum (New York) 1983 (november).
Vita Brevis, Ars Longa, Rotterdam (Uitgeverij Bébert) 1984, met werk van Kaap, Klashorst, Longo, Mapplethorpe.
Chaux, 1984, in ZIEN 6/7 (jan. 1984, Entertainment Issue), p. 14-17.
Gérald Van Der Kaap & Peter Klashorst, Café des Arts: Hobbyism, in ZIEN 8 (1985), p. 9-32.
lp’s en tapes:
M.I.4’s, „Terribilis Est/Hot Line/Tudor”, WT Records London 1984.
Save the Robots, „Eurovision/Day Tripper”, Robot Records, N.Y.C. 1985.
Save the Robots, „Greatest Hits, Vol.1″, Robot Records, N.Y.C. 1985.
Secundaire bibliografie
Herman Hoeneveld, De lof van rook en stof, in Kunstbeeld 6 (1981) 3 (dec), p. 49.
Walter Barten, Jonge Duitsers en Jonge Nederlanders, in Financieel Dagblad 21 dec. 1981.
Eric van der Schalie, Amsterdam: Fronto, Galerie Jurka, in European Photography 10 (april 1982), p. 38.
Cat.tent. Salon van de Maassteden, Schiedam (Stedelijk Museum), 24 april-30 juni 1982.
Paul Groot, Galerie: Staged Photo Events, in NRC-Handelsblad, 17 sept. 1982.
Mariëtte Haveman, Geënsceneerde Fotografie – De grenzen van betekenis, in ZIEN 4 (najaar 1982), p. 4-7, 13 (foto), 31.
Eric van der Schalie, Staged Photo Events, in European Photography 14 (april 1983), p. 32.
Peter Marijnissen, Fotografen met hoop pretentie in Pictura, in Het Vrije Volk 2 april 1983.
Rommert Boonstra, Banaal + Verheven Kaap, in Elseviers Magazine, 21 mei 1983, p. 1 18-119.
Els Barents, Van Afbeelden naar Verbeelden, in Foto in Vorm, jaarboek Grafisch Nederland 1984, p. 47. Annelie Pohlen, Das.
Hollandisches Kontigent, in Kunstforum, 71 (1984) 3/4.
Pauline Terreehorst, Kunstzaken: Groot Gebaar, in De Volkskrant, 18 mei 1984.
Carlo McCormick, Dutch Currency, in New York Beat 23 mei 1984, p. 28.
Carlo McCormick, International Ennui, in New York Beat 30 mei 1984, p. 28.
Pauline Terreehorst, Kunstmuziek, etc…, in De Volkskrant, 7 sept. 1984.
Pauline Terreehorst, Computerkunstenaar Gérald Van Der Kaap: ‘Je moet niet zomaar wat aanklooien’, in De Volkskrant dec. 1984, p. 47.
Els Barents, Dove 1’oro paria la lingua tace, in Grafisch Nederland, december 1984, p. 47.
Didier Arnaudet, Bordeaux: Gérald Van Der Kaap, Peter Van De Klashorst, Images Nouvelles, in Artpress (Paris) nr. 88 (jan. 1985).
Pauline Terreehorst, Fotografen Rotterdam neigen naar Grootsheid, in De Volkskrant 7 maart 1985.
Amy Slaton, Art: Computer Art, in East Village Eye (New York) april 1985, p. 39.
Mariëtte Haveman, Le Grand Cadavre, in ZIEN 8 (1985), p. 6-7.
Tricia Collins & Richard Milazzo, Neutral Trends, in Tomorrow’s T. V. Tonight, Manhattan Cable T.V., Channel D, 29 juli 1985.
Rommert Boonstra, Staged Photography, in Dutch Art + Architecture Today 18 (december 1985), p. 22-26.
Paul Groot, Save The Robots, in Wolkenkratzer Art Journal 11 (januari 1986), p. 78.
Tentoonstellingen
1979 (e) Rotterdam, Galerie 3001.
1981 (g) Rotterdam, Expositiezaal De Doelen.
1981 (g) Rotterdam, Galerie Perspektief.
1981 (e) Amsterdam, Galerie Jurka, Laudes Fumi et Pulvens.
1982 (g) Schiedam, Stedelijk Museum, Salon van de Maassteden.
1982 (e) Parijs, Galerie Texbraun, Laudes Fumi et Pulveris.
1982 (g) Coimbra, Portugal, Chiado, 7 x 7.
1982 (g) Rotterdam, Lijnbaancentrum, Staged Photo Events.
1982 (g) Rotterdam, Galerie Perspektief, Kaap en Schalie.
1982 (g) Keulen, Kunsthalle/Galerie Jurka, Photo Art 1.
1982 (e) Eindhoven, Galerie Pennings, Laudes Fumi et Pulveris.
1982 (g) Aken, Neue Galerie/Sammlung Ludwig, Staged Photo Events.
1983 (g) Parijs, Centre Georges Pompidou, Images Fabriquées.
1983 (g) Dordrecht, Pictura, Overwhetming Techniques.
1983 (e) Amsterdam, Galerie Jurka, WUYVY.
1983 (e) Amsterdam, Galerie Jurka, Zufyr.
1983 (g) Apeldoorn, Van Reekummuseum, Staged Photo Events.
1982 (g) Antwerpen, I.C.C., Staged Photo Events.
1982 (g) Berlijn, Raab, Galerie, Zu Gast.
1983 (g) Rotterdam, Galerie ‘t Venster, La Divina Commedia.
1984 (g) Nantes, Musée des Beaux Arts, Images Fabriquées.
1984 (g) Hasselt, Musée d’Art Actuel, Images Fabriquées.
1984 (g) Rotterdam, Museum Boymans-Van Beuningen, Kunst uit Rotterdam.
1984 (e) Amsterdam, Galerie Jurka, KAAP recente werken.
1984 (g) Keulen, Galerie Heinz Holtmann, 4 Junge Künstler aus Holland.
1984 (g) New York (East Village), Gallery International With Monument, New Art from Holland: Kaap, Klashorst, Blanca.
1984 (g) Amsterdam, Nieuwe Kerk, Foto ’84.
1984 (g) Bordaux, Images Nouvelles, (Kaap en Klashorst).
1985 (g) New York, New Math Gallery, Computer Age
1985 (g) Den Haag, Rijksdienst Beeldende Kunst, Rijksaankopen.
1985 (g) Zaragoza, Museo Provincal, Image Nueva ’85.
1985 (g) Rotterdam, Galerie Perspektief, Rotterdamse fotografen 1.
1985 (g) Amsterdam, Aorta, Doppelgänger/ Cover.
1986 (g) Parijs, Studio 666, 6 Photographes Nèerlandais.
1986 (g) Amsterdam, Galerie Torch, Contemporary Pictures.
1986 (g) Amsterdam, Aorta, New Cunts: Rejects, Shit, Waste.
Bronnen
Gérald Van Der Kaap, mondelinge informatie en documentatie.
Leiden, Prentenkabinet, bibliotheek en documentatiebestand.
Collecties
Apeldoorn, Gemeentelijk Van Reekummuseum.
Bordeaux, F.R.A.C.
Den Haag, Rijksdienst Beeldende Kunst.
Den Haag, PTT (esthetische Dienst).
Eindhoven, Van Abbemuseum.
Groningen, Groninger Museum.
Rotterdam, Rotterdamse Kunststichting.
Rotterdam, Museum Boymans-Van Beuningen.
Parijs, Centre Georges Pompidou.
Auteursrechten
De auteursrechten op het oeuvre van Gérald Van Der Kaap berusten bij Gérald Van Der Kaap in Rotterdam/New York.