Jacobus van Gorkom jr.
Hestia Bavelaar
Ingeborg Th. Leijerzapf
Extract
Jacobus van Gorkom was schilder, etser en fotograaf. Hij had een atelier voor portretfotografie in Rotterdam, waar met name het visitekaartportretje een veel gevraagd artikel was. Maar belangrijker was zijn reportagewerk op industrieel en journalistiek gebied. De aanleg van de Nieuwe Waterweg, de drooglegging van de Alexander-polder bij Rotterdam en andere stadsvernieuwingsprojecten volgde hij met zijn camera, al dan niet in samenwerking met de in Den Haag wonende fotograaf Carl Philip Wollrabe.
Biografie
1827 |
Jacobus van Gorkom wordt op 28 januari geboren als oudste zoon van Jacobus van Gorkum, fabrikant, en Antonia Veltman. Jacobus jr. noemt zich in latere acten altijd Van Gorkom. |
1858 |
Op 6 oktober treedt Jacobus van Gorkom in het huwelijk met Catharina Margaretha Siepman, een weduwe met vier kinderen. Jacobus staat in de huwelijksacte geregistreerd als kunstschilder. Hij verlaat het ouderlijk huis aan de Schiedamschedijk nr. 531 in Rotterdam en gaat met zijn gezin wonen op de Nadorstlaan 76 in dezelfde stad. |
ca. 1862 |
Het gezin Van Gorkom verhuist naar Kruiskade 592. In dit jaar wordt een zoon, Jacobus, geboren. |
Ca.1862-‘71 |
Van Gorkom heeft een atelier voor portretfotografie aan de Kruiskade 592, tevens zijn woonhuis. Vanaf ca. 1865 fotografeert hij projekten in Rotterdam en omgeving, gedeeltelijk in samenwerking met C.P. Wollrabe uit Den Haag. |
1871 |
Op 12 oktober verhuist Van Gorkom met zijn gezin naar Den Haag, Riouwstraat 14 en laat zich bij de Burgerlijke Stand inschrijven als kunstschilder. |
1872 |
Van Gorkom wordt lid van het Haagse schildergenootschap Pulchri Studio en wordt onder meer penningmeester. |
1873-‘74 |
Van Gorkom is commissaris voor de Teekenzaal van Pulchri Studio. |
1880 |
Op 2 mei sterft Jacobus van Gorkom jr. te Den Haag. |
Beschouwing
Jacobus van Gorkom heeft vermoedelijk alleen in de jaren ’60 en begin jaren ’70 van de negentiende eeuw gefotografeerd. Waarschijnlijk beschouwde hij het fotograferen altijd als een nevenactiviteit, want wanneer in officiële acten zijn beroep ter sprake kwam, noemde hij zich steevast kunstschilder. Over Van Gorkom’s eerste schreden op de paden van schilderkunst en fotografie is niets bekend. De kunstenaarslexica Waller en Scheen weten te vermelden dat hij al vanaf 1854 schilderijen inzond naar tentoonstellingen en Waller voegt daar nog aan toe dat hij aanvankelijk kapitein was. Hoe weinig wij echter ook van deze kunstenaar, zijn leven, zijn schilderijen en zijn grafisch oeuvre weten, zijn fotografie vertelt een duidelijker verhaal. Van Gorkom’s bewaard gebleven foto’s – ongeveer een honderdtal in openbare collecties – zijn in drie genres te groeperen: visitekaartportretjes, reportages van nieuwsfeiten en industriële reportages van weg- en waterbouwwerken.
Van Gorkom’s fotografie is van een opmerkelijk goede technische kwaliteit. Zijn opnamen, afgedrukt op albuminepapier, zijn haarscherp, helder en contrastrijk voor zover zij niet te veel door de tijd geleden hebben. Behalve voor de visitekaartportretjes werkte van Gorkom zijn foto’s af op formaten van circa 20 X 25 cm, tot 25 X 30 cm.
Van Gorkom had in Rotterdam aan huis een atelier voor portretfotografie. Met name het zeer populair wordende visitekaartportretje behoorde tot zijn specialiteit als portrettist. Men kan hem tot de tweede generatie visitekaartportrettisten rekenen; de pioniers op dit gebied waren er reeds een kleine tien jaar mee bezig. Van Gorkom was een goed vakman, maar onderscheidde zich niet wezenlijk van zijn tijdgenoten. Hij gebruikte weinig attributen en hanteerde een aantal standaardhoudingen die men in de schilderkunst en grafische kunsten op dezelfde wijze aantrof. Maar men moet deze fotootjes bezien in het licht van hun tijd, de technische, optische en chemische verworvenheden en de traditie van de portretkunst. In deze vroege periode van de fotografie sprak de wat statische maar toch ook statige en chique vorm van portretkunst in kleinformaat zeer tot de verbeelding van de burgerij die zichzelf dikwijls pas voor het eerst in beeld zag.
Een aantal foto’s uit Van Gorkom’s oeuvre heeft locale, actuele gebeurtenissen tot onderwerp. Het aantal is in feite te klein om een beeld te krijgen van Van Gorkom’s interesse op dit gebied en de bedoeling van deze foto’s. De onderwerpen lopen uiteen van de brand van Museum Boymans in 1864 tot eerstesteenleggingen en nieuwe interieurdecoraties van Rotterdamse kerkgebouwen. Ook een gebeurtenis als „De plegtige uitreiking van het Vaandel aan het corps Rotterdamsche Vrijwilligers” in 1868 was voor Van Gorkom aanleiding om met zijn camera aanwezig te zijn. Deze min of meer plaatselijk actuele onderwerpen werden door Van Gorkom nogal statisch geregistreerd; zij hebben nog niets van doen met de latere actieve fotoverslagen van bijzondere gebeurtenissen in de geïllustreerde pers. Van nieuwsverspreiding via massamedia kan men in Van Gorkom’s tijd nog niet spreken. Het fotograferen van actuele zaken geschiedde vaak in opdracht van belanghebbende instanties. Het documenteren van gebeurtenissen als herinnering of getuigenis voor later werd namelijk al wel belangrijk geacht. Het lijkt aannemelijk dat Van Gorkom in bovenstaande gevallen ook in opdracht heeft gewerkt.
Het belangrijkste onderdeel van Van Gorkom’s fotografie bestaat uit opnamen van constructiewerken in de bouw, in de tweede helft van de jaren ’60. Hij fotografeerde regelmatig de vorderingen van projecten als de aanleg van de Nieuwe Waterweg van Rotterdam naar Hoek van Holland, in samenwerking met C.P. Wollrabe uit Den Haag, de bouw van de verschillende stoomgemalen in Schaardijk, Kralingen, Capelle a/d IJssel en Nieuwerkerk a/d IJssel, die de Alexanderpolder moesten gaan droogmalen, en de drooglegging van de Binnenrotte in Rotterdam.
Dat een in de schilderkunst geschoold iemand als Van Gorkom zich juist tot deze tak van fotografie aangetrokken voelde, is minder vreemd dan het wellicht lijkt. Voor zijn schilderijen en grafisch werk koos hij – voor zover wij weten – voortdurend het landschap tot thema. In feite deed hij dat ook voor zijn foto’s, maar dan een meer verstedelijkt en geïndustrialiseerd landschap, het moderne dynamische landschap, waarin niet langer kerktorens, maar bruggen, viaducten, aquaducten en watertorens de horizont bepaalden. De moderne negentiende-eeuwse maatschappij ontwikkelde zich vooral door het toenemend aantal communicatiemogelijkheden, spoorwegen, bruggen, maar ook de telefoon, telegraaf en de fotografie. Emil Zola pleitte er in 1877 vurig voor dat kunstenaars de nieuwe verworvenheden van hun tijd tot thema van hun schilderijen zouden kiezen. Het landschap verwierp hij als behorend tot vorige generaties: „Nos artistes doivent trouver la poésie des gares, comme leurs pères ont trouvé celle des forêts et des fleuves.” De fotografen van de jaren ’60 adopteerden deze nieuwe thematiek al met groot enthousiasme en werden zo belangrijke vertegenwoordigers van een nieuw tijdperk. Opmerkelijk is hun heldere en functionele weergave. In Frankrijk richtte men eind jaren ’50 aan de Parijse Ecole des Ponts et Chaussées op professionele wijze een praktijkonderwijsprogramma in om de fotografie van constructiewerken te leren uitvoeren. In Nederland was men op zichzelf en op goede leermeesters aangewezen, maar dat verhinderde niet dat ook in Nederland deze fotografie goed tot ontwikkeling kwam. Jacobus van Gorkom’s fotografie kan model staan voor dit genre in ons land.
Van Gorkom’s reportage van de bouw van diverse stoomgemalen in de omgeving van Rotterdam getuigt van werkelijke belangstelling voor deze installaties en voor de techniek van de immense stoommachines, maar veel meer nog getuigt zij van de tevredenheid van de fotograaf over de mogelijkheden van zijn medium. Pioniers als hij waren zonder twijfel trots op wat zij fotografisch tot stand wisten te brengen. Hij besteedde grote aandacht aan het groeperen van de arbeiders en opzichters en aan het kiezen van een juist standpunt voor een goede compositie. De ritmiek van palen, balken, schoorstenen, schragen en heistellingen benutte hij optimaal en de structuur van de glanzend metalen machines liet hij volledig tot zijn recht komen. Een technisch perfecte weergave en een sterke compositie waren minstens even belangrijk als de inhoud van de foto. Het spannende van de bouw van indrukwekkend vernuftige machines en installaties en de uitdaging van het functioneel en compositorisch knap in beeld brengen van deze objecten hebben Van Gorkom er toe aangezet de specifiek fotografische eigenschappen – scherpte, licht-donkercontrasten en perspectivische werking – zo goed mogelijk te benutten. Hij is zodoende een vertegenwoordiger van de eerste periode van zakelijkheid in de fotografie, waar in de jaren ’20 en ’30 van onze eeuw op verder gebouwd werd.
In de reportage van de aanleg van de Nieuwe Waterweg is het aandeel van fotograaf C.P. Wollrabe niet vast te stellen. Maar gezien de prestatie die Van Gorkom leverde met het fotograferen van de stoomgemalen en de drooglegging van de Binnenrotte, zal hij geen ondergeschikte rol gespeeld hebben in dit gezamenlijk project. Evenals bij de reportage van de stoomgemalen geldt ook bij de foto’s van de Nieuwe Waterweg dat de aandacht voor de vormgeving van het onderwerp haast belangrijker is dan die voor de inhoud. Het lijnenspel van spoorrailsen, heipalen, golfbrekers en beschoeiingen en het wijdse perspectief krijgen de volle aandacht. Toch blijven vorm en inhoud in evenwicht en daarmee heeft Jacobus van Gorkom een karakteristiek en kwalitatief goed foto-oeuvre op zijn naam gezet.
Documentatie
Primaire bibliografie
foto’s in:
K. Nieuwenhuizen, Rotterdam gefotografeerd in de negentiende eeuw, Amsterdam 1974, afb. 50, 73, 78.
Secundaire bibliografie
Nederlandse Kunstbode 1875, p. 148.
Nederlandse Spectator 1880, p. 149.
Pieter A. Scheen, Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950, Den Haag (kunsthandel Pieter A. Scheen n.v.) 1969.
F.G. Waller, Biographisch woordenboek van Noord Nederlandsche graveurs, Amsterdam (B.M. Israël) 1974 (herdruk).
Ingeborg Th. Leijerzapf, Fotografie in Nederland 1839-1920, Den Haag (Staatsuitgeverij) 1978.
Ir. K. van der Pols, De Alexanderpolder drooggemalen, Schiedam (Interbook International b.v.) 1978 (met foto’s van Van Gorkom).
Gisèle Excoffon en Jean Michel, L’Ecole des Ponts et Chaussées et la Photographie, in Photogénies nr. 2, septembre 1983 (uitgave Centre National de la Photographie, Parijs).
Lidmaatschappen
Den Haag, Pulchri Studio, 1872-1880.
Den Haag, etsclub.
Bronnen
Den Haag, Gemeente-archief.
Rotterdam, Gemeente-archief.
Leiden, Prentenkabinet, documentatiebestand en bibliotheek.
Collecties
Leiden, Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit.
Rotterdam, Gemeentearchief.
Rotterdam, Hoogheemraadschap Schieland.